Operation Manual

–11–
1
2
3
4
2
3
4
4
5
6
4
5
6
4
5
6
Draadspanning aanpassen
Pas de draadspanning aan aan het type stof en
de draaddikte die u gebruikt. Hoe hoger het getal
op de draadspanningswieltjes, hoe hoger de
draadspanning.
(1) Juiste spanning
De onderste en bovenste grijperdraad moeten
met dezelfde spanning worden uitgebalanceerd
(beide grijperdraden moeten aan de rand van
de stoffen kruisen).
De naalddraden mogen niet te los of te strak
zijn, maar goed uitgebalanceerd.
(2) Wanneer de bovenste grijperdraad uit balans
is en onder de stof ligt:
Verhoog de draadspanning van de bovenste
grijperdraad (schijf
e
) of verminder de
draadspanning van de onderste grijperdraad
(schijf
f
).
Onderste
grijperdraad
Rechter
naalddraad
Bovenste
grijperdraad
Linker
naalddraad
Onderste
grijperdraad
Linker
naalddraad
Rechter
naalddraad
Bovenste
grijperdraad
Verkeerde kant
Goede kant
Verkeerade kant
Goede kant