Operation Manual

8
Hoofdstuk 2. De basishandelingen leren
Werken met de netvoedingsadapter en de batterij
- - - - - - - - - - - - - -
Batterijstatus controleren
U kunt het resterende percentage batterijvermogen controleren door het
batterijpictogram te bekijken in het systeemvak.
Batterij opladen
Als u merkt dat de batterij bijna leeg is, dient u de batterij op te laden of te
vervangen door een volledig opgeladen exemplaar.
U moet de batterij in de volgende situaties opladen:
• Wanneer u een nieuwe batterij hebt aangeschaft
• Als het lampje voor de batterijstatus begint te knipperen
• Als de batterij lange tijd niet is gebruikt
Batterij verwijderen
Verwijder de batterij uit de computer als u hem gedurende een langere
periode niet zult gebruiken of als u uw computer naar Lenovo moet opsturen
voor onderhoud enz. Zorg dat de computer uitgeschakeld is voordat u de
batterij verwijdert.
Opmerking: Omdat elke computergebruiker andere gewoontes en behoeften heeft, is het
moeilijk te voorspellen hoe lang u met een batterijlading kunt werken. Dat
wordt bepaald door twee factoren:
De hoeveelheid energie in de batterij op het moment dat u begint te
werken.
De manier waarop u de computer gebruikt: bijvoorbeeld hoe vaak u de
harde schijf raadpleegt en hoe helder het beeldscherm is ingesteld.
Opmerking:
Het verdient aanbeveling de batterij in de computer te plaatsen als u hem gebruikt. Zo
voorkomt u dat kleine deeltjes in de computer terecht komen.
Om de levensduur van de batterij te verlengen, begint de computer de batterij niet
onmiddellijk op te laden als ze iets minder dan volledig opgeladen is.
Laad de batterij op bij een temperatuur tussen 10 °C en 30 °C (50 °F en 86 °F).
Het is niet nodig de batterij volledig te laden en op te gebruiken.