Operation Manual

Lees de algemene instructies in het menu Help om problemen met de afdrukkwaliteit op te
lossen
OPMERKING: Om kwaliteitsproblemen te voorkomen, moet u de printer altijd uitschakelen met behulp van
de Aan -knop. Wacht tot het lampje Aan uitgaat voor u de stekker uit het stopcontact trekt. Hierdoor kunnen
de cartridges naar hun beschermde positie worden gebracht waar ze niet kunnen uitdrogen.
De afdrukkwaliteit verbeteren
1. Controleer of u originele HP-inktcartridges gebruikt.
2. Controleer de printersoftware om na te gaan of u de juiste papiersoort en hebt geselecteerd in de
vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal en de afdrukkwaliteit in de vervolgkeuzelijst Instelling
afdrukkwaliteit.
Klik in de printersoftware op Afdrukken &Scannen en dan op Voorkeuren instellen om de
afdrukeigenschappen te openen.
3. Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is. Zie
Geschatte
inktniveaus controleren op pagina 51 voor meer informatie. Overweeg de inktcartridges te vervangen
als de inkt bijna op is.
4. Controleer het papiertype
Voor de beste afdrukkwaliteit gebruikt u HP-papier met hoge afdrukkwaliteit of papier dat voldoet aan
de ColorLok®-norm. Zie
Elementaire informatie over papier op pagina 7 voor meer informatie.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Advanced Fotopapier voor
afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een hersluitbare plastic zak op
een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit
dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier
terug in de plastic zak. Hierdoor krult het fotopapier niet.
5. Cartridges uitlijnen.
De cartridges uitlijnen vanuit de printersoftware
OPMERKING: Door de cartridges uit te lijnen, weet u zeker dat de afdrukkwaliteit optimaal is. Telkens
wanneer u een nieuwe cartridge plaatst, geeft de HP All-in-One een melding waarin u wordt gevraagd
de cartridges uit te lijnen. Als u een eerder verwijderde cartridge opnieuw installeert, zal de HP All-in-
One geen bericht weergeven over het uitlijnen van de cartridge. De HP All-in-One onthoudt de
uitlijningswaarden voor die inktcartridge, zodat u de inktcartridges niet opnieuw hoeft uit te lijnen.
a. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk om
printersoftware te openen:
82 Hoofdstuk 8 Een probleem oplossen NLWW