OFFICEJET PRO X476 AND X576 MFP SERIES User Guide
HP Officejet Pro X476- en X576 MFPseries Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © 2012 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. Intel® Core™ is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen/regio's. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Symbolen in deze handleiding TIP: Bij Tip vindt u handige tips of sneltoetsen. OPMERKING: Bij Opmerking vindt u belangrijke informatie, zoals een toelichting bij een concept of uitleg van een taak. VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het apparaat wordt beschadigd.
iv Symbolen in deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave 1 Informatie over het product ........................................................................................................................... 1 Productoverzicht ................................................................................................................................... 2 HP Officejet Pro X476 MFP Series-modellen ...................................................................... 2 HP Officejet Pro X576 MFP Series-modellen ..................................
Het apparaat met de wizard Instellingen draadloze verbinding aansluiten op een draadloos netwerk ............................................................................................................. 34 Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk met WPS .......................................... 35 De software voor een draadloos apparaat installeren dat momenteel op het netwerk is aangesloten .......................................................................................................
6 Papier en afdrukmateriaal ............................................................................................................................ 49 Papiergebruik begrijpen ..................................................................................................................... 49 De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat in Windows ........................... 50 Ondersteunde papierformaten ..........................................................................
Afdrukken op beide zijden van het papier (duplex) in Mac ................................................ 81 De kleuropties instellen op de Mac .................................................................................... 81 Aanvullende afdruktaken (Windows) .................................................................................................. 83 Een afdruktaak annuleren met Windows ...........................................................................
Een kopieertaak annuleren .............................................................................................. 108 Kopieën vergroten of verkleinen ...................................................................................... 108 Een kopieertaak sorteren ................................................................................................. 109 Kopieerinstellingen .....................................................................................................................
Een fax verzenden ........................................................................................................... 138 Een fax ontvangen ........................................................................................................... 146 Faxproblemen oplossen ................................................................................................................... 148 Controlelijst voor het oplossen van problemen met faxen ...............................................
Productupdates ................................................................................................................................ 184 14 Problemen oplossen ................................................................................................................................. 185 Klantondersteuning .......................................................................................................................... 185 Controlelijst voor het oplossen van problemen ................
Het menu Afdr. via USB wordt niet geopend wanneer u het USB-accessoire plaatst ..... 214 Het bestand wordt niet afgedrukt vanaf het USB-opslagapparaat ................................... 214 Het bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet in het menu Afdr. via USB weergegeven. .. 214 Verbindingsproblemen met het apparaat oplossen .......................................................................... 215 Problemen met directe USB-verbinding oplossen ..........................................................
Klantondersteuning .......................................................................................................................... 231 Bijlage C Productspecificaties ..................................................................................................................... 233 Afmetingen en gewicht ..................................................................................................................... 234 Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ..
GS-verklaring (Duitsland) ................................................................................................................. 247 Wettelijk voorschrift van Europese Unie ........................................................................................... 247 Aanvullende verklaringen voor telecomproducten (faxapparatuur) .................................................. 248 EU-verklaring voor telecom .......................................................................................
1 NLWW Informatie over het product ● Productoverzicht ● Milieuvriendelijke functies ● Toegankelijkheidsfuncties ● Productaanzichten 1
Productoverzicht HP Officejet Pro X476 MFP Series-modellen Officejet Pro X476dn-modellen Papierverwerking: Afdrukken: CN460A ● Lade 1 (capaciteit 50 vellen voor 75 GSM of 20 lb. bankpostpapier) ● ● Lade 2 (capaciteit 500 vellen voor 75 GSM of 20 lb.
HP Officejet Pro X576 MFP Series-modellen Officejet Pro X576dwmodellen Papierverwerking: Afdrukken: ● Lade 1 (capaciteit 50 vellen voor 75 GSM of 20 lb. bankpostpapier) ● ● Lade 2 (capaciteit 500 vellen voor 75 GSM of 20 lb.
Meerdere pagina's per vel afdrukken Bespaar papier door twee of meer pagina's van een document naast elkaar op één vel papier af te drukken. U kunt deze functie gebruiken via de printerdriver. Meerdere pagina's per vel kopiëren Bespaar papier door twee pagina's van een origineel document naast elkaar op één vel papier af te drukken. Recycling Verminder afval door gerecycled papier te gebruiken. Recycle uw inktcartridges met het retourneerproces van HP Planet Partners.
Productaanzichten Vooraanzicht 1 2 3 4 11 5 10 9 6 8 7 1 Klep documentinvoer (toegang voor het verhelpen van papierstoringen) 2 Invoerlade documentinvoer 3 Verlengstuk invoerlade documentinvoer 4 Uitvoerbak documentinvoer 5 Uitvoerbakverlenging 6 Uitvoerbak 7 Lade 2 (primaire papierlade) 8 Aan-uitknop 9 Inktcartridgeklep 10 Bedieningspaneel met kleurenaanraakscherm 11 USB 2.
Achterzijde 6 1 5 4 3 6 1 Linkerklep (toegang voor het oplossen van storingen) 2 Lade 1 (multifunctionele lade) 3 Netsnoeraansluiting 4 Snelle USB 2.
Interfacepoorten 1 2 3 4 1 Faxlijnpoort 2 Ethernet-poort 3 USB-hostpoort accepteert USB-opslagapparaten voor Scannen naar USB en Plug-en-print. OPMERKING: hostpoort. 4 Aan de voorkant van het product achter het bedieningspaneel bevindt zich ook een USB- USB-apparaatpoort accepteert een USB-kabel van een pc (alternatief voor draadloze en netwerkverbindingen). Locatie van serienummer en modelnummer Open de inktcartridgeklep voor het etiket met het serienummer en het productmodelnummer.
Layout bedieningspaneel Jan 00 00 00:00a 1 Weergave- en aanraakscherm 2 Help-knop: biedt toegang tot het helpsysteem van het apparaat 3 Knop Pijl naar rechts: beweegt de cursor naar rechts of brengt het weergavebeeld naar het volgende scherm OPMERKING: 4 Knop Annuleren: annuleert de huidige taak of sluit het huidige scherm af. OPMERKING: 8 Deze knop licht alleen op als deze functie op het huidige scherm kan worden gebruikt.
5 Terug-knop: terug naar het vorige scherm OPMERKING: 6 Deze knop gaat alleen branden als deze functie op het huidige scherm kan worden gebruikt. Knop Pijl naar links: beweegt de cursor naar links OPMERKING: Deze knop licht alleen op als deze functie op het huidige scherm kan worden gebruikt. 7 Knop Beginscherm: biedt snelle toegang tot het beginscherm. Deze knop licht alleen op als deze functie op het huidige scherm kan worden gebruikt.
Knoppen op het beginscherm Het beginscherm biedt toegang tot apparaatfuncties en geeft de huidige apparaatstatus weer. OPMERKING: Afhankelijk van de apparaatconfiguratie kunnen de beschikbare functies op het beginscherm variëren. Bij sommige talen heeft het scherm mogelijk ook een andere indeling. Jan 00 00 00:00a 1 Knop voor Web Services : biedt snelle toegang tot de functies van HP Web Services, zoals HP ePrint.
8 Statusweergave. Wanneer het apparaat niet in gebruik is, wordt in dit gebied van het bedieningspaneel de tijd en datum weergegeven. Raak dit gebied aan om naar de tijd- en datuminstellingen te gaan. Wanneer het apparaat een taak verwerkt, worden de tijd en datum vervangen door informatie over de taakstatus. 9 Knop Fax 10 Knop Kopiëren : biedt toegang tot de faxfunctie. : biedt toegang tot de kopieerfunctie.
12 Hoofdstuk 1 Informatie over het product NLWW
2 Menu's van het bedieningspaneel ● Menu Kopie ● Menu's in Fax ● Menu's in Scan ● Apps ● Plug-en-print ● Menu Instellingen Menu Kopie Raak Knop Kopiëren via het bedieningspaneel aan om deze functies op te roepen. OPMERKING: De instellingen die u in dit menu hebt gewijzigd, vervallen 2 minuten nadat de laatste kopie is voltooid.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Beschrijving Instellingen HP Copy Fix Aan Verbeteren van afdrukken door donkere randen te verwijderen en scheve pagina's recht te zetten voor zwart-witkopieën. Uit* Id's kopiëren Aan Uit* Formaat aanpassen Werkelijk* Voll. pagina=91% Beide kanten van een identiteitsbewijs of kleine documenten afdrukken op dezelfde zijde van een vel papier. Het formaat van de kopie aanpassen. Aan pg. aanp.
Menu's in Fax Raak de knop Knop Fax aan om deze menu's te openen. Menuoptie Submenu-item Submenu-item Beschrijving Instellingen Resolutie Standaard De resolutie instellen voor het verzenden van documenten. Afbeeldingen met een hogere resolutie bestaan uit meer dpi (dots per inch) en geven om die reden meer details weer. Afbeeldingen met een lagere resolutie bestaan uit minder dpi en geven dus minder details weer. De bestandsgrootte is echter kleiner.
Menuoptie Submenuoptie Submenuoptie Beschrijving Computer Scannen naar een computer die zich op hetzelfde netwerk bevindt of met het apparaat is verbonden Geheugenapparaat Scannen naar een USB-station dat op het apparaat is aangesloten. Netwerkmap Scannen naar een map of directory op het netwerk. E-mail De scan naar een opgegeven emailadres sturen.
Menuoptie Submenuoptie Submenuoptie Beschrijving Papierformaat Automatisch* Het paginaformaat opgeven dat moet worden gebruikt voor het te scannen bestand. Het standaardpaginaformaat is afhankelijk van uw land. Letter (8,5 x 11 in.) Legal (8,5 x 14 inch) 4x6 5x7 Inst. als nwe standaard De wijzigingen die u in dit menu hebt aangebracht, opslaan als de nieuwe standaardinstellingen. Apps Gebruik het menu Apps om webservices op het apparaat in te schakelen, en HP ePrint en afdrukapps te gebruiken.
Menuoptie Submenu-item Instellingen voor snelkiezen Snelkiesnummer toevoegen/bewerken Submenu-item Beschrijving Opgeslagen contactfaxgegevens voor individuen en groepen configureren. Snelkiesnummer voor groep Snelkiesnummer verwijderen Snelkiesnummers afdrukken Basisfaxinstellingen Faxkop Voer uw naam in. Voer uw faxnummer in. Dubbelzijdige faxafdruk Afdrukken op 1 zijde* Automatisch antwoorden Aan* Inkomende faxen afdrukken voor gemak of besparingen. Afdrukken op 2 zijden Uit Keer overg. v.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Beschrijving HP Digital Fax Instellingen weergeven Als u de functie HP Digital Fax wilt gebruiken, moet u deze instellen via de software van het product en een computer die op hetzelfde netwerk als het product is aangesloten.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Beschrijving Automatische verkleining Aan* Als de optie Aanpassen aan pagina is ingeschakeld, worden lange faxen automatisch tot maximaal 75% verkleind, zodat de informatie op papier van standaardformaat past (de fax wordt bijvoorbeeld verkleind van Legal- naar Letter-formaat). Uit Als de optie Aanpassen aan pagina is uitgeschakeld, worden lange faxen met volledig formaat afgedrukt op meerdere pagina's.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Beschrijving Faxrapporten Laatste transactie Een gedetailleerd rapport afdrukken van de laatst verzonden of ontvangen fax. Faxlogboek De laatste 30 ingangen van het faxlogboek afdrukken. Snelkieslijst Een lijst afdrukken met de snelkiescodes die zijn ingesteld voor dit apparaat. De lijst met snelkiesnummers kan 99 nummers bevatten. Rapport Beller-ID's Een lijst van alle inkomende faxtelefoonnummers afdrukken, met een maximum van 30 nummers.
Menuoptie Submenu-item Submenuoptie Netwerkconfiguratiepag ina afdrukken Geavanceerde instellingen Beschrijving Hiermee wordt een rapport afgedrukt van uw netwerkconfiguratieinstellingen. Verbind.snelh. Automatisch* 10T Vol Hiermee stelt u de verbindingssnelheid in. Als de verbindingssnelheid is ingesteld, wordt het apparaat automatisch opnieuw opgestart.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Land/Regio Lijst met beschikbare landen/regio's Toetsenbord QWERTY* AZERTY Submenuoptie Beschrijving Selecteren welke toetsenbordindeling moet worden gebruikt op het bedieningspaneel OWERTZ Schermhelderheid Volume geluidseffecten Met deze schuifbalk past u de schermhelderheid van het bedieningspaneel aan Laag* Hoog Hiermee past u het geluidseffectniveau van het apparaat aan.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Submenuoptie Beschrijving Papierselectie Lade 1 Standaardpapierf ormaat Het standaardformaat en -type van het afdrukmateriaal voor elke lade instellen. Lade 2 Lade 3 Letter (8,5 x 11 in.) A4 (297 x 210 mm) ... Raadpleeg Ondersteunde papierformaten voor een complete lijst met papierformaten. Standaardpapiers oort Normaal papier Premium Inkjet ... Raadpleeg Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit voor een complete lijst met papierformaten.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Submenuoptie Beschrijving Lade 2 Standaardpapierformaat Letter (8,5 x 11 in.) Hiermee selecteert u het standaardpapierformaat voor Lade 2 (primaire papierlade). A4 (297 x 210 mm) ... Raadpleeg Ondersteunde papierformaten voor een complete lijst met papierformaten. Standaardpapiersoort Normaal papier Premium Inkjet De papiersoort instellen voor het afdrukken van interne rapporten of faxen, of voor afdruktaken waarvoor geen papiersoort is opgegeven. ...
