Operation Manual

23
2
9
8
6
5
7
4
1
2
3
De machinebedienen
5. Fix
0HWGHWRHWV),;NXQWXGHVWHHNDDQKHWEHJLQHQRI DDQKHW
eind vastzetten. Het lampje naast de toets brandt wanneer FIX is
ingeschakeld. Druk op de FIX-toets om de functie uit te schakelen.
De FIX-functie wordt automatisch ingeschakeld wanneer er een
VWHHNZRUGWJHVHOHFWHHUGRI ZDQQHHU6723GHGUDDGDIVQLMGHU
RI 6WHHNRSQLHXZEHJLQQHQLVJHEUXLNW8NXQWGHDXWRPDWLVFKH
),;IXQFWLHXLWVFKDNHOHQLQKHWPHQX6(7]LHSDJLQD
6. Sensorvoet omhoog/extra hoog
0HWGH]HWRHWVZRUGWGHQDDLYRHWRPKRRJJHEUDFKW'UXN
nogmaals op de toets om de naaivoet naar een extra hoge stand
te brengen zodat u makkelijk zware of pluizige stoffen en
tussenlagen onder de naaivoet kunt plaatsen en verwijderen.
7. Start/stop
Druk op deze toets om de machine zonder het voetpedaal te
starten en te stoppen. Druk eenmaal op de toets om te beginnen
met naaien en druk er opnieuw op om te stoppen met naaien.
8. Sensorvoet omlaag/draaistand
'UXNRS6HQVRUYRHWRPODDJHQGUDDLHQGHQDDLYRHWZRUGW
helemaal omlaag gebracht en de machine houdt de stof stevig
YDVW'UXNQRJPDDOVRS6HQVRUYRHWRPODDJRPGHQDDLYRHW
omhoog te brengen tot de draaistand of tot een stand waarbij
GHQDDLYRHWYODNERYHQGHVWRI ´]ZHHIWµRPEHWHUWHNXQQHQ
plaatsen.
De naaivoet wordt automatisch omlaag gebracht wanneer u
met naaien begint. U kunt ook op het voetpedaal tikken om de
naaivoet omlaag te brengen.
:DQQHHUXVWRSWPHWGHQDDOGLQGHODJHVWDQGZRUGWGHQDDLYRHW
automatisch omhoog gebracht in de draaistand. Deze functie kan
ZRUGHQXLWJHVFKDNHOGLQKHWPHQX6(7]LHSDJLQD
9. Achteruit
$OVXRSGHWRHWVGUXNWWLMGHQVKHWQDDLHQQDDLWGHPDFKLQH
achteruit totdat u de toets weer loslaat. Daarna naait uw
naaimachine vooruit. De LED naast de toets brandt wanneer
´DFKWHUXLWµLVLQJHVFKDNHOG
Druk eenmaal op de toets voordat u begint te naaien als u
permanent achteruit wilt naaien. Uw naaimachine naait achteruit
totdat u opnieuw op de toets drukt.
Achteruitnaaien wordt ook gebruikt bij het naaien van
NQRRSVJDWHQWUHQ]HQVWRSVWHNHQHQRPWDSHULQJVWHNHQWH
beginnen en te eindigen om tussen delen van de steken heen en
weer te gaan.