HP OfficeJet Pro 7730 Wide Format All-inOne series Gebruikershandleiding
Copyright informatie Kennisgeving van HP Company Dankbetuigingen © Copyright 2018 HP Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle rechten voorbehouden.
Veiligheidsinformatie Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken. - Lees en begrijp alle instructies in de documentatie bij uw printer. - Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht. - Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt. - Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of als u nat bent.
Inhoudsopgave 1 Hoe kan ik? ................................................................................................................................................... 1 2 Aan de slag ................................................................................................................................................... 2 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................................
Foto's afdrukken .................................................................................................................................................. 34 Afdrukken op speciaal en aangepast papier ....................................................................................................... 35 Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) ........................................................................................ 37 Afdrukken met de HP Smart-app ......................
Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen ..................................................... 61 Ongewenste faxnummers blokkeren ................................................................................................ 61 Telefoonboekcontacten instellen ........................................................................................................................ 62 Een telefoonboekcontact maken en bewerken .................................................................
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat ......................... 87 Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem en een antwoordapparaat ................................................................. 88 Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en een antwoordapparaat ........................ 88 Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSLmodem en een antwoordapparaat ...........
HP-hulpprogramma's (OS X en macOS) ............................................................................................................ 113 Geïntegreerde webserver .................................................................................................................................. 113 Over cookies .................................................................................................................................... 114 De geïntegreerde webserver openen .....................
Vraag hulp in de HP Smart-app ......................................................................................................................... 143 Printerrapporten begrijpen ............................................................................................................................... 143 Statusrapport van de printer .......................................................................................................... 143 Netwerkconfiguratiepagina ...............................
Aanwezigheidsverklaring markering van de aan beperkingen onderworpen stoffen (Taiwan) .... 162 The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/elementen en hun inhoud) .............................................................................. 163 Beperking voor gevaarlijke producten (Oekraïne) .......................................................................... 163 Beperking voor gevaarlijke producten (India) .....................................
xii NLWW
1 NLWW Hoe kan ik? ● Aan de slag ● Afdrukken ● Kopiëren en scannen ● Fax ● Webservices ● Met cartridges werken ● Netwerkinstallatie ● Hulpprogramma's printerbeheer ● Een probleem oplossen 1
2 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
HP EcoSolutions (HP en het milieu) HP richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor. Zie Programma voor milieubeheer voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP volgt tijdens het productieproces. Bezoek www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de milieu-initiatieven die HP neemt.
1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen en tikt u op . 2. Druk op Planning printer Aan/Uit. 3. Tik op Planning aan/uit om de tijdinstellingen te krijgen nadat u een van deze AAN heeft gezet. 4. Selecteer de gewenste optie en volg de berichten op het scherm om de dagen en tijdstippen voor de inen uitschakeling van de printer in te stellen.
De stille modus in- of uitschakelen terwijl de printer afdrukt 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens selecteert u de afdruktaak die momenteel wordt uitgevoerd. 2. Tik op het afdrukscherm op (Stille modus) om deze in te schakelen. OPMERKING: De stille modus wordt alleen ingeschakeld nadat de huidige pagina is afgedrukt en wordt alleen gebruikt voor de huidige afdruktaak.
De onderdelen van de printer kennen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Boven- en vooraanzicht ● Ruimte voor printerbenodigdheden ● Achteraanzicht Boven- en vooraanzicht 6 1 Documentinvoer 2 Papierbreedtegeleiders van de documentinvoer 3 Documentinvoerlade 4 Scannerklep 5 Scannerglasplaat 6 Toegangsklep cartridge 7 Uitvoerlade 8 Verlengstuk van de uitvoerlade 9 Invoerladeklep / Lade 1 10 Invoerlade / Lade2 11 Aan-/uit-knop 12 Beeldscherm bedieningspaneel Hoofdstuk 2
Ruimte voor printerbenodigdheden 1 Printkop 2 Cartridges 3 Toegangsklep cartridge OPMERKING: De cartridges moeten in de printer blijven om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden niet voor langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
● Til het bedieningspaneel op ● Overzicht knoppen en lampjes ● Schermpictogrammen bedieningspaneel ● Printerinstellingen wijzigen ● Dashboard Til het bedieningspaneel op U kunt het bedieningspaneel verplaatsen voor gemakkelijker gebruik. ● Gebruik het handvat links ondeeraan het bedieningspaneel om hem voorzichtig op te tillen of te laten zakken. OPMERKING: Breng het bedieningspaneel terug naar de originele positie door de linkerzijde naar beneden te duwen tot deze weer vastklikt.
Label Naam en beschrijving ● Een blauw lampje geeft aan dat de draadloze verbinding werd gemaakt en dat u kunt afdrukken. ● Een langzaam knipperend lampje geeft aan dat de draadloze functie is ingeschakeld, maar de printer niet is aangesloten op een netwerk. Zorg ervoor dat uw printer binnen bereik is van het draadloze signaal. ● Een snel knipperend lampje geeft een fout met de draadloze functie aan. Raadpleeg het bericht op het printerbeeldscherm.
Pictogram Doel Wi-Fi Direct: Geeft de status, naam en het wachtwoord voor Wi-Fi Direct weer, evenals het aantal verbonden apparaten. U kunt tevens de instellingen wijzigen en een gids afdrukken. Inkt: Hiermee geeft u de schatting van het inktniveau weer. OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen.
De printerinstellingen wijzigen Om de printerinstellingen te wijzigen of rapporten af te drukken, gebruikt u de opties die beschikbaar zijn in het Configuratiemenu: 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ). 2. Blader door de schermen en raak ze aan. 3. Raak de schermelementen aan om schermen of opties te selecteren.
Foto's printen ● HP Geavanceerd fotopapier Dit glanzende fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste afwerking. Het papier is bestand tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Het is verkrijgbaar in diverse formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch), 11 x 17 inch. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP-papier bestellen De printer is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste afdrukmaterialen voor kantoorgebruik. Gebruik HP-afdrukmateriaal voor de beste afdrukkwaliteit. Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar www.hp.com . Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels. HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren van alledaagse documenten.
Plaats papier in beide laden en gebruik papier uit een lade als de andere lade leeg is. ● Plaats papier in beide laden. Zie Plaats papier voor meer informatie. ● Schakel de ladevergrendeling uit. Plaats papier in beide laden en gebruik papier uit een van de laden als eerste. ● Plaats papier van dezelfde grootte in beide laden. ● Stel de gewenste lade in als standaardlade. U kunt kiezen tussen normaal papier en een andere papiersoort die u occasioneel gebruikt.
OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een ander type of met een andere grootte plaatst. 2. NLWW Schuif de papierbreedtegeleiders zo ver mogelijk naar de rand van de lade. ● Om de papierbreedtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker papierbreedtegeleider terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift.
3. Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van het juiste papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de rechterzijde van de lade. OPMERKING: In lade 2 kunt u alleen normaal papier met standaardformaten tussen A4 of Letter en A3 of Tabloid plaatsen.
4. Pas de papierbreedtegeleiders en de papierlengtegeleiders aan tot ze de rand van de stapel papier raken. OPMERKING: Controleer voor u de invoerlade plaatst het gat in de printer waar de invoerlade zat en verwijder papier. 5. NLWW Sluit de klep van de invoerlade en plaats de invoerlade weer in de printer.
6. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven. Papier van B-formaat plaatsen 1. Trek de invoerlade met beide handen volledig naar buiten. OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een ander type of met een andere grootte plaatst. 2. Druk op de knop rechts voor op de lade en trek het verlengstuk van de invoerlade naar buiten. OPMERKING: 3. 18 U moet de klep van de invoerlade misschien open doen om de lade uit te breiden.
4. Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van de juiste maat papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de linkerzijde van de lade. OPMERKING: NLWW Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
5. Pas de papierbreedtegeleiders en de papierlengtegeleiders aan tot ze de rand van de stapel papier raken. OPMERKING: Controleer voor u de invoerlade plaatst het gat in de printer waar de invoerlade zat en verwijder papier. 6. Sluit de klep van de invoerlade en plaats de invoerlade weer in de printer. OPMERKING: Wanneer u de invoerlade erin duwt blijft het verlengstuk van de invoerlade buiten de printer. Dit hoort zo.
7. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade verder uit om de lade volledig uit te breiden. Om een enveloppe te plaatsen 1. Trek de invoerlade met beide handen volledig naar buiten. OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een ander type of met een andere grootte plaatst. 2. NLWW Schuif de papierbreedtegeleiders zo ver mogelijk naar de rand van de lade.
3. Plaats de envelop in afdrukstand staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel enveloppen overeenkomt met de lijnen van het juiste papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel enveloppen niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de rechterzijde van de lade. OPMERKING: 22 Hoofdstuk 2 Aan de slag Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Pas de papierbreedtegeleiders en de papierlengtegeleiders aan tot ze de rand van de stapel papier raken. OPMERKING: Controleer voor u de invoerlade plaatst het gat in de printer waar de invoerlade zat en verwijder papier. 5. NLWW Sluit de klep van de invoerlade en plaats de invoerlade weer in de printer.
6. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven. Om kaarten en fotopapier te plaatsen 1. Trek de invoerlade met beide handen volledig naar buiten. OPMERKING: Als er ander papier in de invoerlade zit, verwijdert u het papier voor u papier van een ander type of met een andere grootte plaatst. 2. 24 Schuif de papierbreedtegeleiders zo ver mogelijk naar de rand van de lade.
3. Plaats de kaarten of het fotopapier in afdrukstand staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel kaarten of foto's overeenkomt met de lijnen van het juiste papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel kaarten of foto's niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de rechterzijde van de lade. OPMERKING: NLWW Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Pas de papierbreedtegeleiders en de papierlengtegeleiders aan tot ze de rand van de stapel papier raken. OPMERKING: Controleer voor u de invoerlade plaatst het gat in de printer waar de invoerlade zat en verwijder papier. 5. 26 Sluit de klep van de invoerlade en plaats de invoerlade weer in de printer.
6. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade uit zoals is weergegeven. Een origineel op de glasplaat plaatsen U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te plaatsen. OPMERKING: Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep niet schoon zijn. Zie Onderhoud aan de printer uitvoeren voor meer informatie. OPMERKING: Verwijder alle originelen uit de documentinvoerlade voordat u de klep van de printer optilt.
Plaats een origineel in de documentinvoer U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de doumentinvoer te plaatsen. VOORZICHTIG: Plaats nooit foto's in de documentinvoer; uw foto's kunnen dan beschadigd raken. Gebruik enkel papier dat door de documentinvoer wordt ondersteund. OPMERKING: Bepaalde functies, zoals de kopieerfunctie Aanpassen aan pagina , werken niet wanneer u originelen in de documentinvoer plaatst.
De printer automatisch laten zoeken naar updates OPMERKING: De standaardinstelling van Automatische updates is Aan . 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Setup). 2. Raak Printeronderhoud aan. 3. Raak De printer bijwerken aan. 4. Raak Opties printer update aan. 5. Selecteer Automatisch installeren (aanbevolen), Aangeven indien beschikbaar of Niet controleren.
OPMERKING: De app HP Smart is mogelijk niet in alle talen beschikbaar. Sommige functies zijn niet op alle printermodellen beschikbaar. Om de HP Smart-app te installeren ▲ De app HP Smart wordt ondersteund op iOS-, Android- en Windows 10-apparaten. Om de app op uw apparaat te installeren, gaat u naar 123.hp.com en volgt u de instructies op het scherm om de app store van uw apparaat te openen.
3 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. TIP: Deze printer bevat HP ePrint , een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt. 7. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 8. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Om documenten af te drukken (OS X en macOS) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in.
Om brochures af te drukken (OS X en macOS) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. a. Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. OPMERKING: b. 4. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt.
7. Klik op OK om het venster Eigenschappen te sluiten. 8. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Enveloppen afdrukken (OS X en macOS) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven.
Foto's afdrukken vanaf de computer (OS X en macOS) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. ● Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. OPMERKING: ● 4. 5. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt. Selecteer de afdrukstand.
● Windows Vista: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het venster Printers en selecteer Eigenschappen server. ● Windows XP: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers en faxen. Klik in het menu Bestand op Servereigenschappen. 2. Selecteer het vakje Een nieuw formulier maken. 3. Voer de naam van het aangepaste papierformaat in. 4.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt. 7. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK. 8. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Om op speciaal en aangepast papier af te drukken (OS X en macOS) Vooraleer u op aangepast papier kunt afdrukken, moet u het aangepaste formaat instellen in de HP-software. 1.
6. Indien gewenst kunt u andere afdrukinstellingen wijzigen door op de andere tabbladen te klikken. Voor meer afdruktips, zie Tips voor succesvol afdrukken. OPMERKING: De printer ondersteunt het automatisch dubbelzijdig afdrukken van de papierformaten A4, Letter, Executive en JIS B5. OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt. 7.
3. Tik op een afdrukoptie (bijvoorbeeld Foto's afdrukken of Facebook-foto's afdrukken enz.). U kunt foto's en documenten afdrukken vanaf uw apparaat, cloudopslag of social media-sites. 4. Selecteer de foto of het document dat u wilt afdrukken. 5. Tik op Afdrukken. Afdrukken met mobiele apparaten Afdrukken vanaf mobiele apparaten U kunt documenten en foto's rechtstreeks vanaf uw mobiele apparaten afdrukken, waaronder iOS, Android, Windows Mobile, Chromebook en Amazon Kindle.
U kunt uw document op beide zijden van het vel papier afdrukken. Zie Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie. Inkttips Hieronder volgen enkele inkttips voor afdrukken: ● Raadpleeg Problemen met afdrukken voor meer informatie als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is. ● Gebruik originele HP-cartridges. HP-cartridges zijn ontworpen voor en getest op HP-printers en HP-papier, zodat u altijd bent verzekerd van fantastische resultaten.
Tips voor printerinstellingen (Windows) Hieronder volgen enkele instellingentips voor afdrukken: ● Om de standaardinstellingen te wijzigen, klikt u op Afdrukken, scannen en faxen. , en vervolgens op Voorkeuren instellen in de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie over het openen van de HPprintersoftware. ● Om tijd te besparen, kunt u gebruikmaken van gewenste afdruksnelkoppelingen met afdrukvoorkeuren.
