Operation Manual

4. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
5. Voer een faxtest uit.
De printer beantwoordt automatisch inkomende oproepen met het belpatroon dat u hebt geselecteerd (de
instelling Specifiek belsignaal) na het aantal belsignalen dat u hebt geselecteerd (de instelling Hoe vaak
overgaan). De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende
faxapparaat en ontvangt de fax.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw
lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie E: Gedeelde telefoon-/faxlijn
Als u zowel gespreks- als faxoproepen op hetzelfde telefoonnummer ontvangt en geen andere
kantoorapparatuur (of voicemail) op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel
wordt beschreven.
Afbeelding B-4 Achteraanzicht van de printer
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
3 Telefoon (optioneel)
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn
1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand
en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING: U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/
regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonwandaansluiting aan
te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig zijn.
2. Voer een van de volgende handelingen uit:
NLWW Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) 151