Gebruiksaanwijzing EZ22 Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruikde machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
Voor het doorvoeren van verbeteringen kunnen specificaties en ontwerpen worden gewijzigd zonder nadere kennisgeving. Aan de informatie in deze instructies kunnen geen wettelijke rechten worden ontleend. Gebruik bij reparaties uitsluitend originele onderdelen. Bij het gebruik van andere onderdelen vervalt de garantie. Modificeer de machine niet en installeer geen niet-standaard apparatuur op de machine zonder toestemming van de fabrikant.
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ........................................................................ 4 Gefeliciteerd................................................................ 5 Algemeen.................................................................... 5 Rijden en transport op de openbare weg.................... 5 Slepen......................................................................... 5 Bediening .................................................................... 5 Goede service................
INLEIDING WAARSCHUWING! Het niet opvolgen van de voorzichtige bedieningsmethoden kan leiden tot ernstig letsel van de bestuurder of andere personen. De eigenaar moet de instructies begrijpen en alleen toestaan dat getrainde personen, die deze instructies begrijpen, de maaier bedienen. Elke persoon die de maaier bedient moet gezond zijn van lichaam en geest en niet onder invloed van enig geestveranderend middel staan.
INLEIDING Gefeliciteerd Slepen Dank u voor de aankoop van een Husqvarna zitmaaier. De machine is gemaakt om met een superieure efficiëntie snel grote oppervlakken te maaien. Een bedieningspaneel dat gemakkelijk bereikbaar is voor de bestuurder en een hydrostatische transmissie, geregeld door stuurhendels, dragen bij tot de prestaties van de machine. Deze handleiding is een waardevol document. Lees de inhoud zorgvuldig door voordat u met de machine gaat werken of onderhoud gaat uitvoeren.
INLEIDING Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht, alleen in winkels waar men complete service biedt. Dit zorgt ervoor dat u als klant alleen de beste ondersteuning en service krijgt. Voor het product wordt geleverd, is de machine bijvoorbeeld nagekeken en afgesteld door uw dealer, zie het certificaat in het servicelogboek in deze bedieningshandleiding.
SYMBOLEN EN PLAATJES OCH DEKALER Deze symbolen staan op de machine en in de gebruikershandleiding. Bestudeer ze zorgvuldig zodat u weet wat ze betekenen. WAARSCHUWING! Xxxx xxxxxx xxxxx xxxx xxxxxxxxx xxxxxx xxxxxxxxx. xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx. In deze publicatie gebruikt om de lezer te attenderen op het risico van persoonlijk letsel of overlijden , vooral wanneer de lezer de instructies, die in deze handleiding worden gegeven, niet volgt.
SYMBOLEN EN PLAATJES Lees de bedieningshandleiding. Hele lichaam blootgesteld aan weggeworpen voorwerpen. Zet de motor uit en verwijder de sleutel voor u onderhoud of reparatiewerkzaamheden uitvoert. Verlies van vingersen tenen. Blijf op veiligeafstand van de machine. Gebruik op hellingen van minder dan 10°. Geen passagiers Open of verwijder de veiligheidsschermen niet wanneer de motor loopt. Rij voorzichtig achteruit, let op andere mensen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn voor uw eigen veiligheid. Lees ze zorgvuldig door. WAARSCHUWING! Dit symbool betekent dat belangrijke veiligheidsinstructies moeten worden benadrukt. Het betreft uw veiligheid. BELANGRIJK: DEZE SNIJDENDE MACHINE IS IN STAAT HANDEN EN VOETEN TE AMPUTEREN EN VOORWERPEN WEG TE SLINGEREN. HET NIET OPVOLGEN VAN DE VOLGENDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES KAN LEIDEN TOT ERNSTIG LETSEL OF OVERLIJDEN.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • • • • • • • • • • Werk niet met de machine wanneer u onder invloed van alcohol of drugs bent. Kijk uit voor verkeer wanneer u vlakbij wegen werkt of ze over moet steken. Wees extra voorzichtig wanneer u de machine in of uit een trailer of truck laadt. Draag altijd oogbescherming wanneer u de machine bedient. Volg de aanbevelingen van de fabrikant voor wielverzwaarders of tegengewichten.