Operation Manual

5. Schuif de geleiders voor de lengte en breedte van het papier tegen de randen van
het papier aan.
6. Leg de fotopapiercassette tegen de rechterkant van de invoerlade en schuif deze in
de printer totdat u niet meer verder kunt.
7. Trek het verlengstuk van de lade naar buiten voor de afgedrukte foto's.
8. Haal de fotopapiercassette na het afdrukken uit de printer en berg deze op in de
speciale bergruimte aan de linkerkant van de HP All-in-One.
Tip Als u niet aan het afdrukken bent, kunt u het fotopapier in de speciale
cassette opbergen. Hiermee wordt het papier beschermd tegen scheuren,
kreuken en opkrullende of omgebogen randen.
Papierstoringen voorkomen
Houd u aan de volgende richtlijnen, om papierstoringen te voorkomen.
Verwijder regelmatig afgedrukte exemplaren uit de uitvoerlade.
Zorg dat papier niet krult of kreukt door al het ongebruikte papier in een hersluitbare
verpakking te bewaren.
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of
gescheurd zijn.
Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al
het papier in de invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn.
Verschuif de breedtegeleider voor het papier in de invoerlade totdat deze vlak tegen
het papier aanligt. Zorg dat de breedtegeleiders het papier in de papierlade niet
buigen.
Schuif het papier niet te ver naar voren in de invoerlade.
Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de HP All-in-One.
Een kopie maken
U kunt vanaf het bedieningspaneel kopieën van hoge kwaliteit maken.
Basishandleiding 11
Overzicht HP All-in-One