cp1700 series gebruikershandleiding
2001 Hewlett-Packard Company. Alle rechten voorbehouden. Eerste editie, oktober 2001. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Hewlett-Packard wijst alle garantie voor deze informatie af. HEWLETT-PACKARD DOET SPECIFIEK AFSTAND VAN IMPLICIETE GARANTIES VOOR VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoud Aan de slag Overige bronnen voor productinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1 De printer installeren Printeronderdelen en plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1 Voorkant van de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1 LCD-paneel en infraroodlens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2 Achterzijde van printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afdrukken met infrarood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op speciaal materiaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Enveloppen en kaarten afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op transparanten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op apart materiaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De handmatige invoer aan de achterzijde gebruiken. . . . .
Problemen met het invoeren van papier . . . . . . . . . . . . . . Materiaal wordt niet uit Lade 1 of Lade 2 genomen . . Materiaal wordt niet uit de handmatige invoer aan de voorzijde genomen . . . . . . . . . . . . . . . . Materiaal wordt niet uit de handmatige invoer aan de achterzijde genomen . . . . . . . . . . . . . . Problemen met het uitvoeren van papier. . . . . . . . . . . Diagnostische pagina afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene problemen met Macintosh oplossen . . . . .
1 Aan de slag Wij danken u hartelijk voor uw aanschaf van een printer uit de serie HP Color Inkjet CP1700. In deze handleiding vindt u informatie over het instellen van uw computer, het uitvoeren van eenvoudige printertaken en het oplossen van problemen met de printer. Overige bronnen voor productinformatie Productinformatie die niet in deze handleiding is opgenomen, kunt u vinden in de volgende bronnen: z Setup-poster – Hierop vindt u illustraties met informatie over de setup.
2 De printer installeren In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de onderdelen van de printer en wordt u uitgelegd hoe u de printer moet installeren. Printeronderdelen en plaats Voorkant van de printer 4 3 6 7 8 1 9 10 12 NLWW 2 5 11 1 Papiergeleiders – Geleiden het afdrukmateriaal in de printer. 2 Lade 1 – Bevat het afdrukmateriaal. 3 Uitvoerlade – Vangt de afgedrukte pagina’s op. 4 Handmatige invoer voorzijde – Bevat het materiaal dat in de printer moet worden ingevoerd.
5 Lade 2 – Geschikt voor normaal en groter papier (facultatieve accessoire). 6 Printerkap – Geeft toegang tot de binnenkant van de printer. 7 Deksel van de inktpatronen – Geeft toegang tot de inktpatronen. 8 Deksel van de printerkop – Geeft toegang tot de printerkoppen. 9 Printerkophoudervergrendeling – Kan worden opgetild om de printerkoppen te verwijderen. Elke sleuf heeft een specifieke kleur. 10 Haakje – Sluit aan op de vergrendeling. Moet worden aangesloten voor de werking van de printer.
2 Lampje AAN/UIT – Is altijd aan wanneer de printer is ingeschakeld. Het lampje knippert wanneer de printer wordt geïnitialiseerd, wanneer een taak wordt geannuleerd of wanneer de printer wordt uitgeschakeld. 3 Lampje DOORGAAN – Knippert wanneer tussenkomst van de gebruiker nodig is (bijvoorbeeld wanneer papier in de printer vastzit of wanneer een open deksel moet worden gesloten). 4 AAN/UIT-knop – Hiermee schakelt u de voeding van de printer in of uit.
4 USB-poort – Hierop sluit u de USB-kabel aan. 5 Achterklep – Wanneer u deze klep verwijdert, hebt u toegang tot de achterzijde van de printer. De achterklep dient u te verwijderen wanneer u de facultatieve eenheid voor dubbelzijdig afdrukken installeert. 6 Handmatige invoer achterzijde – Met deze rechte papierinvoer kunt u karton en andere speciale materialen gebruiken. 7 Knoppen – Druk op deze knoppen om de achterklep van de printer te verwijderen.
2 Achterzijdekap – Verwijder deze kap om vastgelopen papier uit de eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken te verwijderen. 3 Knoppen – Druk op deze knoppen om de eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken van de printer te verwijderen. De printer installeren Stap 1: De inhoud van de doos controleren Zie de Setup-poster voor afbeeldingen van de onderdelen die in deze doos aanwezig behoren te zijn.
3 Zet de printer boven op Lade 2. Stap 4: De eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken installeren Voordat u de eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken kunt installeren, dient u eerst de reeds aanwezige achterklep te verwijderen. Wanneer u de eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken installeert, kunt u de handmatige invoer aan de achterzijde niet meer gebruiken.