Menuoptie Submenu-item Lade vergrendelen Lade 1 Submenu-item Submenuoptie Met de functie Lade vergrendelen wordt een lade 'vergrendeld' zodat deze alleen wordt gebruikt als de printer daar expliciet de opdracht toe heeft gekregen. Dit is handig wanneer deze lade alleen wordt gebruikt voor speciaal papier, zoals briefpapier. Als 'Automatisch selecteren' wordt gebruikt voor de papierbron en Lade 1 is vergrendeld, gebruikt de printer alleen de overgebleven laden, Lade 2 of (indien aanwezig) Lade 3.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item PCL-configuratie Lngte formulier Submenuoptie Afdrukstand Beschrijving Hiermee stelt u de teksteigenschappen in voor de besturingstaal van de printer. Lettertypenummer Tekenbreedte Puntgrootte lettertype Symboolset CR aan LF toevoegen PostScript-fout afdrukken Aan Hiermee stelt u in dat het apparaat postscript-fouten afdrukt.
Menu-item Submenuoptie Omschrijving Gebruikspagina Hiermee krijgt u een overzicht van alle papierformaten die door het apparaat zijn gevoerd, of de afdrukken zwart-wit of in kleur, enkelzijdig of dubbelzijdig zijn afgedrukt, en het aantal afgedrukte pagina's. Dit rapport is nuttig voor het verwerken van contractfacturen. Netwerkconfiguratiepagina Hiermee drukt u nuttige informatie af over het de vaste of draadloze verbinding van het apparaat.
3 Het apparaat aansluiten ● Het apparaat aansluiten met een USB-kabel ● Het apparaat aansluiten op een netwerk ● Het apparaat op een draadloos netwerk aansluiten (alleen draadloze modellen) Het apparaat aansluiten met een USB-kabel Het apparaat ondersteunt een USB 2.0-aansluiting. Gebruik een USB-kabel van het type A-naar-B. HP raadt aan een USB-kabel van maximaal 2 m te gebruiken. VOORZICHTIG: Sluit de USB-kabel pas aan als hierom wordt gevraagd. Cd-installatie 1.
4. Wanneer u hierom wordt gevraagd, sluit u de USB-kabel aan op het apparaat en de computer. 5. Druk wanneer de installatie is voltooid, een testpagina af of een pagina vanuit een programma om te controleren of de software juist is geïnstalleerd. Het apparaat aansluiten op een netwerk Ondersteunde netwerkprotocollen U hebt een netwerk nodig dat een of meerdere van de volgende protocollen gebruikt om een apparaat met netwerkfunctionaliteit aan te sluiten op een netwerk.
Het IP-adres verkrijgen 1. Sluit de ethernet-kabel aan op het apparaat en op het netwerk. Schakel het apparaat in. 2. Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het netwerk en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen. 3. Raak het vak Knop Netwerk aan om het IP-adres weer te geven. Druk een netwerkconfiguratiepagina af voor meer informatie over de netwerkverbinding: 1. Raak het menu Rapporten afdrukken aan. 2.
3. Volg de instructies op het scherm. 4. Selecteer wanneer u daarom wordt gevraagd de optie Vast netwerk - sluit de printer aan op uw netwerk via een Ethernet-kabel. en klik vervolgens op de knop Volgende. 5. Selecteer in de lijst met beschikbare printers de printer met het juiste IP-adres. 6. Druk na de installatie een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de afdruksoftware juist is geïnstalleerd.
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel Met de menu's van het bedieningspaneel kunt u handmatig een IPv4-adres, subnetmasker en standaardgateway instellen. 1. Raak de knop Instellingen 2. Ga naar het menu Netwerkinstellingen en raak dit aan. 3. Raak het menu Geavanceerde instellingen aan en raak vervolgens de knop IPv4-instellingen aan. 4. Raak de knop Handmatig IP-adres aan. 5. Gebruik het numerieke toetsenbord om het IP-adres in te voeren en raak de knop OK aan.
6. Instelling Omschrijving 10T Vol 10 Mbps, volledige duplexwerking. 100TX Half 100 Mbps, half-duplexwerking. 100TX Vol 100 Mbps, volledige duplexwerking. Raak de knop OK aan. Het apparaat wordt uit- en weer ingeschakeld. HP ePrint Met HP ePrint kunt overal en altijd afdrukken, vanaf een mobiele telefoon, een laptop of elk andere mobiele apparaat. HP ePrint werkt met elk apparaat met e-mailondersteuning. Als u kunt e-mailen, kunt u afdrukken op een HP-product met ePrint.
router. Als de SSID voor uw draadloze router niet in de lijst staat, raakt u de knop Voer SSID in. aan. Wanneer naar het type netwerkbeveiliging wordt gevraagd, selecteert u de optie die uw draadloze router gebruikt. Er wordt een toetsenblok geopend op het bedieningspaneel. 4. Als uw draadloze router WPA-beveiliging gebruikt, voert u de wachtzin in met behulp van het toetsenblok. Als uw draadloze router WEP-beveiliging gebruikt, voert u de sleutel in met behulp van het toetsenblok. 5.
het product), zal de draadloze radio van het product een draadloos set-upnetwerk voor het product uitzenden. Dit netwerk heet “HP-Setup-xx-[productnaam]”. OPMERKING: De “xx” in de netwerknaam staan voor de laatste twee tekens van het MAC-adres van het product. De productnaam is HP Officejet Pro X476 MFP Series of HP Officejet Pro X576 MFP Series. 1. Maak via een draadloos product verbinding met het set-upnetwerk voor het apparaat. 2.
4 Het apparaat verbinden met Windows ● Ondersteunde besturingssystemen en printerstuurprogramma's voor Windows ● Selecteer de juiste printerdriver voor Windows ● Instellingen van de afdruktaak wijzigen voor Windows ● Het printerstuurprogramma verwijderen uit Windows ● Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows Ondersteunde besturingssystemen en printerstuurprogramma's voor Windows De volgende Windows-besturingssystemen worden door het product ondersteund: Aanbevolen software-installatie Alleen dr
● Wordt meegeleverd als de standaarddriver. Deze driver wordt automatisch geïnstalleerd tenzij u een andere driver selecteert.
Ga naar www.hp.com/go/upd voor meer informatie. Installatiemodi UPD Traditionele modus Dynamische modus ● Kies deze modus wanneer u de driver installeert voor één computer. Zie www.hp.com/go/upd. ● Wanneer deze in Traditionele modus is geïnstalleerd, werkt de UPD als een afzonderlijke printerdriver. De UPD werkt met een specifiek apparaat. ● Als u voor deze modus kiest, moet u de UPD voor elke computer en voor elk apparaat afzonderlijk installeren.
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer, zoals hierboven beschreven. ● Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders worden gewijzigd. De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2.
Het printerstuurprogramma verwijderen uit Windows Windows XP 1. Klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens op Software. 2. Zoek en selecteer het product in de lijst. 3. Klik op de knop Wijzigen/Verwijderen om de software te verwijderen. Windows Vista 1. Klik op Start, Configuratiescherm en vervolgens op Programma's en onderdelen. 2. Zoek en selecteer het product in de lijst. 3. Selecteer de optie Software verwijderen/wijzigen. Windows 7 1. Klik op Start en Configuratiescherm.
42 Hoofdstuk 4 Het apparaat verbinden met Windows NLWW
5 Het product gebruiken op de Mac ● Ondersteunde besturingssystemen en printerstuurprogramma's voor Mac ● Software voor Mac-computers ● Prioriteit voor afdrukinstellingen voor Mac ● Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Mac ● Het printerstuurprogramma verwijderen uit Mac-besturingssystemen ● Ondersteunde hulpprogramma's voor Mac ● Faxen met Mac ● Scannen met Mac ● Problemen oplossen met Mac Ondersteunde besturingssystemen en printerstuurprogramma's voor Mac De volgende Mac-bestu
HP Utility openen Open de HP Utility op een van de volgende manieren: ● Klik in het dock op HP Utility. ● Klik bij Programma's op de Hewlett Packard-map en vervolgens op HP Utility. ● Klik op het tabblad Hulpprogramma van het scherm Opties en toebehoren in Afdrukken en faxen. Functies van HP Utility Gebruik de software HP Utility om de volgende taken uit te voeren: ● Informatie verkrijgen over de status van benodigdheden.
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Mac De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten 1. Klik in het menu Bestand op de knop Afdrukken. 2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's. De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen 1. Klik in het menu Bestand op de knop Afdrukken. 2. Wijzig de gewenste instellingen in de verschillende menu's. 3. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als...
Ondersteunde hulpprogramma's voor Mac Geïntegreerde webserver van HP Dit apparaat is uitgerust met de geïntegreerde webserver van HP, die toegang geeft tot informatie over de activiteiten van het apparaat en het netwerk. Roep de geïntegreerde webserver van HP op vanuit de HP Utility. Open het menu Printerinstellingen en selecteer vervolgens de optie Aanvullende instellingen.
Scannen met Mac Met de HP Scan-software kunt u afbeeldingen scannen naar een Maccomputer Als u een HP-driver voor uw product hebt geïnstalleerd die scannen ondersteunt, volgt u de volgende stappen om te scannen: 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Open de map Programma's en klik vervolgens op Hewlett-Packard. Selecteer HP Scan. 3. Open het menu HP Scan en klik op Voorkeuren. Selecteer in het menu Scanner dit apparaat in de lijst. 4.
Scannen met Apple Voorvertoning 1. Klik op het pictogram van Apple Voorvertoning in het Dock of open Voorvertoning via de map Programma's. 2. Selecteer in Voorvertoning in het menu Bestand de optie Importeer van scanner. OPMERKING: Als uw product verbinding maakt met een netwerk, selecteert u de optie Inclusief apparaten in netwerk en vervolgens de optie Importeer van scanner in het menu Bestand van Voorvertoning om uw product met netwerkverbinding in de lijst weer te geven. 3.
6 Papier en afdrukmateriaal ● Papiergebruik begrijpen ● De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat in Windows ● Ondersteunde papierformaten ● Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit ● Papierladen vullen ● Laden configureren Papiergebruik begrijpen HP Officejet-inkt voor zakelijk gebruik zijn speciaal ontworpen voor gebruik met HP-printkoppen. De unieke inktsamenstellingen helpen om de levensduur van de printkoppen te verlengen en verbeteren de betrouwbaarheid.
Volg deze richtlijnen voor een optimaal resultaat wanneer u speciaal papier of afdrukmateriaal gebruikt. Stel het papiertype en -formaat in de printerdriver in voor het beste resultaat. Materiaalsoort Doen Niet doen Enveloppen ● Bewaar de enveloppen plat. ● ● Zorg dat de naden helemaal doorlopen tot de hoek van de envelop. Gebruik geen enveloppen die gekreukeld, ingekeept, aan elkaar kleven of anderszins beschadigd zijn.
5. Selecteer een papiersoort in de vervolgkeuzelijst Papiersoort. 6. Klik op de knop OK. Ondersteunde papierformaten OPMERKING: Om de beste afdrukresultaten te verkrijgen, selecteert u het gepaste papierformaat en -type in de printerdriver voordat u begint af te drukken.
Tabel 6-2 Ondersteunde enveloppen Formaat Afmetingen Envelop #10 105 x 241 mm Envelop DL 110 x 220 mm Envelop C5 162 x 229 mm Envelop B5 176 x 250 mm Envelop C6 114 x 162 mm Envelop Monarch 98 x 191 mm Japanse envelop Chou nr. 3 120 x 235 mm Japanse envelop Chou nr.
Tabel 6-4 Ondersteund fotoafdrukmateriaal (vervolg) Grootte Afmetingen 10x15 cm 100 x 150 mm L 89 x 127 mm 5x7fotoafdrukm ateriaal (5 x 7 in no-tabs) 127 x 178 mm Lade 1 Lade 2 Lade 3 Breedte: 3 tot 8,5 inch Breedte: 4 tot 8,5 inch Breedte: 4 tot 8,5 inch Lengte: 5 tot 14 inch Lengte: 8,27 x 11,7 inch Lengte: 8,27 tot 14 inch Lade 2 Lade 3 Automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex) Fotoafdrukm ateriaal (Letter &A4) Japanse briefkaart 100 x 148 mm Aangepast Minimaal: 3 tot 5 inch Maxi
Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit Tabel 6-6 Lade 1 (multifunctioneel) aan linkerzijde van het apparaat Papiersoort Gewicht Capaciteit1 Afdrukstand papier Elke dag: 60 tot 175 g/m2 16 tot 47 lb Maximaal 50 vellen Plaats de te bedrukken zijde met de afdrukzijde naar beneden en de bovenrand aan de voorkant van de lade Max. 220 g/m2 (58 lb)1 Maximaal 25 vellen Plaats de te bedrukken zijde met de afdrukzijde naar beneden en de bovenrand aan de achterkant van de lade.
Tabel 6-7 Lade 2 (primaire lade) en lade 3 (accessoire) Papiersoort Gewicht Capaciteit1 Afdrukstand papier ● Niet opgegeven en normaal 60 tot 175 g/m2 16 tot 47 lb Maximaal 500 vellen ● HP EcoSMART Lite Plaats de te bedrukken zijde met de afdrukzijde naar boven en de bovenrand aan de voorkant van de lade ● Licht 60-74 gr. ● Gemiddeld 85-95 gr. ● Middelzwaar 96-110 gr. ● Zwaar 111-130 gr. ● HP Premium Presentation, mat 120 gr ● Extra zwaar 131-175 gr. ● HP Brochure, mat 180 gr Max.
Papierladen vullen Lade 1 vullen (multifunctionele lade aan de linkerkant van het product) 1. Open lade 1. 2. Trek het ladeverlengstuk naar buiten. 3. Schuif de papiergeleiders volledig naar buiten en plaats de stapel papier in lade 1. Stel de papiergeleiders in op het papierformaat. OPMERKING: Plaats het papier in de lade met de te bedrukken zijde omlaag en de bovenrand van het papier aan de voorkant van de lade.
Lade 2 of de optionele lade 3 vullen 1. Trek de lade uit het apparaat. 2. Schuif de papierlengte- en breedtegeleiders naar de zijden van de lade toe. 3. Plaats het papier in de lade en zorg ervoor dat de vellen in alle vier de hoeken plat liggen. Schuif de papierbreedtegeleiders aan de zijkant tegen de markeringen voor de papiergrootte aan de onderkant van de lade. Schuif de papierlengtegeleider aan de voorzijde tegen de papierstapel, zodat de stapel tegen de achterkant van de lade wordt gedrukt.
