HP Officejet 6800
HP Officejet 6800 Gebruikersgids
Copyright informatie © 2014 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Editie 1, 7/2014 Kennisgeving van Hewlett-Packard Company De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
Veiligheidsinformatie Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken. 1. Lees en begrijp alle instructies in de documentatie bij uw printer. 2. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het product zijn aangegeven. 3. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit apparaat gaat reinigen. 4.
Inhoudsopgave 1 Hoe kan ik? ....................................................................................................................................................... 1 2 Aan de slag ....................................................................................................................................................... 2 Toegankelijkheid ..................................................................................................................................
Afdrukken met AirPrintTM .................................................................................................................. 32 4 Kopiëren en scannen ...................................................................................................................................... 34 Kopiëren ............................................................................................................................................. 34 Scannen ...............................................
Faxinstellingen wijzigen ...................................................................................................................... 56 Het faxkopschrift instellen .................................................................................................. 56 De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) ................................................... 57 Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen ..............................................
De printer instellen op uw draadloos netwerk .................................................................... 75 De verbindingsmethode wijzigen ....................................................................................... 75 De draadloze verbinding testen ......................................................................................... 76 De draadloze functie van de printer in- of uitschakelen ..................................................... 76 De netwerkinstellingen wijzigen ....
De printer kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden ............................................ 109 De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen ............................................ 110 Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat ........................................... 111 Het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd, is niet lang genoeg ............................... 111 De computer kan geen faxen ontvangen (HP Digital Fax) ..........................................
Bericht voor gebruikers in Canada .................................................................. 142 Bericht aan gebruikers in Taiwan .................................................................... 142 Bericht aan gebruikers in Mexico .................................................................... 143 Bericht aan gebruikers in Japan in verband met draadloze netwerken .......... 143 Programma voor milieubeheer .....................................................................................
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en een antwoordapparaat .......................................................... 167 Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSLmodem en een antwoordapparaat .................................................................. 170 Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail .......................................................................
xii NLWW
1 NLWW Hoe kan ik? ● Aan de slag ● Afdrukken ● Kopiëren en scannen ● Fax ● Webservices ● Werken met inktcartridges ● Een probleem oplossen 1
2 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
HP EcoSolutions (HP en het milieu) Hewlett-Packard richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor. Zie Programma voor milieubeheer voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP volgt tijdens het productieproces. Bezoek www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de milieu-initiatieven die HP neemt.
● Wijzig de afdrukkwaliteit in het printerstuurprogramma naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen verbruiken minder inkt. ● Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van de cartridges.
Ruimte voor printerbenodigdheden 1 Printkop 2 Inktcartridges OPMERKING: De inktcartridges moeten in de printer blijven om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden niet voor langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Overzicht knoppen en lampjes ● Schermpictogrammen bedieningspaneel ● Printerinstellingen wijzigen Overzicht knoppen en lampjes In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel van de printer. Label Naam en beschrijving 1 Lampje draadloos: geeft de status van de draadloze verbinding van de printer weer.
Pictogram Doel Toont dat de HP ePrint is ingeschakeld. Zie HP ePrint voor meer informatie. Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om een fax te sturen of om faxinstellingen te wijzigen. Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken om een scan te maken. Hiermee geeft u een scherm weer dat u kunt gebruiken voor een aantal afdrukbare media van HP (apps voor uw printer). Hiermee wordt het Fotoscherm weergegeven om foto's af te drukken en paspoortfoto's te creëren.
1. Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger over het scherm glijden. Raak dan het pictogram van de gewenste functie aan. 2. Nadat u een functie hebt geselecteerd, bladert u door de beschikbare instellingen. Vervolgens raakt u de te wijzigen instelling aan. 3. Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de instellingen te wijzigen. OPMERKING: Raak (Start) aan om terug te keren naar het Start-scherm.
Foto's printen ● HP Premium Plus fotopapier HP Premium Plus fotopapier is het beste fotopapier van HP voor de best mogelijke fotokwaliteit. Met HP Premium Plus fotopapier drukt u de mooiste foto's af die meteen droog zijn. U kunt ze dus meteen na het afdrukken doorgeven. Dit papier is verkrijgbaar in diverse formaten, waaronder A4, 21,6 x 27,9 cm (8,5 x 11 inch), 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en A3 en in twee afwerkingen – glanzend of licht glanzend (halfglanzend).
Standaard afdrukken Alle papieren op de lijst voor de dagelijkse afdrukfunctie ColorLok Technology voor minder vlekken, scherper zwart en heldere kleuren. ● HP Helderwit Inkjetpapier HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en folders. ● HP -afdrukpapier HP Printing Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
◦ Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet goed absorbeert ◦ Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt ◦ Afdrukmateriaal met nietjes of paperclips Zie Plaats papier of Plaats een origineel in de documentinvoer voor meer informatie over het plaatsen van papier. Plaats papier Om papier met standaardformaat te laden 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen.
4. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 5. 12 Schuif de papierbreedtegeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel papier raken en sluit vervolgens de lade.
6. Op het scherm van het bedieningspaneel verschijnt een bericht met de herinnering om de papierinstellingen te wijzigen als u het mediatype hebt gewijzigd, of om de instellingen te behouden als u het mediatype hebt behouden. 7. Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit. Om een enveloppe te plaatsen NLWW 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen.
3. Leg de enveloppen met de gewenste afdrukzijde naar beneden en plaats ze volgens de afbeelding. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: Vul nooit enveloppen bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 14 4.
Om kaarten en fotopapier te plaatsen 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen. 3. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
4. Schuif de papierbreedtegeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel papier raken en sluit vervolgens de lade. 5. Op het scherm van het bedieningspaneel verschijnt een bericht met de herinnering om de papierinstellingen te wijzigen als u het mediatype hebt gewijzigd, of om de instellingen te behouden als u het mediatype hebt behouden. 6. Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit.
2. Plaats uw origineel met afgedrukte zijde naar beneden zoals hieronder afgebeeld. TIP: Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij het plaatsen van originelen. 3. Sluit de klep. Plaats een origineel in de documentinvoer U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de doumentinvoer te plaatsen. De documentinvoerlade kan maximaal 35 vellen papier van A4-, Letter- of Legal-formaat bevatten.
2. Schuif de breedtegeleiders voor het papier tegen de linker- en rechterrand van het papier. Plaats een USB-stick U kunt de USB-stick in de poort aan de voorkant van de printer plaatsen. U kunt bestanden van de USB-stick overdragen naar uw computer of bestanden van de printer naar de USB-stick scannen. VOORZICHTIG: Verwijder de USB-stick niet terwijl deze door de printer wordt gebruikt. Dit kan de bestanden op de USB-stick beschadigen.
1. Raak op het bedieningspaneel van de printer 2. Raak OK aan. 3. Raak Instellingen aan en raak vervolgens De printer bijwerken aan. 4. Raak Automatisch bijwerken aan en raak vervolgens Aan aan. (HP ePrint) aan. De printer bijwerken met de embedded web server (EWS) 1. Open EWS. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 2. Klik op het tabblad Extra. 3. Klik in het gedeelte Printerupdates op Firmware-updates en volg de instructies op het scherm.
3 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. Zie Elementaire informatie over papier voor meer informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten.
● Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend. ● Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media in het deelvenster Ladekeuze. Kies vervolgens het juiste afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst Instelling afdrukkwaliteit. ● Klik op Geavanceerd in het gedeelte Papier/uitvoer en selecteer het papierformaat uit de vervolgkeuzelijst Papierformaat.
OPMERKING: Maak de wijzigingen in de HP-software die bij de printer is geleverd om de afdrukinstellingen voor alle afdruktaken in te stellen. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie over de HP-software. 5. Selecteer de gewenste opties. ● Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend. ● Selecteer in het tabblad Papier/Kwaliteit het juiste papiertype in de vervolgkeuzelijst Media in het deelvenster Ladekeuze.