– Richting: Selecteer Staand voor verticale afdrukken of Liggend voor horizontale afdrukken. – Handmatig dubbelzijdig afdrukken: Sla de pagina's handmatig om nadat één kant van het papier is afgedrukt, zodat u op beide kanten van het papier kunt afdrukken. – ○ Over lange zijde omslaan: Selecteer dit als u pagina's over de lange rand van het papier wilt omslaan als u afdrukt op beide zijden van het papier.
4 Kopiëren en scannen ● Kopiëren ● Scannen ● Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Kopiëren Een document of ID card kopiëren 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 3. Raak Kopiëren aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 4. Selecteer Document of ID Card . 5.
● Een nieuwe snelkoppeling voor scannen maken (Windows) ● Scaninstellingen wijzigen (Windows) Scannen naar een computer Vooraleer u naar een computer scant, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware reeds hebt geïnstalleerd. De printer en de computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken voor u scant. U kunt de HP-printersoftware gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare tekst.
3. Klik in de printersoftware op Een document of foto scannen . 4. Selecteer het type scan dat u wilt en klik dan op Scannen . ● Kies Opslaan als PDF om het document (of de foto) als pdf-bestand op te slaan. ● Kies Opslaan als JPEG om het document (of de foto) als afbeeldingsbestand op te slaan. OPMERKING: In het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen.
10. Voor foto's selecteert u de scaninstellingen en drukt u op Doorgaan. Voor documenten gaat u verder met de volgende stap. 11. Controleer het e-mailadres en druk op Doorgaan. 12. Raak Naar e-mail scannen aan. 13. Druk op OK als de scan is voltooid en druk vervolgen op Ja om nog een e-mail te sturen of op Nee om af te sluiten. Een document of foto scannen naar e-mail U kunt vanaf het bedieningspaneel of via de HP-printersoftware scannen naar e-mail.
OPMERKING: In het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen. Klik op de koppeling Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster Scannen om de instellingen voor scans te controleren en te wijzigen. Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie. Als Toon Viewer na scan werd geselecteerd, kunt u in het voorbeeldscherm aanpassingen aan de gescande afbeelding aanbrengen. Accountinstellingen wijzigen 1.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de juiste invoerbron selecteert als uw printer zowel scannen via de documentinvoer als via de glasplaat ondersteunt. 5. Klik of tik op het pictogram Voorbeeld om een voorbeeld te zien en de afbeelding zo nodig aan te passen. 6. Klik of tik op het pictogram Scannen. 7. indien nodig andere wijzigingen aanbrengen: 8. ● Klik of tik op Toevoegen om meer documenten of foto's toe te voegen.
6. ● Klik of tik op Toevoegen om meer documenten of foto's toe te voegen. ● Klik of tik op Bewerken om het document of de afbeelding te draaien of bij te snijden of om het contrast, de helderheid, de verzadiging of de hoek aan te passen. Selecteer het bestandstype dat u wilt hebben en klik of tik op Opslaan of Delenom het bestand op te slaan of het met anderen te delen. Scannen vanaf een Android- of iOS-apparaat Scannen vanaf een Android- of iOS-apparaat 1. Open HP Smart en selecteer een scanoptie.
Een scan maken met Webscan Bij scannen met WebScan zijn de belangrijkste scanopties beschikbaar. Voor meer scanopties of -functies moet u de HP-printersoftware gebruiken. 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 3. Klik in het tabblad Scannen . 4.
Documenten scannen als bewerkbare tekst (OS X en macOS) 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Open HP Scan. U vindt HP Scan in de map Toepassingen / HP op het hoogste niveau van de harde schijf. 3. Klik op de knop Scannen. Er verschijnt een dialoogvenster waarin om bevestiging wordt gevraagd van uw scanapparaat en de vooraf ingestelde scaninstellingen. 4.
● Kies het juiste profiel. Selecteer een snelkoppeling of voorinstelling waarmee scannen als bewerkbare tekst mogelijk is. Deze opties gebruiken scaninstellingen waarmee u een optimale kwaliteit krijgt voor de OCR-scan. Windows: Gebruik de snelkoppelingen Bewerkbare tekst (OCR) of Opslaan als PDF. OS X: Gebruik de vooraf ingestelde Documenten met tekst. ● Sla het bestand op met de juiste indeling.
4. Klik op de link Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster HP Scan. Het deelvenster met gedetailleerde instellingen verschijnt rechts. De linkse kolom vat de huidige instellingen voor iedere sectie samen. Met de rechtse kolom kunt u instellingen in het gemarkeerde deel veranderen. 5. Klik op iedere sectie aan de linkerkant van het deelvenster gedetailleerde instellingen om de instellingen in die sectie te controleren. U kunt de meeste instellingen bekijken en veranderen via vervolgkeuzemenu's.
5 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip binnen 24 uur plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Een standaardfax versturen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 3. Raak Nu versturen aan. 4. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok of selecteer het nummer uit het telefoonboek.
4. Voer een faxnummer of een naam van uw Contacten met een faxnummerinvoer in. 5. Als u de faxinformatie hebt ingevuld, klikt u op Fax. Een fax verzenden vanaf een telefoon U kunt een fax verzenden via uw extra telefoon. Hierdoor kunt u met de toekomstige ontvanger praten vooraleer u de fax verzendt. Om een fax via een extra telefoon te verzenden 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2.
5. Als u de kiestoon hoort, voert u het nummer in met behulp van het toetsenbord op het bedieningspaneel van de printer. 6. Volg de eventuele aanwijzingen op het scherm. TIP: Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u uw PIN-code als een telefoonboekcontact hebt opgeslagen, kunt u, op het moment dat naar uw PIN-code wordt gevraagd, op ( Telefoonboek ) drukken en vervolgens op Lokaal telefoonboek om het telefoonboekcontact waaronder u uw PIN-code hebt opgeslagen, te selecteren.
3. Raak Nu versturen aan. 4. Raak 5. Druk op 6. Raak de naam van de computer aan waar u naar wilt verzenden. 7. Raak Fax verzenden aan. ( Telefoonboek ) aan en raak vervolgens Lokaal telefoonboek aan. en selecteer ( Groep ) om naar het groepstelefoonboek te wisselen. De printer verzendt het document naar alle nummers in de geselecteerde groep.
● Back-upfaxontvangst instellen ● Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken ● Faxen doorsturen naar een ander nummer ● Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen ● Ongewenste faxnummers blokkeren Een faxbericht handmatig ontvangen Als u aan de telefoon bent, kan de persoon met wie u spreekt u een fax sturen terwijl u nog verbonden bent. U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken.
OPMERKING: Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. OPMERKING: Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
4. Raak Fax doorsturen aan. 5. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen. OPMERKING: Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt. 6.
U kunt bepaalde faxnummers blokkeren door ze toe te voegen aan de lijst met ongewenste faxnummers, u kunt ze deblokkeren door ze uit de lijst met ongewenste faxnummers te verwijderen en u kunt een lijst met geblokkeerde ongewenste faxnummers afdrukken. Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Installatie aan. 3. Raak Voorkeuren aan. 4. Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan. 5. Druk op 6.
● Een telefoonboekgroep maken en bewerken ● Telefoonboekcontacten verwijderen Een telefoonboekcontact maken en bewerken U kunt faxnummer opslaan als telefoonboekcontacten. Om telefoonboekcontacten in te stellen 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Telefoonboek aan. 3. Druk op 4. Druk op Naam en voer de naam in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed . 5. Druk op Faxnummer en voer het faxnummer in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed .