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Persoonlijke beschermingsmiddelen WAARSCHUWING! Wanneer u de machine gebruikt, moet goedgekeurde persoonlijke beschermingsuitrusting (te zien in de illustraties) worden gebruikt. Persoonlijke beschermingsuitrusting kan het risico van verwonding niet elimineren maar het zal de ernst van de verwonding verminderen wanneer een ongeluk plaatsvindt. Vraag uw dealer om hulp bij het kiezen van de juiste uitrusting.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • • • • Probeer de machine niet te stabiliseren door een voet op de grond te zetten. Maai niet vlakbij afgronden, sloten of dijken. De machine kan plotseling omvallen wanneer een wiel over de rand komt of wanneer de rand afkalft. Wijzig niet plotseling de snelheid of richting. Wees extra voorzichtig wanneer u de machine gebruikt met hulpstukken die de stabiliteit van de machine kunnen beïnvloeden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES WAARSCHUWING! De motor mag niet worden gestart wanneer de vloerplaat van de bestuurder of een andere beschermende plaat van de aandrijfriem van het maaidek zijn verwijderd. Veilige hantering van benzine Om persoonlijk letsel of schade aan eigendom te voorkomen, dient u uitzonderlijk voorzichtig te zijn wanneer u omgaat met benzine. Benzine is uitzonderlijk brandbaar en de dampen zijn explosief. • Doof alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere ontstekingshaarden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Algemeen onderhoud • • • • • • • • • • • • • • • Gebruik de machine nooit in een afgesloten ruimte. Zorg ervoor dat alle moeren en bouten goed vastzitten zodat de apparatuur veilig is om mee te werken. Knoei nooit aan de veiligheidsvoorzieningen. Controleer regelmatig of ze goed werken. Houd de machine vrij van gras, bladeren en andere vuilophopingen. Ruim geknoeide olie of brandstof op en verwijder met brandstof doordrenkt vuil.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • • Zorg ervoor dat moeren en bouten, vooral de bevestigingsbouten voor de meshouders, goed vastgezet en aangedraaid zijn en dat de apparatuur in goede staat verkeert. Wanneer u met de accu en de zware kabels van het startercircuit werkt, kunnen vonken ontstaan. Dit kan leiden tot het exploderen van de accu, brand of oogletsel. Vonken in dit circuit kunnen niet optreden, nadat de chassiskabel (normaal min, zwart) van de accu is gehaald.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Transport • • • • • • • De machine is zwaar en kan ernstig beknellingsletsel veroorzaken. Wees extra voorzichtig wanneer hij wordt geladen of gelost van een wagen of trailer. Gebruik een goedgekeurde aanhangwagen om de machine te vervoeren. Activeer de parkeerrem, zet de brandstoftoevoer uit en bevestig de machine met goedgekeurd bevestigingsmateriaal zoals banden, kettingen of stroppen tijdens het vervoer. Gebruik deze machine niet op de openbare weg.
BEDIENINGSELEMENTEN Deze bedieningshandleiding beschrijft de Husqvarna Zero Turn Rider. De Rider is uitgerust met een Briggs & Stratton viertaktmotor met kopkleppen en een vermogen van 22 pk*. De transmissie vanaf de motor vindt plaats via een snaaraangedreven hydraulische pomp. Met behulp van de linker en rechter stuurregelaar kan het debiet worden geregeld en hiermee de richting en snelheid. Bedieningselementen 13 7 2 1 9 11 8 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
BEDIENINGSELEMENTEN Besturingshendels De snelheid en richting van de machine zijn traploos instelbaar door gebruik te maken van de twee stuurhendels. De stuurhendels kunnen vanuit een neutrale positie naar voren of naar achteren worden bewogen. Bovendien is er een neutrale positie die vergrendeld is wanneer de stuurhendels naar buiten toe worden bewogen. Wanneer beide hendels in de neutrale positie staan (N), staat de machine stil.