● Dikke, onregelmatige of gekrulde randen ● Gekreukelde, gescheurde of anderszins beschadigde enveloppen Zorg ervoor dat de enveloppen die u in de printer plaatst scherp gevouwen zijn. OPMERKING: Zie voor meer informatie over afdrukken op enveloppen de documentatie van het softwareprogramma dat u gebruikt. Enveloppen afdrukken (Windows) 1. Plaats de enveloppen in de lade. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. In het menu Bestand van uw software klikt u op Afdrukken. 3.
a. Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat. OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier hebt geplaatst en dat u het overeenkomstige papierformaat op het bedieningspaneel van de printer hebt ingesteld. b. 5. In het pop-upmenu kiest u Papiersoort/kwaliteit en controleert u of de instelling papiersoort is ingesteld op Gewoon papier. Klik op Afdrukken. Foto's afdrukken Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten.
Foto's afdrukken vanaf de computer (OS X) 1. Plaats papier in de lade. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 3. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 4. Stel de afdrukopties in. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. OPMERKING: De volgende opties zijn beschikbaar voor uw printer. De positie van de opties kan verschillen van toepassing tot toepassing. a.
7. Raak Gereed en Doorgaan aan om een voorbeeld van de geselecteerde foto te bekijken. Indien u de lay-out of de papiersoort wilt aanpassen, raakt u (Instellingen) en uw selectie aan. U kunt alle nieuwe instellingen als standaard opslaan. 8. Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken. Afdrukken op speciaal en aangepast papier Als uw toepassing een aangepast papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document afdrukt.
5. Klik in het tabblad Layout of Papier/kwaliteit op de knop Geavanceerd. 6. Selecteer in de zone Papier/uitvoer het aangepaste papierformaat uit de vervolgkeuzelijst Papierformaat. OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier hebt geplaatst en dat u het overeenkomstige papierformaat op het bedieningspaneel van de printer hebt ingesteld. 7. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK. 8.
6. Klik in het gedeelte Papierformaat bestemming op Aanpassen aan papierformaat. 7. Selecteer eventueel nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken om het afdrukken te starten. OPMERKING: Software en systeemvereisten vindt u in het Leesmij-bestand. Dit bevindt zich op de cd met HP-printersoftware die bij uw printer werd geleverd.
Afdrukken met maximum aantal dpi Gebruik de modus maximum dpi om scherpe afbeeldingen van hoge kwaliteit op fotopapier af te drukken. Afdrukken met Maximum dpi duurt langer dan wanneer u afdrukt met andere instellingen en bestanden nemen meer schijfruimte in beslag. Afdrukken met maximale dpi (Windows) 1. Selecteer Afdrukken in uw software. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
4. ● Papiertype: Het juiste papiertype ● Kwaliteit: Maximum dpi Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken. Tips voor geslaagd afdrukken Software-instellingen geselecteerd in de print driver zijn enkel van toepassing op afdrukken, niet op kopiëren of scannen. U kunt uw document op beide zijden van het vel papier afdrukken. Zie Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie.
● Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden. ● Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn. ● Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg ervoor dat de geleiders het papier niet buigen in de lade. Tips voor printerinstellingen (Windows) ● Om de standaardinstellingen te wijzigen, klikt u op Afdrukken, scannen en faxen., en vervolgens op Voorkeuren instellen in de HP-printersoftware.
◦ ● ● Brochure-LinksBinden: De brochure wordt aan de linkerzijde ingebonden. Selecteer deze optie als u van links naar rechts leest. ● Brochure-RechtsBinden: De brochure wordt aan de rechterzijde ingebonden. Selecteer deze optie als u van rechts naar links leest. Paginaranden: Zorgt ervoor dat u randen aan de pagina's toevoegt als u het document in twee of meer pagina's per blad afdrukt. Om tijd te besparen, kunt u gebruikmaken van afdruksnelkoppelingen met afdrukvoorkeuren.
● Mail ● Foto's ● Safari ● Ondersteunde toepassingen van derden, bijvoorbeeld Evernote Om AirPrint te kunnen gebruiken, moet u voor het volgende zorgen: NLWW ● De printer moet op hetzelfde netwerk als uw toestel met AirPrint zijn aangesloten. Ga naar www.hp.com/go/mobileprinting voor meer informatie over het gebruik van AirPrint en over welke HP-producten compatibel zijn met AirPrint.
4 Kopiëren en scannen ● Kopiëren ● Scannen Kopiëren Om documenten te kopiëren 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg Plaats papier voor meer informatie. 2. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. Zie Een origineel op de glasplaat plaatsen of Plaats een origineel in de documentinvoer voor meer informatie. 3.
Scannen U kunt documenten, foto's en andere papiersoorten scannen en ze naar diverse bestemmingen zoals een computer of een e-mailadres sturen. Bij het scannen van documenten met de HP-printersoftware kunt u scannen naar een formaat waarin kan worden gezocht en wijzigingen kunnen worden aangebracht. Bij het scannen van een origineel zonder randen moet u de glasplaat van de scanner gebruiken in plaats van de documentinvoer.
Een origineel scannen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. Zie Een origineel op de glasplaat plaatsen of Plaats een origineel in de documentinvoer voor meer informatie. 2. Raak Scannen aan en selecteer Computer. 3. Raak een computer aan waar u naar wilt scannen. 4. Kies het gewenste type of scanprofiel. 5. Raak Start scannen aan.
Scannen naar geheugenapparaat Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u rechtstreeks naar een USB-stick scannen zonder gebruik van een computer of de HP-printersoftware die bij de printer is geleverd. OPMERKING: U kunt de HP software ook gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare tekst. Zie Documenten scannen als bewerkbare tekst voor meer informatie. Een origineel scannen naar een geheugenkaart vanaf het bedieningspaneel van de printer 1.
10. Voor foto's selecteert u de scaninstellingen en drukt u op Doorgaan. Voor documenten gaat u verder met de volgende stap. 11. Controleer het e-mailadres en druk op Doorgaan. 12. Raak Naar e-mail scannen aan. 13. Druk op OK als de scan is voltooid en druk vervolgen op Ja om nog een e-mail te sturen of op Nee om af te sluiten. Scannen naar e-mail gebruiken Om scannen naar e-mail te gebruiken 1.
● PIN-code wijzigen ● Account verwijderen Scannen met Webscan Webscan is een functie van de geïntegreerde webserver waarmee u foto's en documenten kunt scannen van uw printer naar uw computer met een webbrowser. Deze functie is zelfs beschikbaar als u de printersoftware niet op uw computer hebt geïnstalleerd. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. OPMERKING: Webscan is standaard uitgeschakeld. U kunt deze functie vanaf de EWS activeren.
Documenten scannen als bewerkbare tekst Gebruik de volgende richtlijnen om documenten te scannen als bewerkbare tekst. Om documenten te scannen als bewerkbare tekst (Windows) 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. Zie Een origineel op de glasplaat plaatsen of Plaats een origineel in de documentinvoer voor meer informatie. 2.
5. Selecteer als alle pagina's zijn gescand Opslaan uit het menu Bestand. Het dialoogvenster Opslaan verschijnt. 6. Selecteer het type bewerkbare tekst. 7. Ik wil… Voer de volgende stappen uit Alleen de tekst ophalen, zonder enige opmaak uit het originele document Selecteer TXT in het pop-upmenu Indeling. Tekst ophalen, inclusief een deel van de opmaak van het originele document Selecteer TXT in het pop-upmenu Indeling.
