Operation Manual

Table Of Contents
Problemen met bekabelde netwerken oplossen
Inleiding
Controleer de volgende items om na te gaan of de printer met het netwerk communiceert. Druk voordat u begint
een conguratiepagina af vanaf het bedieningspaneel van de printer en zoek het IP-adres van de printer op deze
pagina.
Slechte fysieke verbinding
De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor deze printer
De computer kan niet met de printer communiceren
De printer maakt gebruik van de verkeerde verbindingssnelheid- en duplexinstellingen voor het netwerk
Nieuwe softwareprogramma's zorgen mogelijk voor compatibiliteitsproblemen
Uw computer of werkstation is mogelijk niet juist ingesteld
De printer is uitgeschakeld of andere netwerkinstellingen zijn niet juist
OPMERKING: HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoft-
besturingssystemen en niet van de printerdrivers van HP. Ga oor meer informatie naar Microsoft op
www.microsoft.com.
Slechte fysieke verbinding
1. Controleer of de printer met een kabel van de juiste lengte is aangesloten op de juiste netwerkpoort.
2. Controleer of de kabels stevig zijn bevestigd.
3. Controleer aan de achterzijde van de printer of er twee lampjes branden bij de netwerkpoortaansluiting:
oranje geeft activiteit aan, groen de koppelingsstatus.
4. Als het probleem hiermee niet is verholpen, probeert u een andere kabel of poort op de hub.
De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor deze printer
1. Ga naar de printereigenschappen en klik op het tabblad Poorten. Controleer of het huidige IP-adres van de
printer is geselecteerd. Het IP-adres van de printer wordt weergegeven op de conguratiepagina.
2. Als u de printer hebt geïnstalleerd met de standaard TCP/IP-poort van HP, schakelt u het vakje Altijd
afdrukken naar dit apparaat, zelfs als het IP-adres verandert in.
3. Als u de printer hebt geïnstalleerd met een standaard TCP/IP-poort van Microsoft, gebruikt u de hostnaam
in plaats van het IP-adres.
4. Als het IP-adres juist is, verwijdert u de printer en voegt u deze opnieuw toe.
De computer kan niet met de printer communiceren
1. Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk.
a. Open een opdrachtregel op uw computer.
188 Hoofdstuk 9 Problemen oplossen NLWW