2 Schuif de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken in de achterzijde van de printer totdat de eenheid vastklikt. Wanneer u de eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken installeert, dient u niet op de knoppen aan beide kanten van de eenheid te drukken. Gebruik deze knoppen alleen wanneer u de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken van de printer verwijdert. Voor informatie over het gebruik van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken, raadpleegt u “Dubbelzijdig afdrukken (duplexing)”.
3 Verwijder de inktpatronen uit de verpakking. 4 Installeer de inktpatronen in de houder met de overeenkomstige kleur. Volg de gekleurde pijlen om de inktpatronen op juiste wijze te installeren. 5 Druk elke inktpatroon stevig aan zodat deze na de installatie goed contact maakt. Stap 7: De printerkoppen installeren 1 Zorg ervoor dat de printer aan staat. 2 Til het deksel van de printerkop op. Open de vergrendeling door deze aan de achterkant op te tillen.
3 Til de printerkopvergrendeling op en druk deze naar de achterkant van de printer. 4 Haal de printerkoppen uit de verpakking. Verwijder de beschermende laag van de printerkoppen. 5 Installeer de printerkoppen in de houder met de overeenkomstige kleur. De volgorde van de printerkopkleuren komt niet overeen met de volgorde van de inktpatroonkleuren. 6 NLWW Druk de printerkoppen stevig aan zodat deze na de installatie goed contact maken.
7 Til de printerkopvergrendeling op en haal deze naar voren. Maak het haakje van de vergrendeling vast aan de houder en druk de vergrendeling naar achteren totdat deze zich in de oorspronkelijke positie bevindt. U dient de printerkopvergrendeling met enige kracht te sluiten. Indien de printerkopvergrendeling zich niet laat sluiten, controleert u of de printerkoppen goed zijn geplaatst door elke printerkop opnieuw goed aan te drukken. 8 Sluit de kappen van de printerkoppen en de inktpatronen.
Type materiaal Lade 1 Lade 2 Handmatige invoer achterzijde Handmatige invoer achterzijde Indexkaarten Brochurepapier Tips voor het laden van papier z De standaardafmeting van Lade 1 en Lade 2 is 215,9 bij 355,6 mm. Wanneer u wilt afdrukken op kleinere materialen, dient u in de lade de breedte- en lengtegeleiders bij te stellen voordat u materiaal laadt. z U kunt Lade 1 en Lade 2 instellen voor A3, 11 bij 17 inch, en 13 bij 19 inch/A3+. z Plaats het materiaal verticaal (in de lengterichting).
b Schuif de vergrendeling naar links en laat deze los. c Trek de lade uit in de lengterichting totdat u een klik hoort en de lade vast zit. In deze uitgeschoven lade kunt u materiaal plaatsen van 13 bij 19 inch/A3+. 4 In Lade 1 in plaatst u maximaal 150 vellen papier of 30 transparanten (maximaal 15 mm dik). Voor Lade 2 haalt u de deksel weg en plaatst u maximaal 250 vellen papier (maximaal 25 mm dik) in de lade. Plaats niet te veel papier in de lade.
Stap 9: De printersoftware installeren Nadat u de printer hebt ingesteld, kunt u de printersoftware installeren. HP raadt u aan de printersoftware van de Starter-cd te installeren voordat u de interfacekabel aansluit. Voor meer informatie over het installeren van de software raadpleegt u “Printersoftware installeren”.
3 Druk op de knop ANNULEREN om door de lijst met talen te bladeren. 4 Wanneer u de taal ziet die u wilt gebruiken, drukt u op de knop DOORGAAN om uw selectie te bevestigen. Nadat u een andere taal hebt geselecteerd, wordt de modus voor het instellen van de taal beëindigd en worden de normale printerfuncties hervat met de nieuwe taal.
3 Verbinding maken met een netwerk De printer kan over het netwerk worden gedeeld met een HP Jetdirect-printerserver/Internet-connector (LIO-module) of de HP Jetdirect externe printerserver. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printer kunt instellen voor afdrukken over het netwerk op een peer-to-peer- of client-server-netwerk.
De volgende besturingssystemen ondersteunen afdrukken met peer-to-peer: z Microsoft Windows 95 z Microsoft Windows 98 z Microsoft Windows Me z Microsoft Windows NT 4.0 (met Service Pack 4 of hoger) z Microsoft Windows 2000 z Macintosh OS 8.6. of hoger Indien u Microsoft Windows NT 4.0 Server (met Service Pack 4 of hoger) of Windows 2000 Server in een client-server-omgeving gebruikt, raadpleegt u het document over de aanbevolen serverconfiguratie op http://www.hp.com/support/cp1700.
z Windows Terminal Server Edition 4.0 z Windows 2000 Server met Terminal Services z Windows Terminal Server Edition 4.0 en Citrix Metaframe 1.8 z Windows 2000 Server met Terminal Services en Citrix Metaframe 1.8 De volgende besturingssystemen zijn ondersteund: z Windows NT 4.0 (met Service Pack 4 of hoger) z Windows 2000 z Windows 95 z Windows 98 z Windows Me Een netwerkverbinding instellen Uw printer kan in een netwerkomgeving worden gedeeld met behulp van een LIO-module.