5. Druk op Aantal leden, selecteer de telefoonboekcontacten die u aan de groep wilt toevoegen en druk op Selecteren. 6. Raak Maken aan. Om telefoonboekgroepen te wijzigen 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Druk op Telefoonboek , op wisselen. 3. Druk op de telefoonboekgroep die u wilt bewerken. 4. Druk op Naam en bewerk de naam van de telefoonboekgroep en druk op Gereed . 5. Druk op Aantal leden. 6.
● De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) ● Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen ● Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen ● Het kiessysteem instellen ● Opties opnieuw kiezen instellen ● De faxsnelheid instellen ● Het faxgeluidsvolume instellen Het faxkopschrift instellen De faxkopregel is de regel tekst met uw naam en faxnummer die wordt afgedrukt boven aan elke fax die u verstuurt.
dat doet. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat. Stel bijvoorbeeld uw antwoordapparaat in om te beantwoorden na een laag aantal belsignalen en stel de printer in om te antwoorden na het maximale aantal belsignalen. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en bewaakt de printer de lijn. Als de printer faxsignalen detecteert, zal deze de fax ontvangen.
Het kiessysteem instellen Stel de toonkeuze- of pulskeuzemodus in met deze procedure. De standaardinstelling is Toon. Wijzig deze instelling niet tenzij u weet dat uw telefoonlijn niet werkt met toonkeuze. OPMERKING: De optie pulskeuze is niet beschikbaar in alle landen of regio's. Het kiessysteem instellen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren . 3. Raak Kiestype aan. 4. Druk om Toon of Pulse te selecteren.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid Snel v.34 (33600 bps) Normaal v.17 (14400 bps) Langzaam v.29 (9600 bps) De faxsnelheid instellen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren . 3. Raak Snelheid aan. 4. Raak de optie aan die u wilt selecteren. Het faxgeluidsvolume instellen U kunt het volume van de faxtonen wijzigen. Het geluidsvolume voor faxen instellen 1.
Fax over voice over Internet Protocol U kunt mogelijk inschrijven op een goedkope telefoonservice waarmee u faxen kunt verzenden en ontvangen met uw printer via internet. Deze methode wordt Fax op Voice over Internet-protocol (VoIP) genoemd. De volgende punten zijn tekenen dat u waarschijnlijk een VoIP-service gebruikt: ● Kies een speciale toegangscode samen met het faxnummer. ● een IP-converter hebt om verbinding te maken met Internet; deze biedt ook analoge telefoonpoorten voor de faxlijn.
● De belgeschiedenis weergeven Bevestigingsrapporten voor faxen afdrukken U kunt een bevestigingsrapport afdrukken als een fax is verzonden of als een fax is verzonden of ontvangen. De standaardinstelling is Aan (Fax verzonden). Als deze functie is uitgeschakeld, wordt er na elke verzending of ontvangst van een fax kort een bevestigingsbericht weergegeven op het bedieningspaneel. Faxbevestiging inschakelen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Installatie aan.
Aan (Fax verzenden en ontvangen) Afdrukken als er een fout optreedt bij het faxen. Uit Er worden geen faxfoutrapporten afgedrukt. Het faxlogboek afdrukken en bekijken U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en verzonden. Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Rapporten . 3. Raak Faxrapporten afdrukken aan. 4.
4. Raak Rapport Beller-ID's aan. 5. Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken. De belgeschiedenis weergeven U kunt een lijst bekijken met alle oproepen die vanaf de printer werden gedaan. OPMERKING: U kunt de oproepgeschiedenis niet afdrukken. Om de oproepgeschiedenis te bekijken 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Nu versturen aan. 3. Druk op ( Telefoonboek ). 4. Druk op ( Oproepgeschiedenis ).
OPMERKING: Wij raden u in dat geval aan om het apparaat aan te sluiten op een telefoonaansluiting met het tweeaderige telefoonsnoer.
1. Bepaal of uw telefoonsysteem serieel of parallel is. Zie Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) voor meer informatie. 2. 3. a. Serieel telefoonsysteem. b. Parallel telefoonsysteem - ga naar stap 2. Selecteer de combinatie van apparatuur en diensten die uw faxlijn deelt. ● DSL: U hebt een DSL-service (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.) ● PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange).
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonnemen t op specifieke belsignalen Gespreks oproepen Computermode m voor inbellen Antwoordappar aat Voicemailse rvice Aanbevolen installatiemethode fax Situatie C: De printer configureren met een PBXtelefoonsysteem of een ISDNlijn Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen
Afbeelding 5-1 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. De printer instellen met een aparte faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Afbeelding 5-2 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer. 3 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. De printer installeren met een DSL-lijn 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2.
OPMERKING: Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een telefoon en Groep 3-faxapparaat en een andere voor meerdere doelen. Als u steeds problemen ondervindt wanneer u bent verbonden met de fax-/telefoonpoort van uw ISDN-converter, kunt u proberen om het apparaat aan te sluiten op de multifunctionele poort. Die kan gemarkeerd zijn als "multi-combi" of iets dergelijks.
3. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal , zodat deze overeenstemt met het patroon dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend. OPMERKING: De printer is standaard ingesteld om alle belpatronen te beantwoorden. Als u de Specifiek belsignaal niet instelt in overeenstemming met het belpatroon dat is toegekend aan uw faxnummer, dan beantwoordt de printer mogelijk zowel telefoonoproepen als faxoproepen of geen van beiden.
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: 2. 3. 4. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
Afbeelding 5-5 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. Instellen van de printer met voicemail 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Afbeelding 5-6 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 3 Computer met modem De printer instellen met een computermodem voor inbellen 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter Sluit het ene uiteinde van de telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. Sluit het andere uiteinde van het snoer aan op de DSL-/ADSL-filter. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 4 Computer 5 DSL/ADSL-computermodem OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp. Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren waarop u de printer kunt instellen.
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer. 3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem. 4.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Telefoon OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant.
4. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter. 5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter. 6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos. 7. Voer een faxtest uit. Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan . De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
OPMERKING: 4. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat aansluiten. OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten.
Afbeelding 5-13 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat: 6 Computer met modem 7 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1.
OPMERKING: Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen. 7. Zet de Automatisch antwoorden -instelling aan. 8. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen. 9. Wijzig de instelling Hoe vaak overgaan op de printer en stel het maximale aantal belsignalen in dat door uw product wordt ondersteund. (Het maximumaantal belsignalen varieert per land/regio.) 10. Voer een faxtest uit.
OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding 5-14 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider.
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail Stel de printer in volgens de instructies in dit gedeelte als u op dezelfde lijn gespreks- als faxoproepen ontvangt, terwijl u tegelijkertijd een computermodem voor inbellen hebt aangesloten en een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij hebt ingesteld. OPMERKING: U kunt faxen niet automatisch ontvangen als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt.
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer. 3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem. 4.
5. Raak Hulpprogramma's aan en vervolgens Faxtest uitvoeren. De printer geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af. 6. 94 Bekijk het rapport. ● Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van problemen met faxen, terwijl de test is geslaagd. Een ontbrekende of onjuiste faxinstelling kan faxproblemen veroorzaken. ● Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen van de aangetroffen problemen.