BEDIENINGSELEMENTEN Parkeerrem BELANGRIJKE INFORMATIE De machine moet volledig stilstaan wanneer u de parkeerrem activeert. Activeer altijd de parkeerrem voordat u van de machine stapt. Deactiveer de parkeerrem voordat u de maaier verplaatst. De parkeerrem bevindt zich aan de linkerzijde van de machine. Druk de ontgrendelknop in en trek de hendel naar achteren om de rem te activeren – druk hem naar voren om hem te deactiveren.
BEDIENINGSELEMENTEN Ontstekingsknop De ontstekingsknop zit op het bedieningspaneel en wordt gebruikt om de motor te starten en te stoppen. T S FA UP BLADES ON CHOKE OW SL DOWN BLADES OFF 8052-001 Ontstekingsknop Chokehendel De chokehendel wordt gebruikt bij een koude start om de motor te voorzien van een rijker brandstofmengsel. Voor een koude start moet de hendel worden uitgetrokken.
BEDIENINGSELEMENTEN Tanken Lees de veiligheidsinstructies voor het tanken. De machine heeft één brandstoftank, net achter de zitting. De tank heeft een inhoud van 15,1 liter.Zorg ervoor dat de brandstofdop goed vastgedraaid is en dat de afdichting niet is beschadigd. De motor loopt op loodvrije benzine van ten minste 87-octaan (geen oliemix). Er kan ook heel goed milieuvriendelijke alkylaatbenzine worden gebruikt. Zie ook de Technische gegevens met betrekking tot ethanolbrandstof.
BEDIENINGSELEMENTEN Brandstofsluitklep De brandstofafsluiter bevindt zich links achter de stoel. De afsluiter is gesloten wanneer het hendeluiteinde haaks op de brandstofleiding staat. 8011-419 Brandstofsluitklep in positie OFF BELANGRIJKE INFORMATIE Zet het dek altijd in de hoogste positie bij transport. Maaihoogteafstelling Om het dek op de gewenste maaihoogte in te stellen, drukt u de ontgrendelknop in en beweegt u de hendel naar voren tot de juiste maaihoogte op de maaiplaat is bereikt.
BEDIENINGSELEMENTEN Afstelhendel voor stoel De stoel kan in de lengterichting worden verschoven. Om aanpassingen te maken, trekt u de hendel rechtsvoor onder de stoel zijwaarts, waarna u de stoel naar voren of naar achteren kunt schuiven. 8058-034 Afstelling in de lengte Urenteller De urenteller laat de totale bedrijfstijd zien. Met een interval van 50 uur zal CHG OIL (olie verversen) gaan knipperen. De duur van het knipperen is een uur voor en een uur na het interval.
BEDIENING Lees “Veiligheidsinstructies”, het hoofdstuk “Hendels” en de volgende pagina’s, wanneer u de machine niet kent. Voer het dagelijks onderhoud aan de machine uit voor het starten. Training Zero turn maaiers zijn veel beter te manoeuvreren dan normale zitmaaiers vanwege hun unieke stuureigenschappen.
BEDIENING Voor de start • Lees de hoofdstukken Veiligheidsinstructies en hendels voor u de machine start. • Voer het dagelijks onderhoud uit voor het starten (zie Onderhoudsschema in het hoofdstuk Onderhoud). • Zorg ervoor dat alle beschermkappen op hun plaats zitten en in goede staat zijn. • Stel de zitting af op de gewenste positie.
BEDIENING Beweeg de stuurhendels naar buiten naar de vergrendelde (buitenste) neutrale positie. 8061-026 Zet de stuurregelaars in de neutrale positie Beweeg de gashendel naar de middenpositie. T S FA UP BLADES ON CHOKE OW SL DOWN BLADES OFF 8052-001 Gashendel instellen Wanneer de motor koud is, moet de choke helemaal worden uitgetrokken.
BEDIENING Druk de startsleutel in en draai om naar de startpositie. WAARSCHUWING! Uitlaatgassen van de motor en bepaalde voertuigonderdelen bevatten of stoten chemicaliën uit waarvan men denkt dat ze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken. De uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, wat een geurloos, kleurloos, giftig gas is. Gebruik de machine niet in afgesloten ruimtes.
