Operation Manual
Luidsprekeraansluiting
Hier sluiten we de luidsprekers in de kamer aan op dit toestel.
Dit gedeelte beschrijft u, aan de hand van typisch voorbeelden, hoe u ze
kunt aansluiten.
OPMERKING
0
Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de luidsprekers
aansluit. Schakel ook de subwoofer uit.
0
Sluit de luidsprekerkabels zodanig aan, dat er geen kerndraden uit de
luidsprekeraansluitingen steken. Het beveiligingscircuit kan geactiveerd worden
wanneer de kerndraden in contact komen met het achterpaneel of wanneer de +
en – draden met elkaar contact maken. (“Beveiligingscircuit” (v blz. 293))
0
Raak de luidsprekeraansluitingen nooit aan terwijl het netsnoer is aangesloten. Dit
kan een elektrische schok veroorzaken. Wanneer “Setup assistent” (bladzijde 9 in
de afzonderlijke “Snelhandleiding”) wordt uitgevoerd, volgt u de instructies op het
scherm “Setup assistent” voor de aansluitingen. (Er wordt geen stroom geleverd
naar de luidsprekersaansluitingen terwijl de “Setup assistent” actief is.)
0
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4 – 16 Ω/ohm.
OPMERKING
0
Voer de volgende instellingen uit wanneer u een luidspreker gebruikt met een
impedantie van 4 – 6 Ω/ohm.
1.
Houd ZONE2 SOURCE en STATUS op het hoofdtoestel minstens 3 seconden
samen ingedrukt.
“Video Format < PAL>” verschijnt op het display.
2.
Druk twee keer op DIMMER op het hoofdtoestel.
“Sp.Imp. <8ohms>” verschijnt op het display.
3.
Druk op TUNER PRESET CH + of TUNER PRESET CH - op het hoofdtoestel
om de impedantie te selecteren.
6ohms:
Selecteer wanneer de impedantie voor elk van de aangesloten
luidsprekers 6 Ω/ohm is.
4ohms:
Selecteer wanneer de impedantie voor elk van de aangesloten
luidsprekers 4 Ω/ohm is.
4.
Druk op STATUS op het hoofdtoestel om de instelling te voltooien.
Inhoud Aansluitingen Weergave Instellingen Tips Appendix
35
Voorpaneel Display Achterpaneel
Afstandsbedie
ning
Index