6 Webservices Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Wat zijn webservices? ● Webservices instellen ● Webservices gebruiken ● Webservices verwijderen Wat zijn webservices? De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
Om Webservices te configureren via het bedieningspaneel van de printer 1. Vanaf de bovenkant van het scherm tikt of veegt u in het tabblad naar beneden om het Dashboard te openen en tik vervolgens op ( Installatie ) 2. Raak Instellingen Web Services aan. 3. Druk op Aanvaard om de gebruiksvoorwaarden van de webservices te accepteren en deze in te schakelen. 4. In het scherm dat verschijnt tikt u op OK om de printer automatisch te laten controleren op productupdates.
OPMERKING: Als er updates beschikbaar zijn, worden deze automatisch gedownload en geïnstalleerd, en vervolgens start de printer opnieuw op. OPMERKING: Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over de details, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft ingesteld. 6.
Afdrukapps Met afdrukapps kunt u uw documenten scannen en digitaal online opslaan, evenals content openen en delen en meer. Afdrukapps gebruiken 1. Druk in het Startscherm op Apps . 2. Druk op de print app die u wilt gebruiken. TIP: ● Voor meer informatie over afzonderlijke afdrukapps en het toevoegen, configureren en verwijderen van afdrukapps gaat u naar HP Connected (www.hpconnected.com). Deze website is niet in alle landen/ regio's beschikbaar. ● U kunt afdrukapps ook uitschakelen vanaf de EWS.
7 Met cartridges werken Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. TIP: Zie Problemen met afdrukken als u problemen hebt met het kopiëren van documenten.
VOORZICHTIG: HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er cartridges ontbreken. OPMERKING: Deze printer is niet ontworpen voor het gebruik van een continue inktsysteem. Om het printen te hervatten verwijdert u het continue inktsysteem en plaatst u originele HP-cartridges (of compatibele cartridges).
De cartridges vervangen 1. Controleer of de printer aanstaat. 2. Open de toegangsklep van de printcartridges. OPMERKING: Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat. 3. Druk op de voorkant van de cartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf. 4. Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking. 5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de cartridge in de lege sleuf tot deze stevig vastzit.
Cartridges bestellen Ga naar www.hp.com om cartridges te bestellen. (Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.) Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen hebben echter informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een boodschappenlijstje afdrukken. Bovendien kunt u de pagina www.hp.com/buy/supplies bezoeken voor meer informatie over de aankoop van HP-producten in uw land.
De functie voor gebruiksinformatie uitschakelen 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ). 2. Tik op Voorkeuren en vervolgens op Informatie anoniem gebruik opslaan om het uit te schakelen. OPMERKING: Herstel de fabrieksinstellingen om de functie gebruiksinformatie in te schakelen. Zie De fabrieksinstellingen herstellen voor meer informatie over het gebruiken van de EWS.
8 Netwerkinstallatie Bijkomende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar op de startpagina van de printer (geïntegreerde webserver of EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
Als u de netwerknaam of de beveiligingscode niet kunt terugvinden of deze informatie vergeten bent, raadpleegt u de documentatie die bij de computer of de draadloze router is geleverd. Als u deze informatie nog steeds niet kunt vinden, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het draadloos netwerk heeft ingesteld.
Een Ethernet-verbinding wijzigen in een draadloze verbinding (Windows) 1. Verwijder de Ethernet-kabel van de printer. 2. Start de wizard Instelling Draadloos om de draadloze verbinding te maken. Zie De printer instellen op uw draadloos netwerk voor meer informatie. De verbinding van een USB-verbinding in draadloze netwerkverbinding wijzigen (Windows) Blader door de lijst op Voordat u begint vooraleer u verder gaat. 1. Open de HP-printersoftware.
Een draadloze verbinding wijzigen in een USB-verbinding (OS X en macOS) 1. Open Systeemvoorkeuren . 2. Klik op Printers & scanners . 3. Selecteer uw printer in het linkerpaneel en klik - onderaan de lijst. Doe hetzelfde voor de faxinvoer als er een aanwezig is voor de huidige verbinding. 4. Sluit een USB-kabel aan op de computer en de printer. 5. Klik op + onder de printerlijst links. 6. Selecteer de nieuwe USB-printer uit de lijst. 7.
VOORZICHTIG: De netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden. Tenzij u een ervaren gebruiker bent, is het echter raadzaam om sommige van deze instellingen niet te wijzigen (zoals de verbindingssnelheid, IP-instellingen, standaardgateway en firewallinstellingen).
6. Kies om handmatig de instellingen te wijzigen Handmatig (statisch) en voer dan de juiste informatie voor de volgende instellingen in: ● IP-adres ● Subnetmasker ● Standaard gateway ● DNS-adres 7. Voer uw wijzigingen in en raak vervolgens Gereed aan. 8. Raak OK aan. Wi-Fi Direct gebruiken Met Wi-Fi Direct kunt u draadloos afdrukken vanaf een computer, smartphone, tablet of een ander draadloos toestel - zonder verbinding te maken met een bestaand draadloos netwerk.
De verbindingsmethode wijzigen. 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Wi-Fi Direct). 2. Druk op 3. Tik op Verbindingsmethode en selecteer vervolgens Automatisch of Handmatig . ( Instellingen ). ● Als Automatic was geselecteerd tijdens de Wi-Fi Direct setup op de printer zal het mobiele apparaat automatisch verbinding maken met de printer.
Afdrukken vanaf een computer met Wifi (Windows) 1. Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld. 2. Schakel de Wi-Fi-verbinding van uw computer in. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij de computer. OPMERKING: Als uw computer geen Wi-Fi ondersteunt, kunt u Wi-Fi Direct niet gebruiken. 3. Maak een nieuwe netwerkverbinding op uw computer. Gebruik uw normale werkwijze om een verbinding te maken met een nieuw draadloos netwerk of een hotspot.
Klik hier voor online probleemoplossing voor Wi-Fi Direct, of voor meer hulp bij de instelling.Wi-Fi Direct. Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen.
9 Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Werkset (Windows) ● HP-hulpprogramma's (OS X en macOS) ● Geïntegreerde webserver Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer. Om de Werkset te openen 1. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 2. Klik op Afdrukken, scannen en faxen. . 3. Klik op Uw printer onderhouden.
● De geïntegreerde webserver openen ● De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend Over cookies De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer herkennen bij uw volgende bezoek. Als u bijvoorbeeld de EWS-taal hebt geconfigureerd, helpt een cookie u onthouden welke taal u hebt gekozen zodat de volgende keer dat u de EWS opent, de pagina's in die taal worden weergegeven.
5. Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd. 6. Typ in een ondersteunende webbrowser op uw computer het volgende adres in: http:// 192.168.223.1. De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend Controleer de instellingen van het netwerk ● Controleer of u niet een telefoonsnoer of een cross-overkabel hebt gebruikt om de printer aan te sluiten op het netwerk. ● Controleer of de netwerkkabel goed is verbonden met de printer.
10 Een probleem oplossen Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de ondersteunende services in HP-ondersteuning te gebruiken voor hulp.
Lees de algemene instructies in het menu Help om papierstoringen te verwijderen Papierstoringen kunnen op verschillende plaatsen in de printer voorkomen. VOORZICHTIG: Om mogelijke schade aan de printkoppen te voorkomen moet u papierstoringen zo snel mogelijk oplossen. Een papierstoring oplossen in lade 1 1. Trek lade 1 volledig uit de printer. 2. Controleer de opening in de printer waar de invoerlade zich bevond. Reik in het gat en verwijder het vastgelopen papier. 3. Plaats Lade 1 terug in de printer.
