Operation Manual
NE
20
VOOR OPNAME
Diafragmavergrendeling
Gebruik deze functie in de volgende situaties:
• Wanneer u een bewegend onderwerp opneemt.
• Wanneer de afstand tot het onderwerp verandert
(zodat de grootte van het onderwerp in de zoeker of
op de LCD-monitor verandert), bijvoorbeeld wanneer
het onderwerp zich van u vandaan beweegt.
• Wanneer u een onderwerp bij een reflecterende
achtergrond opneemt, bijvoorbeeld bij opnamen op
het strand of in de sneeuw.
• Wanneer u onderwerpen opneemt die door een spot
worden belicht.
• Bij het zoomen.
Vergrendel het diafragma wanneer het onderwerp zeer
dichtbij is. Het beeld zal niet donkerder worden
wanneer het onderwerp verder van de lens verplaatst.
Voer de stappe 1 t/m 4 van “Belichtingsregeling”
uit voor u aan de volgende stappen begint
(墌 blz. 19).
5 Stel de zoom in zodat het beeld de gehele LCD-
monitor of zoeker vult. Houd SELECT/SET 1 langer
dan 2 seconden ingedrukt. De belichtingsindicator 4
en “ ” 6 zullen verschijnen. Druk op SELECT/SET
1. De aanduiding “ ” 6 zal veranderen in “ ” en
het diafragma zal worden geblokkeerd.
Weer instellen van het automatische diafragma . . .
..... Druk in stap 4 op + of – 3 zodat “AUTO” wordt
getoond en druk op SELECT/SET 1. De
belichtingsindicator 4 en “ ” 6 doven. U kunt
ook de Spanningsschakelaar 8 naar “ ” drukken
om weer de volautomatische functie te activeren.
Vergrendelen van de belichting en het diafragma . . .
..... Stel na stap 4 van “Belichtingsregeling” (墌 blz. 19)
de belichting in door + of – 3 te drukken.
Vergrendel vervolgens het diafragma in stap 5 van
“Diafragmavergrendeling”. Voor een automatische
vergrendeling moet u op + of – 3 drukken zodat
“AUTO” wordt gekozen en vervolgens in stap 4 op
SELECT/SET 1 drukken. Het diafragma wordt na
ongeveer 2 seconden automatisch ingesteld.
Diafragma
Net als de pupillen van uw ogen, zal de diafragma-
opening kleiner worden als er veel licht is, zodat er niet
teveel licht binnen kan vallen, en zal de diafragma-
opening groter worden als het donkerder is om meer
licht binnen te laten.
Instellen van de witbalans
Een juiste witbalans zorgt voor een juiste reproductie
van de kleuren onder verschillende
lichtomstandigheden. Een juiste witbalans maakt een
correctie zodat alle kleuren natuurgetrouw worden
getoond.
De witbalans wordt normaliter automatisch ingesteld.
Meer ervaren camcordergebruikers willen de witbalans
echter mogelijk handmatig instellen voor
professionelere kleuren en tinten.
1 Vervolgens de Spanningsschakelaar 8 op “ ”
terwijl u de vergrendeltoets 0 ingedrukt houdt. Trek de
zoeker helemaal uit of klap de LCD monitor helemaal
open.
2 Druk op MENU 2. Het Menuscherm verschijnt.
3 Druk op + of – 3 om “ (W.BALANCE)” te
selecteren, en druk op SELECT/SET 1.
4 Druk op + of – 3 om de gewenste functie te
selecteren.
“AUTO”: De witbalans wordt automatisch ingesteld
(fabrieksinstelling).
“ MWB”: Voor het opnemen van een onderwerp
waarvoor de witbalans reeds is ingesteld.
“ FINE”: Buitenshuis op een zonnige dag.
“ CLOUD”: Buitenshuis op een bewolkte dag.
“ HALOGEN”: Bij gebruik van een videolamp of een
dergelijke verlichting.
5 Druk op SELECT/SET 1. Hiermee is de instelling
afgesloten. Druk op SELECT/SET 1 nog eens. Het
Menuscherm sluit zich en de geselecteerde functie-
indicator, behalve “AUTO”, zal verschijnen.
Weer instellen van de automatische witbalans . . .
..... Kies in stap 4 “AUTO”. U kunt ook de
Spanningsschakelaar 8 naar “ ” drukken.
OPMERKING:
De witbalans kan niet worden ingesteld bij gebruik van het
sepia of zwart/wit effect (
墌 blz. 16).
Gebruik van de handmatige witbalans
Stel de witbalans handmatig in bij opnamen onder
verschillende lichtbronnen.
1 Voer stappen 1 t/m 4 van het instellen van de
witbalans uit, en kies “ MWB”.
2 Houd een vel wit papier voor het onderwerp. Zoom
of verplaats zodat het witte papier het scherm geheel
vult.
3 Druk op SELECT/SET 1 totdat begint te
knipperen.
Wanneer de instelling is gemaakt, zal weer
normaal gaan knipperen.
4 Druk twee keer op SELECT/SET 1. Het
Menuscherm sluit zich en de indicator voor de
handmatige witbalans 3 zal verschijnen.
OPMERKINGEN:
● In stap 2 is het scherpstellen op een stuk wit papier
mogelijk moeilijk. U moet in dat geval handmatig
scherpstellen (墌 blz. 19).
● Een onderwerp kan onder diverse lichtomstandigheden
binnen worden opgenomen (natuurlijk licht, neonlampen,
kaarslicht, enz.). Daar de kleurtemperatuur verschillend is
afhankelijk van de lichtbron, zal de tint verschillen
afhankelijk van de witbalansinstelling. Gebruik deze
functie voor een natuurgetrouw resultaat.
● De instelling voor de handmatige witbalans blijft in het
geheugen bewaard wanneer u de spanning uitschakelt of
de accu ontkoppelt.
04 DX55/45/35/25EG_DU 16-23 03.1.23, 1:54 PM20