4. Duw het papier naar beneden om ervoor te zorgen dat de stapel zich onder de lipjes (aan de zijkanten van de lade) bevindt die de maximale hoogte aangeven. 5. Schuif de lade terug in het product. De documentinvoer vullen De capaciteit van de documentinvoer is maximaal 50 vel van 75 g/m2 bankpostpapier. VOORZICHTIG: gebruik geen originelen met correctietape, correctievloeistof, paperclips of nietjes om schade aan het apparaat te voorkomen.
1. Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Schuif de geleiders goed tegen het papier aan. Laden configureren Het apparaat haalt standaard papier uit lade 2. Als lade 2 leeg is, haalt het apparaat papier uit lade 1 of lade 3 indien deze is geplaatst. Wanneer u een lade van dit apparaat configureert, worden de snelheidsinstellingen gewijzigd voor de beste afdrukresultaten met de gebruikte papiersoort.
Papierverbruik Het apparaat configureren Afdrukken Af en toe speciaal papier, zoals zwaar papier of briefhoofdpapier, gebruiken uit een lade waarin normaal gesproken standaardpapier is geplaatst. Plaats speciaal papier in lade 1. Kies voor u de taak afdrukt in het afdrukdialoogvenster van het softwareprogramma de papiersoort die overeenkomt met het in de lade geplaatste speciale papier. Selecteer lade 1 als de papierbron in het tabblad Papier/Kwaliteit (Windows) of het menu Papierinvoer (Mac).
7 Inktcartridges De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga voor de meest recente versie van de gebruikershandleiding naar www.hp.com/support.
Afbeeldingen van benodigdheden Afbeelding van inktcartridge 1 1 Metalen connector en inktspuitmond. Niet aanraken. Vingerafdrukken kunnen toevoerfoutberichten veroorzaken. Stof kan ook toevoerfoutberichten veroorzaken. Laat inktcartridges niet langere tijd buiten het apparaat. Inktcartridges beheren Als u de inktcartridge correct gebruikt, bewaart en controleert, kan dit de hoge kwaliteit van de afdrukken waarborgen.
De instellingen voor Waarsch.niv. weinig inkt via het bedieningspaneel wijzigen U kunt de standaardinstellingen op elk gewenst moment in- of uitschakelen en u hoeft deze niet opnieuw in te schakelen wanneer u een nieuwe inktcartridge installeert. 1. Raak op het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Instellingen 2. Raak de menuoptie Apparaat instellen aan. 3. Raak de optie Waarsch.niv. weinig inkt aan. 4. Maak een keuze uit de volgende opties: aan.
In de volgende gevallen heeft u mogelijk te maken met een niet-originele HP-inktcartridge: ● Op de statuspagina voor benodigdheden wordt aangegeven dat een gebruikt artikel of namaakartikel is geïnstalleerd. ● U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de inktcartridge. ● De cartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (de verpakking is bijvoorbeeld anders dan die van HP).
3. Pak de rand van de oude inktcartridge vast en trek de cartridge er recht uit. 4. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking. 5. Raak de metalen connector op de inktcartridge niet aan. Vingerafdrukken op de connector kunnen problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken.
6. Plaats de nieuwe inktcartridge in het product. 7. Sluit de klep van de inktcartridges. 8. Plaats de oude inktcartridge in de doos en raadpleeg de recycle-instructies van HP op http://wwww.hp.com/recycle. Problemen met toebehoren oplossen De inktcartridges controleren Als u problemen met de afdrukkwaliteit ondervindt, raadpleegt u De afdrukkwaliteit verbeteren op pagina 202. OPMERKING: Als u de afdrukinstelling Kantoor Algemeen gebruikt, kan de afdruk erg licht zijn.
Nagevulde of gereviseerde inktcartridges Hewlett-Packard Company kan het gebruik van benodigdheden die niet door HP zijn vervaardigd (nieuw of opnieuw gevuld), niet aanbevelen. Aangezien dit geen producten van HP zijn, heeft het bedrijf geen invloed op het ontwerp en de kwaliteit. Als u een opnieuw gevulde of vervaardigde inktcartridge gebruikt en niet tevreden bent over de afdrukkwaliteit, vervang de cartridge dan door een originele HP-cartridge.
Gebied Inktcartridge 3 Magenta 4 Geel ● Reinig de printkop als er stippels of strepen in een of meer groepen worden weergegeven. Neem contact op met HP als het probleem hiermee niet wordt verholpen. ● Als er strepen in meerdere kleurenbanen voorkomen, reinigt u de printkoppen nogmaals om te zien of het probleem hiermee wordt opgelost. Als dit niet het geval is, neemt u contact op met HP. Waarschijnlijk wordt het probleem dan niet veroorzaakt door de inktcartridge.
Cartridge bijna helemaal leeg Omschrijving Het einde van de levensduur van de inktcartridge is bereikt. Aanbevolen actie Zorg dat u een vervangende inktcartridge bij de hand houdt. Cartridge bijna leeg Omschrijving Het einde van de levensduur van de inktcartridge nadert. Aanbevolen actie U kunt doorgaan met afdrukken, maar het is verstandig een vervangend onderdeel achter de hand te hebben.
Aanbevolen actie Geen actie nodig. Plaats [kleur] cartridge Omschrijving Dit bericht wordt mogelijk weergegeven tijdens de eerste set-up van het product en mogelijk ook daarna. Als dit bericht tijdens de eerste set-up wordt weergegeven, is de klep van een van de kleurencartridges niet gesloten. Het apparaat drukt niet af als er een cartridge ontbreekt. Als dit bericht na de eerste set-up van het apparaat wordt weergegeven, ontbreekt de cartridge of is de cartridge beschadigd.
8 Afdrukken ● Afdruktaken (Windows) ● Afdruktaken (Mac) ● Aanvullende afdruktaken (Windows) ● Aanvullende afdruktaken (Mac OS X) ● HP ePrint gebruiken ● De HP ePrint Mobile-driver gebruiken ● AirPrint ● De printer verbinden met HP Wireless Direct ● Afdrukken via USB-station met Plug-en-print Afdruktaken (Windows) De manier om het afdrukdialoogvenster van een programma te openen, kan afwijken. In de volgende procedures is een veelvoorkomende manier gebruikt.
Hulp krijgen bij een afdrukoptie met Windows 1. Klik op de knop Help om de online-Help te openen. Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en vervolgens het aantal exemplaren. Aangepaste afdrukinstellingen opslaan die u opnieuw wilt gebruiken met Windows Een afdruksnelkoppeling gebruiken met Windows 72 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2.
3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer één van de snelkoppelingen en klik vervolgens op de knop OK. OPMERKING: Wanneer u een snelkoppeling selecteert, worden de bijbehorende instellingen op de overige tabbladen in de printerdriver gewijzigd. Afdruksnelkoppelingen maken 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis. OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast. Als u eerst de instellingen aanpast en vervolgens een snelkoppeling selecteert, gaan al uw aanpassingen verloren. 5. 74 Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe snelkoppeling.
6. Klik op de knop Opslaan als. 7. Geef een naam op voor de snelkoppeling en klik vervolgens op de knop OK. De afdrukkwaliteit verbeteren met Windows Het papierformaat selecteren met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat .
OPMERKING: Plaats het papier altijd met de korte zijde naar voren in de laden. 6. Klik op de knop OK en dan op de knop OK op het tabblad Papier/Kwaliteit. De volgende keer dat u de printerdriver opent, wordt het aangepaste paginaformaat in de lijst met papierformaten weergegeven. De papiersoort selecteren met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Klik op de knop OK om de taak af te drukken. Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel. 5. Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukrichting. De afdrukstand selecteren met Windows 1. 78 Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer in het gebied Afdrukrichting de optie Staand of Liggend. Als u het paginabeeld ondersteboven wilt afdrukken, selecteert u 180 graden draaien. Geavanceerde kleuropties instellen met Windows NLWW 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3.
Afdruktaken (Mac) Voorinstellingen voor afdrukken maken op de Mac Gebruik voorinstellingen voor afdrukken om de huidige instellingen van de printerdriver op te slaan, zodat u deze later opnieuw kunt gebruiken. Een voorinstelling voor afdrukken maken 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer het product in de printerlijst. 3. Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt opslaan zodat u deze opnieuw kunt gebruiken. 4. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als...
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken in Mac 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer het product in de printerlijst. 3. Open het menu Lay-out. 4. Selecteer in het menu Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16). 5. Selecteer in het gebied Lay-outrichting de volgorde en positie van de pagina's op het vel. 6. Selecteer in het menu Randen het soort rand dat u rond elke pagina op het vel wilt afdrukken.
De optie HP EasyColor is standaard ingeschakeld in de HP Mac Postscript-printerdriver, zodat u kleuren niet handmatig hoeft aan te passen. U kunt de optie uitschakelen, zodat u de kleurinstellingen handmatig kunt aanpassen. Ga hiervoor als volgt te werk. 82 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer het product in de printerlijst. 3. Open het menu Kleuropties en klik op het selectievakje HP EasyColor om het uit te schakelen. 4.
Aanvullende afdruktaken (Windows) Een afdruktaak annuleren met Windows 1. Als de afdruktaak momenteel wordt uitgevoerd, kunt u deze annuleren door de melding wordt afgedrukt onder in het bedieningspaneel van het apparaat aan te raken aan te raken die vervolgens aan de rechterkant van het en vervolgens de knop Annuleren bedieningspaneel wordt weergegeven. OPMERKING: Wanneer u een taak annuleert, wordt de taak gewist die het apparaat momenteel verwerkt.
84 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op Meer....
5. Vouw de lijst Type is: uit. 6. Vouw de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier dat u gebruikt. OPMERKING: Etiketten staan in de lijst Overig. 7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK. De eerste of laatste pagina op ander papier drukken met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren.
86 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. klik in het gedeelte Speciale pagina's op de optie Pagina's op ander papier afdrukken en vervolgens op de knop Instellingen. 5. Selecteer in het gebied Pagina's in document de optie Eerste of Laatste. 6. Selecteer de juiste opties in de vervolgkeuzelijsten Papierbron en Papiersoort. Klik op de knop Toevoegen.
7. Als u zowel de eerste als de laatste pagina op ander papier wilt afdrukken, herhaalt u stap 5 en 6 en selecteert u de opties voor de andere pagina. 8. Klik op de knop OK. Een document aanpassen aan paginagrootte met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Effecten. 4. Selecteer de optie Document afdrukken op en selecteer vervolgens een formaat in de vervolgkeuzelijst. Een watermerk aan een document toevoegen in Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Effecten. 4. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken.
2. Selecteer het apparaaten klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. 5. Klik in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out op de optie Links binden of Rechts binden. De optie Pagina's per vel wordt automatisch gewijzigd in 2 pagina's per vel. Aanvullende afdruktaken (Mac OS X) Een afdruktaak annuleren op de Mac 1.
De papiersoort en het papierformaat wijzigen op de Mac 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op de optie Afdrukken. 2. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat . 3. Open het venster Papier/kwaliteit. 4. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Mediatype. 5. Klik op de knop Afdrukken. Het documentformaat wijzigen of een aangepast papierformaat afdrukken op de Mac Mac OS X 10.6 en later 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken.
OPMERKING: Het apparaat moet op een vast of draadloos netwerk zijn aangesloten en over een internetverbinding beschikken om HP ePrint te gebruiken. 1. U moet HP Web Services inschakelen om HP ePrint te kunnen gebruiken. a. Raak in het beginscherm van het bedieningspaneel de knop Knop voor Web Services aan. b. Raak de knop Webservices activeren aan. 2. Raak in het menu HP Web Services de knop E-mailadres weergeven aan om het e-mailadres van het apparaat weer te geven op het bedieningspaneel. 3.
uw bureau staan of op een externe locatie, zoals een andere vestiging of een andere plaats waar dan ook ter wereld. Zo kunt u via internet op afstand afdrukken maken, zonder dat u bent gebonden aan bestandstypen of bestandsgrootten. Het doelapparaat kan zich overal ter wereld bevinden. Als het maar een internetverbinding heeft en is geregistreerd bij ePrintCenter, kunt u een afdruktaak hiernaar verzenden.
OPMERKING: Wanneer u de AirPrint-driver gebruikt, verschillen de opties en instellingen van de driver met volledige functionaliteit van HP. In dit document worden de functies van de HP-driver met volledige functionaliteit beschreven. De printer verbinden met HP Wireless Direct Sluit een computer, smartphone, tablet of ander wifi-ingeschakeld apparaat rechtstreeks op uw HPprinter aan via HP Wireless Direct.
● Open het menu Wireless Direct. ● Selecteer Aan om Wireless Direct-verbindingen in te schakelen, of selecteer Aan met beveiliging om beveiligde Wireless Direct-verbindingen met de printer te activeren. 3. Schakel de wifi-functie van uw mobiele apparaat in. 4. Zoek op uw mobiele apparaat naar de Wireless Direct-naam voor uw printer, zoals HP-Setup-xxOfficejet Pro X576, en breng een verbinding tot stand. 5.
4. Zoek op uw computer naar de Wireless Direct-naam voor uw printer, zoals HP-Setup-xxOfficejet Pro X576 en breng een verbinding tot stand. 5. Installeer de HP-printersoftware. ● Wanneer het scherm Verbindingsopties wordt weergegeven, selecteert u Draadloos. ● Wanneer de lijst met gedetecteerde printers wordt weergegeven, selecteert u uw HP-printer en voltooit u de installatie.
van het apparaat is geschikt voor standaard USB-opslagapparaten. U kunt de volgende bestandstypen afdrukken: ● PDF ● JPEG ● .JPG ● .PNG ● .TIFF 1. Plaats het USB-station in de USB-poort aan de voor- of achterzijde van het apparaat. Het menu Plug-en-print wordt geopend. 2. Selecteer een document in de lijst met documenten en mappen op het USBapparaat. 3. Raak de knop Instellingen aan om desgewenst de afdrukinstellingen voor de taak te wijzigen. 4.