2. Controleer de opening in de printer waar de invoerlade zich bevond. Reik in het gat en verwijder het vastgelopen papier. 3. Plaats lade 2 terug in de printer. Een papierstoring vanuit de voorkant van de printer verhelpen OPMERKING: Schakel de printer niet uit als er zich een papierstoring bevindt in de voorkant van de printer. 1. Open de toegangsklep van de printcartridges. 2.
3. Sluit de toegangsklep voor de cartridges. Een papierstoring vanuit de achterkant van de printer verwijderen NLWW 1. Bekijk de achterkant van de printer. 2. Druk de twee knoppen van de achterklep in en open de klep. 3. Verwijder het vastgelopen papier. 4. Druk op de twee knoppen van de papierbaankap en trek de kap volledig uit de printer. 5. Verwijder het vastgelopen papier.
6. Plaats de papierbaankap terug in de printer. 7. Sluit de toegangsklep aan de achterzijde. Om een papierstoring in de documentinvoer te verhelpen 1. Til de kap van de documentinvoer op. 2. Trek het vastgelopen papier tussen de rollers vandaan.
3. Sluit de kap van de documentinvoer tot deze vastklikt. 4. Til de documentinvoerlade op. 5. Verwijder eventueel vastgelopen papier onder de lade. 6. Plaats de documentinvoer weer terug. 7. Tik het deksel van de scanner op om te controleren of er zich vastgelopen papier bevindt en verwijder dit. Verwijder een storing van de wagen met inktcartridges Los een storing van de wagen met inktcartridges op NLWW Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP.
OPMERKING: De online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar. Lees de algemene instructies in het menu Help om een storing van de wagen met inktcartridges te verwijderen Verwijder alle voorwerpen, bijvoorbeeld papier, die de wagen met printcartridges blokkeren. OPMERKING: Gebruik geen gereedschap of andere apparaten om vastgelopen papier te verwijderen. Wees altijd voorzichtig bij het verwijderen van vastgelopen papier in de printer.
● ● – Zorg dat er papier in de papierlade zit. Zie Plaats papier voor meer informatie. Wapper met het papier voor u het in de lade plaatst. – Zorg ervoor dat de breedtegeleiders voor het papier zijn ingesteld op de correcte markeringen in de lade voor het papierformaat dat u plaatst. Controleer ook of de geleiders goed, maar niet te stevig tegen de stapel rusten.
Lees de algemene instructies in het menu Help om afdrukproblemen op te lossen Afdrukproblemen oplossen (Windows) Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat er papier in de lade zit. Indien u nog steeds niet kunt afdrukken, moet u het volgende in deze volgorde proberen: 1. Kijk na of er foutberichten verschijnen op het printerbeeldscherm en los deze op door de instructies op het scherm te volgen. 2.
b. ● Windows Vista: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers. ● Windows XP: Klik vanuit het Start-menu van Windows op Configuratiescherm en klik vervolgens op Printers en faxen. Controleer of de juiste printer als standaardprinter is ingesteld. Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte of groene cirkel. 5. c.
Windows Vista i. Klik in het menu Start van Windows op Configuratiescherm, Systeem en onderhoud en vervolgens op Systeembeheer. ii. Dubbelklik op Services. iii. Klik met de rechtermuisknop op Printerspoolservice en klik vervolgens op Eigenschappen. iv. Zorg er in het tabblad Algemeen voor dat naast Opstarttype Automatisch is geselecteerd. v. Als de service niet al actief is, klik dan onder Servicestatus op Start en vervolgens op OK. Windows XP b. i.
d. Als er nog steeds documenten in de wachtrij staan, start u de computer opnieuw op en probeert u daarna opnieuw af te drukken. e. Controleer de afdrukwachtrij nogmaals om te zien of ze leeg is en probeer vervolgens opnieuw af te drukken. Controleren of uw printer is verbonden met het stroomnet 1. Zorg dat het netsnoer goed op de printer is aangesloten. 1 Stroomaansluiting van de printer 2 Aansluiting op stopcontact 2. Controleer de knop Aan/uit op de printer.
c. Klik op een afdruktaak om deze te selecteren. Gebruik de volgende knoppen om de afdruktaak te beheren: d. 4. ● Verwijderen: De geselecteerde afdruktaak annuleren. ● Stel uit: de geselecteerde afdruktaak onderbreken. ● Doorgaan: Een onderbroken afdruktaak hervatten. ● Printer onderbreken: hiermee onderbreekt u alle afdruktaken in de wachtrij. Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken. Start de computer opnieuw op.
5. Druk een diagnostiekpagina af als de inkt van de cartridges niet bijna op is. Een diagnosepagina afdrukken met behulp van printersoftware 6. a. Plaats ongebruikt, wit gewoon papier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. b. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. c. Klik in de printersoftware op Afdrukken, scannen en faxen en dan op Uw printer onderhouden om de printerwerkset te openen. d.
Om de printkop vanuit de software uit te lijnen a. Plaats gewoon wit papier van A4-formaat in de invoerlade. b. Open HP-hulpprogramma. OPMERKING: 6. HP Utility bevindt zich in de map HP in de map Toepassingen. c. Selecteer uw printer uit de apparatenlijst links van het venster. d. Klik op Uitlijnen. e. Klik op Lijn uit en volg de instructies op het scherm. f. Klik op Alle instellingen om terug te keren naar het scherm Informatie en ondersteuning. Druk een testpagina af.
3. Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is. Zie Geschatte inktniveaus controleren voor meer informatie. Overweeg de cartridges te vervangen als de inkt bijna op is. 4. Lijn de printkop uit. De printkop uitlijnen vanaf het printerscherm 5. a. Plaats ongebruikt, wit gewoon papier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. b.
Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Scanproblemen HP Print and Scan Doctor De HP Print and Scan Doctor is een hulpprogramma dat zal proberen om het probleem automatisch vast te stellen en op te lossen. OPMERKING: Scanproblemen oplossen Dit hulpprogramma is uitsluitend beschikbaar voor het Windows-besturingssysteem. Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP. Vraag instructies die u doorheen de verschillende stappen leiden als u geen scan kunt maken of als uw scans van lage kwaliteit zijn.
● Bekijk de onderstaande oplossingen als de faxtest is mislukt. ● Controleer of de faxinstellingen in het rapport juist zijn als er nog steeds sprake is van faxproblemen, terwijl de faxtest is geslaagd. U kunt ook de online probleemoplossingswizard van HP gebruiken. Wat moet u doen als de faxtest is mislukt Controleer het rapport voor basisinformatie over de fout als een uitgevoerde faxtest is mislukt.
Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax is mislukt Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten. Steek het telefoonsnoer in de juiste poort 1.
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt ● Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. ● Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en de printer en zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is bevestigd.
op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. Sluit de printer aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of ontvangen. Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen. Als de test Beltoondetectie blijft mislukken, vraagt u de telefoonmaatschappij om uw telefoonlijn te controleren.
Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven ● Wij raden u aan een tweeaderig telefoonsnoer te gebruiken. ● Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer. Zorg dat extensietoestellen (telefoontoestellen op dezelfde telefoonlijn, maar niet aangesloten op de printer) of andere apparatuur van de haak liggen of niet in gebruik zijn.
u het kunt oplossen. In geval van een fout kan de printer pas faxberichten verzenden of ontvangen wanneer de foutsituatie is opgelost. ● Er is sprake van ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een telefoontoestel op een wandcontactdoos voor de telefoon aan te sluiten en door vervolgens te luisteren of er sprake is van storingen of andere ruis.
● Als u naast de printer een antwoordapparaat gebruikt op dezelfde telefoonlijn, kan een van de volgende problemen zich voordoen: – Het antwoordapparaat is mogelijk niet correct geïnstalleerd voor de printer. – Het bericht dat is ingesproken op het antwoordapparaat, kan te lang of te luid zijn, waardoor de printer geen faxtonen kan detecteren en het verzendende faxapparaat de verbinding verbreekt.
U kunt ook faxen verzenden via handsfree kiezen. Hierdoor kunt u de telefoonlijn horen terwijl u een nummer kiest. U kunt de kiessnelheid zelf bepalen en reageren op kiestonen terwijl u een nummer kiest. ● Het nummer dat u hebt ingevoerd bij het verzenden van de fax heeft niet de juiste indeling of er zijn problemen met het faxapparaat dat de fax moet ontvangen. U kunt dit controleren door het desbetreffende faxnummer te bellen met een gewone telefoon en te luisteren of u ook faxtonen hoort.
● Uw firewall- of antivirusprobleem oplossen, als u vermoedt dat het verhindert dat uw computer verbinding maakt met de printer. OPMERKING: De HP Print and Scan Doctor en de online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar. Lees de algemene instructies in het menu Help voor draadloze probleemoplossing Controleer de netwerkconfiguratie of druk het draadloze testrapport af om u te helpen bij het vinden van problemen met de netwerkverbinding. 1.
▲ Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Wi-Fi Direct). 2. Op uw draadloze computer of uw mobiel apparaat schakelt u de Wi-Fi-verbinding in zoekt u naar en maakt u verbinding met de naam van Wi-Fi Direct van uw printer. 3. Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd. 4.
Een printerfout oplossen Voer de volgende stappen uit om het printerfoutproblemen op te lossen: 1. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten. 2. Koppel het netsnoer los en sluit het weer aan. 3. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer aan te zetten. Als het probleem zich blijft voordoen, noteer dan de foutcode die in de melding wordt gegeven en neem vervolgens contact op met HP-ondersteuning. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie over contact opnemen met HP-ondersteuning.
Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig om eerst het printerstatusrapport af te drukken. Netwerkconfiguratiepagina Als de printer is aangesloten op een netwerk, kunt u een netwerkconfiguratiepagina afdrukken om de netwerkinstellingen voor de printer te bekijken samen met de lijst van netwerken die door uw printer werden gedetecteerd. De laatste pagina van het rapport bevat een lijst met detecteerbare draadloze netwerken in de omgeving met hun signaalsterkte en gebruikte kanalen.
● Indien u de printer aansluit met een draadloze verbinding, moet u ervoor zorgen dat het draadloos netwerk correct werkt. Zie Netwerk- en verbindingsproblemen voor meer informatie. ● Als u HP ePrint gebruikt, controleert u het volgende: ● – Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer correct is. – Zorg ervoor dat enkel het e-mailadres van de printer wordt weergegeven in de regel "Naar" van het e-mailbericht.
2. Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. VOORZICHTIG: Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te reinigen. Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel, aceton, benzeen en koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat van de scanner beschadigen. Vermijd eveneens het gebruik van isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat van de scanner.
2. Til de kap van de documentinvoer op. Zo kunt u goed bij de rollers (1) en het scheidingskussen (2). 1 Rollen 2 Scheidingskussen 3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit de doek. 4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen. OPMERKING: Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken. 5.
De printer lijnt de printkop tijdens de eerste installatie automatisch uit. OPMERKING: Het reinigen kost inkt. Reinig de printkop daarom uitsluitend wanneer dit noodzakelijk is. Dit reinigingsproces neemt enkele minuten in beslag. Dit proces kan wat geluid produceren. Druk op de Aan/uit-knop om de printer uit te zetten. Het fout uitschakelen van de printer kan problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. De printkop reinigen of uitlijnen 1.
3. Druk op Terugzetten. 4. Druk op Fabrieksinstellingen terugzetten. Er verschijnt een bericht waarin staat dat de fabrieksinstelling worden teruggezet. 5. Druk op Doorgaan. De printer herstellen naar de oorspronkelijke netwerkinstellingen 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ). 2. Raak Netwerk instellen aan. 3. Druk op Netwerkinstellingen terugzetten.
Chat met een HP supportagent. Een HP supportagent bellen. Zorg dat u de volgende informatie klaar hebt als u contact opneemt met de ondersteuningsdienst van HP: ● Productnaam (te vinden op de printer, zoals HP OfficeJet Pro XXXX) ● Productnummer (in de buurt van de cartridgetoegang) ● Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer) Printer registreren In enkele minuten registreert u het apparaat en geniet u van een snellere service, een efficiëntere ondersteuning en productondersteuning.
A Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Specificaties ● Overheidsvoorschriften ● Programma voor milieubeheer Specificaties De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zie het Apparaatgegevensblad op www.support.hp.com voor de volledige productspecificaties.
Capaciteit uitvoerlade ● Normaal papier (60 tot 105 g/m2 [16 tot 28lb]): – Gewoon HP papier van A formaat: maximaal 75 – Gewoon HP papier van B formaat: maximaal 50 ● Enveloppen: maximaal 30 ● Systeemkaarten: maximaal 35 ● Vellen fotopapier: maximaal 25 Capaciteit documentinvoer ● Normaal papier (60 tot 90 g/m2 [16 tot 24lb]): maximaal 35 Papierformaat en gewicht Raadpleeg de HP-printersoftware voor een lijst van ondersteunde papierformaten.
– ● 216 x 356 mm (8,5 inch x 14 inch) Maximaal scanformaat vanaf de documentinvoer: – Enkelzijdig: 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) Faxspecificaties ● Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat. ● Fax handmatig verzenden en ontvangen. ● Automatisch tot vijf keer opnieuw kiezen bij in gesprek (verschilt per model). ● Automatisch een keer opnieuw kiezen bij geen gehoor (verschilt per model). ● Bevestigings- en activiteitenrapporten. ● CCITT/ITU Group 3-fax met foutcorrectiemodus.
● Verklaring vaste fax Australië ● Overheidsinformatie voor draadloze producten Voorgeschreven identificatienummer van het model Voor wettelijke identificatiedoeleinden is aan dit product een voorgeschreven modelnummer toegewezen. Het voorgeschreven modelnummer voor uw product is SNPRC-1500-02. Dit voorgeschreven nummer dient niet te worden verward met de marketingnaam (HP OfficeJet Pro 7730 Wide Format All-in-One series, enzovoort) of met productnummers (Y0S19A, enzovoort).
– NLWW PAS OP: IEEE 802.11x wireless LAN met een frequentieband van 5,15-5,35 GHz is beperkt tot alleen gebruik binnenshuis voor alle landen die in de matrix staan. Buitenshuis gebruik van deze WLAN-toepassing leidt mogelijk tot interferentie met bestaande radiodiensten.