OS X: Gebruik de voorinstelling Documenten. ● Sla het bestand op met de juiste indeling. Als u alleen de tekst uit het document wilt ophalen, zonder enige opmaak uit het oorspronkelijke document over te nemen, moet u een indeling voor kale tekst selecteren zoals Text (.txt) of TXT. Als u de tekst wilt ophalen met de opmaak uit het oorspronkelijke documenten, moet u een Rich Text Format selecteren zoals Rich Text (.rtf) of RTF, of een doorzoekbaar PDF-formaat zoals Doorzoekbare PDF (.
5 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. Zie Een origineel op de glasplaat plaatsen of Plaats een origineel in de documentinvoer voor meer informatie. 2. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 3. Raak Nu versturen aan. 4. Voer het faxnummer in met behulp van het toetsenblok.
4. Voer een faxnummer of een naam van uw Contacten met een faxnummerinvoer in. 5. Als u de faxinformatie hebt ingevuld, klikt u op Fax. Een fax verzenden vanaf een telefoon U kunt een fax verzenden via uw extra telefoon. Hierdoor kunt u met de toekomstige ontvanger praten vooraleer u de fax verzendt. Om een fax via een extra telefoon te verzenden 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer.
Een fax verzenden met behulp van handsfree kiezen via het bedieningspaneel van de printer 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. Raadpleeg Een origineel op de glasplaat plaatsen of Plaats een origineel in de documentinvoer voor meer informatie. 2. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 3. Druk op Nieuwe fax verzenden. 4. Raak Zwart of Kleur aan. 5.
6. Voer het faxnummer in door middel van het toetsenblok, druk op (Telefoonboek) om een telefoonboekcontact of een eerder gedraaid of ontvangen nummer te selecteren. 7. Raak Zwart aan. De printer scant de originelen naar het geheugen en de fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat beschikbaar is. Een fax verzenden naar meerdere ontvangers U kunt een fax verzenden naar meerdere ontvangers door een telefoonboekgroep te maken die bestaat uit twee of meerdere individuele ontvangers.
De instelling Licht./Donkerder wijzigen vanaf het bedieningspaneel 1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Faxinstellingen aan. 3. Raak Voorkeuren aan. 4. Raak Foutcorrectiemodus aan om in- of uit te schakelen. 5. Selecteer Aan of Uit. Een fax ontvangen U kunt automatisch of handmatig faxen ontvangen. Indien u de optie Automatisch antwoorden uitschakelt, moet u faxen handmatig ontvangen.
4. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat Start moet worden ingedrukt op hun faxapparaat. 5. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, gaat u als volgt te werk: a. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax, vervolgens op Verzenden en ontvangen, en ten slotte op Nu ontvangen. b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan de lijn blijven.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg Plaats papier voor meer informatie. 2. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 3. Raak Opnieuw afdrukken aan. De faxen worden afgedrukt in omgekeerde volgorde als die waarin ze zijn ontvangen waarbij de meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz. 4.
volgende pagina afgedrukt. Automatische verkleining komt van pas als u een fax van Legal-formaat ontvangt terwijl in de invoerlade papier van Letter-formaat is geplaatst. Automatische verkleining instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Faxinstellingen aan. 3. Raak Voorkeuren aan. 4. Raak Automatische verkleining aan om in- of uit te schakelen.
1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Faxinstellingen aan. 3. Raak Voorkeuren aan. 4. Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan. 5. Druk op het nummer dat u wilt verwijderen en druk dan op Verwijderen. Om een lijst met ongewenste faxnummers af te drukken 1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Rapporten aan. 3. Raak Faxrapporten afdrukken aan. 4.
HP Digital Fax instellen (OS X) 1. Open Hulpprogramma's van HP. Raadpleeg HP-hulpprogramma's (OS X) voor meer informatie. 2. Selecteer de printer. 3. Klik op Digitaal Faxarchief in de afdeling faxinstellingen. HP Digital Fax-instellingen wijzigen U kunt HP Digital Fax uitschakelen en het afdrukken van faxen uitschakelen op het bedieningspaneel van de printer. Instellingen wijzigen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer.
TIP: Voor het maken en beheren van telefoonboekcontacten kunt u niet alleen het bedieningingspaneel van de printer gebruiken, u kunt ook gebruikmaken van hulpprogramma's die beschikbaar zijn op u computer, zoals de HP-software die bij de printer wordt geleverd en de EWS van de printer. Zie Hulpprogramma's printerbeheer voor meer informatie.
Telefoonboekgroepen instellen en wijzigen U kunt meerdere faxnummers opslaan een telefoonboekgroep. Om telefoonboekgroepen in te stellen OPMERKING: Vooraleer u een telefoonboekgroep kunt creëren, moet u reeds minstens een telefoonboekcontact hebben gecreëerd. 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Nu versturen aan. 3. Druk op 4. Druk 5. Druk op 6. Druk op Naam en typ de naam van de groep en druk op Gereed. 7.
6. Druk op de naam van het telefoonboekcontact dat u wilt verwijderen. 7. Druk op Verwijderen. 8. Raak Ja aan om uw keuze te bevestigen. Een lijst met telefoonboekcontacten afdrukken U kunt een lijst met uw telefoonboekcontacten afdrukken 1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Plaats papier voor meer informatie. 2. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan. 3. Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Rapporten aan. 4. Druk op Telefoonboek afdrukken.
De antwoordmodus instellen (automatisch antwoorden) De antwoordmodus bepaalt of binnenkomende oproepen door de printer worden beantwoord. ● Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door de printer beantwoord. ● Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt ontvangen.
of drievoudige belsignalen aan te vragen. Als de printer het specifieke belpatroon detecteert, zal deze de oproep beantwoorden en de fax ontvangen. TIP: U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon vastgelegd.
Opties opnieuw kiezen instellen Als de printer een fax niet kon verzenden omdat het ontvangende faxapparaat niet antwoordde of bezet was, dan probeert de printer opnieuw te bellen op basis van de instellingen van de optie voor Opnieuw kiezen. Gebruik de volgende procedure om de opties aan of uit te schakelen. ● Opnieuw kiezen indien bezet: Als deze optie is ingeschakeld, kiest de printer automatisch opnieuw wanneer de lijn bezet is. De standaardinstelling is Aan.
3. Raak Faxsnelheid aan. 4. Raak de optie aan die u wilt selecteren. Het faxgeluidsvolume instellen U kunt het volume van de faxtonen wijzigen. Het geluidsvolume voor faxen instellen 1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Voorkeuren aan. 3. Druk op Volume. 4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren.
OPMERKING: U kunt uitsluitend faxen verzenden en ontvangen door een telefoonsnoer aan te sluiten op de 1-LINE-poort op de printer. Dit betekent dat de verbinding met het Internet tot stand moet worden gebracht via een converter (die is uitgerust met een gewone analoge telefooningangen voor de fax) of via uw telefoonmaatschappij. TIP: De ondersteuning voor traditionele faxverzending via een IP-telefoonsysteem is vaak beperkt.
na elke verzending of ontvangst van een fax kort een bevestigingsbericht weergegeven op het bedieningspaneel. OPMERKING: U kunt een afbeelding van de eerste faxpagina opnemen in het bevestigingsrapport dat aangeeft dat de fax is verzonden als u Aan (Fax verzenden) of Aan (Fax verzenden en ontvangen) selecteert, en als u de fax scant om deze vanuit het geheugen te verzenden of als u de optie Scannen en faxen gebruikt. Faxbevestiging inschakelen 1.
Het faxlogboek afdrukken en bekijken U kunt een logboek afdrukken met de faxen die door de printer zijn ontvangen en verzonden. Het faxlogboek afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Faxinstellingen aan en raak vervolgens Rapporten aan. 3. Raak Faxrapporten afdrukken aan. 4. Raak Laatste 30 verrichtingen afdrukken aan. 5. Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken.
