Operation Manual

18– Nederlands
STOP START
6007-007
RIJDEN
8011-642
WAARSCHUWING!
Laat de motor nooit binnenshuis
lopen, in een gesloten of slecht
geventileerde ruimte. De
uitlaatgassen van de motor
bevatten giftig koolmonoxyde.
7. Als de motor is gestart, de contactsleutel terug
laten gaan naar de neutrale stand.
Schuif de gasbediening naar het gewenste
motortoerental. Bij maaien kunt u 3/4 tot vol gas
geven.
Aansluiting startkabels
WAARSCHUWING!
Lood-zuur accu’s genereren
explosieve gassen. Hou vonken,
vlammen en rokend materiaal uit
de buurt van accu’s. Draag altijd
oogbescherming wanneer u met
accu’s werkt.
Een motor met een zwakke accu starten
Wanneer de accu te zwak is om de motor te
starten, moet hij opgeladen worden.
Wanneer startkabels worden gebruikt voor een
noodstart, volg dan deze procedure:
BELANGRIJKE INFORMATIE
Uw maaier is uitgerust met een 12-volt
negatief geaard systeem. Het andere
voertuig moet ook een 12-volt negatief
geaard systeem zijn. Gebruik de accu
van de maaier niet om andere voertuigen
te starten.
De startkabels bevestigen
Sluit ieder eind van de RODE kabel aan op de
POSITIEVE (+) pool van elke accu, zorg ervoor
niet tegen het chassis te kortsluiten.
Bevestig een eind van de ZWARTE kabel op
de NEGATIEVE (-) pool van de volledig
geladen accu.
Bevestig het andere eind van de ZWARTE
kabel op een goede CHASSISAARDING, uit
de buurt van de brandstoftank en accu.
Voor het weghalen van de kabels, omgekeerde
volgorde
ZWARTE kabel eerst van het chassis en dan
van de volledig opgeladen accu.
RODE kabel als laatste van beide accu’s.