98 Hoofdstuk 8 Afdrukken NLWW
9 Kleur ● Kleur aanpassen ● HP EasyColor gebruiken ● Kleuren aanpassen aan uw computerscherm ● Afdrukken maken die tegen vocht en vervagen bestand zijn Kleur aanpassen U kunt kleuren beheren door in de printerdriver de instellingen op het tabblad Kleur (Windows) of Kleuropties (Mac) te wijzigen. Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen NLWW 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren (Windows). 3.
● Foto (Adobe RGB 1998): Gebruik dit thema voor het afdrukken van digitale foto's die de AdobeRGB-kleurruimte gebruiken in plaats van sRGB. Schakel kleurbeheer in het softwareprogramma uit wanneer u dit thema gebruikt. ● Geen: Er wordt geen kleurthema gebruikt. De kleuropties wijzigen Wijzig de kleuropties voor de huidige afdruktaak vanaf het tabblad Kleur of in de printerdriver. 1. Klik in het menu Bestand op Afdrukken. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren (Windows). 3.
OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de afdrukken. HP adviseert dat deze instellingen alleen worden gewijzigd door grafische deskundigen. 6. Klik op OK om uw aanpassingen op te slaan en het venster te sluiten, of op Herstellen om terug te gaan naar de fabrieksinstellingen (Windows). 7. Klik op de optie Afdrukken in grijstinten (Windows) of op Afdrukken in grijstinten (Mac) om een kleurendocument af te drukken in zwart en grijswaarden.
In het volgende voorbeeld zijn de beelden aan de linkerzijde gemaakt zonder de optie HP EasyColor. De beelden aan de rechterzijde tonen de verbeteringen dankzij het gebruik van de optie HP EasyColor. De optie HP EasyColor is standaard ingeschakeld in zowel de HP PCL 6-printerdriver als de HP Mac Postscript-printerdriver, zodat u kleuren niet handmatig hoeft aan te passen.
Verscheidene factoren kunnen van invloed zijn op het afstemmen van afgedrukte kleuren met die van uw beeldscherm: ● Afdrukmateriaal ● Printerinkt ● Het afdrukproces (bijvoorbeeld inkjet-, drukpers- of lasertechnologie) ● De verlichting in de ruimte ● Persoonlijke verschillen in kleurwaarneming ● Softwareprogramma's ● Printerdrivers ● Computerbesturingssystemen ● Monitoren ● Videokaarten en -drivers ● Omgevingsfactoren (bijvoorbeeld vochtigheidsgraad) Houd rekening met bovengenoemde fac
104 Hoofdstuk 9 Kleur NLWW
10 Kopiëren ● Kopieerfuncties gebruiken ● Kopieerinstellingen ● Foto's kopiëren ● Originelen met verschillende formaten combineren ● Dubbelzijdig kopiëren Kopieerfuncties gebruiken Kopiëren 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. VOORZICHTIG: Zorg dat uw document geen nietjes bevat wanneer u de documentinvoer gebruikt. VOORZICHTIG: Sluit de klep van de scanner wanneer u een kopie maakt. NLWW 2. Raak het menu Knop Kopiëren 3.
Meerdere exemplaren 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Raak het menu Knop Kopiëren 3. Raak de pijlknoppen aan om het aantal kopieën te wijzigen of raak het weergegeven nummer aan en geef het aantal kopieën op. 4. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. aan op het beginscherm. Een origineel met meerdere pagina's kopiëren 1. 106 Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
2. Schuif de geleiders goed tegen het papier aan. 3. Raak het menu Knop Kopiëren 4. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. aan op het beginscherm. Identiteitsbewijzen kopiëren Met de functie Id's kopiëren kunt u beide kanten van een identiteitsbewijs of kleine documenten afdrukken op één vel papier. Het apparaat vraagt u de eerste zijde te kopiëren en vervolgens de tweede zijde op een ander gedeelte van de scannerglasplaat te plaatsen om de volgende kopie te maken.
5. Het apparaat vraagt u de volgende pagina op een ander gedeelte van de scannerglasplaat te plaatsen. 6. Raak de knop OK als u meer pagina's wilt kopiëren of raak de knop Klaar aan als dit de laatste pagina is. 7. Het apparaat kopieert alle pagina's op één zijde van een vel papier. Een kopieertaak annuleren 1. Raak op het bedieningspaneel van het apparaat de knop Annuleren aan. OPMERKING: Raak de knop Annuleren aan als geen time-out is opgetreden op het scherm met de huidige taak.
3. Raak de knop Instellingen en vervolgens de knop Verkl./vergr. aan. Raak de pijlknoppen aan om door de opties te bladeren en raak vervolgens een optie aan om deze te selecteren. 4. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. Een kopieertaak sorteren 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Raak het menu Knop Kopiëren beginscherm. 3. Raak de knop Instellingen aan, en vervolgens de knop Sorteren om te selecteren. 4.
1. Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en haal het netsnoer uit het stopcontact. 2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een nietschurende glasreiniger. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen.
De helderheid of donkerte voor kopieën aanpassen 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Raak het menu Knop Kopiëren beginscherm. 3. Raak de knop Instellingen aan, selecteer Lichter/donkerder raak de pijltjesknoppen aan om de instelling aan te passen. 4. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten.
Het papierformaat en de papiersoort instellen voor kopieën op speciaal papier 1. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. Jan 00 00 00:00a 2. Raak de knop Instellingen aan, blader vervolgens naar de knop Lade selecteren en raak deze aan. 3. Stel de papiersoort/het papierformaat in dat voor de lade is vereist. OPMERKING: U kunt uw instellingen als standaardinstellingen voor de lade opslaan. 4. 112 Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten.
Foto's kopiëren OPMERKING: Kopieer foto's via de scannerglasplaat en niet via de documentinvoer. 1. Plaats de foto met de afbeelding omlaag in de linkerbovenhoek van de scannerglasplaat en sluit de scannerklep. 2. Raak het menu Knop Kopiëren 3. Raak de knop Instellingen aan, blader vervolgens naar de knop Verbeteringen en raak deze aan. 4. Raak de knop Gemengd aan. 5. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. aan op het beginscherm.
2. Plaats één pagina van het originele document met de bedrukte zijde naar beneden in de linkerbovenhoek van de scannerglasplaat. 3. Raak het menu Knop Kopiëren 4. Raak de knop Instellingen aan, blader vervolgens naar de knop Lade selecteren en raak deze aan. 5. Raak in de lijst met papierformaten de naam aan van het papierformaat dat in de lade is geplaatst. 6. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 7. Herhaal deze stappen voor elke pagina. aan op het beginscherm.
3. Raak de knop Tweezijdig aan. 4. Selecteer de duplexoptie die u wilt gebruiken. Als u bijvoorbeeld een dubbelzijdige kopie wilt maken van een dubbelzijdig origineel, kiest u de optie Dubbelzijdig naar dubbelzijdig. 5. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten.
116 Hoofdstuk 10 Kopiëren NLWW
11 Scannen ● Scanfuncties gebruiken ● Scaninstellingen ● Een foto naar USB scannen Scanfuncties gebruiken Gebruik het apparaat om een document te scannen vanaf de glasplaat of vanuit de documentinvoer. VOORZICHTIG: Zorg dat uw document geen nietjes bevat wanneer u de documentinvoer gebruikt. VOORZICHTIG: Voor een optimale scankwaliteit sluit u de klep van de scanner voordat u de printer inschakelt. De scanner kan dan kalibreren. Scanmethoden U kunt op de volgende manieren scannen.
OPMERKING: Gebruik de HP-software om documenten te scannen naar bewerkbare tekst, een indeling waarin u binnen het gescande document kunt zoeken, kopiëren, plakken en bewerken. Gebruik deze indeling om brieven, krantenartikelen en andere documenten te bewerken. Windows 1. Plaats uw oorspronkelijke document met de te bedrukken kant naar beneden in de linkeronderhoek van het glas of met de te bedrukken kant omhoog in de documentinvoer. 2.
Start het scannen vanuit het TWAIN-compatibele programma. Raadpleeg de Help of de documentatie van het programma voor meer informatie over de gebruikte opdrachten en stappen. Scannen met een WIA-compatibel programma WIA is een andere manier om een afbeelding direct naar een softwareprogramma te scannen. WIA gebruikt Microsoft-software in plaats van HP Scan-software om te scannen.
De Scanresolutie wordt gemeten in pixels per inch (ppi). OPMERKING: De scanresolutie in ppi is een waarde die niet uitwisselbaar is met de afdrukresolutie in dpi (dots per inch). De instellingen voor kleur, grijswaarden en zwart-wit bepalen hoeveel kleuren beschikbaar zijn. U kunt de hardwareresolutie van de scanner instellen op maximaal 600 ppi. De tabel met richtlijnen voor de resolutie en de kleuren bevat eenvoudige tips voor het uitvoeren van scantaken.
Richtlijnen voor de resolutie en de kleuren De volgende tabel geeft een overzicht van de aanbevolen resolutie- en kleurinstellingen voor verschillende scantaken. OPMERKING: De standaardresolutie is ongeveer 600 dpi voor flatbedscanners en 300 dpi voor scannen via de documentinvoer.
1. Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en haal het netsnoer uit het stopcontact. 2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een nietschurende glasreiniger. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, wasbenzine, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen.
Een foto naar USB scannen NLWW 1. Plaats de foto met de afbeelding omlaag in de linkerbovenhoek van de scannerglasplaat en sluit de scannerklep. 2. Plaats het USB-opslagapparaat in de poort aan de voor- of achterkant van het apparaat. 3. Raak het menu Knop Scannen 4. Raak de knop Scan naar USB-station aan. Op het bedieningspaneel wordt een overzicht van de scaninstellingen weergegeven. Raak dit scherm aan om instellingen aan te passen. 5.
124 Hoofdstuk 11 Scannen NLWW
12 Fax ● Fax instellen ● Het telefoonboek gebruiken ● Faxinstellingen configureren ● Fax gebruiken ● Faxproblemen oplossen ● Informatie over regelgeving en garanties Fax instellen De hardware installeren en aansluiten Fax aansluiten op een telefoonlijn ▲ Sluit het telefoonsnoer aan op de lijnaansluiting in de muur. op het apparaat en op de telefoonaansluiting Het product is een analoog apparaat. U wordt aanbevolen het product op een vaste analoge telefoonlijn aan te sluiten.
4. Ga naar de knop Datum en tijd en raak deze aan. 5. Selecteer de 12- of 24-uursklok. 6. Gebruik het toetsenblok om de huidige tijd in te voeren en raak vervolgens de knop OK aan. 7. Selecteer datumnotatie. 8. Gebruik het toetsenblok om de huidige datum in te voeren en raak vervolgens de knop OK aan. 9. Raak in het menu Faxinstellingen het menu Basisfaxinstellingen aan en vervolgens het menu Faxkop. 10.
Snelkiesnummers gebruiken Snelkiesnummers maken en bewerken 1. aan op het Raak het menu Knop Fax beginscherm van het apparaat. Jan 00 00 00:00a 2. Raak het menu Instellingen voor snelkiezen aan. 3. Raak de knop Snelkiesnummer toevoegen/ bewerken aan. 4. Raak een niet-toegewezen nummer in de lijst aan. 5. Gebruik het toetsenblok om een nummer voor de vermelding in te voeren en raak de knop Volgende aan. 6.
3. Raak de knop Snelkiesnummer verwijderen aan. 4. Raak de vermelding aan die u wilt verwijderen. Groepskiescodes beheren Groepskiescodes maken en bewerken 1. Maak een individuele vermelding voor elk faxnummer dat u in die groep wilt opnemen. a. Raak het menu Knop Fax b. Raak het menu Instellingen voor snelkiezen aan. c. Raak de knop Snelkiesnummer toevoegen/bewerken aan. d. Raak een niet-toegewezen nummer in de lijst aan. e.
Speciaal symbool Knop Beschrijving Pauze voor kiestoon De knop W bevindt zich op het toetsenblok van het bedieningspaneel. Hiermee kunt u een faxnummer invoeren. Dit teken zorgt dat het apparaat op een kiestoon wacht voordat de rest van het telefoonnummer wordt gekozen. Korte signaalonderbreking De knop R bevindt zich op het toetsenblok van het bedieningspaneel. Hiermee kunt u een faxnummer invoeren. Met dit teken voegt het apparaat een korte signaalonderbreking toe.
van de opties voor Opnieuw kiezen bij bezet, Opnieuw kiezen bij geen gehoor en Opnieuw kiezen bij communicatiefouten. De optie Opnieuw kiezen bij bezet instellen Als deze optie is ingeschakeld, wordt het nummer automatisch opnieuw gekozen als er een bezetsignaal wordt ontvangen. De fabrieksinstelling voor de optie Opnieuw kiezen bij bezet is Aan. 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Raak het menu Faxinstellingen aan. 3. Raak het menu Geavanceerde faxinstellingen aan. 4.
Het contrast en de resolutie instellen Instelling voor licht/donker wijzigen Deze instelling bepaalt hoe licht of donker uitgaande faxen worden verzonden. De standaardinstelling voor licht/donker wordt normaal gesproken toegepast voor items die worden gefaxt. De schuifbalk is standaard ingesteld in het midden. 1. Raak het menu Knop Fax 2. Raak het menu Instellingen aan. 3. Raak de knop Lichter/donkerder aan en raak vervolgens een van de pijlknoppen aan om de schuifbalk aan te passen.
Instellingen voor het ontvangen van faxen Fax doorsturen instellen U kunt uw product zodanig instellen dat een inkomende fax naar een ander faxnummer wordt doorgestuurd. Als de fax op uw product wordt ontvangen, wordt deze in het geheugen opgeslagen. Vervolgens wordt het opgegeven faxnummer gekozen en wordt de fax verzonden. Als de fax als gevolg van een fout niet kan worden verzonden (omdat het nummer bijvoorbeeld in gesprek is) en het opnieuw kiezen is mislukt, wordt de fax afgedrukt.
