User Manual

Nederlands
|
43
Vele problemen worden slechts veroorzaakt
door een verkeerde bediening of verkeerde
verbindingen. Kontroleer voordat u uw handelaar
raadpleegt eerst de volgende lijst voor een
mogelijke oplossing van uw probleem.
Algemeen
? Spanning wordt niet ingeschakeld.
De zekering is doorgebrand.
Nadat u de kabels op kortsluiting heeft
gekontroleerd moet u de zekering door een
van hetzelfde type vervangen.
Luidsprekerkabel raakt chassis, enz.
De luidsprekerkabel goed aansluiten of
isoleren en op de resettoets drukken.
De demonstratiemodus is geselecteerd.
Houd toets [5] ingedrukt en druk op de
resettoets om de demonstratiemodus uit te
schakelen.
? Er is een geluidsbron waarnaar u niet kunt
overschakelen.
Er zit geen drager in het toestel.
Plaats de geluidsdrager waarnaar u wilt
luisteren. Wanneer er in dit toestel geen
geluidsdrager is geplaatst, kunt u niet
overschakelen naar elke geluidsbron.
De diskwisselaar is niet aangesloten.
Sluit de diskwisselaar aan. Wanneer de
diskwisselaar niet op de ingangsaansluitingen
is aangesloten, kunt u niet naar een externe
disk-speler overschakelen.
? Het geheugen wordt gewist wanneer het kontakt
wordt uitgeschakeld.
De kabel van het kontakt en de accu zijn niet juist
verbonden.
Sluit de kabels juist aan de hand van
het gedeelte 'Verbinden van kabels met
aansluitingen' aan.
? Er is geen loudness-effect.
U gebruikt de subwoofer pre-out.
Loudness heeft geen effect in de subwoofer
pre-out.
? De telefoondempingfunctie werkt niet.
De telefoondempingkabel is niet juist verbonden.
Sluit de kabels juist aan de hand van
het gedeelte 'Verbinden van kabels met
aansluitingen' aan.
? De telefoondempingfunctie wordt geaktiveerd
maar de telefoondempingkabel is niet
aangesloten.
De telefoondempingkabel raakt een metalen deel
van de auto.
Zorg dat de telefoondempingkabel geen
kontakt met een metalen deel maakt.
? Zelfs als Toonversterking ingeschakeld is,
kunnen schelle tonen niet gecompenseerd
worden.
De Tuner is als geluidsbron geselecteerd.
Schelle tonen kunnen niet gecompenseerd
worden in de functie met Tuner als
geluidsbron.
? Geen geluidsweergave of zeer laag volume.
De instellingen van de Fader of Balans zijn altijd
naar één kant ingesteld.
Centreer de instellingen van de Fader en de
Balans.
De in- en uitgangskabels of bedradingsbundel
is/zijn niet juist verbonden.
Sluit de in- en uitgangskabels en/of
bedradingsbundel opnieuw juist aan. Zie
het gedeelte 'Verbinden van kabels met
aansluitingen'.
De waarden van de volumeafwijking zijn laag.
Zet het volume hoger, zoals beschreven in de
sectie over 'Klankkleurregeling' (blz. 12).
De 'Instellen van de ingebouwde
versterkerdemping' (blz. 35) is ingeschakeld.
Schakel deze uit.
? Slechte geluidskwaliteit of vervormd geluid.
Een luidsprekerkabel wordt mogelijk afgekneld
door een schroef in de auto.
Kontroleer de bedrading van de luidsprekers.
De luidsprekers zijn niet juist aangesloten.
Sluit de luidsprekerkabels opnieuw juist aan
zodat iedere uitgangsaansluiting met een
andere luidspreker is verbonden.
? De pieptoon van de aanraaksensor wordt niet
weergegeven.
De voor-uitgangaansluiting wordt gebruikt.
De pieptoon van de aanraaksensor kan niet
via de voorversterker-uitgang gaansluiting
worden weergegeven.
? De klok kan niet worden ingesteld hoewel de
kloksynchronisatie is ingeschakeld.
De RDS-zender waarop is afgestemd, verzendt
geen tijdsignaal.
Stem af op een andere RDS-zender.
? De dimmerfunctie functioneert niet.
De dimmerkabel is niet goed aangesloten.
Controleer de aansluiting van de dimmerkabel.
? Het paneel wordt niet verborgen wanneer de
spanning wordt uitgeschakeld.
Het paneel wordt niet verborgen wanneer de
spanning wordt uitgeschakeld.
Schakel de spanning opnieuw uit.
Oplossen van problemen
B64-2752-00Dutchr3.Indd43 03.11.27,3:52:40PM