BEDIENING Een motor met een zwakke accu starten WAARSCHUWING! Lood-zuur accu’s genereren explosieve gassen. Hou vonken, vlammen en rokend materiaal uit de buurt van accu’s. Draag altijd oogbescherming wanneer u met accu’s bezig bent. BELANGRIJKE INFORMATIE Uw maaier is uitgerust met een 12-volt negatief geaard systeem. Het andere voertuig moet ook een 12-volt negatief geaard systeem zijn. Gebruik de accu van de maaier niet om andere voertuigen te starten.
BEDIENING Rijden 1. Zet de parkeerrem vrij door de hendel naar voren te bewegen. N.B.! Uw maaier is uitgerust met een aanwezigheidssysteem voor de bestuurder. Wanneer de motor loopt, zal iedere poging van de bestuurder om de zitting te verlaten zonder eerst de parkeerrem aan te trekken de motor doen afslaan. 2. Beweeg de stuurregelaars naar de neutrale positie (N). 8058-02s0 Vrijgezette parkeerrem 3. Plaats de borgpen in de gewenste maaihoogtestand en borg deze aan de andere kant met een splitpen.
BEDIENING 6. Activeer het maaidek door de bladschakelaar naar buiten te trekken. 7. Zet de gashendel op vol gas. De snelheid en richting van de machine zijn continu te regelen met behulp van de twee stuurregelaars. Wanneer beide regelaars in de neutrale positie staan, staat de machine stil. Door beide regelaars even ver naar voren of naar achteren te bewegen, zal de machine in een rechte lijn naar voren dan wel naar achteren gaan.
BEDIENING Maaitips • • • • • • • • Let op stenen en andere vaste voorwerpen en markeer ze om botsingen te voorkomen. Begin met een hoge maaihoogte en verminder dit tot het gewenste maairesultaat is bereikt.Het gemiddelde gazon moet in het koele seizoen worden gemaaid op 64 mm en in de hete maanden op 76 mm. Voor een gezonder en beter uitziend gazon moet u vaak maaien bij gematigde groei.Voor de beste maairesultaten moet gras van meer dan 15 cm lang in twee keer worden gemaaid.
BEDIENING De motor stoppen Laat de motor een minuut stationair lopen om een normale bedrijfstemperatuur te krijgen, voordat u de motor stopt als deze intensief heeft moeten werken. Voorkom dat de motor langdurig stationair loopt, omdat dan het risico bestaat dat de bougies verontreinigd raken. • Schakel het maaidek uit door de mesknop in te drukken.
BEDIENING Met de hand voortbewegen Wanneer u de maaier duwt of trekt moet u ervoor zorgen dat de ZT-2800 (Integraded Zeroturn Transaxle) bypass verbindingsstangen zijn geactiveerd. De ZT-2800 bypass verbindingsstangen zitten achter aan het frame, onder het achterste motorscherm. 1. Zet het maaidek in de hoogste maaistand. 2. Trek de ZT-2800 bypass verbindingsstangen naar buiten in de gleuven en laat weer los zodat ze in de bypass stand blijven. 3.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hieronder volgt een lijst van de onderhoudsprocedures die op de machine moeten worden uitgevoerd. Voor de punten die niet in dit handboek worden beschreven, moet u een erkende servicewerkplaats bezoeken. Wij raden een jaarlijkse servicebeurt aan, uitgevoerd door een erkende servicewerkplaats, om uw machine in de best mogelijke conditie te houden en een veilige werking te waarborgen. Lees “Onderhoud” in het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies”. 1) Eerste vervanging na 5-8 uur.
ONDERHOUD Ten Dagelijks onder- Weke- mins- Onderhoudsinterval in uren houd lijkte sonder- een houd keer Voor Na 50 100 300 per 25 jaar Onderhoud ● ● Controleer en stel gas- en chokekabels af Controleer de conditie van de riemen, riemschijven, enz.
ONDERHOUD Accu Uw maaier is uitgerust met een onderhoudsvrije accu, die geen service nodig heeft. Echter, het regelmatig opladen van de accu met een acculader uit de automobielindustrie zal de levensduur verlengen. • Houd de accu en klemmen schoon. • Zorg dat de accubouten goed zijn vastgedraaid. • Zie tabel vor acculaatijd. STANDAARDACCU ACCULAADTIJD BIJ BENADERING* VOLLEDIG OPLADEN BIJ 27 °C LAADSTATUS Maximumduur bij: 50 A 30 A 10 A 20 A 12,6 V 100% - VOLLEDIG OPLADEN - 12,4 V 75% 20 min.
