Operation Manual

Afdrukken op enveloppen
Opmerking Als u één of slechts enkele enveloppen afdrukt, kunt u de handinvoer aan de
voorkant gebruiken. Zie
Afdrukken met de handinvoer aan de voor- of achterkant.
Gebruik geen enveloppen met klemmetjes of vensters, enveloppen met dikke, onregelmatige of
gekrulde randen, glanzende of gegaufreerde enveloppen, of gekreukelde, gescheurde of
anderszins beschadigde enveloppen.
1. Klap de uitvoerlade omhoog en verwijder al het afdrukmateriaal uit de invoerlade.
2. Schuif maximaal 15 enveloppen met de kleppen boven rechts langs de rechterzijde van de
invoerlade zover mogelijk in de printer.
3. Druk op de knop boven aan de papierbreedtegeleider en schuif de geleider naar rechts tot tegen
de rand van de enveloppen.
4. Druk op de invoerladevergrendeling en schuif de lade in tot tegen de rand van de enveloppen.
5. Klap de uitvoerlade omlaag.
6. Windows:
a. Open het printerstuurprogramma (zie
Een document afdrukken).
b. Klik op het tabblad Functies.
c. Selecteer het envelopformaat in de vervolgkeuzelijst Formaat.
d. Wijzig desgewenst andere afdrukinstellingen en klik op OK.
e. Druk het bestand af.
Macintosh:
a. Klik achtereenvolgens op Archief en Pagina-instelling.
b. Selecteer het formaat van de enveloppen en klik op OK.
NLWW Afdrukken op enveloppen 57