Operation Manual

De installatie van een DIMM of CompactFlash-kaart controleren
Controleer of de installatie is geslaagd nadat u een DIMM of CompactFlash-kaart hebt
geïnstalleerd.
Zo controleert u of DIMM's of CompactFlash-kaarten op de
juiste wijze zijn geïnstalleerd:
1. Schakel de printer in. Controleer of het lampje Klaar op de printer gaat branden na het
opstarten. Als er een foutbericht verschijnt, is de DIMM of CompactFlash-kaart mogelijk
niet op de juiste wijze geïnstalleerd. Zie
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren.
2. Druk een Configuratiepagina af (zie
Configuratiepagina).
3. Controleer de sectie voor het geheugen op de Configuratiepagina en vergelijk deze
sectie met de Configuratiepagina die is afgedrukt voordat u het geheugen hebt
geïnstalleerd. Als de hoeveelheid geheugen niet is toegenomen, is de DIMM of
CompactFlash-kaart mogelijk niet op de juiste wijze geïnstalleerd of is deze defect.
Herhaal de installatieprocedure. Installeer zo nodig een andere DIMM of CompactFlash-
kaart.
Opmerking
Als u een printerbesturingstaal hebt geïnstalleerd, controleert u de sectie voor de
geïnstalleerde printertalen en opties op de Configuratiepagina. Hier moet de nieuwe
printertaal vermeld staan.
204 Bijlage D Printergeheugen en uitbreiding NLWW