ONDERHOUD Ontstekingssysteem De motor is uitgerust met een elektronisch ontstekingssysteem. Alleen de bougies hebben onderhoud nodig. Voor aanbevolen bougies, zie Technische gegevens. 1. Verwijder de schoen van de ontstekingskabel en maak schoon rond de bougie. 2. Verwijder de bougie met een bougiesleutel. 3. Controleer de bougie. Vervang de bougie indien de elektroden verbrand zijn en wanneer de isolatie is gebarsten of beschadigd.
ONDERHOUD De koelluchtinlaat van de motorcontroleren Kontrollera att motorns kylluftsintag är fritt från löv, gräs och smuts. Om kylluftsintaget är igensatt försämras kyleffekten, vilket kan leda till motorskador. Kylluftsintagen roterar när motorn är igång. Akta fingrarna 8061-014 De koelluchtinlaat controleren en schoonmaken De gaskabel controleren en afstellen Controleer of de motor reageert op meer gas geven en of een goede motorsnelheid wordt bereikt bij vol gas.
MAINTENANCE Vervangen van het luchtfilter Als de motor zwak lijkt of ongelijkmatig loopt, is het luchtfilter mogelijk verstopt. Wanneer u de machine met een vuil luchtfilter blijft gebruiken, kunnen de bougies defect raken. Het is belangrijk om het luchtfilter regelmatig te vervangen (zie het kopje Onderhoudsschema voor het juiste onderhoudsinterval).
ONDERHOUD 7. Bevestig het filter in het luchtfilterhuis. 8. Plaats het deksel terug over het luchtfilterhuis en zet vast met schroeven. 8019-015 Plaats het filter terug Brandstoffilter vervangen Vervang het in de leiding gemonteerde brandstoffilter om de 100 uur (een keer per seizoen) of regelmatiger wanneer het is verstopt. Plaats het filter als volgt terug: 1. Voer de leidingklemmen van het filter weg. Gebruik een platte tang. 2. Trek het filter los van de leidinguiteinden. 3.
ONDERHOUD Bandenspanning controleren Alle vier de banden moeten een druk van 15 psi / 103 kPa /1 bar hebben. 8011-564 Bandenspanning controleren Parkeerrem controleren Controleer met het oog of de arm, stangen of de schakelaar die bij de parkeerrem horen, onbeschadigd zijn. Voer een test uit bij stilstand en controleer of er voldoende remkracht is.Voor het afstellen van de parkeerrem moet u contact opnemen met de Husqvarna servicewerkplaats.
ONDERHOUD V-snaren Geleiderolarm Controleer om de 100 uur gebruik. Controleer op ernstige barsten en grote krassen. LET OP: De riem zal bij normaal bedrijf enige kleine barstjes vertonen. De riemen kunnen niet worden afgesteld. Vervang de riemen wanneer ze door slijtage gaan slippen. Maaidekriem vervangen 1. Parkeer op een vlakke ondergrond. Gebruik de parkeerrem. 2. Zet het maaidek in de laagste maaistand. 3. Haal de bouten van de linker en rechter riemkappen en verwijder de kappen. 4.
ONDERHOUD Pompriem De pompriem vervangen Parkeer de maaier op een vlakke ondergrond. Schakel de parkeerrem in. Riem verwijderen 1. Verwijder de maaidekriem (zie “maaidekriem vervangen” in dit hoofdstuk van de handleiding). 2. Zorg dat de riem slap hangt door de veer op de pompgeleidearm. 3. Het moet nu mogelijk zijn de riem van de motorpoelie en de IZT-poelies te halen. Riem installeren 1. Wikkel de riem rond de poelie. 2. Leid de riem rond de binnenkant van de geleidepoelie. 3.