Het aantal belsignalen instellen Wanneer de antwoordmodus is ingesteld op Automatisch, bepaalt de instelling voor het aantal belsignalen het aantal keren dat de telefoon overgaat voordat het product een inkomende oproep beantwoordt. Als het apparaat is aangesloten op een lijn waarop zowel faxen als telefoongesprekken binnenkomen (een gedeelde lijn) en waarop ook een antwoordapparaat is aangesloten, moet het aantal belsignalen mogelijk worden aangepast.
heeft een uniek belpatroon, zodat u zelf telefoongesprekken kunt beantwoorden terwijl faxoproepen worden beantwoord door het product. Als u bent geabonneerd op een belpatroonservice bij uw telefoonmaatschappij, moet u het product zodanig instellen dat dit reageert op het juiste belpatroon. Niet alle landen/regio's ondersteunen unieke belpatronen. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij om vast te stellen of deze service in uw land/regio beschikbaar is.
Het stempelen van ontvangen faxen instellen De informatie over de afzender wordt boven aan elke ontvangen fax afgedrukt. U kunt ook uw eigen kopregel op inkomende faxen afdrukken, zodat u kunt zien op welke datum en tijd de fax is ontvangen. De fabrieksinstelling voor het stempelen van ontvangen faxen is Uit. OPMERKING: Wanneer u stempelen van ontvangen faxen inschakelt, is het mogelijk dat de paginagrootte toeneemt en het product een tweede pagina afdrukt.
De huidige fax annuleren Raak de knop Annuleren aan op het bedieningspaneel als nog geen time-out voor het scherm van de huidige taak is opgetreden. U kunt ook op de statusbalk de taak selecteren om deze na een timeout te annuleren. Een faxtaak in de wachtrij annuleren U kunt faxopdrachten annuleren in de volgende situaties: ● Het product wacht op een nieuwe kiespoging na een bezette lijn, een niet-beantwoorde oproep of een communicatiefout. ● De fax wordt op een later tijdstip verzonden.
PBX Het product is een analoog apparaat dat niet compatibel is met alle digitale telefoonomgevingen. Er zijn mogelijk digitaal-analoogfilters of -omzetters nodig om de faxfunctionaliteit te kunnen gebruiken. Wanneer zich faxproblemen voordoen in een PBX-omgeving, kan het nodig zijn de PBX-provider om hulp te vragen. HP garandeert geen compatibiliteit van het product met digitale omgevingen of digitaal-analoogomzetters. Neem voor meer informatie of voor hulp contact op met de PBX-provider.
Bij stroomuitval blijft de inhoud van het faxgeheugen behouden Het flashgeheugen van het apparaat beschermt tegen gegevensverlies in geval van stroomuitval. In het flashgeheugen kunnen gegevens jarenlang worden bewaard zonder dat de fax hoeft te zijn ingeschakeld. Faxen uit het geheugen verwijderen Gebruik deze procedure alleen als u vermoedt dat iemand anders toegang heeft tot uw apparaat en mogelijk faxen uit het geheugen opnieuw probeert af te drukken.
Faxen vanuit de documentinvoer 1. Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. OPMERKING: De capaciteit van de documentinvoer is maximaal 50 vel van 75 g/ m2 of 20 lb. VOORZICHTIG: Gebruik geen originelen met correctietape, correctievloeistof, paperclips of nietjes om schade aan het product te voorkomen. Plaats ook geen foto's en kleine of dunne originelen in de documentinvoer. 2. Schuif de papiergeleiders goed tegen het papier aan. 3. Raak het menu Knop Fax beginscherm.
Snelkiescodes en groepskiescodes gebruiken 140 1. Plaats het document in de documentinvoer of op de glasplaat van de scanner. 2. Raak het menu Knop Fax 3. Raak het pictogram voor snelkiezen aan op het toetsenblok. 4. Raak de gewenste naam van de individuele vermelding of groepsvermelding aan. 5. Raak de knop Start Zwrt of Start Kleur aan. Hoofdstuk 12 Fax aan op het beginscherm.
Een standaardfax verzenden vanuit de computer U kunt een document op uw computer verzenden als fax, zonder dat u een kopie hoeft af te drukken en deze vanaf de printer moet faxen. OPMERKING: Faxen die op deze manier vanaf uw computer worden verzonden, gebruiken de faxverbinding van de printer, niet uw internetverbinding of computermodem. Zorg dus dat de printer is aangesloten op een actieve telefoonlijn en dat de faxfunctie is ingesteld en goed werkt.
worden beschreven in de Help bij het programma. Deze kunt u openen via het menu Help in het programma. U kunt elektronische documenten vanaf een computer faxen als u aan de volgende vereisten voldoet: ● Het apparaat is rechtstreeks op de computer aangesloten of op een netwerk waarmee de computer verbonden is. ● De software bij het product is op de computer geïnstalleerd. ● Het besturingssysteem van de computer wordt door het apparaat ondersteund. Een fax verzenden vanuit de software 142 1.
Een fax verzenden via een op de faxlijn aangesloten telefoon Het kan voorkomen dat u een faxnummer wilt kiezen vanaf een toestel dat op dezelfde lijn is aangesloten als het product. Dit is bijvoorbeeld het geval als u een fax verstuurt naar een persoon van wie het apparaat op handmatig ontvangen is ingesteld. U kunt dan eerst bellen om te laten weten dat de fax er aankomt. OPMERKING: De telefoon moet op dezelfde telefoonlijn zijn aangesloten als de printer (maar via een afzonderlijke poort). NLWW 1.
Een fax verzenden met bevestiging U kunt het apparaat zo instellen dat u wordt gevraagd om een faxnummer voor de tweede keer in te voeren om te bevestigen dat u de fax naar het juiste nummer verzendt. 144 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Raak het menu Faxinstellingen aan. 3. Raak het menu Geavanceerde faxinstellingen aan. 4. Ga naar het menu Faxbevestiging en raak dit aan. Raak vervolgens de knop Aan aan. 5. Verzend de fax. Hoofdstuk 12 Fax aan.
Uitgestelde verzending van een fax plannen Via het bedieningspaneel van het apparaat kunt u instellen dat een fax automatisch op een later tijdstip naar een of meerdere personen wordt verzonden. Nadat u de gewenste tijd hebt ingevoerd, wordt uw document naar het geheugen gescand en keert het apparaat terug naar de status Gereed.
Een fax verzenden met handsfree kiezen Met behulp van kiezen via de monitor kunt u een nummer vanaf het bedieningspaneel van de printer kiezen zoals u dat bij een gewone telefoon zou doen. Als u een fax verzendt met behulp van handsfree kiezen, kunt u de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de luidsprekers op de printer. Hierdoor kunt u reageren op aanwijzingen tijdens het kiezen en de kiessnelheid zelf bepalen.
Deze faxen worden continu opgeslagen. Door het opnieuw afdrukken worden ze niet uit het geheugen gewist. Een fax opnieuw afdrukken 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Raak de knop Faxinstellingen aan. 3. Raak de knop Faxhulpmiddelen aan. 4. Raak de knop Faxen opn. afdr. aan. 5. Raak de vermelding aan voor de fax die u opnieuw wilt afdrukken. aan.
Faxproblemen oplossen Controlelijst voor het oplossen van problemen met faxen ● Er zijn diverse oplossingen mogelijk. Probeer na elke aanbevolen oplossing opnieuw te faxen om te controleren of het probleem is opgelost. ● Voor de beste resultaten tijdens het oplossen van faxproblemen, controleert u of de lijn van het apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting aan de muur is aangesloten. Koppel alle andere apparaten die op het apparaat zijn aangesloten los. 1.
4. Kies de koppeling die bij het door u gebruikte besturingssysteem hoort. 5. Ga naar het firmwaregedeelte van de tabel. ◦ Wanneer de versie in de lijst overeenkomt met de configuratiepagina, hebt u de meest recente versie. ◦ Wanneer de versies verschillen, downloadt u de firmware-upgrade en werkt u de firmware op het apparaat bij door de instructies op het scherm te volgen. OPMERKING: Het apparaat moet zijn aangesloten op een computer met toegang tot internet om de firmware te kunnen bijwerken. ◦ 4.
Communicatiefout. Omschrijving Er is een fout opgetreden in de faxcommunicatie tussen het product en de afzender of ontvanger. Aanbevolen actie Laat het product opnieuw proberen de fax te verzenden. Haal het telefoonsnoer van het product uit de wandcontactdoos, sluit een telefoon aan en controleer of u kunt bellen. Sluit het telefoonsnoer van het product aan op de aansluiting van een andere telefoonlijn. Probeer het probleem op te lossen door een ander telefoonsnoer te gebruiken.
Controleer of u het juiste faxnummer belt. Controleer of de optie Opn. kiezen bij in gespr. is ingeschakeld. Open het menu Service en raak de knop Faxservice aan. Raak de knop Faxtest uitvoeren aan. Met deze test wordt gecontroleerd of het telefoonsnoer op de juiste aansluiting is aangesloten en of de telefoonlijn een signaal ontvangt. Het apparaat drukt een rapport met de resultaten af. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.
Faxopslag is vol. Faxverzending geannul. Omschrijving Tijdens het verzenden van de fax is het geheugen vol geraakt. Een faxtaak kan alleen correct worden uitgevoerd als alle pagina's van de fax zich in het geheugen bevinden. Alleen de pagina's waarvoor plaats was in het geheugen, zijn verzonden. Aanbevolen actie Annuleer de huidige taak. Schakel het apparaat uit en weer in. Probeer de taak opnieuw te verzenden.
Haal het telefoonsnoer van het product uit de wandcontactdoos, sluit een telefoon aan en controleer of u kunt bellen. Zorg dat het telefoonsnoer van de telefoonaansluiting op de muur is aangesloten op de lijningang. Sluit het telefoonsnoer van het product aan op de aansluiting van een andere telefoonlijn. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat.
Verzendfout fax Omschrijving Er is een fout opgetreden tijdens het verzenden van een fax. Aanbevolen actie Verzend de fax opnieuw. Probeer naar een ander faxnummer te faxen. Controleer of er een kiestoon op de telefoonlijn is door de knop Faxen starten aan te raken. Controleer of het telefoonsnoer goed is aangesloten door het los te koppelen en weer aan te sluiten. Controleer of u het telefoonsnoer gebruikt dat bij het product is geleverd.
Het faxfoutenrapport instellen Een faxfoutenrapport is een kort rapport met de melding dat zich een fout heeft voorgedaan bij een faxtaak. U kunt dit rapport na de volgende gebeurtenissen laten afdrukken: ● Elke faxfout (standaardfabrieksinstelling) ● Faxverzendfout ● Faxontvangstfout ● Nooit OPMERKING: Met deze optie weet u niet dat een fax niet goed is verzonden, tenzij u een faxactiviteitenlogboek afdrukt. 1. Raak het menu Knop Fax beginscherm. aan op het Jan 00 00 00:00a 2.
Foutcorrectiemodus van de fax instellen Gewoonlijk worden de signalen van de telefoonlijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax gecontroleerd. Wanneer er tijdens de verzending een fout optreedt en de foutcorrectie-instelling Aan is, kan u worden gevraagd een deel van de fax opnieuw te verzenden. De fabrieksinstelling voor foutcorrectie is Aan. Schakel deze optie alleen uit als u problemen hebt met het verzenden of ontvangen van een fax en u de fouten tijdens de overdracht wilt accepteren.
De faxsnelheid wijzigen De instelling voor de faxsnelheid is het modemprotocol dat het product voor de verzending van faxen gebruikt. Dit protocol is de wereldwijde standaard op het gebied van full-duplex-modems voor het verzenden en ontvangen van gegevens via telefoonlijnen met 33.600 bps (bits per seconde). De fabrieksinstelling voor faxsnelheid is Snel (33600 bps). Wijzig de V.34-instelling alleen als er problemen optreden bij het verzenden of ontvangen van een fax via een bepaald apparaat.
Problemen oplossen met het verzenden van faxen ● Er wordt een foutbericht weergegeven op het bedieningspaneel ● Op het bedieningspaneel wordt het bericht Klaar weergegeven en de fax wordt niet verzonden ● Op het bedieningspaneel wordt het bericht "Pagina 1 wordt opgeslagen" weergegeven en de fax wordt daarna niet verwerkt ● Faxen worden ontvangen, maar kunnen niet worden verzonden ● De faxfuncties op het bedieningspaneel kunnen niet worden gebruikt ● Er kunnen geen snelkiesnummers worden gebruikt
OPMERKING: mogelijk lager. ● Als u de optie Foutcorrectiemodus uitschakelt, is de kwaliteit van de fax Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Geen kiestoon. ● Controleer of het telefoonsnoer van het apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting aan de muur is aangesloten. ● Controleer of er een kiestoon op de telefoonlijn is door de knop Faxen starten aan te raken.
Het bericht Geen antwoord. wordt weergegeven ● Probeer de fax opnieuw te verzenden. ● Bel de ontvanger om te controleren of het faxapparaat aanstaat en gereed is voor ontvangst. ● Controleer of u het juiste faxnummer belt. ● Haal het telefoonsnoer van het product uit de wandcontactdoos, sluit een telefoon aan en controleer of u kunt bellen. ● Sluit het telefoonsnoer van het product aan op de aansluiting van een andere telefoonlijn.
● c. Open het menu Faxhulpmiddelen. d. Selecteer de optie Faxlogboek wissen. Splits een grote faxtaak op in kleinere gedeelten en fax deze afzonderlijk. Scannerfout ● Controleer of het papier aan de afmetingspecificaties voldoet. Het apparaat ondersteunt geen faxpagina's die langer zijn dan 381 mm 15 inch. ● Druk de tekst af of maak hiervan een kopie op Letter-, A4-, of Legal-formaat en verzend de fax opnieuw.
