Operation Manual

26
2
De machinebedienen
Knoopsgatsensor
Naaimodus
'HQDDLPRGXVLVGHHHUVWHZHHUJDYHRSKHWJUDÀVFKGLVSOD\QDGDW
u de machine aanzet. Hier vindt u alle basisinformatie die u nodig
hebt om te beginnen met naaien. Dit is ook het menu waarin u
GHLQVWHOOLQJHQYDQXZVWHHNDDQSDVW6WDQGDDUGLVGHUHFKWHVWHHN
geselecteerd.
1. Aanbevolen naald voor de geselecteerde stof.
2. Aanbevolen naaivoet voor de geselecteerde steek.
3. De naaisnelheid wordt in vijf niveaus aangegeven op het
JUDÀVFKHGLVSOD\9HUODDJRI YHUKRRJGHVQHOKHLGPHWGHWRHWVHQ
63(('RI 63(('
4. 6WHHNEUHHGWH9HUNOHLQRI YHUJURRWGHVWHHNEUHHGWHGRRURSGH
WRHWVHQHQHURQGHUWHGUXNNHQ
Let op: Wanneer de toets Weergave afwisselen wordt ingedrukt, wordt de
naaldpositie weergegeven in plaats van de steekbreedte. Verander de naaldpositie
met de toetsen - en + voor de steekbreedte.
 6WHHNOHQJWH9HUNOHLQRI YHUJURRWGHVWHHNOHQJWHGRRURSGH
WRHWVHQHQHURQGHUWHGUXNNHQ
 'HJHVHOHFWHHUGHVWHHN]RZHODIJHEHHOGDOVZHHUJHJHYHQPHWKHW
nummer.
 'HVWRI HQQDDLWHFKQLHNGLHRSGH([FOXVLYH6(:,1*
$'9,625
®
functie zijn geselecteerd.
 *HHIWDDQGDWWDSHULQJDDQKHWEHJLQLVJHDFWLYHHUGHQJHHIWKHW
type hoek aan.
 *HHIWDDQGDWGHIXQFWLH9HUWLFDDOVSLHJHOHQLVLQJHVFKDNHOG
*HHIWDDQGDWGHVWHHNJHWDSHUHGNDQZRUGHQZDQQHHUHHQ
Decoratieve taperingsteek is geselecteerd. Druk op de CLR-toets
om een weergave met taperinginstellingen te openen.
*HHIWDDQGDWGHIXQFWLH+RUL]RQWDDOVSLHJHOHQLVLQJHVFKDNHOG
*HHIWDDQGDWWDSHULQJDDQKHWHLQGHLVJHDFWLYHHUGHQJHHIWKHW
type hoek aan.
13. De steekdichtheid wordt weergegeven in plaats van de
VWHHNOHQJWHZDQQHHUHUHHQNQRRSVJDWWUHQVRI VWRSVWHHNLV
geselecteerd of wanneer er een cordonsteek is geselecteerd en de
WRHWV:HHUJDYHDIZLVVHOHQZRUGWLQJHGUXNW9HUNOHLQRI YHUJURRW
GHVWHHNGLFKWKHLGGRRURSGHWRHWVHQHQHURQGHUWHGUXNNHQ
%LMKHWQDDLHQYDQHHQKDQGPDWLJNQRRSVJDWELMKHW
stopprogramma of bij taperingsteken is het pictogram
voor achteruitnaaien te zien om aan te geven dat u op de
achteruitnaaitoets moet drukken wanneer de kolommen van het
NQRRSVJDWGHVWRSVWHHNRI GHWDSHULQJVWHHNGHJHZHQVWHOHQJWH
hebben.
15. Indicatie van de grootte van het knoopsgat bij gebruik van de
NQRRSVJDWVHQVRUYRHW6WHOGHJURRWWHYDQGHNQRRSLQPHWGH
pijlen omhoog en omlaag.
16. Het pictogram voor het omlaag brengen van de tanden van
GHWUDQVSRUWHXUZRUGWZHHUJHJHYHQZDQQHHU)UHH0RWLRQLV
ingeschakeld of knopen aannaaien is geselecteerd.
17. Aanbeveling om het multifunctionele gereedschap/knopenhulpstuk
te gebruiken bij het aanzetten van een knoop. Leg het dunne einde
van het multifunctionele gereedschap/knopenhulpstuk onder de
NQRRSELMKHWQDDLHQRSGXQQHVWRIIHQ*HEUXLNKHWGLNNHXLWHLQGH
voor zwaardere stoffen.
6WHOKHWDDQWDOVWHNHQGDWRSGHNQRRSPRHWZRUGHQJHQDDLGLQ
met de pijltoetsen omhoog en omlaag.
19. Aanbeveling om versteviging te gebruiken onder uw stof.
Normale naaimodus
Handmatig knoopsgat
Knoop aannaaien
Normale naaimodus, Decoratieve steek
1
2
3
5
6
7
4
8
9
12
10
11
13
14
15
16
17
18
19