Operation Manual

Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn
Als u een abonnement hebt op de service voor specifieke belsignalen (via uw telefoonmaatschappij) en u één
telefoonlijn wilt gebruiken voor verschillende telefoonnummers waarvan elk een ander belpatroon heeft,
stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven.
Afbeelding B-3 Achteraanzicht van de printer
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
De printer instellen met een service voor specifieke belsignalen
1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand
en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING: U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/
regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te
sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
2. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
3. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal, zodat deze overeenstemt met het patroon dat de
telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend.
OPMERKING: De printer is standaard ingesteld om alle belpatronen te beantwoorden. Als u de
Specifiek belsignaal niet instelt in overeenstemming met het belpatroon dat is toegekend aan uw
faxnummer, dan beantwoordt de printer mogelijk zowel telefoonoproepen als faxoproepen of geen van
beiden.
TIP: U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de printer gebruiken
om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de printer het belpatroon van een
binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt
automatisch het specifieke belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is
toegewezen. Zie
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen op pagina 67 voor meer
informatie.
4. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
5. Voer een faxtest uit.
168 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie NLWW