ONDERHOUD De messen controleren Om het beste maairesultaat te krijgen is het belangrijk dat de messen goed scherp en niet beschadigd zijn. BELANGRIJKE INFORMATIE Het scherpen van messen moet worden uitgevoerd door een erkende servicewerkplaats. Gebogen of gescheurde messen of messen met grote inkepingen moeten worden vervangen. Beschadigde messen moeten worden vervangen wanneer u een obstakel raakt, wat tot stilstand leidt.
ONDERHOUD Maaidek afstellen Maaidek vlak afstellen Stel het maaidek af terwijl de maaier op een vlakke ondergrond staat. Zorg ervoor dat de banden op de juiste spanning zijn. Zie “Technische gegevens” onder Transmissie. Als de banden te zacht of te hard zijn, kan het maaidek niet correct worden afgesteld. Het maaidek moet aan de achterkant iets hoger zijn afgesteld. NB Voor de nauwkeurigheid van de afstelprocedure moet de aandrijfriem van het maaidek worden geïnstalleerd voordat het maaidek wordt afgesteld.
ONDERHOUD Antiscalprollen afstellen De antiscalprollen zijn goed bevestigd wanneer ze net boven de grond zijn wanneer het maaidek in de gewenste maaihoogte staat in bedrijfsstand. De antiscalprollen houden het dek vervolgens in de juiste positie en voorkomen het scalperen van de grond in bijna alle terreinomstandigheden. BELANGRIJKE INFORMATIE Stel de antiscalprollen af als de maaier op een vlakke, gelijkmatige ondergrond staat.
ONDERHOUD Schoonmaken en wassen Regelmatig schoonmaken en wassen, vooral onder het maaidek, zal de levensduur van de machine verlengen. Maak er een gewoonte van de machine direct na gebruik (nadat hij is afgekoeld) schoon te maken, voor het vuil blijft kleven. Spuit geen water boven op het maaidek. Gebruik perslucht om de bovenkant van het dek schoon te maken. Maak het dek en de onderkant van het dek regelmatig schoon met een normale waterdruk. Gebruik geen hogedruk- of stoomreiniger.
SMEREN 8050-832 12/12 Ieder jaar Smeren met smeerpistool 1/52 Iedere week Olie vervangen 1/365 Iedere dag Filter vervangen Smeren met smeerkan Peil controleren * Filters van overbrengingsassen (transmissie) vervangen. Algemeen Verwijder de startsleutel om onbedoelde bewegingen tijdens het smeren te voorkomen. Wanneer u met een smeerkan smeert, moet deze gevuld zijn met motorolie.
SMEREN Voorwielbevestiging Smeer met een smeerpistool, één smeerpunt voor wielbevestiging, tot het vet eruit komt. Gebruik alleen lagervet van een goede kwaliteit. Vet van bekende merken (aardoliemaatschappijen enz.) is meestal van goede kwaliteit. Voorwiellagers Smeer met een smeerpistool, één smeerpunt voor iedere set wiellagers, tot er vet uitkomt. Gebruik alleen lagervet van een goede kwaliteit.
SMEREN Motorolie WAARSCHUWING! Motorolie kan zeer heet zijn wanneer het wordt afgetapt direct nadat de motor is gestopt. Geef de motor tijd om eerst wat af te koelen. Motoroliefilter • Tap de motorolie af overeenkomstig de werkbeschrijving onder het kopje Motorolie/ Motorolie verversen. • Verwijder het oliefilter. Gebruik een filtertang, indien nodig. • Breng verse, schone motorolie aan op de afdichting voor het nieuwe filter. • Bevestig het filter handmatig door dit 3/4 slag rechtsom te draaien.
SMEREN Motorolie verversen De motorolie moet na 5-8 uur werking voor de eerste keer worden vervangen. Daarna moet hij om de 50 uur worden vervangen. • Plaats de machine op een vlakke ondergrond. • Plaats een bak onder de motor op de plaats waar de slang van de olieaftapkraan eruit komt. • Verwijder de dop van de aftapkraan. • Laat de olie in de bak lopen. • Plaats de dop van de aftapkraan terug. • Vervang het oliefilter indien nodig. • Vul met nieuwe motorolie zoals beschreven in Het oliepeil controleren.