De belgeschiedenis weergeven U kunt een lijst bekijken met alle oproepen die vanaf de printer werden gedaan. OPMERKING: U kunt de oproepgeschiedenis niet afdrukken. Om de oproepgeschiedenis te bekijken 64 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Druk op Nieuwe fax verzenden. 3. Druk op (Telefoonboek). 4. Druk op (Oproepgeschiedenis).
6 Webservices De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken. OPMERKING: Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Webservices instellen Zorg ervoor dat uw printer via Ethernet of draadloos is verbonden met het internet alvorens u webservices instelt. Gebruik een van onderstaande methodes om Web services te gebruiken: Om Webservices te configureren via het bedieningspaneel van de printer 1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Instellingen Web Services aan. 3. Druk op Aanvaard om de gebruiksvoorwaarden van de webservices te accepteren en deze in te schakelen. 4.
Om Webservices te configureren via de HP-printersoftware (Windows) 1. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 2. Dubbelklik in het verschijnende venster op Afdrukken, scannen en faxen en selecteer vervolgens Printer verbinden met het web onder Afdrukken. De startpagina van de printer (geïntegreerde webserver) opent. 3. Klik op de tab Webservices. 4. Klik in het gedeelte Instellingen webservices op Installatie en vervolgens op Doorgaan.
Het e-mailadres van de printer opzoeken 1. Zorg ervoor dat u een ePrint-account hebt aangemaakt. Om een account op HP Connected aan te maken, moet u naar www.hpconnected.com gaan. 2. Raak op het bedieningspaneel van de printer (HP ePrint) aan. Raak Informatie afdrukken aan om het e-mailadres af te drukken. De printer drukt een informatiepagina af waarin de printercode en de instructies worden afgedrukt om het emailadres van de printer aan te passen. Om HP ePrint uit te schakelen. 1.
7 Werken met inktcartridges Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Informatie over inktcartridges en de printkop ● De geschatte inktniveaus bekijken ● Inktcartridges vervangen ● Inktcartridges bestellen ● Printerbenodigdheden bewaren ● Opslag anonieme gebruiksinformatie ● Garantie-informatie inktcartridge Informatie over inktcartridges en de printkop Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-inktcartridges als u verzekerd wilt zijn van een consistente afdrukkw
printersoftware. U kunt ook het Printerstatusrapport afdrukken om deze informatie te bkijken (zie Statusrapport van de printer). Geschatte inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel ▲ Druk op het scherm van het bedieningspaneel (Start) van de printer op (Inktinformatie). OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen.
3. Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf. 4. Haal de nieuwe inktcartridge uit de verpakking. 5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege sleuf tot deze stevig vastklikt. Zorg ervoor dat u de inktcartridge in de sleuf plaatst met een letter van dezelfde kleur als de kleur die u installeert. NLWW 6. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke inktcartridge die u wilt vervangen. 7.
Inktcartridges bestellen Ga naar www.hp.com om inktcartridges te bestellen. (Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.) Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen hebben echter informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een boodschappenlijstje afdrukken. Bovendien kunt u de pagina www.hp.com/buy/supplies bezoeken voor meer informatie over de aankoop van HP-producten in uw land.
Als u bezorgd bent over het verstrekken van deze anonieme informatie, kunt u deze informatie ontoegankelijk maken door het vermogen van de geheugenchip om gebruiksinformatie van de printer te verzamelen uit te schakelen. De functie voor gebruiksinformatie uitschakelen 1. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan. 2. Selecteer Voorkeuren, en druk vervolgens op Anonieme gebruiksinformatie opslaan. 3. Druk op Uit om de verzameling van gebruiksinformatie te deactiveren.
8 Netwerkinstallatie Bijkomende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar op de startpagina van de printer (geïntegreerde webserver of EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
informatie nog steeds niet kunt vinden, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het draadloos netwerk heeft ingesteld. De printer instellen op uw draadloos netwerk Gebruik de wizard Draadloos instellen vanaf het scherm van het bedieningspaneel van de printer om draadloze communicatie in te stellen. OPMERKING: Blader door de lijst op Voordat u begint vooraleer u verder gaat. 1. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan. 2. Raak Netwerk instellen aan. 3.
Meer informatie over de overschakeling van een USB-verbinding naar een draadloze verbinding. Klik hier voor meer informatie online. Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen. Om over te schakelen van een draadloze verbinding naar een USB- of Ethernet-verbinding (Windows) ● Sluit de USB- of Ethernet-kabel aan op de printer. Om over te schakelen van een draadloze verbinding naar een USB- of Ethernet-verbinding (OS X) Voeg de printer toe aan de afdrukwachtrij. 1. Open Systeemvoorkeuren.
VOORZICHTIG: De netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden. Tenzij u een ervaren gebruiker bent, is het echter raadzaam om sommige van deze instellingen niet te wijzigen (zoals de verbindingssnelheid, IP-instellingen, standaardgateway en firewallinstellingen). Om netwerkinstellingen af te drukken Gebruik een van de volgende manieren: ● Raak op het bedieningspaneel van de printer (Draadloos) of (Ethernet) aan. Het scherm netwerkstatus verschijnt.
7. Voer uw wijzigingen in en raak vervolgens Gereed aan. 8. Raak OK aan. HP Wireless Direct gebruiken Met HP wireless direct kunt u draadloos afdrukken vanaf een computer, smartphone, tablet of een ander draadloos toestel - zonder verbinding te maken met een bestaand draadloos netwerk. Richtlijnen voor gebruik van HP wireless direct ● Zorg ervoor dat uw computer of mobiel apparaat de nodige software heeft.
Om vanaf een mobiel toestel met Wi-Fi af te drukken Zorg ervoor dat u een compatibele afdruktoepassing hebt geïnstalleerd op uw mobiel apparaat. Ga naar www.hp.com/global/us/en/eprint/mobile_printing_apps.html voor meer informatie. 1. Controleer of u de HP wireless direct op de printer hebt ingeschakeld. 2. Schakel de Wi-Fi-verbinding in op uw mobiel apparaat. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij de computer.
c. Als het scherm Verbindingsopties verschijnt, selecteert u Draadloos. Selecteer uw HP-printersoftware uit de lijst van gevonden printers. d. 5. Volg de aanwijzingen op het scherm op. Druk het document af. Afdrukken vanaf een computer met Wifi (OS X) 1. Controleer of u de HP wireless direct op de printer hebt ingeschakeld. 2. Schakel Wi-Fi op de computer in. Zie de documentatie bij uw Apple voor meer informatie. 3.
9 Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Werkset (Windows) ● HP-hulpprogramma's (OS X) ● Geïntegreerde webserver Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer. OPMERKING: De Werkset kan worden geïnstalleerd vanaf de HP-software-cd als de computer voldoet aan de systeemvereisten. De systeemvereisten vindt u in het Leesmij-bestand. Dit bevindt zich op de cd met HP-printersoftware die bij uw printer werd geleverd.
Geïntegreerde webserver Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de geïntegreerde webserver (EWS) van de printer gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en de printer vanaf de computer te beheren. OPMERKING: Voor het weergeven of wijzigen van bepaalde instellingen hebt u mogelijk een wachtwoord nodig. OPMERKING: U kunt de ingebouwde webserver openen en gebruiken zonder dat er verbinding is met internet. Sommige functies zijn echter niet beschikbaar.
De geïntegreerde webserver openen via HP wireless direct 1. Raak 2. Als het scherm aangeeft dat HP wireless direct is Uit, druk dan op HP Wireless Direct om het in te schakelen. 3. Schakel vanaf uw draadloze computer draadloos in, zoek naar HP wireless direct en maak hiermee verbinding. Indien de beveiliging van HP wireless direct aan staat, voer dan het wachtwoord van HP wireless direct in wanneer u dit wordt gevraagd. 4.
