Operation Manual
Problemen oplossen met het verzenden van faxen
●
Er wordt een foutbericht weergegeven op het bedieningspaneel
●
Op het bedieningspaneel wordt het bericht Klaar weergegeven en de fax wordt niet verzonden
●
Op het bedieningspaneel wordt het bericht "Pagina 1 wordt opgeslagen" weergegeven en de fax
wordt daarna niet verwerkt
●
Faxen worden ontvangen, maar kunnen niet worden verzonden
●
De faxfuncties op het bedieningspaneel kunnen niet worden gebruikt
●
Er kunnen geen snelkiesnummers worden gebruikt
●
Er kunnen geen groepskiescodes worden gebruikt
●
U ontvangt een opgenomen foutbericht van de telefoonmaatschappij wanneer u probeert een
fax te verzenden
●
Er kunnen geen fax worden verzonden als er een telefoon is aangesloten op het apparaat
Er wordt een foutbericht weergegeven op het bedieningspaneel
Het bericht Communicatiefout. wordt weergegeven
●
Laat het product opnieuw proberen de fax te verzenden. Door het opnieuw verzenden is de
faxsnelheid tijdelijk lager.
●
Haal het telefoonsnoer van het product uit de wandcontactdoos, sluit een telefoon aan en
controleer of u kunt bellen. Sluit het telefoonsnoer van het product aan op de aansluiting van
een andere telefoonlijn.
●
Probeer het probleem op te lossen door een ander telefoonsnoer te gebruiken.
●
Wijzig via het bedieningspaneel de optie Faxsnelheid in Normaal (14400 bps) of Langzaam
(9600 bps).
a.
Raak in het beginscherm de knop Instellingen
aan.
b. Open het menu Faxinstellingen.
c. Open het menu Geavanceerde faxinstellingen.
d. Open het menu Faxsnelheid.
e. Selecteer de juiste instelling.
●
Schakel de optie Foutcorrectiemodus uit.
a.
Raak in het beginscherm de knop Instellingen
aan.
b. Open het menu Faxinstellingen.
c. Open het menu Geavanceerde faxinstellingen.
d. Open het menu Foutcorrectiemodus.
e. Selecteer de instelling Uit.
158 Hoofdstuk 12 Fax NLWW