Operation Manual

23
GEAVANCEERDE FUNCTIES
Night-Scope (nachtzicht; alleen voor de
GR-SXM58/SXM48/SX24)
Deze functie zorgt ervoor dat donkere
onderwerpen of beeldpartijen lichter worden
weergegeven dan bij de natuurlijke verlichting.
1) Zet de Spanningsschakelaar
@ op of .
2) Druk net zo vaak op NIGHT-SCOPE
e tot de
gewenste instelling verschijnt.
A NIGHT AUTO: De sluitertijd wordt
automatisch ingesteld (maximaal 3/5 seconde).
1 NIGHT 20X alleen wanneer de
Spanningsschakelaar
@ op staat):
De sluitertijd wordt ingesteld op 2/5 seconde
hetgeen de gevoeligheid 20X verhoogd.
2 NIGHT 50X (alleen wanneer de
Spanningsschakelaar
@ op staat):
De sluitertijd wordt ingesteld op 1 seconde hetgeen
de gevoeligheid 50X verhoogd.
Druk net zo vaak op NIGHT-SCOPE
e tot OFF
verschijnt om deze functie weer uit te schakelen.
In de nachtzichtfunctie kunt u de volgende
mogelijkheden niet gebruiken: de
beeldstabilisator, de programmabelichting met
speciale effecten, de digitale effecten en de
mogelijkheid op te nemen bij superlage
lichtwaarde, in te stellen via het CAMERA MENU
(
blz. 19).
De nachtzichtfunctie werkt niet wanneer de
schakelaar voor de videolamp LIGHT OFF/AUTO/
ON
# op AUTO of ON staat ( blz. 13,
Videolamp).
In de nachtzichtfunctie kan het moeilijk zijn om de
camcorder goed scherp te stellen. Om problemen
te voorkomen bevelen wij u aan een statief te
gebruiken.
Fade/Wipe effecten
Een Fade-in of Wipe-in vindt plaats aan het begin
van een opname, een Fade-out of Wipe-out aan
het eind.
1) Zet de Spanningsschakelaar
@ op .
2) Druk net zo vaak op FADE/WIPE
) tot de
gewenste functie verschijnt.
3) Druk op de Opname Start-/Stoptoets
! om de
Fade-in/-out of Wipe-in/-out in werking te stellen.
Door de Opname Start-/Stoptoets
! ingedrukt te
houden kunt u de lengte van de Fade-in/-out of
Wipe-in/-out bepalen.
Om de Fade-in/-out of Wipe-in/-out weer te
annuleren, dient u net zo vaak op FADE/WIPE
)
te drukken tot OFF (uit) verschijnt.
FADER (Zwarte fade): Fade-in/-out van of
naar een zwart scherm.
MOSAIC (Mozaïek fade): Het beeld komt op
uit of lost op in een mozaïekpatroon.
SHUTTER (Sluiter wipe): Zwarte balken
komen van boven en onder het beeld afdekken als
een camerasluiter, of het nieuwe beeld duwt de
balken verticaal vanuit het midden open.
SLIDE (Schuif wipe): Een zwart scherm komt
op vanaf links om geleidelijk het hele beeld af te
dekken, of het nieuwe beeld komt geleidelijk op
vanaf de rechterkant over het zwarte scherm.
DOOR (Deur wipe): Wipe-in waarbij de twee
zwarte schermhelften naar links en rechts openen
als een deur op het nieuwe beeld, of een wipe-out
waarbij het beeld geleidelijk door de zwarte linker-
en rechterkant als een zich sluitende deur wordt
afgedekt.
CORNER (Hoek wipe): Een wipe-in op een
zwart scherm vanaf de rechterbovenhoek naar de
linkeronderhoek, om het beeld te laten zien, of een
wipe-out vanaf de linkeronderhoek naar de
rechterbovenhoek tot een zwart scherm.
WINDOW (Venster wipe): Wipe-in vanuit het
midden van een zwart scherm naar de hoeken om
het beeld te tonen, of een wipe-out van de hoeken
naar het midden naar een volledig zwart scherm.