Operation Manual

c. Lokaliseer de contacten van de cartridge aan de binnenkant van de printer.
De printercontacten zijn een reeks goudkleurige stippen die contact maken met de contacten op de
cartridge.
d. Gebruik een droog wattenstaafje of een pluisvrije doek om de contactpunten mee schoon te
wrijven.
5. Plaats de cartridge terug.
6. Sluit de toegangsklep voor de cartridges.
7. Controleer of het foutbericht verdwenen is. Als u nog steeds een foutmelding krijgt, schakelt u de printer
uit en vervolgens opnieuw in.
OPMERKING: Indien een cartridge een probleem geeft, kunt u deze verwijderen en overschakelen op de
modus enkele inktcartridge om de printer te gebruiken met slechts een cartridge.
NLWW Cartridgeproblemen 89