Controleer het IP-adres van de printer ● Als u het IP-adres van de printer wilt controleren, kunt u het IP-adres verkrijgen door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Installatie, vervolgens op Rapporten, en ten slotte op Rapport netwerkconfiguratie. ● Ping de printer met het IP-adres vanaf de opdrachtprompt (Windows) of vanuit het netwerkhulpprogramma (OS X).
10 Een probleem oplossen Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de ondersteunende services in HP-ondersteuning te gebruiken voor hulp.
1. Raadpleeg de documentatie van de printer. 2. Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/support. De on line ondersteuning van HP is beschikbaar voor alle klanten van HP. Het is de betrouwbaarste bron van actuele productinformatie en deskundige hulp, en biedt de volgende voordelen: 3. ● Snelle toegang tot gekwalificeerde online ondersteuningstechnici ● Software- en stuurprogramma-updates voor de printer ● Nuttige informatie over het oplossen van veelvoorkomende problemen.
● Modelnummer ● Serienummer (op de achter- of onderkant van de printer) ● Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet ● Antwoorden op de volgende vragen: ◦ Doet dit probleem zich vaker voor? ◦ Kunt u het probleem reproduceren? ◦ Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort voordat dit probleem zich begon voor te doen? ◦ Heeft er zich iets anders bijzonders voorgedaan voorafgaand aan deze toestand (was er een onweersbui of is de printer verplaatst)? Als u
● Rapport webtoegang Statusrapport van de printer Gebruik het printerstatusrapport om de huidige printerinformatie en de status van de inktcartridges te bekijken. Gebruik het printerstatusrapport ook als hulp bij het oplossen van problemen met de printer. Het printerstatusrapport bevat ook een log met recente gebeurtenissen. Als u HP moet bellen, is het vaak nuttig om eerst het printerstatusrapport af te drukken. Het Printerstatusrapport afdrukken 88 1.
3. Informatie over het inktsysteem: Toont de geschatte inktniveaus (grafisch voorgesteld als meters), de onderdeelnummers en vervaldatums van de inktcartridges. OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervanginktcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden.
90 1. Algemene informatie: Toont informatie over de huidige status en het type actieve verbinding van het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de geïntegreerde webserver. 2. 802.3 vast: Informatie over de actieve Ethernet-netwerkverbinding, zoals het IP-adres, het subnetmasker, de standaard-gateway en het hardwareadres van de printer. 3. 802.11 Draadloos: Toont informatie over uw draadloze netwerkverbinding, zoals de hostnaam, het IP-adres, het subnetmasker, de standaardgateway en de server.
4. HP Wireless Direct: Toon informatie over uw HP wireless direct-verbinding, zoals netwerknaam (SSID), IP-adres, subnetmasker, standaardgateway en server. 5. Diversen: Informatie over geavanceerde netwerkinstellingen. ● Poort 9100: De printer ondersteunt het "raw" IP-afdrukken via TCP-poort 9100. Deze eigen TCP/IP-poort van HP op de printer is de standaardpoort voor afdrukken. De poort is toegankelijk voor HP-software (bijvoorbeeld als HP-standaardpoort).
Rapport afdrukkwaliteit Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vele oorzaken hebben: software-instellingen, een afbeelding van slechte kwaliteit, of het printsysteem zelf. Als u niet tevreden bent met de kwaliteit van uw afdrukken, kunt u een Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit afdrukken om vast te stellen of het printsysteem goed werkt. Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken 1. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan. 2. Raak Rapporten aan. 3. Druk Rapport afdrukkwaliteit.
1. Als op het Rapport van de afdrukkwaliteit vervaagde, gedeeltelijke, streperige of ontbrekende gekleurde balken of patronen staan, controleert u of de inktcartridges bijna leeg zijn en vervangt u de cartridge die overeenkomt met de defecte gekleurde balk of het defecte kleurenpatroon. Als geen van de inktcartridges bijna leeg is, verwijdert u alle inktcartridges en plaatst ze allemaal terug om er zeker van te zijn dat ze correct zijn geplaatst.
De printer wordt onverwacht uitgeschakeld ● Controleer de netvoeding en de aansluiting van het netsnoer. ● Zorg dat het netsnoer goed is aangesloten op een werkende voedingsadapter. Uitlijning printkop ontbreekt ● Als het uitlijningsproces mislukt, zorg er dan voor dat u ongebruikt, gewoon wit papier in de invoerlade hebt geplaatst. Wanneer bij het uitlijnen van de inktcartridges gekleurd papier in de invoerlade is geplaatst, mislukt de uitlijning.
◦ Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. ◦ Gebruik HP-papier voor optimale prestaties en efficiëntie. Afdrukproblemen oplossen TIP: (Windows) Start de HP Print and Scan Doctor om print-, scan- en kopieerproblemen op te sporen en automatisch op te lossen. De toepassing is slechts in enkele talen beschikbaar.
Als de bovenstaande oplossingen het probleem niet verhelpen, klik dan hier voor meer online oplossingen. De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten ● Probeer de oplossingen in Afdrukkwaliteit is niet aanvaardbaar ● Controleer de locatie van de printer en de lengte van de USB-kabel Hoge elektromagnetische velden (zoals velden gegenereerd door USB-kabels) kunnen soms lichte vervormingen op afdrukken veroorzaken. Plaats de printer verder weg van de bron van de elektromagnetische velden.
4. Controleer het papiertype HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke andere papiersoort die geschikt is voor de printer. Al het papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest om aan de hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en documenten te produceren met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen dan normaal eenvoudig papier. Zie Elementaire informatie over papier voor meer informatie.
Kopieën zijn blanco of vervaagd ● Het contrast is mogelijk te licht ingesteld. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Kopiëren, vervolgens op (Kopieerinstellingen), en ten slotte op Lichter/Donkerder, en gebruik dan de pijltjestoetsen om donkerdere kopieën te maken. ● De kwaliteitinstelling Snel (die instaat voor kopieën van een draft-kwaliteit) is mogelijk verantwoordelijk voor vage kopieën of voor het niet afdrukken van documenten. Wijzig naar de Normaal of Beste instelling.
Scanproblemen oplossen TIP: (Windows) Start de HP Print and Scan Doctor om print-, scan- en kopieerproblemen op te sporen en automatisch op te lossen. De toepassing is slechts in enkele talen beschikbaar. Scanner reageert niet ● Controleer het origineel Zorg ervoor dat het origineel goed is geladen. Zie Een origineel op de glasplaat plaatsen of Plaats een origineel in de documentinvoer voor meer informatie.
◦ Zorg ervoor dat het papierformaat in de invoerlade groot genoeg is voor het origineel dat u probeert te scannen. ◦ Als u de HP-printersoftware gebruikt, zijn de standaardinstellingen in de HP-printersoftware mogelijk automatisch ingesteld om een andere specifieke taak uit te voeren dan die u wilt uitvoeren. Raadpleeg de Help op het scherm van de printersoftware voor meer informatie over het wijzigen van eigenschappen.
De kwaliteit van de gescande afbeelding is slecht ● Teksten of afbeeldingen aan de achterzijde van een tweezijdig bedrukt origineel verschijnen op de scan Tweezijdige originelen kunnen tekst of afbeeldingen van de achterzijde naar de scan "lekken" als de originelen op te dun of te transparant papier zijn afgedrukt. ● Ongewenste lijnen Er zit mogelijk inkt, lijm, correctievloeistof of een ongewenste stof op de glasplaat van de scanner. Probeer de glasplaat van de scanner te reinigen.
e-mailserver dergelijke limiet niet heeft, wijzigt u de maximumgrootte van de e-mailbijlagen voor uitgaande e-mailprofielen naar een waarde die kleiner is dan die van de e-mailserver. Vraag voor online probleemoplossing en kom te weten hoe u scanproblemen oplos. Klik hier voor meer informatie online. Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen. Faxproblemen oplossen Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van problemen met de faxinstallatie voor de printer.