Conformiteitverklaring 156 Bijlage A Technische informatie NLWW
Verklaring beeldschermwerk voor Duitsland GS-Erklärung (Deutschland) NLWW Overheidsvoorschriften 157
Das Gerät ist nicht für die Benutzung im unmittelbaren Gesichtsfeld am Bildschirmarbeitsplatz vorgesehen. Um störende Reflexionen am Bildschirmarbeitsplatz zu vermeiden, darf dieses Produkt nicht im unmittelbaren Gesichtsfeld platziert werden. Bericht aan gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk Hinweis für Benutzer des deutschen Telefonnetzwerks Dieses HP-Fax ist nur für den Anschluss eines analogen Public Switched Telephone Network (PSTN) gedacht.
verbindingen zijn gemakkelijk te vinden, gemakkelijk bereikbaar en met gewone gereedschappen te verwijderen. Belangrijke onderdelen zijn goed bereikbaar gemaakt zodat ze efficiënt uit elkaar gehaald en gerepareerd kunnen worden. Raadpleeg de HP-website over de betrokkenheid van HP bij het milieu op: www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment ● Eco-Tips ● Verordening (EG) nr.
Papier Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en EN 12281:2002. Plastiek Onderdelen van kunststof die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens de internationaal geldende normen gemerkt. Deze onderdelen kunnen hierdoor eenvoudig worden herkend en aan het einde van de levensduur van het product worden gerecycled. Veiligheidsinformatiebladen Veiligheidsinformatiebladen, informatie over productveiligheid en het milieu zijn beschikbaar op www.hp.
Wegwerpen van afgedankte apparatuur door gebruikers Dit pictogram betekent dat u uw product niet mag wegwerpen bij het gewoon huishoudelijke afval. In plaats hiervan moet u de volksgezondheid en het milieu beschermen door uw afgedankte apparatuur in te leveren bij een recycling/inzamelingspunt voor afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Neem contact op met uw afvalverwerker voor meer informatie of ga naar http://www.hp.com/recycle.
Aanwezigheidsverklaring markering van de aan beperkingen onderworpen stoffen (Taiwan) 限用物質含有情況標示聲明書 Declaration of the Presence Condition of the Restricted Substances Marking 限用物質及其化學符號 Restricted substances and its chemical symbols 單元 Unit 鉛 汞 鎘 六價鉻 多溴聯苯 多溴二苯醚 Lead Mercury Cadmium (Pb) (Hg) (Cd) Hexavalent chromium Polybrominated biphenyls (Cr+6) (PBB) Polybrominate d diphenyl ethers (PBDE) 0 0 0 0 0 0 電線 (Cables) 0 0 0 0 0 0 印刷電路板 - 0 0 0 0 0 列印引擎(Print Engine) - 0
The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/elementen en hun inhoud) 产品中有害物质或元素的名称及含量 根据中国《电器电子产品有害物质限制使用管理办法》 有害物质 铅 汞 镉 六价铬 多溴联苯 多溴二苯醚 (Pb) (Hg) (Cd) (Cr(VI)) (PBB) (PBDE) 外壳和托盘 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 电线 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 印刷电路板 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 打印系统 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 显示器 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 喷墨打印机墨盒 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 驱动光盘 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 扫描仪 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 网络配件 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 电池板 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 自动双面打印系统 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 外
weight % and 0.01 weight % for cadmium, except where allowed pursuant to the exemptions set in Schedule 2 of the Rule. Verklaring betreffende beperkingen op schadelijke stoffen (Turkije) Türkiye Cumhuriyeti: EEE Yönetmeliğine Uygundur EPEAT Most HP products are designed to meet EPEAT. EPEAT is a comprehensive environmental rating that helps identify greener electronics equipment. For more information on EPEAT go to www.epeat.net. For information on HP's EPEAT registered products go to www.hp.
标识上显示的能耗数据是根据典型配置测量得出的数据,此类配置包含登记备案的打印机依据复印 机、打印机和传真机能源效率标识实施规则所选的所有配置。因此,该特定产品型号的实际能耗可能 与标识上显示的数据有所不同。 要了解规范的更多详情,请参考最新版的 GB 21521 标准。 Afvoer van batterijen in Taiwan EU-batterijrichtlijn Dit product bevat een batterij die wordt gebruikt om de gegevensintegriteit van de klok of productinstellingen de behouden en is ontworpen om even lang mee te gaan als het product. Onderhoud en vervanging van deze batterij moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde technicus.
Index A accessoires instellen 13 ADSL, fax configureren met parallelle telefoonsystemen 76 afdrukken details laatste fax 71 diagnosepagina 144 dubbelzijdig 37 faxen 60 faxen vanuit het geheugen 60 faxlogs 71 faxrapporten 69 problemen oplossen 142 afdrukken, aan beide zijden 37 afdrukkwaliteit vlekken verwijderen 147 afdrukmateriaal dubbelzijdig afdrukken 37 antwoordapparaat configuratie met fax en modem 88 installatie met fax (parallelle telefoonsystemen) 87 opgenomen faxtonen 140 automatisch fax verkleinen
handsfree kiezen 56, 57 Internet-protocol, over 69 ontvangen 58 problemen oplossen 132 test mislukt 133 verzenden 54 faxen antwoordapparaat, installatie (parallelle telefoonsystemen) 87 aparte geïnstalleerde lijn (parallelle telefoonsystemen) 75 automatisch antwoorden 65 bevestigingsrapporten 70 doorsturen 60 DSL, configureren (parallelle telefoonsystemen) 76 foutrapporten 70 gedeelde telefoonlijninstallatie (parallelle telefoonsystemen) 79 installatie specifiek belsignaal (parallelle telefoonsystemen) 78 i
testfax 93 voicemail en computermodem (parallelle telefoonsystemen) 92 installeren voicemail (parallelle telefoonsystemen) 80 instellen accessoires 13 antwoordapparaat en modem (parallelle telefoonsystemen) 88 computermodem en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 88 instellen, opties opnieuw kiezen 67 instellingen faxscenario's 73 netwerk 107 snelheid, fax 67 Instellingen volume, fax 68 Internet Protocol (internetprotocol) fax, gebruiken 69 IP-adres printer opsporen 115 IP-instellingen 108 ISDN-li
landen/regio's met 72 modem en antwoordapparaat, configuratie 88 modem gedeeld met lijninstallatie voor gesprekken 84 modeminstallatie 81 PBX-configuratie 77 soorten instellingen 73 PBX-systeem, configureren met fax parallelle telefoonsystemen 77 pictogrammen voor draadloze verbindingen 9 pictogram Setup: 9 printersoftware (Windows) openen 29, 113 over 113 printkop 147 schoonmaken 148 printkop, uitlijnen 147 printkop uitlijnen 147 problemen met de papieraanvoer, problemen oplossen 122 problemen oplossen afd
tests, fax mislukt 133 toegangsklep voor cartridges, zoeken 7 toegangspaneel aan achterkant afbeelding 7 toegankelijkheid 2 toonkeuze 67 tweezijdig afdrukken 37 U uitvoerlade zoeken 6 USB-verbinding poort, locatie 6, 7 V verbindingssnelheid, instellen 108 verkleinen van fax 61 voeding problemen oplossen 142 voicemail installatie met fax en computermodem (parallelle telefoonsystemen) 92 installeren met fax (parallelle telefoonsystemen) 80 volume faxgeluiden 68 voorschriften voorgeschreven identificatienumm