Operation Manual

2. Verifieer of het symbool op de vijzelschakelaar
blauw is. Dit geeft aan dat het product in de niet-
verzamelstand staat. Zie
Schakelaar met LED-
indicatoren voor bediening van de vijzel op pagina
82
voor meer informatie over wat u moet doen als de
symbolen op de vijzelschakelaar gaan branden of
wanneer de vijzelschakelaar rood brandt.
3. Voer stappen 4-8 uit in
Het product gebruiken in de
verzamelstand op pagina 94
.
4. Wanneer u begint met maaien wordt het gras niet
opgevangen.
De motor uitschakelen
1. Trek de hefhendel voor het maaidek naar achteren
in de vergrendelde stand om het maaidek omhoog te
zetten. De messen stoppen met draaien.
2. Draai de contactsleutel naar stand STOP.
3. Schakel de parkeerrem in zodra het product stopt.
De parkeerrem inschakelen en
uitschakelen
1. Trap het parkeerrempedaal in (1).
2. Houd de vergrendelknop (2) ingedrukt.
1
2
3. Houd de knop ingedrukt en zet het
parkeerrempedaal vrij.
4. Om de parkeerrem uit te schakelen, trapt u het
parkeerrempedaal nogmaals in.
Een goed maairesultaat verkrijgen
Maai geen nat gras. Nat gras geeft minder goede
resultaten.
Begin met een hoge maaihoogte en verlaag die
geleidelijk.
Maai met een zo hoog mogelijke rotatiesnelheid van
de messen (hoogst toegestane motortoerental, zie
Technische gegevens op pagina 113
). Rijd met lage
snelheid met het product. Als het gras niet te hoog
en dik is, verkrijgt u ook bij hogere rijsnelheid een
goed resultaat.
Wij bevelen aan om het product te gebruiken in de
verzamelstand. Voor de beste maairesultaten bij
gebruik van de niet-verzamelstand dient u het gras
vaker te maaien. Vaker gras maaien betekent niet
dat u dan meer tijd daaraan kwijt bent. Het gras is
korter en u kunt maaien met een hogere rijsnelheid.
U kunt het product ook gebruiken voor het
verzamelen van bladeren op het gazon. Selecteer
een hoge maaihoogte en zet het product in de
verzamelstand.
96
368 - 004 -