● Als u de test uitvoert van de Wizard voor het instellen van de fax (Windows) of het HPhulpprogramma (OS X), moet u ervoor zorgen dat de printer niet bezig is met het voltooien van een andere taak, zoals het ontvangen van een fax of kopiëren. Controleer of op het scherm van de een bericht wordt weergegeven met de melding dat de printer bezet is. Als het apparaat is bezet, wacht u totdat het apparaat niet meer actief is en alle bewerkingen zijn voltooid en voert u de test opnieuw uit.
verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten. Steek het telefoonsnoer in de juiste poort 1.
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt ● Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven.
● Zorg ervoor dat de printer goed is aangesloten op de telefoonaansluiting. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. ● Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
● Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten. ● Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd.
● Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven.
telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale telefoons. ● Als u een PBX of een ISDN-adapter (Integrated Services Digital Network) gebruikt, moet de printer zijn aangesloten op de juiste poort en moet de adapter zijn ingesteld op het juiste type switch voor uw land/regio (als dat mogelijk is). Klik hier voor meer informatie online.
De volgende handelingen kunnen helpen bij het oplossen van deze problemen: ◦ Wanneer u een antwoordapparaat gebruikt op de telefoonlijn waarmee u ook faxt, moet u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks op de printer aan te sluiten. Klik hier voor meer informatie online. ◦ Controleer of de printer is ingesteld om faxen automatisch te ontvangen. Raadpleeg Een fax ontvangen voor meer informatie over het instellen van de printer voor het automatisch ontvangen van faxen.
desbetreffende faxnummer te bellen met een gewone telefoon en te luisteren of u ook faxtonen hoort. Als u geen faxtonen hoort, is het ontvangende faxapparaat mogelijk niet ingeschakeld of niet aangesloten of stoort een voicemailservice de communicatie via de telefoonlijn van de ontvanger. U kunt ook de ontvanger vragen om na te gaan of er misschien problemen zijn met het ontvangende faxapparaat.
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices Als u problemen ondervindt in het gebruik van Webservices, zoals HP ePrint en HP afdrukbare media, controleer dan het volgende: ● Zorg ervoor dat de printer is aangesloten op het internet door middel van een Ethernet- of draadloze verbinding. OPMERKING: U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel. ● Zorg ervoor dat de laatste productupdates zijn geïnstalleerd op de printer.
● Printer draadloos verbinden niet mogelijk Voor meer informatie over netwerkproblemen kunt u het volgende controleren: ● Gebruik deze probleemoplossing om u te helpen bij het zoeken naar uw netwerkbeveiligingsinstellingen. Klik hier voor meer informatie online. Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen. ● Gebruik deze probleemoplossing die u helpt om van een USB-verbinding over te schakelen naar een draadloze verbinding. Klik hier voor meer informatie online.
OPMERKING: Als uw printer Ethernet-netwerken ondersteunt, zorg er dan voor dat er geen Ethernet-kabel op de printer is aangesloten. De draadloze functies worden uitgeschakeld wanneer een Ethernet-kabel wordt aangesloten. Tabel 10-1 Betekenis van het lampje Draadloos (802.11) op printer Statusbeschrijving/lampjespatroon uitleg Het Draadloos-lampje is uit. De draadloze functies van de printer is uitgeschakeld. Het Draadloos-lampje brandt, maar knippert.
a. Druk op het bedieningspaneel van de printer op (de Draadloos-knop) en druk vervolgens op Instellingen. b. Raak Draadloze instellingen. c. Verschuif de knop om de draadloze functies van de printer in te schakelen. Als het lampje draadloos blauw knippert, betekent dit dat de printer niet is verbonden met een netwerk. Start de wizard Draadloos instellen vanaf het scherm van het bedieningspaneel van de printer om draadloze communicatie in te stellen.
Als u nog steeds problemen ondervindt, kunt u het HP Wireless Printing Center (www.hp.com/go/ wirelessprinting) raadplegen. Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen). Deze website bevat de nieuwste informatie over het instellen en gebruiken van de printer op een draadloos netwerk en het oplossen van problemen met een draadloze verbinding en beveiligingssoftware.
2. Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. VOORZICHTIG: Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te reinigen. Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel, aceton, benzeen en koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat van de scanner beschadigen. Vermijd eveneens het gebruik van isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat van de scanner.
2. Til de kap van de documentinvoer op. Zo kunt u goed bij de rollers (1) en het scheidingskussen (2). 3. 1 Rollen 2 Scheidingskussen Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit de doek.
4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen. OPMERKING: Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken. 5. Sluit de kap van de documentinvoer Onherdoud de printkop en inktcartridges Als er problemen optreden tijdens het afdrukken, kan er iets mis zijn met de printkop.
Een papierstoring verhelpen VOORZICHTIG: Trek het vastgelopen papier niet uit de voorkant van de printer. Volg in plaats daarvan onderstaande stappen om de storing te verhelpen. Als u het vastgelopen papier uit de voorkant van de printer trekt, kan dit tot gevolg hebben dat het papier scheurt en dat er stukjes papier in de printer blijven zitten; dit kan resultaten in meer papierstoringen. 1. Open de toegangsklep van de inktcartridges. 2. Controleer de papierbaan in de printer. a.
b. Als u het vastgelopen papier in de printer hebt gevonden, pak het dan met beide handen vast en trek het naar u toe. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen optreden. c. 3. Plaats de papierbaankap terug tot ze terug op haar plaats zit.
a. Als er een vastgelopen papier aanwezig is, verplaats de wagen met inktcartridges dan naar de rechterkant van de printer, grijp het vastgelopen papier met twee handen vast en trek het naar u toe. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen optreden.
b. NLWW Verplaats de wagen naar de linkerkant van de printer en doe hetzelfde als in de vorige stap om afgescheurde stukjes papier te verwijderen. 4. Sluit de toegangsklep van de inktcartridges. 5. Als het probleem nog steeds niet is opgelost, controleer dan de zone van de lade. a. Trek de uitvoerlade naar boven. b. Trek de invoerlade naar buiten om ze te verlengen.
c. Druk de knoppen aan beide kanten van de invoerlade in en trek om de invoerlade te verwijderen. d. Controleer de opening in de printer waar de invoerlade zich bevond. Als er vastgelopen papier aanwezig is, grijp dan in de opening en neem het papier met beide handen vast en trek het naar u toe. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven.
Om een papierstoring in de documentinvoer te verhelpen NLWW 1. Til de kap van de documentinvoer op. 2. Til het groene lipje op de voorste rand van de documentinvoer op.
3. Trek het vastgelopen papier voorzichtig tussen de rollers vandaan. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Als u niet alle stukjes papier uit de printer verwijdert, is de kans groot dat er nieuwe papierstoringen optreden. 4. Sluit de kap van de documentinvoer door ze stevig neer te drukken tot ze weer op haar plaats zit.
● Leg niet papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; al het papier in de invoerlade moet van dezelfde soort en hetzelfde formaat zijn. ● Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg dat de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt. ● Schuif het papier niet te ver in de invoerlade. ● Als u op beide zijden van een pagina afdrukt, druk dan geen volle afbeeldingen op licht papier af.
● Webservices ● Printerinstellingen Druk op Terugzetten. 6. Er verschijnt een bericht waarin staat dat de instellingen worden teruggezet. Raak Ja aan. Om de printer terug te zetten naar de originele fabrieksinstellingen 1. Raak op het bedieningspaneel van de printer Installatie aan. 2. Raak Printeronderhoud aan. 3. Druk op Terugzetten. 4. Druk op Fabrieksinstellingen terugzetten. Er verschijnt een bericht waarin staat dat de fabrieksinstelling worden teruggezet. 5.
A Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Specificaties ● Wettelijk verplichte informatie ● Programma voor milieubeheer Specificaties Ga voor meer informatie naar www.hp.com/support. Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning en problemen oplossen. Voer de naam in die u terugvindt op de voorkant van de printer. Selecteer dan Zoeken. Klik op Productinformatie en vervolgens Productspecificaties.
Papierformaat en gewicht Raadpleeg de HP-printersoftware voor een lijst van ondersteunde papierformaten.
Afdrukmateriaal (1) Linkermarge (2) Rechtermarge (3) Bovenmarge (4) Ondermarge U.S. Letter 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm 16,5 mm 16,5 mm U.S. Legal A4 U.S.
Faxspecificaties ● Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat. ● Fax handmatig verzenden en ontvangen. ● Automatisch tot vijf keer opnieuw kiezen bij "in gesprek" (verschilt per land/regio). ● Automatisch tot twee keer opnieuw kiezen bij "geen gehoor" (verschilt per land/regio). ● Automatisch tot vijf keer opnieuw keizen bij "communicatieprobleem" (verschilt per land/regio). ● Bevestigings- en activiteitenrapporten. ● CCITT/ITU Group 3-fax met foutcorrectiemodus.
● Bericht aan gebruikers in Korea ● VCCI (Klasse B) conformiteitverklaring voor gebruikers in Japan ● Bericht aan gebruikers in Japan over het netsnoer ● Verklaring geluidsemissie voor Duitsland ● Verklaring beeldschermwerk voor Duitsland ● Bericht aan gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-vereisten ● Bericht aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk ● Bericht aan gebruikers in de Europese Economische Ruimte ● Bericht aan gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk ● Ver
FCC-verklaring Bericht aan gebruikers in Korea VCCI (Klasse B) conformiteitverklaring voor gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Japan over het netsnoer 134 Bijlage A Technische informatie NLWW
Verklaring geluidsemissie voor Duitsland Verklaring beeldschermwerk voor Duitsland NLWW Wettelijk verplichte informatie 135
Bericht aan gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-vereisten 136 Bijlage A Technische informatie NLWW
Bericht aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk Bericht aan gebruikers in de Europese Economische Ruimte NLWW Wettelijk verplichte informatie 137
Bericht aan gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk Verklaring vaste fax Australië Bericht voor de Europese Unie Producten met CE-label voldoen aan een of meer van de volgende EU-richtlijnen die mogelijk van toepassing zijn: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC, EMC-richtlijn 2004/108/EC, Ecodesign-richtlijn 2009/125/EC, R&TTE-richtlijn 1999/5/EC, RoHS-richtlijn 2011/65/EU.
Draadloze functionaliteit in Europa ● Dit product is ontworpen voor gebruik zonder beperkingen in alle EU-landen plus IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland. Verklaring Europees telefoonnetwerk (modem/fax) HP-producten met FAX-functionaliteit voldoen aan de vereisten van de R&TTE-richtlijn 1999/5/EC (Bijlage II) en kregen daarom een CE-markering.
Conformiteitverklaring 140 Bijlage A Technische informatie NLWW
Wettelijke informatie inzake draadloze producten Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten: ● Blootstelling aan straling op radiofrequentie ● Bericht voor gebruikers in Brazilië ● Bericht voor gebruikers in Canada ● Bericht aan gebruikers in Taiwan ● Bericht aan gebruikers in Mexico ● Bericht aan gebruikers in Japan in verband met draadloze netwerken Blootstelling aan straling op radiofrequentie Bericht voor gebruikers in Brazilië NLWW Wettelij
Bericht voor gebruikers in Canada Bericht aan gebruikers in Taiwan 142 Bijlage A Technische informatie NLWW
Bericht aan gebruikers in Mexico Bericht aan gebruikers in Japan in verband met draadloze netwerken Programma voor milieubeheer Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. ● Dit product is ontworpen met het oog op recycling. ● Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid.
● Tabel giftige en gevaarlijke stoffen (China) ● Beperking voor gevaarlijke producten (Oekraïne) ● Beperking voor gevaarlijke producten (India) ● EPEAT ● Gebruikersinformatie China SEPA Ecolabel Papiergebruik Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en EN 12281:2002. Plastiek Onderdelen van kunststof die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens de internationaal geldende normen gemerkt.
Stroomverbruik Afdruk- en beeldbewerkingsapparatuur van Hewlett-Packard met het ENERGY STAR®-logo voldoet aan de ENERGY STAR-vereisten van de Environmental Protection Agency van de VS voor beeldbewerkingsapparatuur. Op beeldbewerkingsproducten met de kwalificatie ENERGY STAR wordt het volgende merk weergeven: Meer informatie over beeldbewerkingsproducten met de ENERGY STAR-kwalificatie is te vinden op: www.hp.
Tabel giftige en gevaarlijke stoffen (China) Beperking voor gevaarlijke producten (Oekraïne) Beperking voor gevaarlijke producten (India) EPEAT 146 Bijlage A Technische informatie NLWW
Gebruikersinformatie China SEPA Ecolabel NLWW Programma voor milieubeheer 147
B Bijkomende faxinstallatie Nadat u alle stappen uit de beknopte gebruikershandleiding hebt uitgevoerd, kunt u met behulp van de instructies in dit gedeelte het installeren van de fax voltooien. Bewaar de beknopte gebruikershandleiding zorgvuldig, zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
Tabel B-1 Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem (vervolg) Colombia Griekenland India Indonesië Ierland Japan Korea Latijns-Amerika Maleisië Mexico Filippijnen Polen Portugal Rusland Saoedi-Arabië Singapore Spanje Taiwan Thailand VS Venezuela Vietnam Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat navragen bij uw telefoonmaatschappij.
2. 3. a. Serieel telefoonsysteem - zie Seriële faxinstallatie. b. Parallel telefoonsysteem - ga naar stap 2. Selecteer de combinatie van apparatuur en diensten die uw faxlijn deelt. ● DSL: U hebt een DSL-service (Digital Subscriber Line) via uw telefoonmaatschappij. (DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.) ● PBX: Een PBX-telefoonsysteem (Private Branch eXchange). ● ISDN: Een ISDN-systeem (integrated services digital network).
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonneme nt op specifieke belsignalen Gespreks oproepen Computermod em voor inbellen Antwoordappar aat Voicemails ervice Aanbevolen installatiemethode fax Situatie C: De printer configureren met een PBXtelefoonsysteem of een ISDN-lijn Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt en er geen andere apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven. Afbeelding B-1 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
OPMERKING: Als u over een DSL-lijn beschikt en u geen DSL-filter gebruikt, kunt u met de printer geen faxberichten verzenden en ontvangen. Afbeelding B-2 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer 3 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
● Sluit de printer aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt. Zorg ook dat de adapter zo mogelijk is ingesteld op het juiste switch-type voor uw land/regio. OPMERKING: Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een telefoon en Groep 3faxapparaat en een andere voor meerdere doelen.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. De printer instellen met een service voor specifieke belsignalen 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn Als u zowel gespreks- als faxoproepen op hetzelfde telefoonnummer ontvangt en geen andere kantoorapparatuur (of voicemail) op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven. Afbeelding B-4 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
gespreksoproepen. Als u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u antwoorden voordat de printer de oproep beantwoordt. Stel de printer in op automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen door Automatisch antwoorden in te schakelen. ● 4. Als u de printer instelt op handmatig antwoorden bij faxen, moet u aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat de printer anders geen faxen kan ontvangen.
