Operation Manual

82 Verbinding maken
Een Bluetooth–verbinding accepteren
1. Zorg ervoor dat Bluetooth is ingeschakeld en in de identificeerbare
modus staat.
2. Klik op Ja wanneer u wordt gevraagd om een verbinding
met een ander apparaat tot stand te brengen.
3.
Voer een sleutel in (dezelfde sleutel die is ingevoerd op het apparaat dat
de verbinding aanvraagt) om een veilige verbinding tot stand te brengen.
De sleutel moet tussen 1 en 16 tekens lang zijn.
4. Klik op Volgende.
5. In een bericht wordt gemeld dat uw telefoon verbonden
is met het gekoppelde apparaat. Klik op OK.
6. Vervolgens wordt de naam van het gekoppelde apparaat
weergegeven. U kunt deze naam bewerken of een nieuwe naam
invoeren. Klik op Volgende.
7. Schakel de selectievakjes in van de functies van het gekoppelde
apparaat die u wilt gebruiken.
8.
Klik op Gereed. U kunt nu informatie uitwisselen met een ander apparaat.
De weergavenaam van een Bluetooth–apparaat wijzigen.
1. Klik in het beginscherm op Start > Instellingen > Verbindingen >
Bluetooth.
2. Klik op Menu > Apparaten.
3. Selecteer een gedetecteerd Bluetooth–apparaat.
4. Klik op Menu > Bewerken.
5. Voer een nieuwe naam in voor het Bluetooth–apparaat en klik op
Volgende.
6. Klik op Gereed.
Een Bluetooth–verbinding verwijderen
1. Klik in het beginscherm op Start > Instellingen > Verbindingen >
Bluetooth.
2. Klik op Menu > Apparaten.
3. Selecteer een Bluetooth–apparaat.
4. Klik op Menu > Verwijderen.
5. Klik op Gereed.