User manual
61
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant
met toebehoren geregeld gereinigd te worden.
1
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-
teitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het
schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stop-
contact of schakel c.q. draai de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonma-
ken. Er kan vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar
voor schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen bescha-
digen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik
genomen wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunst-
stof onderdelen aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
– boterzuur;
– Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaat-
onderdelen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
0
Koelartikelen er uit halen. Alles afgedekt op een koele plaats
leggen.
0
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering uitschakelen c.q. er uitdraaien.
0
Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoon-
maken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
0
Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
0
Het dooiwater-afvoergat aan de achterwand van de koelruimte
controleren. Een verstopt dooiwater–afvoergat met behulp van
een draad schoonmaken. Hiertoe het kunststoffen neerzet-
plankje aan de onderkant van de achterwand van de koelruimte
er uit nemen en er na het schoonmaken weer inzetten.
0
Als alles droog is, de levensmiddelen er weer in doen en het
apparaat weer in bedrijf nemen.