Operation Manual

DDF 125/150
*Frame
Met de dakdoorvoering DDF 125/150
kan een luchtafvoerbuis door schuine
daken met verschillende soorten dak
-
bedekking worden gevoerd.
De hoek van het dak moet minstens 22°
bedragen, zodat er geen regen en
sneeuw doorheen kan dringen.
Vraag de dakdekker om advies.
De dakdoorvoering mag alleen door
een dakdekker worden gemonteerd.
Op vlakke daken kan het apparaat
niet worden geplaatst.
^
Verwijder de dakbedekking waar het
apparaat moet komen.
^
Buig het frame daarbij naar boven.
^
Zet het apparaat op het dak en wel
zo dat de lucht langs het dak naar
beneden wordt gevoerd.
^
Schroef het apparaat met de beves
-
tigingsplaat aan het dakbeschot vast.
^
Breng de dakbedekking weer aan.
Druk het frame daarbij zo stevig aan
dat er geen lek kan ontstaan.
Leg het frame aan de bovenkant van
het apparaat onder de dakbedek-
king, het gedeelte aan de zijkanten
en aan de onderkant van het appa-
raat boven de dakbedekking.
De tuit van de dakdoorvoering heeft
een doorsnede van 150 mm.
Moet de tuit een doorsnede van
125 mm hebben, kan de bijgevoegde
reduceertuit worden gebruikt.
^
Schuif de flexibele luchtafvoerslang
op de tuit van de dakdoorvoering en
maak de slang met een slangklem
aan de tuit vast.
Een terugslagklep is ingebouwd.
Attentie: Wanneer u de luchtafvoerbuis
door het dak voert, let dan ook op een
goede afdichting onder het dak.
Montage
20