Operation Manual

Nederlands
|
99
Oplossen van problemen
Vele problemen worden slechts veroorzaakt
door een verkeerde bediening of verkeerde
verbindingen. Controleer voordat u uw handelaar
raadpleegt eerst de volgende lijst voor een
mogelijke oplossing van uw probleem.
Algemeen
? Spanning wordt niet ingeschakeld.
De zekering is doorgebrand.
Nadat u de kabels op kortsluiting heeft
gecontroleerd moet u de zekering door een
van hetzelfde type vervangen.
? Er is een geluidsbron waarnaar u niet kunt
overschakelen.
Er zit geen drager in het toestel.
Plaats de geluidsdrager waarnaar u wilt
luisteren. Wanneer er in dit toestel geen
geluidsdrager is geplaatst, kunt u niet
overschakelen naar elke geluidsbron.
De diskwisselaar is niet aangesloten.
Sluit de diskwisselaar aan. Wanneer de
diskwisselaar niet op de ingangsaansluiting
is aangesloten, kunt u niet naar een externe
disk-speler overschakelen.
? Het geheugen wordt gewist wanneer het contact
wordt uitgeschakeld.
De contact- en accukabels zijn niet juist
aangesloten.
Sluit de kabels juist aan zoals beschreven in
<Verbinden van kabels met aansluitingen>.
? De telefoondempingsfunctie werkt niet.
De telefoondempingskabel is niet juist
aangesloten.
Sluit de kabels juist aan zoals beschreven in
<Verbinden van kabels met aansluitingen>.
? De telefoondempingsfunctie wordt geactiveerd
hoewel de telefoondempingskabel niet is
aangesloten.
De telefoondempingskabel raakt een metalen deel
van de auto.
Zorg dat de telefoondempingskabel geen
contact maakt met een metalen deel.
? Zelfs als de toonversterking wordt
ingeschakeld, kunnen schelle tonen niet worden
gecompenseerd.
De tuner is als geluidsbron geselecteerd.
Schelle tonen kunnen niet worden
gecompenseerd wanneer de tuner als
geluidsbron wordt gebruikt.
? Geen geluidsweergave of zeer laag volume.
De fader- of balansinstellingen zijn helemaal naar
één kant ingesteld.
Zet de instellingen voor fader en balans in de
middelste stand.
De in- en uitgangskabels of bedradingsbundel
is/zijn niet juist aangesloten.
Sluit de in- en uitgangskabels en/of
bedradingsbundel juist aan. Zie <Verbinden
van kabels met aansluitingen>.
De waarden van de volumeafwijking zijn laag.
Zet het volume hoger, zoals beschreven in
<Audio-instelling> (blz. 77).
? Slechte geluidskwaliteit of vervormd geluid.
Een luidsprekerkabel wordt mogelijk afgekneld
door een schroef in de auto.
Controleer de bedrading van de luidsprekers.
De luidsprekers zijn niet juist aangesloten.
Sluit de luidsprekerkabels juist aan zodat
iedere uitgangsaansluiting met een andere
luidspreker is verbonden.
? De pieptoon van de aanraaksensor wordt niet
weergegeven.
De voor-uitgangaansluiting wordt gebruikt.
De pieptoon van de aanraaksensor kan niet
via de voor-uitgangsaansluiting worden
weergegeven.
? De klok kan niet worden ingesteld hoewel de
kloksynchronisatie is ingeschakeld.
De RDS-zender waarop is afgestemd, verzendt
geen tijdsignaal.
Stem af op een andere RDS-zender.
Tuner als geluidsbron
? Ontvangst van radio-uitzendingen is slecht.
De auto-antenne is niet uitgetrokken.
Trek de antenne volledig uit.
De antennekabel is niet aangesloten.
Sluit de kabels juist aan zoals beschreven in
<Verbinden van kabels met aansluitingen>.
B64-3295-00_Dutch r4.indd 99B64-3295-00_Dutch r4.indd 99 05.10.5 7:42:22 PM05.10.5 7:42:22 PM