Operation Manual

Zijkap
Verwijder de 4 schroeven en verwijder het deksel.
Rechter voetplaat
Draai de knop op het pedaal voor achteruit rijden los en
verwijder hem. Verwijder de 4 schroeven en verwijder
de voetplaat.
Linker voetplaat
Verwijder de 4 schroeven en verwijder de voetplaat.
Een defecte lamp vervangen
1. Verwijder de 2 schroeven uit het deksel en til het
deksel eraf.
2. Maak de kabels van de defecte lamp los.
3. Vervang de lamp en sluit de kabels aan op de
nieuwe lamp. Gebruik het type lamp zoals
aangegeven in
Technische gegevens op pagina 113
.
4. Monteer het deksel en draai de schroeven vast.
De stuurkabels inspecteren
Na verloop van tijd kan de spanning van de stuurkabels
afnemen. Hierdoor verandert de afstelling van de
besturing.
U moet de besturing als volgt inspecteren en afstellen:
1. De kabels hebben de juiste spanning wanneer u ze
met de hand 5 mm omhoog of omlaag in de groef op
de stuurbeugel kunt bewegen.
2. Als de kabels te slap zijn gespannen, moet u ze door
een erkende servicewerkplaats laten afstellen.
De parkeerrem controleren
1. Parkeer het product op een harde ondergrond die
afloopt.
Let op:
Parkeer het product niet op een grashelling
wanneer u de parkeerrem controleert.
2. Trap het parkeerrempedaal in (1).
368 - 004 -
101