Instruction for Use

71
NL
Het kan gebeuren dat de machine niet werkt. Voordat u de installateur opbelt (zie blz. 72), controleert u of het
een storing betreft die gemakkelijk te verhelpen is met behulp van de volgende lijst.
Storingen en oplossingen
Storingen:
De wasmachine
gaat niet aan.
Het wasprogramma
start niet.
De wasmachine neemt geen
water.
De wasmachine blijft water
aan- en afvoeren.
De wasmachine pompt het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centirfugeren.
De wasmachine lekt.
Blijft de programmeerknop
doordraaien?
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken
om contact te maken.
Er is geen stroom.
De deur is niet goed dicht.
De knop
is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De watertoevoerslang is niet aangesloten aan de kraan.
De slang ligt gekneld.
De kraan is niet open.
In huis mankeert het water.
Er is geen voldoende druk.
De afvoerslang is niet geinstalleerd op 65 tot 100 cm afstand van de
grond (zie blz. 63).
Het uiteinde van de afvoerslang ligt onder water (zie blz. 63).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controle het probleem niet is opgelost, doet u de water-
kraan dicht, de machine uit en belt u de installateur. Als u op een van
de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
probleem met het hevelen voordoen, waarbij de machine voortdurend
water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen bestaan er
speciale in de handel verkrijgbare ventielen.
Het programma voorziet niet in afvoer: bij enkele programma's moet
dit met de hand worden gestart (zie blz. 66).
De kreukvrij functie is actief (waar voorzien): bij deze functie moet
het afpompen met de hand in werking worden gesteld.
De afvoerslang ligt gekneld (zie blz. 63).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze ontgrendeld (zie blz. 62).
De wasmachine staat niet recht (zie blz. 62).
De wasmachine staat te nauw tussen meubel en muur (zie blz. 62).
De slang van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie blz. 62).
Het wasmiddellaatje is verstopt (voor schoonmaken zie blz. 70).
De afvoerslang is niet goed bevestigd (zie blz. 63).
Wacht enkele minuten tot de afvoerpomp de machine heeft geleegd,
schakel de wasmachine uit, kies een van de stop/reset symbolen
en schakel hem weer in. Als de knop blijft draaien, roep er dan de
technische dienst bij want dit signaleert een storing.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasmachines (er moet "voor
wasmachine", "handwas en wasmachine", of dergelijke op staan).
De dosering is te veel.
ServiceStoringenOnderhoudProgramma's WasmiddelInstallatie Beschrijving
Voorzorgs-
maatregelen