Operation Manual

18
NL
4.3 LUIDSPREKERAANSLUITINGEN
In de standaard bedrijfsmodus (dat betekent telkens een luidspreker aan elk afzonderlijk versterkerkanaal)
bedraagt de kleinste afsluitweerstand 2 ohm per kanaal.
In brugmodus (telkens twee versterkeruitgangen samen geschakeld) wordt de kleinste afsluitweerstand
verdubbeld tot op 4 ohm.
In Tri-modus mag de impedantie niet minder bedragen dan 2 ohm per kanaal.
Sluit de luidspreker minklemmen nooit aan op het chassis van het voertuig.
Verbind de +12 V voedingsspanning nooit met een luidsprekeruitgang. Hierdoor wordt de
versterkeruitgangstrap verwoest.
Indien de versterker met lagere afsluitwaarden of zoals boven beschreven fout wordt bedreven,
kann hierdoor de versterker zelf en de luidspreker worden beschadigd. In dit geval vervalt de
garantie.
5. BEDIENINGSELEMENTEN
5.1 INSTELLING VAN DE INGANGSGEVOELIGHEID
De ingangsgevoeligheid kan aan elke autoradio of cassettedeck worden aangepast. Draai de volumeregelaar
van uw radio op gemiddeld volume en stel dan de ingangsniveauregelaar (5) dusdanig in, dat er een gemiddelde
geluidssterkte hoorbaar is. Bij deze instelling zijn over het algemeen voldoende capaciteitsreserves bij een
optimale ruisspanningsafstand gegarandeerd.
ATTENTIE: harde testsignalen slechts kortstondig weergeven om schade van de luidspreker te vermijden.
5.2 LAAGDOORLAATFILTER MET REGELBARE KANTELFREQUENTIE
Als de versterker als subwooferversterker wordt gebruikt, zet de schakelaar (2) dan op „LPF“. Stel met de
regelaar (3) de gewenste kantelfrequentie in. Met deze instelling kan de filter worden aangepast aan de
betreffende laagweergever. De hoge flanksteilheid van de filter zorgt voor een exacte daling van gemiddelde
en hoge frequentiebereiken.
5.3 HOOGDOORLAATFILTER MET REGELBARE KANTELFREQUENTIE
Als de versterker wordt gebruikt als versterker voor satellietluidsprekers (midden-/hogetonenluidsprekers) zet
de regelaar (2) dan op „HPF“. Stel met regelaar (4) de gewenste kantelfrequentie in. Op die wijze worden alleen
frequenties boven de ingestelde kantelfrequentie versterkt. Hierdoor kan vervorming door te grote
membraanslag bij lage frequenties en kleine satellietluidsprekers effectief wordt gereduceerd zonder dat dit
een negatieve invloed heeft op het lagetoonniveau.
5.4 BAS-BOOST
Met behulp van de bas-boost-functie wordt een opduw of correctie van de onderste basfrequenties bereikt. De
sterkte van de hoogophaling kan met de regelaar (1) traploos ingesteld worden.
5.5 UITGANGEN VOOR HET AANSLUITEN VAN EXTRA VERSTERKERS
De uitgangsbussen die herkenbaar zijn aan het woord “OUTPUT”, maken het mogelijk zonder aparte T-stekers
extra versterkers aan te sluiten.