3 In Windows 95, Windows 98 en Windows Me klikt u op Netwerkprinter. In Windows NT 4.0 (met Service Pack 4 of hoger) en Windows 2000 klikt u op Netwerkprinter wanneer u hierom wordt gevraagd. 4 Typ het netwerkpad of de wachtrijnaam van de gedeelde printer. Klik op Schijf… wanneer u wordt gevraagd het printermodel te selecteren. 5 Klik op Bladeren… en navigeer naar het .inf-bestand op uw Starter-cd.
4 Printersoftware installeren De computer kan door middel van printersoftware communiceren met de printer. Een van de printerstuurprogramma’s op de Starter-cd dient u op uw computer te installeren zodat u volledig gebruik kunt maken van de printerfuncties. Indien u niet over een cd-rom-station beschikt, kunt u de printersoftware downloaden van het Internet op het adres http://www.hp.com/support/cp1700. Tevens kunt u updates voor de printersoftware van deze website downloaden.
Kopieën van de software maken De Starter-cd bevat een hulpprogramma waarmee u de printersoftware naar schijven kunt kopiëren. Wanneer u het Installatieprogramma uitvoert, selecteert u Aanpassingshulpprogramma om naar schijven te kopiëren. U kunt dit hulpprogramma tevens gebruiken om de printersoftware naar uw vaste schijf of naar een netwerkschijf te kopiëren. Nadat de schijven naar een andere locatie zijn gekopieerd, kunt u de printersoftware vanaf die locatie installeren.
7 Indien de printer wordt ingesteld voor lokaal afdrukken, klikt u op Verbonden met deze computer en vervolgens op Volgende. Ga anders door met stap 9. a In het venster Kabeltype selecteren selecteert u het type kabel dat u gebruikt om de printer op de computer aan te sluiten (USB, Parallelle kabel of Netwerkkabel) en klikt u vervolgens op Volgende. De drie soorten kabels kunt u allemaal op uw computer aansluiten. De printer verwerkt afdruktaken in de volgorde waarin de taken zijn verzonden.
2 Klik op Start, Programma’s, klik op HP Color Inkjet CP1700 Installer en vervolgens op HP Color Inkjet CP1700 Uninstaller. 3 Volg de instructies op het scherm om het verwijderen van de printersoftware te voltooien. De printersoftware voor Macintosh installeren De printer kunt u via de USB-poort aansluiten op de laatste modellen van Apple-computers met Mac OS 8.6 of hoger. Gebruikers van Mac OS 8.6 of 9.1 kunnen tevens de printer aansluiten op de IR-poort.
De software verwijderen De optie Uninstall van het setup-programma kunt u gebruiken om de printersoftware van uw computer te verwijderen. 1 Haal de USB-plug uit de printer en start vervolgens de computer opnieuw. Wanneer u de plug van de kabel niet uit de computer haalt en deze opnieuw start voordat u de software installeert, worden sommige bestanden niet van uw computer verwijderd wanneer u de optie Uninstall uitvoert. 2 Plaats de Starter-cd in het cd-rom-station.
Andere software installeren De volgende stuurprogramma’s en aanvullende hulpprogramma’s kunnen voor de printer worden geïnstalleerd: z HP Web JetAdmin. Dit is een beheerprogramma voor een netwerkprinter dat van een browser gebruikmaakt. z ADI-stuurprogramma voor AutoCAD 2000 en Release 13 en 14 (alleen voor Windows). z Linux-stuurprogramma. Voor het downloaden van een Linuxstuurprogramma gaat u naar http://www.hp.com/support/cp1700. z IrPrint.
5 De printer gebruiken In dit hoofdstuk wordt u uitgelegd hoe u het printerstuurprogramma kunt gebruiken voor het wijzigen van de printerinstellingen en het uitvoeren van basisafdruktaken. Tevens krijgt u informatie over de speciale materialen die u met uw printer kunt gebruiken en hoe u op die materialen moet afdrukken. Printerfuncties Uw nieuwe printer beschikt over de volgende mogelijkheden: NLWW z Het vergroten of verkleinen van documenten.
z Dubbelzijdig afdrukken. Druk aan beide zijden van het papier af met de eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken. U kunt tevens zelf dubbelzijdig afdrukken wanneer u de eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken niet hebt geïnstalleerd. Wanneer u handmatig dubbelzijdig afdrukken in het stuurprogramma selecteert, ziet u op het LCD instructies over het plaatsen van papier in de printer.