3. Gebruik het bedieningspaneel of de wizard Faxinstellingen van HP om de tijd, datum en kopregel van de fax in te stellen. a. Raak in het beginscherm de knop Instellingen b. Open het menu Faxinstellingen. c. Open het menu Basisinstell.. d. Open het menu Faxkop. e. Selecteer de juiste instellingen. aan. 4. Controleer of de hoorns van alle andere toestellen op de lijn ook op de haak liggen. 5.
● d. Open het menu Toegangsnummer. e. Selecteer de instelling Aan. Wijs aan alle vermeldingen in de groep een snelkiesnummer toe. a. Open een niet-gebruikt snelkiesnummer. b. Voer het faxnummer voor het snelkiesnummer in. c. Raak de knop OK aan om het snelkiesnummer op te slaan. U ontvangt een opgenomen foutbericht van de telefoonmaatschappij wanneer u probeert een fax te verzenden ● Controleer of u het juiste faxnummer hebt gedraaid en of de telefoondienst niet is geblokkeerd.
Problemen met het ontvangen van faxen oplossen ● De fax reageert niet ● Er wordt een foutbericht weergegeven op het bedieningspaneel ● Er is een fax ontvangen, maar deze kan niet worden afgedrukt ● De afzender ontvangt een bezettoon ● Geen belsignaal ● Er kunnen geen faxen worden verzonden of ontvangen via een PBX-lijn De fax reageert niet Voicemail is beschikbaar op de faxlijn ● ● Voeg een unieke beldienst toe aan uw telefoon en wijzig de instelling Aparte beltoon op het apparaat, zodat deze
● d. Open het menu Faxsnelheid. e. Selecteer de juiste instelling. Neem contact op met uw serviceprovider om te controleren of faxen wordt ondersteund en voor de aanbevolen snelheidsinstellingen voor faxen. Bij sommige bedrijven is een adapter vereist. Er wordt een foutbericht weergegeven op het bedieningspaneel Het bericht Geen fax wordt weergegeven OPMERKING: Deze fout verwijst niet altijd naar een gemiste fax.
OPMERKING: Als u de functie Foutcorrectiemodus uitschakelt, is de kwaliteit van de fax mogelijk lager. ● ● a. Raak in het beginscherm de knop Instellingen b. Open het menu Faxinstellingen. c. Open het menu Geavanceerde faxinstellingen. d. Open het menu Foutcorrectiemodus. e. Selecteer de instelling Uit. aan. Druk vanaf het bedieningspaneel het rapport Faxactiv.logbest. af om te bepalen of de fout optreedt bij een bepaald faxnummer. a.
OPMERKING: Mogelijk treedt er een geheugenfout op als de faxen niet worden afgedrukt. Het apparaat reageert niet als het geheugen vol is. De afzender ontvangt een bezettoon Er is een telefoon aangesloten op het apparaat ● Controleer of de telefoon in niet gebruik is. ● Wijzig de optie Antwoordmodus zodat de instelling overeenkomt met de apparaatinstellingen. a. Raak in het beginscherm de knop Instellingen b. Open het menu Faxinstellingen. c. Open het menu Basisfaxinstellingen. d.
● Schakel de instelling Foutcorrectiemodus uit. a. Open het menu Instellingen b. Open het menu Faxinstellingen. c. Open het menu Geavanceerde faxinstellingen. d. Open het menu Foutcorrectiemodus. e. Selecteer de instelling Uit. . OPMERKING: Hierdoor kan de kwaliteit van de afdrukken afnemen. ● Gebruik wit printpapier voor het origineel. Gebruik geen gekleurd papier zoals grijs, geel of roze papier. ● Stel de instelling Faxsnelheid hoger in. a. Open het menu Instellingen b.
OPMERKING: ● Als u de resolutie verhoogt, wordt de verzendsnelheid trager. Schakel de optie Foutcorrectiemodus in via het bedieningspaneel. a. Open het menu Instellingen b. Raak het menu Faxinstellingen aan. c. Raak het menu Geavanceerde instellingen aan. d. Open het menu Foutcorrectiemodus. e. Selecteer de instelling Aan. . ● Controleer de inktcartridges en vervang deze indien nodig.
170 Hoofdstuk 12 Fax NLWW
13 Beheer en onderhoud ● Informatiepagina’s afdrukken ● De geïntegreerde webserver van HP gebruiken ● HP Web Jetadmin-software gebruiken ● Functies voor productbeveiliging ● Energiezuinige instellingen ● Het product reinigen ● Productupdates Informatiepagina’s afdrukken Informatiepagina's bevinden zich in het geheugen van het product. Met behulp van deze pagina's kunt u problemen met het product onderzoeken en oplossen.
Menuoptie Submenuoptie Netwerkconfiguratiepagina Hiermee wordt de status weergegeven voor: Gebeurtenislogbestand Faxrapporten Beschrijving ● Netwerkhardwareconfiguratie ● Ingeschakelde functies ● TCP/IP- en SNMP-gegevens ● Netwerkstatistieken ● Configuratie draadloos netwerk (alleen draadloze modellen) Hiermee wordt een logboek afgedrukt met fouten en andere gebeurtenissen tijdens het gebruik van het apparaat.
OPMERKING: Bij Macintosh-besturingssystemen kunt u de geïntegreerde webserver gebruiken via een USB-verbinding nadat u de Macintosh-software hebt geïnstalleerd die wordt meegeleverd met het apparaat. Informatie over cookies Terwijl u browst, plaatst de geïntegreerde webserver van HP hele kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde schijf. Tijdens uw volgende bezoek herkent de geïntegreerde webserver van HP uw computer aan deze bestanden.
Kenmerken ● Het tabblad Home ● Tabblad Scannen ● Tabblad Faxen ● Tabblad Web Services ● Tabblad Netwerk ● Tabblad Extra ● Tabblad Instellingen OPMERKING: Als u de netwerkinstellingen van de geïntegreerde webserver wijzigt, worden bepaalde functies of toepassingen uitgeschakeld. Het tabblad Home Op het tabblad Home kunt u verschillende weergaven en taken van uw apparaat aanpassen. Het tabblad Home bevat de volgende onderdelen: OPMERKING: Niet alle onderdelen zijn standaard zichtbaar.
Tabblad Scannen Gebruik het tabblad Scannen om de scanfuncties van het apparaat te configureren. Het tabblad Scannen bevat de volgende onderdelen: ● Scannen naar computer: gebruik WebScan. BELANGRIJK: Om veiligheidsredenen is WebScan standaard uitgeschakeld. Als u WebScan wilt inschakelen, opent u het tabblad Instellingen, klikt u op Beheerdersrechten, schakelt u het selectievakje Inschakelen naast WebScan in en klikt u op de knop Toepassen.
Tabblad Web Services Op het tabblad HP Web Services kunt u de HP Web Services voor dit apparaat configureren en inschakelen. U moet HP Web Services inschakelen om de functie HP ePrint te gebruiken. Tabblad Netwerk Op het tabblad Netwerk kunt u de netwerkinstellingen van het apparaat configureren en beveiligen wanneer dit is aangesloten op een IP-netwerk. Het tabblad wordt niet weergegeven als het apparaat op een ander soort netwerk is aangesloten.
Tabblad Instellingen Hier kunt u verschillende opties van het apparaat instellen en onderhouden, zoals energiebeheer, datum en tijd, beveiliging, afdruk- en papierinstellingen, e-mailwaarschuwingen, standaardinstellingen voor kopiëren, fabrieksinstellingen herstellen en firewallinstellingen.
wachtwoord voor de geïntegreerde webserver is ingesteld, moet het beheerderswachtwoord worden ingevoerd om de vergrendeling van het bedieningspaneel in of uit te schakelen. Niet-gebruikte protocollen en services uitschakelen Via de geïntegreerde webserver kunt u niet-gebruikte protocollen en services uitschakelen. Deze instellingen voor protocollen en services kunnen tegen wijziging worden beschermd door het EWSbeheerderswachtwoord in te stellen.
schakelen. Deze webservices kunnen gezamenlijk worden in- of uitgeschakeld of WS Discovery kan apart worden ingeschakeld. ● Internet Printing Protocol (IPP) uitschakelen/inschakelen: Internet Printing Protocol (IPP) is een internetstandaardprotocol waarmee u documenten kunt afdrukken en taken kunt beheren via internet. IPP kan worden in- of uitgeschakeld. Beheerdersinstellingen Via de geïntegreerde webserver kunt u bepaalde productfuncties in- en uitschakelen.
te volgen. De geïntegreerde webservice van HP biedt de mogelijkheid om Syslog in te schakelen en de server op te geven waarnaar de statusmeldingen worden verzonden. De mogelijkheid om de prioriteit van die statusmeldingen aan te geven, wordt ook ondersteund. Certificaten De geïntegreerde webserver van HP biedt de mogelijkheid om certificaten te installeren en beheren voor de verificatie van het product, de server en het netwerk.
Stand-by instellen 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Open de volgende menu's: 3. ● Apparaat instellen ● Stroomverbruik ● Stand-by aan. Selecteer de tijd voor de standby-vertraging. OPMERKING: De standaardwaarde is 10 minuten. In slaapstand na stand-by instellen 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Open de volgende menu's: 3. ● Apparaat instellen ● Stroomverbruik ● In slaapstand na stand-by aan.
De printkop reinigen vanaf het bedieningspaneel van het apparaat 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Raak het menu Extra aan. 3. Raak de knop Printkop reinigen aan. 4. Laad gewoon papier of A4-papier wanneer dit wordt gevraagd. 5. Raak de knop OK aan om het reinigen te starten. aan. Een pagina wordt langzaam door het product gevoerd. Gooi de pagina weg nadat de procedure is voltooid.
De oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen reinigen Als het documentinvoergedeelte van het apparaat problemen geeft met de verwerking van papier, zoals vastlopen of verwerken van meerdere vellen papier tegelijk, maak dan de oppakrollen van de documentinvoer en het scheidingskussen schoon. NLWW 1. Open de klep van de documentinvoer. 2. Gebruik een vochtige, pluisvrije doek om de beide oppakrollen en het scheidingskussen schoon te vegen.
3. Sluit de klep van de documentinvoer. Het aanraakscherm reinigen Reinig het aanraakscherm om vingerafdrukken of stof te verwijderen. Veeg het aanraakscherm voorzichtig af met een schone, pluisvrije doek die met water is bevochtigd. VOORZICHTIG: Gebruik alleen water. Oplosmiddelen en reinigingsmiddelen kunnen het aanraakscherm beschadigen. Giet of spuit geen water direct op het aanraakscherm. Productupdates Software- en firmware-updates en installatie-instructies voor dit product vindt u op www.hp.
14 Problemen oplossen ● Klantondersteuning ● Controlelijst voor het oplossen van problemen ● De fabrieksinstellingen herstellen ● Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● Storingen verhelpen ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Het apparaat drukt niet of langzaam af ● Problemen met afdrukken via USB-station met Plug-en-print oplossen ● Verbindingsproblemen met het apparaat oplossen ● Problemen met draadloze netwerken oplossen ● Problemen met de productsoftware in Windows oplossen
● Stap 1: Controleer of het apparaat is ingeschakeld ● Stap 2: Controleer op het bedieningspaneel of er een foutbericht wordt weergegeven ● Stap 3: Test de afdrukfunctie ● Stap 4: Test de kopieerfunctie ● Stap 5: Test de faxverzendfunctionaliteit ● Stap 6: Test de faxontvangstfunctionaliteit ● Stap 7: Probeer een afdruktaak vanaf de computer te verzenden ● Stap 8: Test de functie Afdrukken via USB-station met Plug-en-print ● Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden Stap 1: Co
Stap 4: Test de kopieerfunctie 1. Plaats de configuratiepagina in de documentinvoer en maak een kopie. Als het papier niet soepel door de documentinvoer wordt gevoerd, moet u de invoerrollen en het scheidingskussen mogelijk schoonmaken. Zorg ervoor dat het papier voldoet aan de specificaties voor dit apparaat. 2. Plaats de configuratiepagina op de glasplaat en maak een kopie. 3. Als de afdrukkwaliteit van de gekopieerde pagina's onvoldoende is, reinigt u de glasplaat en de glasstrook.
Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden De hoeveelheid tijd die nodig is om een taak af te drukken, is van verschillende factoren afhankelijk: ● Het softwareprogramma dat u gebruikt en de instellingen daarvan ● Het gebruik van speciaal papier (zoals dik papier en papier van een aangepast formaat) ● Verwerkingstijd en downloadtijd van het product ● De complexiteit en de grootte van afbeeldingen ● De snelheid van de gebruikte computer ● De USB- of netwerkverbinding ● Of het apparaa
4. Verwijder de stapel papier uit de lade, buig de stapel, draai deze 180 graden en draai hem vervolgens ondersteboven. Waaier het papier niet uit. Plaats de stapel papier terug in de lade. 5. Controleer het bedieningspaneel om te zien of het product nog wacht op uw erkenning van het verzoek om papier handmatig in te voeren via lade 1, de multifunctionele lade aan de linkerkant van het product. Plaats papier en ga verder met afdrukken. Het apparaat pakt meerdere vellen papier op.
Storingslocaties Papierstoringen kunnen zich op de volgende plaatsen voordoen: 1 7 6 2 4 3 5 1 Documentinvoer 2 Scanner 3 Uitvoerbak 4 Lade 2 5 Optionele lade 3 en linkertoegangsklep voor het verhelpen van storingen 6 Lade 1 7 Linkerklep Na de papierstoring kan er losse inkt in het apparaat achterblijven. Na het afdrukken van enkele vellen is dit gewoonlijk vanzelf opgelost. Papierstoringen in de documentinvoer verhelpen 1. 190 Schakel het product uit.
2. Open de klep van de documentinvoer. 3. Til het invoermechanisme omhoog en trek het vastgelopen papier voorzichtig los.
4. Sluit de klep van de documentinvoer. 5. Open het deksel van de scanner. Trek het papier voorzichtig los als het is vastgelopen achter de witte plastic afdekplaat. Papierstoringen verhelpen in lade 1 (multifunctionele lade) 1. Trek vastgelopen papier uit lade 1 als het zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar is. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u verdergaat met afdrukken.
