Operation Manual
NEDERLANDS
Verklaring van algemene gegevens
1 Beschermkap
2 Schroef
3 Inkeping
4 Zijhandgreep
5 Sluitmoer
6 Afbraamschijf met verzonken
asgat
7 Binnenflens
8 Speciale flens
9 Nokkensleutel
0 Asblokkering
q Trekschakelaar
w Veiligheidspal
e Koolborsteldop
r Schroevendraaier
TECHNISCHE GEGEVENS
Model 9047/9047S 9057/9057S 9049/9049S 9059/9059S
9047F/9047SF 9057F/9057SF 9049F/9049SF 9059F/9059SF
Diameter slijpschijf ................................................ 180 mm 180 mm 230 mm 230 mm
Asschroefdraad ..................................................... M14 M14 M14 M14
Toerental onbelast/min. (min
–1
) ............................ 8 500 8 500 6 600 6 600
Totale lengte ......................................................... 470 mm 470 mm 470 mm 470 mm
Netto gewicht ........................................................ 4,8 kg 5,1 kg 4,8 kg 5,1 kg
•
In verband met ononderbroken research en ontwik-
keling behouden wij ons het recht voor bo-
venstaande technische gegevens te wijzigen zon-
der voorafgaande kennisgeving.
•
Opmerking: De technische gegevens kunnen van
land tot land verschillen.
Stroomvoorziening
De machine mag alleen worden aangesloten op een
stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de
naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. De machine is dubbel-geı¨soleerd vol-
gens de Europese standaard en kan derhalve ook op
een niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Voor de modellen 9047, 9049, 9057 en 9059, open-
bare laagspanningsverdeelsystemen van tussen
220 V en 250 V
Schakelbedieningen van elektrische toestellen ver-
oorzaken spanningsschommelingen. De bediening
van dit gereedschap onder ongunstige lichtnetom-
standigheden kan een nadelige invloed hebben op de
bediening van andere apparatuur. Het kan worden
aangenomen dat er geen negatieve effecten zullen
zijn wanneer de netimpedantie gelijk is aan of minder
is dan 0,22 (voor 9047 en 9049)/0,24 (voor 9057 en
9059) Ohm.
Het stopcontact dat voor dit gereedschap wordt
gebruikt, moet beveiligd zijn door een zekering of een
stroomonderbreker met trage afschakelkarakteristie-
ken.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
HET GEREEDSCHAP
1. Draag tijdens het gebruik van het gereedschap
altijd een veiligheidsbril en oorbeschermers.
2. Schakel het gereedschap uit en haal zijn net-
snoer uit het stopcontact alvorens enig werk
aan het gereedschap uit te voeren.
3. Houd de beschermkappen op hun plaats.
4. Gebruik uitsluitend schijven van de juiste
grootte en met een maximaal bedrijfstoerental
dat minstens even hoog is als het hoogste ‘‘No
Load Speed’’ (toerental onbelast) dat op de
naamplaat van het gereedschap is opgegeven.
Wanneer u schijven met een verzonken asgat
gebruikt, gebruik dan uitsluitend schijven die
met glasvezel zijn versterkt.
5. Controleer de schijf vóór elk gebruik zorgvul-
dig op scheuren, barsten of beschadiging.
Vervang een gescheurd, gebarsten of bescha-
digd schijf onmiddellijk.
6. Volg de instructies van de fabrikant voor het
juist monteren en gebruiken van de schijven
zorgvuldig op. Behandel de schijven voorzich-
tig en berg deze met zorg op.
7. Gebruik geen afzonderlijke verloopmoffen of
adapters om schuurschijven met een groot
asgat aan dit gereedschap aan te passen.
8. Gebruik uitsluitend flenzen die voor dit
gereedschap zijn bestemd.
9. Pas op dat u de as, de flens (vooral het
montagevlak) of de klembout niet beschadigt.
Beschadiging van deze onderdelen kan leiden
tot schijfbreuk.
10. Voor gereedschap waarop schijven met een
geschroefd asgat dienen gemonteerd te
worden, moet u ervoor zorgen dat de
schroefdraad in de schijf lang genoeg zodat
de as helemaal erin gaat.
11. Laat het gereedschap tenminste 30 seconden
lang met het maximale onbelaste toerental
draaien op een veilige plaats alvorens het op
een werkstuk te gebruiken. Stop het gereed-
schap onmiddellijk als er sprake is van trilling
of beving die het gevolg kunnen zijn van
onjuiste installatie of een slecht uitgebalan-
ceerde schijf. Controleer het gereedschap om
de oorzaak van het probleem te bepalen.
12. Zorg ervoor dat het werkstuk goed onder-
steund is.
13. Houd het gereedschap stevig vast.
14. Houd uw handen uit de buurt van draaiende
onderdelen.
9047(Nl) (’100. 12. 26)
15