De standaardafdrukinstellingen wijzigen 1 Klik in het menu Start op Instellingen en vervolgens op Printers om de map Printers te openen. 2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en selecteer vervolgens Eigenschappen (Windows 95, Windows 98 en Windows Me) of Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Windows 2000), of Standaardwaarden document (Windows NT 4.0). 3 Klik op het tabblad Setup en selecteer de gewenste afdrukinstellingen.
In de tabel vindt u uitgebreide informatie over de materialen die u voor elke papierinvoerlade kunt gebruiken. Voor informatie over de materiaalsoorten die door elke papierinvoer worden ondersteund, raadpleegt u “Papier laden” Materiaalformaat Lade 1 Lade 2 Handmatige Handmatige invoer invoer voorzijde achterzijde U.S. Letter (216 bij 279 mm) U.S.
Materiaalformaat Lade 1 Lade 2 Handmatige Handmatige invoer invoer voorzijde achterzijde A6-kaart (105 bij 148 mm) J Hagaki-kaart (100 bij 148 mm) Hagaki Ofuku (200 bij 148 mm) Materiaalverwerking Lade of vak Formaat of type Gewicht papier Capaciteit Lade 1 Papier Maximaal 150 vellen of 15 mm dik Lade 2 16 tot 36 lb (60 tot 135 gsm) Transparanten Maximaal 80 Enveloppen Maximaal 15 (of 15 mm gestapeld) Kaarten Maximaal 60 (of 15 mm gestapeld) Normaal of groter 16 tot 12,70 kg papier (60 to
Een lade selecteren De printer neemt alleen materiaal uit de geselecteerde lade, tenzij u Automatisch selecteren inschakelt. Indien er geen afdrukmateriaal in de geselecteerde lade meer aanwezig is en Automatisch selecteren niet is ingeschakeld, ontvangt u een bericht waarin u wordt gevraagd meer papier in de lade te plaatsen. Wanneer Automatisch selecteren is ingeschakeld, zal te printer proberen om materiaal uit de andere lade te nemen.
z Gebruik geen materiaal dat beschadigd, gekruld of gekreukt is. Gebruik geen materialen die zijn uitgesneden of die perforaties bevatten, of materiaal met structuren of reliëf. Dit soort materiaal doet het papier vastlopen of zorgt voor andere problemen. z Gebruik geen formulieren die uit meerdere delen bestaan. z In Lade 1 en Lade 2 laadt u het materiaal met de afdrukzijde naar beneden, met de rechterzijde van het materiaal tegen de rechterzijde van de lade.
Afdruktaken uitvoeren In dit gedeelte vindt u informatie over hoe u documenten naar de printer kan sturen, hoe u op speciaal materiaal afdrukt en hoe u afdrukt op materialen met een apart formaat. Een afdruktaak annuleren De afdruktaak kunt u op twee manieren annuleren: z Druk op de knop ANNULEREN op de printer. Door op de knop ANNULEREN te drukken, wordt de lopende taak van de printer gestopt. Dit heeft geen invloed op taken die nog moeten worden verwerkt.
3 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en selecteer vervolgens Eigenschappen (Windows 95 en Windows) of Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Windows 2000), of Standaardwaarden document (Windows NT 4.0). 4 Klik op het tabblad Voorzieningen en vervolgens Geavanceerde functies. 5 Klik onder Documentopties op Dubbelzijdig afdrukken (duplex). Indien de afdrukmarges moeten worden bijgesteld, verschijnt het dialoogvenster Marges voor dubbelzijdig afdrukken.
6 Klik op Boek of Schrijfblok om de paginastand te selecteren. Zorg ervoor dat Automatisch niet is geselecteerd. 7 Wijzig indien nodig de andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK om het dialoogvenster te sluiten. 8 Klik op OK om af te drukken. 9 Nadat de één kant van de pagina’s is afgedrukt, draait u het papier om en laadt u het opnieuw in de printer. Zie de aanwijzingen op het LCD voor informatie over de manier waarop u opnieuw papier in de printer laadt.
2 Laat de lens van het infraroodlens van het apparaat in de richting wijzigen van de infraroodlens van de printer. 3 Plaats het apparaat of de laptop zodanig dat het zich niet verder dan een meter van de printer en binnen een hoek van dertig graden van de infraroodlens van de printer bevindt. Zorg ervoor dat er zich tussen het apparaat en de printer geen obstakels bevinden. 4 Volg de instructies van uw handcomputer om een taak af te drukken.
6 Schuif de breedte- en lengtegeleiders van het papier totdat de geleiders tegen de randen van de enveloppen of de kaarten aanliggen. 7 Laat de uitvoerlade zakken en stuur vervolgens de afdruktaak naar de printer. Tips voor het afdrukken van enveloppen Houd de volgende richtlijnen aan om het vastlopen van papier en gekreukelde of gescheurde uitvoer te voorkomen. z Gebruik geen enveloppen met een gladde afwerking, zelfklevende randen, klemmetjes of venster.
