Operation Manual

54
Basis-naaitechnieken
Taperingsteek, model 30
De taperingsteek past automatisch tapering toe op de cordonsteek
voor hoeken en punten. De steek kan worden gebruikt voor tekst
in cordonsteek.
1. Leg de stof onder de naaivoet.
2. Begin met naaien. De machine naait de getaperde punt en
gaat dan door met een cordonsteek met de geselecteerde
steekbreedte. Een achteruitnaaipictogram (D) op het graÀ sche
display geeft u aan dat u op de achteruitnaaitoets moet
drukken om naar het volgende gedeelte van de steek te gaan.
Wanneer de cordonsteek zo lang is als gewenst, drukt u op de
achteruitnaaitoets. Zo wordt tapering van het einde gestart.
Wanneer de taperingfunctie is voltooid, stopt de machine
automatisch.
3. Om de steek te herhalen met dezelfde grootte, drukt u op de
STOP-toets. Verplaats uw stof en duw het voetpedaal dan in
om verder te naaien. De machine stopt automatisch wanneer
de steek klaar is.
Tip: Pas voor een smallere cordonsteek de steekbreedte aan.
Druk op de achteruitnaaitoets voordat u begint te naaien om met een
cordonsteek met plat uiteinde te beginnen.
1:30, 1:31 Taperingsteken
Stof: alle soorten stof.
Selecteer: de stof die u gebruikt
en de taperingsteek1:30 of 1:31,
afhankelijk van welk soort begin en
einde u wilt hebben voor de steek.
Gebruik: naaivoet B zoals
aanbevolen en de aanbevolen naald
voor uw stof.
Meer naaitechnieken
Instructies voor nog veel meer naaitechnieken kunt u vinden op de website van
HUSQVARNA VIKING®: www.husqvarnaviking.com
D