Operation Manual

Dutch – 15
Rijden
Verwijder de kabels in omgekeerde
volgorde.
De ZWARTE kabel haalt u eerst los van het chassis en
dan van de volle accu.
De RODE kabel haalt u als laatste van beide accu’s.
Rijden met de zitmaaier
1 Zet de parkeerrem los door eerst het parkeerrempedaal in
te drukken en daarna op te laten komen.
Druk voorzichtig een van de pedalen in tot de gewenste
snelheid wordt bereikt. Bij het vooruit rijden wordt pedaal
(1) gebruikt en bij achteruit rijden pedaal (2).
2 Selecteer de gewenste maaihoogte (1-5) met behulp van
de maaihoogtehendel.
Voor een gelijkmatige maaihoogte is het belangrijk dat de
luchtdruk in beide voorbanden hetzelfde is. Zie hoofdstuk
'Technische gegevens'.
3 Laat het maaidek zakken.
Zet de motor uit.
Plaats de machine altijd op een vlakke ondergrond met de
motor UIT.
1 Til het maaielement op door de hendel naar achteren te
trekken naar de vergrendelstand.
2 Trek de gashendel naar achteren en laat de motor
minimaal 30 sec. stationair draaien.
3 Draai de contactsleutel naar de stand ”STOP”.
4 Wanneer de zitmaaier stil staat, moet u de parkeerrem
naar beneden houden en de vergrendelknop indrukken.
BELANGRIJKE INFORMATIE Gebruik nooit een
boostlader/startbooster. Gebruik uitsluitend conventionele
acculaders. Koppel altijd de lader los alvorens de motor te
starten. Zogenoemde boostlader/startboosters mogen
nooit worden gebruikt. Deze verhogen vaak de spanning (in
plaats van de stroom) om het vereiste vermogen te
genereren voor het starten van de motor. Deze
spanningstoename beschadigt het elektrisch systeem.
2
1
BELANGRIJKE INFORMATIE
De levensduur van de aandrijfriemen wordt aanzienlijk
verlengd wanneer de motor op laag toerental loopt wanneer
de messen worden ingeschakeld. Geef daarom pas vol gas
wanneer het maai-element neergeklapt is naar maaistand.