7 Selecteer onder Papierformaat het juiste formaat voor de transparanten waarop u wilt afdrukken. 8 Wijzig indien nodig andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK. 9 Klik nogmaals op OK om de transparanten af te drukken. Afdrukken op apart materiaal Materiaal met een apart formaat kunt u plaatsen in de handmatige invoer aan de voorzijde, Lade 1 of Lade 2.
8 Voer de afmetingen van het papier in het dialoogvenster Apart papierformaat in en klik vervolgens op OK. 9 Wanneer u Lade 2 wilt gebruiken om af te drukken, selecteert u deze lade in het menu Papierlade. 10 Wijzig indien nodig andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op OK. 11 Klik nogmaals op OK om de afdruktaak naar de printer te sturen.
5 Plaats één vel materiaal verticaal (in staande richting) langs de linkerzijde van de achterinvoer. De afdrukzijde van het materiaal moet omhoog liggen met de onderkant van de pagina in de richting van de printer. Indien u horizontaal wilt afdrukken (in liggende positie), maakt u deze selectie in uw software. Zorg ervoor dat het materiaal netjes op een stapel en niet scheef ligt. 6 Druk het materiaal naar binnen totdat het niet verder kan.
6 De Werkset gebruiken De Werkset geeft u informatie over de status en het onderhoud van uw printer. Ook krijgt u stapsgewijze instructies voor basisafdruktaken en hulp bij het oplossen van problemen met de printer. Nadat u de printer hebt geïnstalleerd, kunt u de Werkset openen door op het pictogram Werkset up uw bureaublad te klikken. Printerstatus (tabblad) Op het tabblad Printerstatus ziet u de status van de printerkop en de inktpatroon.
Printerservices (tabblad) Op het tabblad Printerservices vindt u nuttige functies die u kunt gebruiken om uw computer te onderhouden en te testen. U kunt de printerkoppen schoonmaken en richten, en de kleuren van uw afdrukken kalibreren. U kunt een testpagina of diagnostische pagina afdrukken, en uw printercommunicatie testen. Tevens kunt u de taal opgeven waarin de printerberichten op het LCD moeten verschijnen.
7 Onderhoud van de printer In dit hoofdstuk krijgt u basisinformatie over het printeronderhoud, waaronder het schoonmaken van de printer en het onderhoud van de printerkoppen en de inktpatronen. Indien u de Werkset hebt geïnstalleerd, kunt u informatie krijgen over de status van de printer, de printerkoppen en de inktpatronen. Tevens kunt u vanuit de Werkset veel onderhoudsfuncties uitvoeren.
De binnenkant van de printer schoonmaken 1 Schakel de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2 Open de printerkap. Steek uw handen niet te ver in de printer. 3 Veeg stof of vuil van de papiergeleiders (schaduwgebieden) met een droge, pluisvrije doek. 4 Sluit de printerkap, steek de stekker in het stopcontact en schakel de printer in. Onderhoud van de printerkoppen De printerkoppen hebben zeer weinig onderhoud nodig. U kunt 16.000 zwartwitpagina’s en 24.
Er zijn drie schoonmaakniveaus beschikbaar. Niveau 1 is het snelst en verbruikt de minste hoeveelheid inkt. Niveau 2 gebruikt u alleen indien is gebleken dat Niveau 1 ontoereikend was. Niveau 3 reinigt het grondigst en verbruikt de meeste inkt en tijd. Na elke reiniging wordt door de printer een testpagina afgedrukt zodat u de afdrukkwaliteit kunt controleren. Maak de printerkoppen niet schoon, tenzij dit echt nodig is.
De printerkoppen uitlijnen 1 Open de Werkset en klik vervolgens op het tabblad Printerservices. 2 Klik op Printerkop uitlijnen en klik vervolgens op Uitlijnen in het dialoogvenster Printerkoppen uitlijnen. 3 Klik op OK om het dialoogvenster Printerkoppen uitlijnen te sluiten wanneer de uitlijnprocedure is voltooid. De printerkoppen vervangen Wanneer een printerkop aan vervanging toe is, ziet u op het LCD een melding verschijnen.
De status van de inktpatronen kunt u controleren met de Werkset. Tevens ziet u op het LCD een bericht wanneer een inktpatroon leeg begint te raken en moet worden vervangen. De vier inktpatronen hoeft u niet tegelijk te vervangen wanneer één patroon leeg raakt. Vervang alleen het inktpatroon voor de kleur die op is. De inkt in de inktpatronen is zorgvuldig samengesteld voor een optimale afdrukkwaliteit en compatibiliteit met uw printer.
