Operation Manual

Table Of Contents
Gebruik papier waarop nog nooit is afgedrukt.
Gebruik papier dat geen metallisch materiaal bevat, zoals glitter.
Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik geen papier dat alleen is geschikt is voor
inkjetprinters.
Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Gladder papier zorgt over het algemeen voor een beter
afdrukresultaat.
Stap twee: De omgeving controleren
De omgeving kan de afdrukkwaliteit direct beïnvloeden en is een algemene oorzaak van problemen met
afdrukkwaliteit of papiertoevoer. Probeer het volgende:
Plaats de printer niet op een tochtige locatie, zoals in de buurt van ramen of deuren, of bij het
ventilatierooster van de airconditioning.
Zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan temperaturen of vochtigheid die buiten de
productspecificaties vallen.
Zet de printer niet in een afgesloten ruimte, zoals een kast.
Plaats de printer op een stevig, vlak oppervlak.
Zorg ervoor dat de luchtuitlaten van de printer niet worden geblokkeerd. De printer moet aan alle
kanten beschikken over een goede luchtstroom, ook aan de bovenkant.
Bescherm de printer tegen vuiltjes in de lucht, stof, stoom, vet en andere elementen die in de printer
aanslag kunnen vormen.
EconoMode-instellingen controleren
HP raadt doorlopend gebruik van de EconoMode af. Als de EconoMode voortdurend wordt gebruikt, is het
mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de tonercartridge. Als de
afdrukkwaliteit slechter wordt en niet meer acceptabel is, is het verstandig de tonercartridge te vervangen.
OPMERKING: Deze functie is beschikbaar via de PCL 6-printerdriver voor Windows. Als u deze driver niet
gebruikt, kunt u de functie ook inschakelen door de geïntegreerde webserver van HP te gebruiken.
Voer de volgende stappen uit als de hele pagina te donker of te licht is.
1. Selecteer de afdrukoptie vanuit het programma.
2. Selecteer de printer en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit en zoek vervolgens het gebied Kwaliteitsinstellingen.
Selecteer de instelling EconoMode als de hele pagina te donker is.
Selecteer de instelling FastRes 1200 als de hele pagina te licht is.
4. Klik op de knop OK om het dialoogvenster Documenteigenschappen te sluiten. Klik in het
dialoogvenster Afdrukken op de knop OK om de taak af te drukken.
Afdrukdichtheid aanpassen
Voer de volgende stappen uit om de afdrukdichtheid aan te passen.
92 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen NLWW