Operation Manual

Draadloze inst
Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u de draadloze verbinding van de printer instellen en
beheren. U kunt er taken omtrent netwerkbeheer uitvoeren.
VOORZICHTIG: De netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden. Tenzij
u een ervaren gebruiker bent, is het echter raadzaam om sommige van deze instellingen niet te wijzigen
(zoals de verbindingssnelheid, IP-instellingen, standaardgateway en firewallinstellingen).
Om de draadloze functies van de printer in of uit te schakelen
Het blauwe lampje Draadloos op het bedieningspaneel van de printer brandt als de draadloze functies van de
printer zijn ingeschakeld.
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
(Draadloos).
2. Raak Instellingen aan.
3. Druk op Draadlos om het in of uit te schakelen.
Om details over de draadloze verbinding te bekijken
1.
Druk in het Startscherm op
(Draadloos) en dan op Instellingen.
2. Druk op Details van draadl. tonen.
Als u het draadloze testrapport wilt afdrukken, gaat u als volgt te werk:
Het draadloze testrapport biedt informatie over de status van de printer, het hardwareadres (MAC) en het IP-
adres. Als de printer is aangesloten op een netwerk, toont het testrapport details over de
netwerkinstellingen.
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
(Draadloos).
2. Druk op Instellingen en vervolgens op Rapport afdrukken.
3. Druk op Testrapport draadloze verbinding.
De netwerkconfiguratiepagina afdrukken
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op
(Draadloos).
2. Druk op Instellingen, Rapport afdrukken, en dan op Netwerkconfiguratiepagina.
Instellingen draadloze verbinding wijzigen
1.
Druk in het Startscherm op
(Draadloos) en dan op Instellingen.
2. Raak Geavanceerde instellingen aan.
3. Selecteer het item dat u wilt wijzigen.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm op.
92 Hoofdstuk 8 Verbind uw printer NLWW