Operation Manual

De opties opnieuw bellen instellen
1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen .
2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
3. Raak Automatisch opnieuw kiezen aan.
4. Raak Opnieuw zenden bij in gesprek , Opnieuw zenden bij geen antwoord of Opnieuw kiezen bij
verbindingsprobleem aan om in of uit te schakelen.
De faxsnelheid instellen
U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en overige faxapparaten
tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
Als u een van de volgende opties gebruikt, is het wellicht nodig om de faxsnelheid te verlagen:
Een Internet-telefoonservice
Een PBX-systeem (private branch exchange)
Fax over Voice over Internet Protocol (VoIP)
Een ISDN-service
Als u problemen ondervindt bij het verzenden en ontvangen van faxen, probeer dan een tragere Snelheid . De
volgende tabel biedt de mogelijke faxsnelheden.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel v.34 (33600 bps)
Normaal v.17 (14400 bps)
Langzaam v.29 (9600 bps)
De faxsnelheid instellen
1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen .
2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
3. Raak Snelheid aan.
4. Raak de optie aan die u wilt selecteren.
Het faxgeluidsvolume instellen
U kunt het volume van de faxtonen wijzigen.
Het geluidsvolume voor faxen instellen
1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Faxen .
2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren .
3. Druk op Volume.
4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
54 Hoofdstuk 5 Faxen NLWW