Operation Manual

1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Parallelle splitter
3 DSL/ADSL-lter
4 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer.
De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecieke adapter worden bevestigd.
5 DSL/ADSL-modem
6 Computer
7 Telefoon
OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan
de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen,
seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Afbeelding 5-10 Voorbeeld van een parallelle splitter
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1. U kunt een DSL-lter aanschaen bij uw DSL-provider.
OPMERKING: Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL-
dienst, moeten met extra DSL-lters zijn verbonden om ruis tijdens telefoongesprekken te voorkomen.
2. Met het bij de printer geleverde telefoonsnoer verbindt u het ene uiteinde met de DSL-lter en het
andere uiteinde met de poort met het label 1-LINE aan de achterzijde van de printer.
OPMERKING: De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecieke adapter worden
bevestigd.
3. Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort met het label 2-EXT
achter op de printer en sluit u vervolgens een telefoon aan op deze poort.
72 Hoofdstuk 5 Faxen NLWW