Operation Manual

a. Druk in het scherm Start op het printerscherm op Omhoog en Omlaag om Faxen te selecteren,
druk op OK en selecteer dan Fax handmatig ontvangen.
b. Zodra de printer de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan de lijn blijven. De
telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Ontvangen faxen vanuit het geheugen afdrukken
Ontvangen faxen, die niet werden afgedrukt, worden in het geheugen opgeslagen.
OPMERKING: Als het geheugen vol is, kan de printer geen nieuwe fax ontvangen totdat u de faxen in het
geheugen afdrukt of verwijdert. Het kan ook zijn dat u met het oog op beveiliging of privacy de faxen uit het
geheugen wilt verwijderen.
Afhankelijk van de grootte van de faxberichten kunt u maximaal de acht laatste ontvangen berichten
afdrukken, als ze nog aanwezig zijn in het geheugen. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om faxen opnieuw af te
drukken als u de vorige afdruk kwijt bent.
Faxen in het geheugen opnieuw afdrukken vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Zie
Afdrukmateriaal laden op pagina 28 voor
meer informatie.
2. Druk in het scherm Start op het printerscherm op de knoppen Omhoog en Omlaag om Faxen te
selecteren, en druk dan op OK.
3. Selecteer Instellingen en daarna Gemiste faxen opnieuw afdrukken.
De faxen worden in omgekeerde volgorde weergegeven als die waarin ze zijn ontvangen waarbij de
meest recent ontvangen fax het eerst wordt afgedrukt, enz.
4. Selecteer de fax die u wilt afdrukken en selecteer vervolgens Afdrukken.
5. Als u het opnieuw afdrukken van de fax wilt stoppen, selecteer dan Annuleren.
Faxen doorsturen naar een ander nummer
U kunt de printer zo instellen dat uw faxen worden doorgestuurd naar een ander faxnummer. Een ontvangen
kleurenfax wordt in zwart-wit doorgestuurd.
HP raadt u aan te controleren of het nummer waarnaar u de fax doorstuurt, een werkende faxlijn is. Verstuur
een testfax zodat u zeker weet dat het faxapparaat de doorgestuurde faxberichten kan ontvangen.
Faxen doorsturen vanaf het bedieningspaneel van de printer
1. Druk in het scherm Start op het printerscherm op de knoppen Omhoog en Omlaag om Faxen te
selecteren, en druk dan op OK.
2. Selecteer Instellingen en dan Geavanceerde instellingen.
3. Selecteer Fax doorsturen en selecteer dan Selecteer door te sturen fax.
4. Selecteer Aan, met afdruk om de fax af te drukken en te verzenden of selecteer Aan om de fax door te
sturen.
52 Hoofdstuk 6 Faxen NLWW