8 Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u informatie over het oplossen van algemene printerproblemen, zoals het vastlopen van papier en afdrukken van slechte kwaliteit. Indien de informatie in dit hoofdstuk u niet van dienst kan zijn bij het oplossen van het printerprobleem, probeert u een diagnostische pagina af te drukken en neemt u vervolgens contact op met de klantenservice van HP. Wanneer u contact op wilt nemen met HP, raadpleegt u “Contact opnemen met de klantenservice”.
Printerproblemen oplossen In de volgende gedeelten worden u oplossingen aangereikt voor veelvoorkomende printerproblemen. De printer stopt onverwacht Controleer de stroom z Zorg ervoor dat het netsnoer goed op de printer en op het stopcontact is aan gesloten en controleer of de printer is ingeschakeld. Het lampje AAN/UIT op het LCD-paneel van de printer dient groen te zijn. Zet de printer uit en vervolgens weer aan.
Wanneer u contact op wilt nemen met HP, raadpleegt u “Contact opnemen met de klantenservice”. Wanneer u een afdruktaak naar de printer stuurt terwijl de printer uit is, zou een melding op uw computerscherm moeten verschijnen. Indien de printer was uitgeschakeld en u geen bericht kreeg toen u probeerde af te drukken, is de printer mogelijk niet goed ingesteld. Dit probleem corrigeert u door de software die bij uw printer is geleverd opnieuw te installeren.
Het afdrukken duurt erg lang Controleer uw systeemconfiguratie z Controleer of uw computer aan de minimumsysteenvereisten voor de printer voldoet. Voor meer informatie over de systeemvereisten, raadpleegt u “Systeemvereisten”. Controleer de beschikbare hoeveelheid ruimte op de vaste schijf in uw systeem z Wanneer u wilt afdrukken op papier van 11 bij 17 inch of op A3, dient er ten minste 50 MB vrije ruimte op de vaste schijf van uw systeem te zijn.
De instellingen van de printer controleren z Controleer of de printer is geselecteerd als uw huidige printer of standaardprinter. Indien de printerinstellingen onjuist zijn, klikt u in het menu Start op Instellingen en vervolgens op Printers om de map Printers te openen. In de map Printers klikt u met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klikt u vervolgens op Als standaard instellen in het snelmenu.
De tekst of afbeelding staat niet op de goede plaats Controleer de instelling voor de afdrukstand van de pagina z De afdrukstand van de pagina is mogelijk onjuist voor het document dat u aan het afdrukken bent. Zorg ervoor dat het materiaalformaat en de afdrukstand die in het softwareprogramma zijn geselecteerd overeenkomen met de instellingen in het dialoogvenster Printerinstellingen . Voor instructies over het wijzigingen van de afdrukinstellingen raadpleegt u “Printerinstellingen”.
Indien geen van bovenstaande oplossingen werkt, wordt het probleem waarschijnlijk veroorzaakt door het softwareprogramma dat de afdrukinstellingen niet goed kan interpreteren. Kijk in de releasenotities voor bekende softwareconflicten. Kijk anders in de handleiding van uw softwareprogramma of bel de softwarefabrikant voor specifiekere hulp bij dit probleem. Slechte afdrukkwaliteit Controleer de printerkopppen en de inktpatronen.
De inkt veroorzaakt vlekken Controleer de afdrukmodus z Wanneer u documenten afdrukt die veel inkt verbruiken, dient u het document langer te laten drogen voordat u het beetpakt. Dit is met name van belang voor transparanten. Selecteer de modus Best in het printerstuurprogramma en stel een langere tijd in voor het drogen van de inkt in de Geavanceerde functies van het printerstuurprogramma.
Uitvoer is vaag of mat Controleer de afdrukmodus z In de modus Snel kunt u sneller afdrukken. Deze optie is goed voor het afdrukken van concepten. Voor een afdruk met mooiere kleuren selecteert u de modus Normaal of Best in het printerstuurprogramma. Controleer de afdrukinstellingen voor het papiertype. z Wanneer u op transparanten of ander speciaal materiaal afdrukt, selecteert u het overeenkomstige materiaaltype in het dialoogvenster Printerinstellingen.
Controleer de printerkoppen z Wanneer de afdrukkwaliteit zichtbaar afneemt, wordt het tijd om de printerkoppen te reinigen. Voor het reinigen van de printerkoppen opent u het hulpprogramma Werkset, klikt u op het tabblad Printerservices en klikt u vervolgens op Printerkoppen reinigen. Voor meer informatie over de printerkoppen raadpleegt u “Onderhoud van de printerkoppen”.
Problemen met de papierinvoer oplossen In dit gedeelte vindt u oplossingen voor problemen die zich tijdens de invoer van papier kunnen voordoen. Het afdrukmateriaal is vastgelopen Wanneer afdrukmateriaal in de printer vastloopt, volgt u deze instructies om het vastgelopen materiaal te verwijderen. Vastgelopen papier verwijderen Informatie over Lade 2 en de eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken is alleen van toepassing wanneer u deze accessoires hebt aangeschaft.