Instellen van de printer met voicemail 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. OPMERKING: U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
De printer installeren met een computermodem voor inbellen Als u op dezelfde telefoonlijn faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg dan deze aanwijzingen om de printer te installeren. Afbeelding B-6 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
6. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan). 7. Voer een faxtest uit. Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Afbeelding B-7 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de DSLfilter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer. OPMERKING: U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
OPMERKING: Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding wordt getoond. (Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
4. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Telefoon OPMERKING: U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. OPMERKING: Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL-dienst, moeten met extra DSL-filters zijn verbonden om ruis tijdens telefoongesprekken te voorkomen. 2. Met het bij de printer geleverde telefoonsnoer verbindt u het ene uiteinde met de DSL-filter en het andere uiteinde met de poort met het label 1-LINE aan de achterzijde van de printer.
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook een antwoordapparaat gebruikt dat gespreksoproepen beantwoordt op dit telefoonnummer, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
4. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat aansluiten. OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken. 5.
Afbeelding B-12 Voorbeeld van een parallelle splitter Afbeelding B-13 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat 6 Computer met modem 7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
4. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen.
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en een antwoordapparaat 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Het bijgeleverde telefoonsnoer is verbonden met de 1-LINE-poort aan de achterzijde van de printer U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Antwoordapparaat 8 Telefoon (optioneel) OPMERKING: U dient een parallelle splitter aan te schaffen.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider. OPMERKING: Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL/ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSL-filters zijn verbonden om ruis tijdens telefoongesprekken te voorkomen. 2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de DSL-/ ADSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer.
OPMERKING: Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen, wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen.
3 Computer met modem 4 Telefoon De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer. 3.
Nederland www.hp.nl/faxconfig België (Nederlands) www.hp.be/nl/faxconfig België (Franstalig) www.hp.be/fr/faxconfig Portugal www.hp.pt/faxconfig Spanje www.hp.es/faxconfig Frankrijk www.hp.com/fr/faxconfig Ierland www.hp.com/ie/faxconfig Italië www.hp.com/it/faxconfig Test Faxinstallatie U kunt uw faxinstallatie testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor faxen.
C Fouten (Windows) ● Inkt bijna op ● Inkt bijna op.
Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervanginktcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de inktcartridges niet te vervangen voordat de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt. Zie Inktcartridges vervangen voor informatie over het vervangen van inktcartridges.
1. Controleer of de printer aanstaat. 2. Open de toegangsklep van de inktcartridges. OPMERKING: Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat. 3. Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf. 4. Plaats de cartridge in de sleuf. Druk de cartridge goed aan om te zorgen dat er goed contact wordt gemaakt. 5. Sluit de toegangsklep van de inktcartridges.
Zie Plaats papier voor meer informatie. Document afdrukken mislukt De printer kan het document niet afdrukken omdat er een probleem is opgetreden in het afdruksysteem. Zie Printerproblemen oplossen voor informatie over het oplossen van afdrukproblemen. Printerfout Er was een probleem met de printer of het inktsysteem. Meestal kunt u dergelijke problemen oplossen door de volgende stappen uit te voeren: 1. Druk op 2. Koppel het netsnoer los en sluit het weer aan. 3.
Gebruik SETUP-cartridges Bij de eerste installatie van de printer moet u de cartridges installeren die in de doos met de printer zitten. Deze cartridges hebben het label SETUP, en ze kalibreren uw printer voor de eerste afdruktaak. Het niet plaatsen van de SETUP-cartridges tijdens de eerste installatie veroorzaakt een fout. Als u een set normale cartridges hebt geplaatst, verwijder ze dan en plaats de SETUPcartridges om de printerinstallatie te voltooien.
3. Druk op de voorkant van de inktcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf. 4. Plaats de cartridge in de sleuf. Druk de cartridge goed aan om te zorgen dat er goed contact wordt gemaakt. 5. Sluit de toegangsklep van de inktcartridges. Probleem met de instelling van de cartridges Er is een probleem met de instelling van de cartridges en de printer kan de initialisatie van het inktsysteem niet voltooien. Neem contact op met HP-ondersteuning.
Uitvoerlade gesloten Open de uitvoerlade en ga verder met afdrukken. Papierstoring in de automatische documentinvoer Verwijder een papierstoring in de documentinvoer. Zie Papierstoringen verhelpen voor meer informatie. HP Protected cartridge geïnstalleerd De inktcartridge in de lijst op het bediendingspaneel van de printer kan enkel worden gebruikt in een printer die de cartridge oorspronkelijk heeft beschermd door middel van de functie HP Cartridgebescherming.
Index A aansluitingen, locatie 5 accessoires statusrapport voor de printer 88 achterpaneel illustratie 5 ADSL, fax configureren met parallelle telefoonsystemen 152 afdrukken details laatste fax 63 diagnosepagina 92 dubbelzijdig 28 faxen 49 faxen vanuit het geheugen 49 faxlogs 63 faxrapporten 61 problemen oplossen 93 afdrukken, aan beide zijden 28 afdrukkwaliteit vlekken verwijderen 119 afdrukmateriaal dubbelzijdig afdrukken 28 antwoordapparaat configuratie met fax en modem 167 installatie met fax (parallell
testen soort telefoonsnoer mislukt 105 voicemail, installeren (parallelle telefoonsystemen) 157 faxen antwoordapparaat, installatie (parallelle telefoonsystemen) 166 aparte geïnstalleerde lijn (parallelle telefoonsystemen) 152 automatisch antwoorden 57 bevestigingsrapporten 61 doorsturen 50 DSL, configureren (parallelle telefoonsystemen) 152 foutcorrectiemodus 47 foutrapporten 62 gedeelde telefoonlijninstallatie (parallelle telefoonsystemen) 156 handmatig ontvangen 48 handsfree kiezen 45 installatie specifi
vervaldatums garantie 89 zoeken 5 Inktcartridges controleren van inktniveaus 69 Tips 69 vervangen 70 Inktcartridges vervangen 70 inktniveaupictogrammen 7 inktniveaus controleren 69 installatie antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 166 aparte faxlijn (parallelle telefoonsystemen) 152 computermodem (parallelle telefoonsystemen) 158 computermodem en voicemail (parallelle telefoonsystemen) 171 faxen, met parallelle telefoonsystemen 148 gedeelde telefoonlijn (parallelle telefoonsystemen) 156 lijn voor c
IP-instellingen 77 problemen op te lossen 112 verbindingssnelheid 77 O OCR gescande documenten bewerken 39 problemen oplossen 100 omgevingsspecificaties 129 onderhoud controleren van inktniveaus 69 diagnosepagina 92 Inktcartridges vervangen 70 printkop 119 printkop reinigen 119 printkop uitlijnen 119 schoonmaken 117 onderhouden printkop 119 vlekken 119 ondersteunde besturingssystemen 129 ondersteuning 85 ongewenste-faxmodus 51 opslaan faxberichten in geheugen 49 OS X HP-hulpprogramma 81 P papier HP, bestell
recycling printcartridges 144 S scannen kwaliteit 101 langzaam 99 OCR 39 problemen oplossen 99 Scanscherm 7 scanspecificaties 131 vanuit Webscan 39 scanner, glasplaat originelen laden 16 Scanscherm 7 scans verzenden problemen oplossen 99 voor OCR 39 scheef, probleemoplossing printen 94 scheef, problemen oplossen kopiëren 98 scannen 101 schoonmaken buitenkant 117 documentinvoer 117 glasplaat van de scanner 116 printkop 119 seriële telefoonsystemen landen/regio's met 148 soorten instellingen 149 serienummer 8
W wagen storingen met de wagen oplossen 127 wat te doen bij problemen 85 Webscan 39 websites klantenondersteuning 86 milieuprogramma's 143 toegankelijkheidsinformatie 2 weergeven netwerkinstelllingen 77 wettelijke informatie 141 wettelijk verplichte informatie 132 Windows brochures afdrukken 21 systeemvereisten 129 witte banden of strepen, problemen oplossen kopieën 98 scans 101 Z zwart-wit pagina’s fax 43 NLWW Index 187
© 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.