Operation Manual

5. Bekijk het selectienummer op het label van de printcartridge en zorg ervoor dat
deze compatibel is met het apparaat. De compatibele printcartridges zijn vermeld
in de documentatie die met uw apparaat werd meegeleverd.
1 Selectienummer
6. Indien de printcartridge het verkeerde selectienummer heeft, installeer dan een
nieuwe printcartridge. Zie
De printcartridges vervangen voor meer informatie.
7. Sluit de klep voor de printcartridge.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: reinig de contactpunten van de printcartridge
Oplossing: Als het selectienummer van de printcartridge correct is en de vorige
oplossing het probleem niet heeft opgelost, probeert u de printcartridge te reinigen.
Zie
De contactpunten van de printcartridge reinigen voor meer informatie.
Indien het statuslampje van de printcartridge blijft knipperen nadat de printcartridge
werd gereinigd, moet u de printcartridge vervangen. Zie
De printcartridges
vervangen voor meer informatie.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: druk af in de modus Inktback-up
Oplossing: Wanneer u niet over een vervangende printcartridge beschikt, kunt u
nog steeds in de inktreservemodus afdrukken. Verwijder de printcartridge en druk af
met de andere printcartridge.
Zie voor meer informatie:
Inktback-upmodus gebruiken
Hoofdstuk 12
102 Probleemoplossing
Probleemoplossing