Operation Manual

1. Zet het product uit met de aan-uitschakelaar
en haal het netsnoer uit het stopcontact.
2. Open het deksel van de scanner.
3. Reinig de scannerglasplaat en de witte,
plastic achtergrondplaat met een zachte doek
of een spons die is bevochtigd met een niet-
schurende glasreiniger.
VOORZICHTIG: Gebruik geen
schuurmiddelen, aceton, wasbenzine,
ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op
het product; deze stoffen kunnen het product
beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat
niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking
komen. Deze kunnen onder de glasplaat
terechtkomen en het product beschadigen.
4. Droog de glasplaat en de witte, plastic
achtergrondplaat met een zeem of spons om
vlekken te voorkomen.
5. Sluit het product weer aan het schakel het
met de aan-uitschakelaar weer in.
122 Hoofdstuk 11 Scannen NLWW