5 Indien het materiaal niet binnen in de printer is vastgelopen, tilt u de uitvoerlade op en kijkt u of het papier in Lade 1 is vastgelopen. Indien u geen vastgelopen papier in Lade 1 ziet, gaat u verder met stap 6. a Indien het materiaal in Lade 1 is vastgelopen, trekt u Lade 1 naar buiten. b Trek het papier naar u toe zoals aangegeven in de tekening. c Laat de uitvoerlade zakken en plaats Lade 1 weer terug.
8 Indien Lade 2 is geïnstalleerd, trekt u Lade 2 naar buiten. a Indien mogelijk haalt u het vastgelopen materiaal uit Lade 2. b Indien u het vastgelopen materiaal niet kunt vinden nadat u Lade 2 uit de printer hebt genomen, schakelt u de printer uit (als u dit nog niet had gedaan) en haalt u de stekker uit het stopcontact. c Haal de printer van Lade 2. d Haal het vastgelopen materiaal onder uit de printer of uit Lade 2. e Zet de printer weer boven op Lade 2.
Problemen met het invoeren van papier Materiaal wordt niet uit Lade 1 of Lade 2 genomen z Zorg ervoor dat de breedtegeleider tegen de stapel papier aanligt maar niet te hard tegen de stapel drukt. z Zorg ervoor dat het papier dat u gebruikt niet gekruld is. Verwijder de krullen uit het papier door het in de tegenovergestelde richting van de krul te vouwen.
Diagnostische pagina afdrukken Wanneer u een probleem ondervindt met uw printer en u de oorzaak van het probleem niet kunt vaststellen, kunt u een diagnostische pagina afdrukken waarop u meer informatie over het probleem vindt. Indien u de Werkset hebt geïnstalleerd, kunt u vanuit deze toepassing de diagnostische pagina afdrukken. Open de Werkset, klik op het tabblad Printerservices en klik vervolgens op Een diagnostische pagina afdrukken.
Contact opnemen met de klantenservice In dit hoofdstuk vindt u suggesties voor het oplossen van algemene problemen. Indien uw printer niet naar behoren werkt en u met deze suggesties het probleem niet kunt oplossen, gebruikt u een van de volgende ondersteuningsdiensten voor hulp. Op het World Wide Web Voor de laatste informatie over printersoftware, product, besturingssysteem en ondersteuning bezoekt u een van de volgende websites van HP: http://www.hp.com/cposupport http://www.hp.
Voor klanten in Noord-Amerika Tijdens de garantieperiode VS: +1 208 3232551 van maandag tot en met vrijdag 06:00 tot 18:00 (MST) Canada: +1 905 2064663 van maandag tot en met vrijdag 08:00 tot 20:00 (EST) Na garantieperiode VS: +1 208 3232551 van maandag tot en met vrijdag van 06:00 tot 18:00 (MST) Canada: Bel +1 877 6214722 (Visa, MasterCard of American Express) maandag tot en met vrijdag, van 08:00 tot 20:00 (EST) Voor klanten buiten Noord-Amerika In veel landen in Europa biedt HP gratis telefonische
Japan 0570-000511 Korea Seoul 02 3270 0700 Buiten Seoul 080 999 0700 Maleisië 03 295 2566 Mexico Mexico-Stad 5258 9922 Buiten Mexico-Stad 01 800 472 6684 Nieuw-Zeeland 09 356 6640 Noorwegen 22 11 6299 Peru 0 800 10111 Filipijnen 2 867 3551 Polen 22 865 9800 Portugal 1 441 7 199 Puerto Rico 1 877 232 0589 Rusland 095 923 50 01 Singapore 272 5300 Spanje Zweden 8 619 2170 Zwitserland 0 848 80 11 11 Taiwan 2 2717 0055 Thailand 2 6614000 Nederland 020 606 8751 Turkije 90.216.
A Benodigdheden en accessoires van HP Benodigdheden en accessoires van HP kunt u op de website van HP bestellen. Breng een bezoek aan HPshopping.com (http://www.hpshopping.com) voor meer informatie. Accessoires U kunt de volgende accessoires bestellen: Invoerlade 250 vel (Lade 2) C8220A HP Eenheid voor dubbelzijdig afdrukken C8219A Benodigdheden Inktpatronen HP No. 10 Zwart (69 ml) C4844A HP No. 11 Cyaan (28 ml) C4836A HP No. 11 Magenta (28 ml) C4837A HP No.