SMEREN Vloeistof van overbrengingsassen (transmissie) vervangen Deze overbrengingsas is ontworpen met een extern filter om het onderhoud te vergemakkelijken. Met het oog op een constante vloeistofkwaliteit en een langere levensduur wordt aanbevolen het oliefilter om de 200 uur te vervangen. De volgende procedure kan worden uitgevoerd terwijl de overbrengingsassen geïnstalleerd zijn op de machine en de machine op een vlakke ondergrond staat.
SMEREN Ontluchtingsprocedures Gezien de effecten die lucht kan hebben op de efficiënte werking van hydrostatische aandrijvingen, is het belangrijk dat het systeem wordt ontlucht. Deze ontluchtingsprocedures moeten worden uitgevoerd telkens als een hydrostatisch systeem is geopend voor gemakkelijker onderhoud of het systeem is bijgevuld met olie. Zo niet, dan kunnen de volgende sympto 1. Lawaaierige werking. 2. Onvoldoende vermogen of aandrijving na kortstondige werking. 3.
GIDS VOOR HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem De motor start niet. De starter doet de motor niet draaien. De motor loopt ongelijk. De motor lijkt zwak. De machine trilt. 54-Husqvarna Oorzaak • De mesknop is ingeschakeld. • De stuurhendels zijn niet vergrendeld in de neutrale positie. • De bestuurder zit niet op de bestuurdersstoel. • De parkeerrem is niet geactiveerd. • De accu is leeg. • Vuil in de carburateur of brandstofleiding.
GIDS VOOR HET OPSPOREN VAN FOUTEN Probleem Oorzaak De machine raakt oververhit. • Verstopte luchtinlaat of koelribben. • Motor overbelast. • Slechte ventialtie rond motor. • Kapotte toerentalregelaar. • Te weinig of geen olie in de motor. • Vuil in de carburateur of brandstofleiding. • Kapotte bougies. • Slecht contact met kabelaansluitingen accuklem. • Contactstop is losgekoppeld • Parkeerrem geactiveerd. • Bypass-klep op pomp open.
STALLING Winterstalling Aan het einde van het maaiseizoen moet de machine worden klaargemaakt voor stalling (of wanneer ze langer dan 30 dagen niet zal worden gebruikt). Brandstof die lange tijd mag blijven staan (30 dagen of langer) kan plakkerige resten achterlaten die de carburateur kunnen verstoppen en de werking van de motor kunnen verstoren. Brandstofstabilisatoren zijn een aanvaardbare optie met betrekking tot plakkerige resten die kunnen voorkomen tijdens stalling.
BEDRADINGSCHEMA Husqvarna-57
TECHNISCHE GEGEVENS EZ22 / 965880101 Motor Fabrikant Briggs & Stratton Type ELS Vermogen 22 pk* Smeren Druk met oliefilter Olie inhoud excl filter 1.5 l Olie inhoud incl. filter 1.7 l Motorolie SAE 10W30, 10W40, 5W20, 5W30, API SF-SJ Brandstof Min 87 octaan ongelood (Max ethanol 10%, Max MTBE 15%) Inhoud brandstoftank Bougies / elektrodeafstand Koeling Luchtfilter Wisselstroomdynamo Starter 15.1 l NGK-BPR4ES .030" / 0.
TECHNISCHE GEGEVENS EZ22 / 965880101 Apparatuur Maaibreedte 48" / 122cm Maaihoogte 1.5 - 4" / 3.8 - 10.2 cm Ongemaaide cirkel Aantal messen 0 cm 3 Meslengte 16½" / 42 cm Neusrollers Ja Stoel Scharnierende armleuningen Urenteller Inschakeling messen Maaidekconstructie konstruktion Productiviteit Standaard Ja Standaard Elektrische koppeling n/a 11655 m2/h Buitenafmetingen Gewicht 274 kg Basis machinelengte 191 cm Basis machinebreedte 119.