2. U kunt ook bij het vastgelopen papier door lade 2 te verwijderen en het vel eerst naar rechts en dan uit het product te trekken. 3. Als het vastgelopen papier niet zichtbaar of eenvoudig bereikbaar is via lade 1, opent u de linkerklep. 4. Als u het papier nog steeds niet zichtbaar of bereikbaar is, verwijdert u de duplexeenheid door er met beide handen aan te trekken. Zet de duplexeenheid rechtop opzij op een vel papier om te voorkomen dat er inkt wordt gemorst.
5. Laat de degel zakken door het groene tabje in te drukken. Het product probeert nu om het vel door de afdrukzone te voeren. Mogelijk moet u voorzichtig aan het vel trekken, als het niet wordt opgepakt. Verwijder het vel. 6. Til het groene tabje op om de degel terug te plaatsen in de werkingspositie.
7. Plaats de duplexeenheid terug in de printer. 8. Sluit de linkerklep. Papierstoringen in lade 2 verhelpen 1. Open lade 2 door deze eruit te trekken en de vergrendeling linksachter op de lade te ontgrendelen.
2. Verwijder het vastgelopen vel door het eerst naar rechts en dan uit het product te trekken. 3. Sluit lade 2. OPMERKING: Om de lade te sluiten duwt u deze in het midden of aan beide zijden met gelijke kracht dicht. Duw niet aan slechts één kant. Storingen in optionele lade 3 verhelpen 1. 196 Open lade 3.
2. Verwijder het vastgelopen vel door het eerst naar rechts en dan uit het product te trekken. 3. Als de storing niet in de lade kan worden verholpen, kunt u het proberen via de linkerklep van lade 3. 4. Sluit lade 3. OPMERKING: Om de lade te sluiten duwt u deze in het midden of aan beide zijden met gelijke kracht dicht. Duw niet aan slechts één kant.
Storingen verhelpen in de linkerklep 1. Open de linkerklep. 2. Verwijder voorzichtig eventueel zichtbaar papier uit de rollen en het uitvoergebied. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u verdergaat met afdrukken. Gebruik geen scherpe voorwerpen om papiersnippers te verwijderen. 3. 198 Sluit de linkerklep.
storingen verhelpen in de uitvoerbak 1. Kijk of er vastgelopen papier is vastgelopen in de uitvoerbak. 2. Verwijder alle zichtbare afdrukmateriaal. OPMERKING: Als het vel scheurt, controleert u of alle papiersnippers uit de papierbaan zijn verwijderd voordat u verdergaat met afdrukken. 3. Open en sluit de linkerklep om het bericht te verwijderen.
Storingen in de duplexeenheid verhelpen 1. Open de linkerklep. 2. Als u de achterrand van het vel kunt zien, verwijdert u het vel uit het apparaat. 3. Als u het papier niet zichtbaar of bereikbaar is, verwijdert u de duplexeenheid door er met beide handen aan te trekken. Zet de duplexeenheid rechtop opzij op een vel papier om te voorkomen dat er inkt wordt gemorst.
4. Laat de degel zakken door het groene tabje in te drukken. Het product probeert nu om het vel door de afdrukzone te voeren. Mogelijk moet u voorzichtig aan het vel trekken, als het niet wordt opgepakt. Verwijder het vel. 5. Til het groene tabje op om de degel terug te plaatsen in de werkingspositie.
6. Plaats de duplexeenheid terug in de printer. 7. Sluit de linkerklep. De afdrukkwaliteit verbeteren Wanneer u zich aan deze richtlijnen houdt, kunt u de meeste problemen met de afdrukkwaliteit voorkomen. 202 ● Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver.
Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver. Controleer de instelling voor de papiersoort als u een van de volgende problemen ondervindt: ● Op de afgedrukte pagina's is inkt uitgelopen. ● Er bevinden zich herhaalde vlekken op de afgedrukte pagina's. ● Afgedrukte pagina's zijn gekruld. ● Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt. De instelling voor de papiersoort en het formaat wijzigen in Windows 1.
● Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGBgegevens in de onbewerkte apparaatmodus. Hiermee kunt u de kleuren in het softwareprogramma of het besturingssysteem beheren voor de juiste weergave. ● Levendig: Met dit thema wordt de kleurverzadiging in de middentinten verhoogd. Gebruik dit thema voor het afdrukken van zakelijke illustraties.
4. Schakel het selectievakje HP EasyColor uit. 5. Klik op de knop Inktinstellingen (Windows) of vouw het menu Geavanceerd (Mac) uit, en gebruik de schuifregelaar om de volgende aanpassingen te maken: ● Droogtijd ● Verzadiging ● Spreiding zwarte inkt OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de afdrukken. HP adviseert dat deze instellingen alleen worden gewijzigd door grafische deskundigen.
7. Klik op de optie Afdrukken in grijstinten (Windows) of op Afdrukken in grijstinten (Mac) om een kleurendocument af te drukken in zwart en grijswaarden. Gebruik deze optie om kleurendocumenten af te drukken voor kopiëren of faxen. U kunt deze optie ook gebruiken om concepten af te drukken of om de kleurencartridge te sparen. 8. Klik op de knop OK (Windows).
De inktcartridges controleren U dient de inktcartridges te controleren door een statusrapport af te drukken, en indien nodig te vervangen wanneer zich een van de volgende problemen voordoet: ● Kleine delen van de pagina zijn niet afgedrukt. ● De afgedrukte pagina's hebben strepen of banen. OPMERKING: Als de afdrukkwaliteit op Concept is ingesteld, kan de afdruk erg licht zijn.
1 2 3 4 Gebied Inktcartridge 1 Zwart 2 Cyaan 3 Magenta 4 Geel ● Reinig de printkop als er stippels of strepen in een of meer groepen worden weergegeven. Neem contact op met HP als het probleem hiermee niet wordt verholpen. ● Als er strepen in meerdere kleurenbanen voorkomen, reinigt u de printkoppen nogmaals om te zien of het probleem hiermee wordt opgelost. Als dit niet het geval is, neemt u contact op met HP. Waarschijnlijk wordt het probleem dan niet veroorzaakt door de inktcartridge.
2. Bestudeer de metalen connector van de inktcartridge. VOORZICHTIG: Raak de metalen connector op de rand van de inktcartridge niet aan. Vingerafdrukken op de metalen connector kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 3. Vervang de inktcartridge als er zich krassen of andere beschadigingen op de metalen connector bevinden. 4. Als de metalen connector niet beschadigd lijkt te zijn, drukt u de cartridge voorzichtig terug op zijn plaats.
Volg de onderstaande procedure om de printkop te reinigen. 1. Laad normaal of A4-papier. 2. Raak op het bedieningspaneel de knop Instellingen 3. Druk op de menuknop Extra of raak deze aan. 4. Druk op de menuknop Printkop reinigen of raak deze aan. 5. Druk op de knop OK of raak deze aan om het reinigen te starten. aan. Er wordt langzaam een pagina door het apparaat gevoerd. Bewaar deze pagina voor verdere beoordeling van de afdrukkwaliteit. 6. Volg de stappen op het bedieningspaneel.
HP UPD PCL 5 HP UPD PCL 6 ● Aanbevolen voor alle veelvoorkomende afdruktaken op een kantoor (Windows-omgevingen) ● Compatibel met eerdere PCL-versies en oudere HP Inkjet-producten ● De beste keuze voor afdrukken via aangepaste softwareprogramma's of softwareprogramma's van derden ● De beste keuze wanneer u in verschillende omgevingen werkt, waarbij het product dient te worden ingesteld op PCL 5 (UNIX, Linux, mainframe) ● Ontworpen voor Windows-omgevingen in bedrijven om één driver te bieden die u
1. Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en haal het netsnoer uit het stopcontact. 2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een niet-schurende glasreiniger. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, wasbenzine, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen.
3. Zorg ervoor dat alle kabels juist zijn aangesloten. Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, controleert u het volgende: ◦ Controleer het lampje naast de netwerkverbinding op het apparaat. Als het netwerk actief is, brandt het lampje groen. ◦ Zorg ervoor dat u een netwerkkabel gebruikt voor de netwerkaansluiting in plaats van een telefoonsnoer. ◦ Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist functioneert. 4.
Het menu Afdr. via USB wordt niet geopend wanneer u het USBaccessoire plaatst 1. U gebruikt mogelijk een USB-opslagapparaat of bestandssysteem dat het apparaat niet ondersteunt. Sla de bestanden op een standaard USB-opslagaapparaat met het bestandssysteem FAT (File Allocation Table) op. Het apparaat ondersteunt USBopslagapparaten met de bestandssystemen FAT12, FAT16 en FAT32. 2. Als er al een ander menu is geopend, sluit u dit en plaatst u het USB-opslagapparaat opnieuw. 3.
Verbindingsproblemen met het apparaat oplossen Problemen met directe USB-verbinding oplossen Als het apparaat rechtstreeks op een computer is aangesloten, moet u de USB-kabel controleren. ● Controleer of de kabel zowel op de computer als op de printer is aangesloten. ● Controleer of de kabel niet langer is dan 5 m. Probeer een kortere kabel. ● Controleer of de kabel goed werkt door deze aan te sluiten op een ander apparaat. Vervang de kabel zo nodig.
3. Als u het apparaat hebt geïnstalleerd met een standaard TCP/IP-poort van Microsoft, gebruikt u de hostnaam in plaats van het IP-adres. Als u het product hebt geïnstalleerd met de installatie-cd, of het volledige installatieprogramma hebt gedownload via de website van HP, kunt u het IP-adres van het apparaat weergeven of wijzigen via de volgende stappen: 4. a. Klik op Start. b. Klik op Alle programma's. c. Klik op HP. d. Klik op uw apparaat. e.
Het apparaat is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist 1. Controleer op de configuratiepagina de status van het netwerkprotocol. Schakel het protocol indien nodig in. 2. Configureer de netwerkinstellingen zo nodig opnieuw. Problemen met draadloze netwerken oplossen ● Controlelijst draadloze verbinding ● Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: De draadloze functie van dit product is uitgeschakeld.
● Het draadloos signaal wordt niet geblokkeerd door obstakels. Verwijder grote metalen objecten tussen het toegangspunt en het apparaat. Controleer of er geen pilaren, muren of draagbalken van metaal of beton tussen het apparaat en het draadloos toegangspunt staan. ● Het apparaat staat niet bij elektronische apparaten die het draadloos signaal storen.
5. iv. Klik op uw product. v. Klik op IP-adres bijwerken om een hulpprogramma te openen waarmee bekende ('vorige') IP-adressen voor het product gerapporteerd worden en u het IP-adres desgewenst kunt wijzigen. Controleer of de computer goed functioneert. Start indien nodig de computer opnieuw op. Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat en op de computer is een firewall van derden geïnstalleerd 1. Werk de firewall bij met de meest recente update van de fabrikant. 2.
5. Controleer of de juiste poort of het juiste apparaat is geselecteerd. a. b. 6. Voor printers die zijn geïnstalleerd zonder het volledige installatieprogramma: 1. Klik in de lijst met printers op uw computer met de rechtermuisknop op de naam van dit apparaat. Klik vervolgens op Eigenschappen en open het tabblad Poorten. 2. Controleer of het selectievakje naast Virtuele printerpoort voor USB is ingeschakeld.
Het draadloos netwerk functioneert niet 1. Om te controleren of de verbinding met het netwerk is verbroken, dient u andere apparaten op het netwerk aan te sluiten. 2. Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk. 3. a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en typ vervolgens cmd. b. Typ ping, gevolgd door de naam van uw draadloze netwerk (SSID). c.
Probleem Oplossing Controleer of het IP-adres op de configuratiepagina overeenkomt met het IP-adres voor de softwarepoort.
● Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet weergegeven in de lijst Afdrukken & scannen nadat het stuurprogramma is geselecteerd. ● Bij USB-verbindingen wordt er een algemene printerdriver gebruikt Het printerstuurprogramma wordt niet in de lijst Afdrukken & scannen weergegeven 1. Controleer of het GZ-bestand van het apparaat zich in de volgende map op de vaste schijf bevindt: Library/Printers/PPDs/Contents/Resources. Installeer de software zo nodig opnieuw. 2.
Wanneer het apparaat met een USB-kabel is aangesloten, wordt het apparaat niet weergegeven in de lijst Afdrukken & scannen nadat het stuurprogramma is geselecteerd. Problemen met software oplossen ▲ Controleer of het besturingssysteem Mac OS X 10.6 of later is. Problemen met hardware oplossen 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld. 2. Controleer of de USB-kabel op de juiste manier is aangesloten. 3. Controleer of u de juiste hogesnelheids-USB-kabel gebruikt. 4.
A Benodigdheden en accessoires ● Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen ● Onderdeelnummers Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP.
OPMERKING: Informatie over de levensduur van de cartridges kunt u vinden op www.hp.com/go/ pageyield. De werkelijke levensduur is afhankelijk van het specifieke gebruik. Mogelijk zjn niet alle cartridges beschikbaar in elke regio.
B Service en ondersteuning ● Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ● Licentieovereenkomst voor eindgebruikers ● OpenSSL ● Klantondersteuning Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP PRODUCT DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE HP Officejet Pro X476dn, X476dw, X576dw 1 jaar HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de HP-hardware en -accessoires vanaf de datum van aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en constructiefouten.
bovenstaande beperking of uitsluiting misschien niet op u van toepassing is. Deze beperkte garantie geeft u specifieke juridische rechten. U hebt misschien ook andere rechten die verschillen per staat, per provincie of per land/regio. De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's of plaatsen waar HP ondersteuning biedt voor dit product en waar HP dit product op de markt heeft gebracht. De garantie kan variëren op basis van plaatselijke normen.
