Operation Manual

Klik in de printersoftware op Afdrukken &Scannen en dan op Voorkeuren instellen om de
afdrukeigenschappen te openen.
3. Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is. Zie
Geschatte
inktniveaus controleren op pagina 32 voor meer informatie. Overweeg de inktcartridges te vervangen
als de inkt bijna op is.
4. Controleer het papiertype
Voor de beste afdrukkwaliteit gebruikt u hoogwaardig papier van HP of papier dat voldoet aan de
ColorLok® standaard. Zie
Elementaire informatie over papier op pagina 6 voor meer informatie.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Advanced Fotopapier voor
afdrukken met het beste resultaat.
Bewaar speciale afdrukmaterialen in de oorspronkelijke verpakking of in een hersluitbare plastic zak op
een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit
dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier
terug in de plastic zak. Hierdoor krult het fotopapier niet.
5. Cartridges uitlijnen.
De cartridges uitlijnen vanuit de printersoftware
OPMERKING: Door de cartridges uit te lijnen, weet u zeker dat de afdrukkwaliteit optimaal is. Telkens
wanneer u een nieuwe cartridge plaatst, geeft de HP All-in-One een melding waarin u wordt gevraagd
de cartridges uit te lijnen. Als u een eerder verwijderde cartridge opnieuw installeert, zal de HP All-in-
One geen bericht weergeven over het uitlijnen van de cartridge. De HP All-in-One onthoudt de
uitlijningswaarden voor die inktcartridge, zodat u de inktcartridges niet opnieuw hoeft uit te lijnen.
a. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
b. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk om
printersoftware te openen:
Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm en
selecteer de printernaam.
Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm en klik op
Alle apps op de app-balk en selecteer de printernaam.
Windows 7, Windows Vista en Windows XP: Klik in het bureaublad op Start, selecteer Alle
programma's, klik op HP en klik op de map van de printer. Selecteer dan het pictogram met
de printernaam.
c. Klik in de printersoftware op Afdrukken &Scannen en dan op Uw printer onderhouden om
toegang te krijgen tot de Printerwerkset.
d. In Printerwerkset klikt u op Inktcartrigdes uitlijnen in het tabblad Apparaatservices. De printer
drukt een uitlijningspagina af.
NLWW Problemen met afdrukken 57