TECHNISCHE GEGEVENS Accessoires Opvangsysteem Motor krukas bout Maaidek poeliebouten Wielmoeren Mesbout Specificatie aandraaimomenten 67 Nm (50 ft/lb) 203 Nm (150 ft/lb) 100 Nm (75 ft/lb) 122 Nm (90 ft/lb) Standaard ¼" bevestigingen Standaard 5/16" bevestigingen Standaard 3/8" bevestigingen Standaard 7/16" bevestigingen Standaard ½” bevestigingen 12 Nm (9 ft/lb) 25 Nm (18 ft/lb) 44 Nm (33 ft/lb) 70 Nm (52 ft/lb) 110 Nm (80 ft/lb) ZESKANT BOLKOPBOUTEN De weergegeven aandraaimomenten zijn een algemene ric
CONFORMITEITSCERTIFICATEN Conformiteitscertificaten EU Verklaring van overeenkomst is opgenomen in de literatuur pakket.
SERVICELOGBOEK Actie Leverservice 1. Laad de accu op. 2. Stel de bandenspanning van alle wielen af op 15 PSI (1 bar). 3. Monteer de stuurhendels in de normale positie. 4. Sluit de contactbox aan op de kabel voor de veiligheidsschakelaar van de zitting. 5. Controleer of de juiste hoeveelheid olie in de motor zit. 6. Stel de positie van de stuurhendels af. 7. Vul bij met brandstof en open de brandstofafsluiter. 8. Start de motor. 9. Controleer of beide wielen worden aangedreven. 10.
SERVICELOGBOEK Datum, meterstand, stempel, handtekening Actie Na de eerste 5-8 uur 1. Motorolie vervangen.
SERVICELOGBOEK Actie 25-uursservice 1. Controleer het luchtfilter van de brandstofpomp. 2. Scherp/vervang maaimessen indien nodig. 3. Controleer de bandenspanning. 4. Controleer de accu en de kabels. 5. Smeer volgens het smeerschema. 6. Koelluchtinlaat van de motor controleren/schoonmaken. 7. Maak het voorfilter (schuimrubber) van de luchtreiniger schoon.
SERVICELOGBOEK Datum, meterstand, stempel, handtekening Actie 50-uursservice 1. Voer de 25-uursservice uit. 2. Maak de filterhouder (papierfilter) van de luchtreiniger schoon (kortere intervallen bij stoffige bedrijfsomstandigheden). 3. Ververs de motorolie. 4. Smeer volgens het smeerschema. 5. Parkeerrem controleren/afstellen. 6. Vervang de olie en filters in het hydraulisch systeem.
SERVICELOGBOEK Actie 100-uursservice 1. Voer de 25-uursservice uit. 2. Voer de 50-uursservice uit. 3. Motorolie vervangen. 4. Maak de bougies schoon/vervang ze. 5. Vervang het brandstoffilter. 6. Controleer V-snaren. 7. Controleer de asbouten van de zwenkwielen en zet vast (om de 200 uur). 8. Maak het papieren cartridge van het luchtfilter schoon en controleer of het moet worden vervangen 9. Controleer of de hydraulische olie en het motoroliefilter moet worden vervangen (om de 200 uur).
SERVICELOGBOEK Datum, meterstand, stempel, handtekening Actie 300-uursservice 1. Voer de 25-uursservice uit. 2. Voer de 50-uursservice uit. 3. Voer de 100-uursservice uit. 4. Controleer/stel maaidek af. 5. Maak de ontstekingskamer schoon en schuur de klepzetels. 6. Controleer de klepspeling van de motor. 7. Vervang het voorfilter (schuimrubber) van de luchtreiniger.
SERVICELOGBOEK Actie Ten minste een keer per jaar 1. Maak de koelluchtinlaat van de motor schoon (25 uur). 2. Vervang het voorfilter (schuimrubber) van de luchtreiniger (300 uur). 3. Vervang de papieren cartridge van het luchtfilter. 4. Vervang de motorolie (50 uur).. 5. Vervang het motoroliefilter (om de 100 uur). 6. Maaihoogte controleren/afstellen. 7. Parkeerrem controleren/afstellen (50 uur). 8. De bougies schoonmaken/vervangen (100 uur). 9. Vervang het brandstoffilter (100 uur). 10.
SERVICELOGBOEK Actie Datum, meterstand, stempel, handtekening Husqvarna-69
SERVICELOGBOEK Actie 70-Husqvarna Datum, meterstand, stempel, handtekening
115 15 79-36 ´®z+SY}¶6m¨ ´®z+SY}¶6m¨ 2009-04-29