MET, EEN ANDER HP PRODUCT, KUNT U HET VOLLEDIGE, ONGEBRUIKTE PRODUCT RETOURNEREN. NLWW 1. SOFTWARE VAN DERDEN. De Software kan naast software van HP ("HP-software") software bevatten onder licentie van derden ("Software van derden" en "Licentie van derden"). Enige Software van derden wordt u in licentie gegeven overeenkomstig de voorwaarden van de desbetreffende Licentie van derden. In het algemeen is de Licentie van derden te vinden in een bestand met de naam "license.txt/licentie.txt" of "readme.
sublicentie geven, toewijzen of anderszins overdragen, behalve zoals uitdrukkelijk in de Eindgebruikersovereenkomst is bepaald. 5. EIGENDOMSRECHTEN. Alle intellectuele eigendomsrechten op de Software en Gebruikersdocumentatie zijn eigendom van HP of haar leveranciers en worden beschermd bij wet, met inbegrip van toepasselijke wetgeving betreffende auteursrechten, handelsgeheimen, octrooien en handelsmerken.
© 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Rev. 04/09 OpenSSL Dit apparaat bevat software die door het OpenSSL Project is ontwikkeld voor gebruik in de OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/) DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET OpenSSL PROJECT GELEVERD IN DE HUIDIGE STAAT EN ELKE WAARBORG, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF, ZONDER BEPERKING, WAARBORGEN VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN.
232 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
C NLWW Productspecificaties ● Afmetingen en gewicht ● Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ● Geluidsniveau ● Omgevingsspecificaties 233
Afmetingen en gewicht Tabel C-1 Fysieke specificaties Product Hoogte Diepte Breedte Gewicht HP Officejet Pro X476 MFP Series 521 mm (20,5 inch) 406 mm (16,0 inch) 521 mm (20,5 inch) 23,7 kg (50,0 lb) HP Officejet Pro X576 MFP Series 518 mm (20,4 inch) 399 mm (15,7 inch) 516 mm (20,3 inch) 23,1 kg (51 lb), zonder toebehoren Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot VOORZICHTIG: De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar het product wordt verkocht.
Geluidsniveau Tabel C-2 Geluidsniveaus Werking LwAd-mono (B) LwAd-kleur (B) Opmerkingen Afdrukken 6,9 6,8 Kopiëren 7,1 6,9 ADF-modellen Scannen 6,9 6,7 ADF-modellen Het is raadzaam het apparaat in een ruimte te plaatsen waarin geen werkstations van werknemers staan.
236 Bijlage C Productspecificaties NLWW
D Programma milieuvriendelijk productiebeleid ● Milieubescherming ● Ozonproductie ● Lager energieverbruik ● Papierverbruik ● Plastic onderdelen ● HP Officejet-afdrukbenodigdheden ● Instructies voor retourneren en recyclen ● Papier ● Materiaalbeperkingen ● Afdanken van afvalapparatuur door gebruikers ● Recycling van elektronische hardware ● Chemische stoffen ● Material Safety Data Sheet (MSDS, chemiekaart) ● Meer informatie ● Tabel met chemicaliën (China) ● Verklaring over de
Lager energieverbruik Het stroomverbruik loopt aanzienlijk terug in de modus Klaar of de modus Sluimer. Dit bespaart natuurlijke bronnen en geld zonder dat de prestaties van dit product worden beïnvloed. Apparatuur voor afdrukken en beeldbewerking van Hewlett-Packard die voorzien is van het logo ENERGY STAR® is gekwalificeerd voor de ENERGY STAR-specificaties voor beeldbewerkingsapparatuur van de Amerikaanse EPA (Environmental Protection Agency).
OPMERKING: Ga naar http://www.hp.com/recycle voor volledige recycle-informatie en om gefrankeerde etiketten, enveloppen of dozen voor recycling te bestellen. Instructies voor retourneren en recyclen Verenigde Staten en Puerto Rico Ga naar www.hp.com/recycle voor volledige recycle-informatie en om gefrankeerde verzendlabels, enveloppen of dozen voor recycling te bestellen. Volg de onderstaande instructies die van toepassing zijn. Inleveren van meerdere items (meer dan één cartridge) 1.
Inwoners van Alaska en Hawaï gebruik het UPS-etiket niet. Bel 1-800-340-2445 voor informatie en instructies. De U.S. Postal Service levert gratis services voor het terugsturen van cartridges volgens een overeenkomst met HP voor Alaska en Hawaï. Inzameling buiten de V.S Als u wilt deelnemen aan het inzamel- en recycleprogramma HP Planet Partners, volgt u de eenvoudige aanwijzingen in de recyclinggids (te vinden in de verpakking van uw nieuwe benodigdheden) of gaat u naar www.hp.com/recycle.
Voor recyclinginformatie kunt u naar www.hp.com/recycle gaan of kunt u contact opnemen met de lokale overheid of met de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org. Afdanken van afvalapparatuur door gebruikers Dit symbool betekent dat u het product niet met uw andere huishoudafval mag weggooien. In plaats hiervan dient u ten behoeve van de gezondheid en het milieu afgedankte apparatuur in te leveren bij een recycling/inzamelingspunt voor elektrische en elektronische apparatuur.
Chemische stoffen Het beleid van HP is erop gericht om klanten informatie te verstrekken over de chemische stoffen die zich in de producten bevinden, in overeenstemming met wettelijke verplichtingen zoals REACH (Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad). Een rapport met chemische informatie voor dit apparaat vindt u op: www.hp.com/go/reach.
Tabel met chemicaliën (China) Verklaring over de beperking van gevaarlijke stoffen statement (Turkije) Türkiye Cumhuriyeti: EEE Yönetmeliğine Uygundur Verklaring betreffende beperkingen op schadelijke stoffen (Oekraïne) Обладнання відповідає вимогам Технічного регламенту щодо обмеження використання деяких небезпечних речовин в електричному та електронному обладнанні, затвердженого постановою Кабінету Міністрів України від 3 грудня 2008 № 1057 NLWW Tabel met chemicaliën (China) 243
Verklaring betreffende beperkingen op schadelijke stoffen (Vietnam) “Các sản phẩm của công ty Hewlett-Packard tuân thủ Thông tư 30/2011/TT-BCT quy định tạm thời về giới hạn hàm lượng cho phép của một số hóa chất độc hại trong sản phẩm điện, điện từ” 244 Bijlage D Programma milieuvriendelijk productiebeleid NLWW
E Informatie over wettelijke voorschriften ● Wettelijke voorschriften ● VCCI-verklaring (Japan) ● Instructies voor netsnoer ● Netsnoerverklaring (Japan) ● EMC-verklaring (Korea) ● GS-verklaring (Duitsland) ● Wettelijk voorschrift van Europese Unie ● Aanvullende verklaringen voor telecomproducten (faxapparatuur) ● Aanvullende voorschriften voor draadloze producten ● Opslag van anonieme gebruiksgegevens Wettelijke voorschriften Voorgeschreven identificatienummer van het model Om het produ
● Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere stroomkring dan die waarop het ontvangstapparaat is aangesloten. ● Raadpleeg de dealer of een ervaren radio- en TV-monteur. OPMERKING: Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Hewlett-Packard zijn goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om met deze apparatuur te werken, tenietdoen.
EMC-verklaring (Korea) GS-verklaring (Duitsland) Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld platziert warden.
Raadpleeg het regulerende label op het product. De telecommunicatiefunctionaliteit van dit product mag worden gebruikt in de volgende EG- en EFTA-landen: Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, de Tsjechische republiek, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Lithouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Roemenië, de Slovaakse republiek, Slovenië, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.
New Zealand Telecom Statements The grant of a Telepermit for any item of terminal equipment indicates only that Telecom has accepted that the item complies with minimum conditions for connection to its network. It indicates no endorsement of the product by Telecom, nor does it provide any sort of warranty.
VOORZICHTIG: If your home has specially wired alarm equipment connected to the telephone line, ensure the installation of this equipment does not disable your alarm equipment. If you have questions about what will disable alarm equipment, consult your telephone company or a qualified installer. WHEN PROGRAMMING EMERGENCY NUMBERS AND(OR) MAKING TEST CALLS TO EMERGENCY NUMBERS: ● Remain on the line and briefly explain to the dispatcher the reason for the call.
VOORZICHTIG: Users should not attempt to make such connections themselves, but should contact the appropriate electric inspection authority, or electrician, as appropriate. The Ringer Equivalence Number (REN) of this device is 0.0. Notice: The Ringer Equivalence Number (REN) assigned to each terminal device provides an indication of the maximum number of terminals allowed to be connected to a telephone interface.
Vietnam Telecom elektronische marking voor producten met ICTQC Typegoedkeuring Aanvullende voorschriften voor draadloze producten FCC-voorschriften—Verenigde Staten Exposure to radio frequency radiation VOORZICHTIG: The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner that the potential for human contact during normal operation is minimized.
potential radio interference to other users, the antenna type and its gain should be so chosen that the equivalent isotropically radiated power (e.i.r.p.) is not more than that necessary for successful communication. This device complies with Industry Canada licence-exempt RSS standard(s). Operation is subject to the following two conditions: (1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device.
La operación de este equipo está sujeta a las siguientes dos condiciones: (1) es posible que este equipo o dispositivo no cause interferencia perjudicial y (2) este equipo o dispositivo debe aceptar cualquier interferencia, incluyendo la que pueda causar su operación no deseada. Para saber el modelo de la tarjeta inalámbrica utilizada, revise la etiqueta regulatoria de la impresora.
F NLWW Hoe kan ik? ● Het apparaat aansluiten op pagina 29 ● Het apparaat verbinden met Windows op pagina 37 ● Het product gebruiken op de Mac op pagina 43 ● Papier en afdrukmateriaal op pagina 49 ● Inktcartridges op pagina 61 ● Afdrukken op pagina 71 ● Kleur op pagina 99 ● Kopiëren op pagina 105 ● Scannen op pagina 117 ● Fax op pagina 125 ● Beheer en onderhoud op pagina 171 ● Problemen oplossen op pagina 185 255
256 Bijlage F Hoe kan ik? NLWW
Index A aangepaste afdrukinstellingen (Windows) 72 aangepast papierformaat, instellingen Macintosh 91 Aanpassen aan pagina, instelling, fax 134 aanraakscherm, reinigen 184 aansluiten op een draadloos netwerk 34 aantal exemplaren, wijzigen 106 accessoires bestellen 225 Accessoires bestellen 225 afdrukken instellingen (Mac) 80 instellingen (Windows) 71 vanaf USBopslagaccessoires 96 van rand tot rand 111 afdrukken die bestand zijn tegen vocht en vervagen 103 afdrukken op beide zijden instellingen (Windows) 76
documentformaat wijzigen kopiëren 108 documentinvoer locatie 5 storingen 190 vullen 58 donker, instellingen fax 131 donkerheid, contrastinstellingen kopie 111 dots per inch (dpi) fax 131 dpi (dots per inch) fax 131 scannen 120 draadloos configureren 21 draadloos netwerk configureren met WPS 35 configureren via instellingenwizard 34 driver installeren 35 draadloos netwerk, aansluiting 34 drivers instellingen 39 instellingen (Mac) 80 instellingen (Windows) 71 instellingen wijzigen (Mac) 45 papiersoorten en -f
faxnummers deblokkeren 132 faxpoorten, locatie 6, 7 faxrapporten afdrukken 21 faxtijd, instellen met wizard Faxinstellingen van HP 126 via bedieningspaneel 125 faxverzending uitstellen 145 firewall 34 formaat 234 formaat, kopie verkleinen of vergroten 108 formaat van documenten wijzigen Windows 87 formaten, afdrukmateriaal instelling Aanpassen aan pagina, faxen 134 foto's kopiëren 113 scannen 123 foutcorrectie instellen, fax 156 fouten software 221 foutmeldingen, fax 149, 158, 164 foutrapport, fax afdrukken
kleuropties instellen (Windows) 79 Kleuropties HP EasyColor (Windows) 101 kopieën met aangepast formaat 108 kopiëren annuleren 108 contrast, aanpassen 111 dubbelzijdig 114 foto's 113 instellingen voor licht/donker 111 kwaliteit, aanpassen 211 meerdere exemplaren 106 papierinstellingen 112 snel 105 sorteren 109 van rand tot rand 111 vergroten 108 verkleinen 108 Kopiëren, menu 13 Koreaanse EMC-verklaring 247 kwikvrij product 240 L laatste pagina op ander papier afdrukken (Windows) 85 lade 1 storingen verhelpe
problemen met afdrukken via USB-station met Plug-enprint 213 problemen met rechtstreekse USB-verbindingen 215 opmerking iii optische tekenherkenning, software voor 119 overeenstemmen, kleuren 102 P pagina's per vel 81 afdrukken (Windows) 77 selecteren (Windows) 77 paginaformaten schaal van documenten aanpassen (Windows) 87 papier aangepast formaat, Macintoshinstellingen 91 eerste en laatste pagina, ander papier gebruiken 85 eerste pagina 80 instellingen voor automatisch verkleinen van faxen 134 kopieerinste
methoden 117 met Mac-software 47 OCR-software 119 resolutie 119 TWAIN-compatibele software 118 WIA-compatibele software 118 scanner glasplaat reinigen 109, 121, 182, 211 schalen van documenten kopiëren 108 Windows 87 serienummer, locatie 7 Servicemenu 27 snelkiescodes programmeren 140 snelkiesnummers bewerken 127 maken 127 snelkoppelingen (Windows) gebruiken 72 maken 73 software faxen verzenden 141 geïntegreerde webserver 41 HP Utility 44 installeren, bekabeld netwerk 31 installeren, USBverbindingen 29 inst
voorbladen afdrukken (Mac) 80 op ander papier afdrukken (Windows) 85 voorinstellingen (Mac) 80 voorvoegsels, kiezen 129 voorzichtig iii W waarschuwing iii watermerken 91 toevoegen (Windows) 88 Web-printing HP ePrint 34 websites bestellen, benodigdheden 225 fraudemeldingen 63 klantondersteuning 185, 231 Macintosh klantondersteuning 185, 231 Material Safety Data Sheet (MSDS) 242 universele printdriver 38 Websites HP Web Jetadmin, downloaden 177 werkomgeving, specificaties 235 WIA-compatibele software, scannen
264 Index NLWW
© 2012 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.