Operation Manual

ARBEIDSTECHNIEK
Dutch 107
verkeerde plaats maakt, kan dit ertoe leiden dat de boom
u of de machine raakt zodat u de controle verliest. In
beide gevallen kunt u ernstig gewond raken.
6 Wanneer u zich verplaatst moet de ketting vergrendeld
worden met de kettingrem en moet de motor
uitgeschakeld worden. Draag de motorkettingzaag met
het zaagblad en de ketting naar achter gericht. Als het
om een langere verplaatsing gaat, moet u de
zaagbladbescherming gebruiken.
De zaag nooit aan de beugel dragen of ophangen! Dat
kan het mechanisme beschadigen, waardoor de
kettingrem niet langer functioneert.
7 Wanneer u de motorzaag op de grond plaatst, moet u de
ketting met de kettingrem blokkeren en ervoor zorgen dat
u de machine in de gaten kunt houden. Als de motorzaag
een langere tijd "geparkeerd” wordt, moet u de motor
uitzetten.
Basisregels
1 Door te begrijpen wat terugslag is en hoe het
veroorzaakt wordt, kunt u het verrassingseffect
reduceren of elimineren. Het verrassingseffect verhoogt
het ongevalsrisico. De meeste terugslagen zijn klein,
maar sommige kunnen bliksemsnel en erg krachtig zijn.
2 Hou de motorzaag altijd stevig vast met uw rechterhand
op het achterste handvat en uw linker handvat op het
voorste handvat. Plaats uw duimen en vingers rond de
handvatten. Iedereen, of men nu rechts- of linkshandig
is, moet de motorzaag op deze manier vastgrijpen. Want
dit is de beste greep om het terugslageffect te reduceren
en de controle over de motorzaag te behouden.
Laat de
handvatten niet los!
3 De meeste terugslagongevallen gebeuren bij het
snoeien. Zorg ervoor dat u stevig staat en dat er niets op
de grond ligt waarover u kunt struikelen of uw evenwicht
kunt verliezen.
Door onoplettendheid kan de terugslagrisico-sector van
de motorzaag onopzettelijk een tak, een boom in de
buurt of een ander voorwerp raken, en terugslag
veroorzaken.
Zorg dat u controle over het werkstuk hebt. Als de
stukken, die u zaagt, klein en licht zijn kunnen ze in de
ketting vastraken en naar u geworpen worden. Al hoeft
dit op zich niet gevaarlijk te zijn, u kunt erdoor verrast
worden en de controle over de zaag verliezen. Zaag
nooit opgestapelde stammen of takken zonder ze eerst
uit elkaar te trekken. Zaag slechts een stam of een stuk
per keer. Verwijder de afgezaagde stukken om uw
werkterrein veilig te houden.
4 Gebruik de motorzaag nooit hoger dan
schouderhoogte en zaag niet met de tip van het
zaagblad. Zaag nooit wanneer u de motorzaag
slechts met één hand vasthoudt!
5 Om volledige controle te hebben over uw
motorkettingzaag is het noodzakelijk dat u stabiel staat.
Werk nooit terwijl u op een trap staat, hoog in een boom
of op plaatsen waar u geen stabiele ondergrond hebt om
op te staan.
6 Zaag met een hoge kettingsnelheid, d.w.z. met volgas.
7 Wees extra voorzichtig wanneer u met de bovenkant van
het zaagblad zaagt, d.w.z. wanneer u van de onderkant