Parallelle kabels HP IEEE-1284 A-B Parallelle kabel (2 m) C2950A HP IEEE-1284 A-B Parallelle kabel (3 m) C2951A USB-kabel HP USB A-B (2 m) C6518A Netwerk-interface HP Jetdirect 200m printerserver/Internet-connector (LIO-module) J6039A HP Jetdirect 250m printerserver/Internet-connector (LIO-module) J6042A HP Jetdirect 170X externe printerserver J3258A HP Jetdirect 175X externe printerserver J6035A HP Jetdirect 300X externe printerserver J3263A HP Bright White Inkjet Paper 500 vel US Letter (8,5
HP Premium Inkjet Paper 50 vel, glanzend US Letter (8,5 bij 11 inch) C6979A 15 vel, glanzend US B-size (11 bij 17 inch) C6058A 15 vel, glanzend A3 (297 bij 420 mm) C6059A 15 vel, glanzend A4 (Europees, 210 bij 297 mm) C6040A HP Photo Paper 20 vel, tweezijdig, glanzend/mat US Letter (8,5 bij 11 inch) C1846A 20 vel, tweezijdig, glanzend/mat A4 (210 bij 297 mm) C1847A/ C6745A 20 vel, eenzijdig, glanzend A4 (210 bij 297 mm) C6765A HP ColorFast Photo Paper 20 vel, glanzend US Letter (8,5 bi
HP Professional Brochure and Flyer Paper 50 vel, tweezijdig, glanzend US Letter (8,5 bij 11 inch) C6817A 50 vel, mat US Letter (8,5 bij 11 inch) C6955A 100 vel, driedubbel gevouwen, tweezijdig, glanzend US Letter (8,5 bij 11 inch) C7020A 50 vel, tweezijdig, glanzend Tabloid (11 bij 17 inch) C6820A 50 vel, tweezijdig, glanzend A3 (297 bij 420 mm) C6821A 50 vel, tweezijdig, glanzend A4 (210 bij 297 mm) C6818A HP Premium Inkjet Paper 100 vel, eenzijdig, gecoat US B-size (11 bij 17 inch) C18
HP Premium Inkjet Transparency 20 vel US Letter (8,5 bij 11 inch) C3828A 50 vel US Letter (8,5 bij 11 inch) C3834A 20 vel A4 (210 bij 297 mm) C3832A 50 vel A4 (210 bij 297 mm) C3835A HP Banner Paper 100 vel US Letter (8,5 bij 11 inch) C1820A 100 vel A4 (210 bij 297 mm) C1821A HP Textured Greeting Cards 20 vel, 20 enveloppen, viltstructuur, ivoor/ dubbelgevouwen US Letter (8,5 bij 11 inch) C6828A 20 vel, 20 enveloppen, structuur, wit/ dubbelgevouwen US Letter (8,5 bij 11 inch) C7019A
HP Iron-on T-shirt Transfers $ 10 vel US Letter (8,5 bij 11 inch) C6049A 10 vel A4 (210 bij 297 mm) C6050A NLWW
B LCD-berichten Er kunnen veel verschillende berichten op het LCD verschijnen. In sommige berichten wordt u geïnformeerd over de huidige status van de printer, zoals BEZIG MET INITIALISEREN. Bij andere berichten dient u actie de ondernemen, zoals SLUIT ALLE KAPPEN. In de volgende tabel wordt een deel van de berichten beschreven die op het LCD kunnen verschijnen.
Bericht Uitleg [KLEUREN] INKTPATROON LEEG De patroon bevat geen inkt Verwijder de inktpatroon en meer en de printer drukt pas installeer een nieuw patroon. weer af nadat u de patroon hebt vervangen. [KLEUREN] INKTPATROON VERVANGEN De printer heeft een kapot inktpatroon ontdekt. Installeer de defecte inktpatroon opnieuw en probeer af te drukken. Indien de fout zich blijft voordoen, vervangt u de patroon.
Bericht Uitleg Aanbevolen actie INKTPATROON OF PRINTERKOP SLECHT De printer heeft een kapot inktpatroon of een kapotte printerkop ontdekt. Volg de instructies in het printerbericht. ONBRUIKBARE [KLEUREN] PRINTERKOP U gebruikt niet de juiste printerkop. Vervang deze door de juiste printerkop. LAAD [MATERIAALSOORT] [MATERIAALGROOTTE] in [LADE] DRUK OP DOORGAAN Er moet een type materiaal Volg de instructies in het van specifiek formaat in de printerbericht.
Bericht Uitleg Aanbevolen actie HANDMATIGE INVOER ACHTERZIJDE NIET BESCHIKBAAR… TAAK GEANNULEERD Kijk of u de eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken hebt geïnstalleerd. Indien de eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken is geïnstalleerd, verwijdert u die en installeert u de achterklep om vanaf de handmatige invoer aan de achterzijde af te drukken. Indien de achterklep is geïnstalleerd, controleert u of deze goed aan de printer is bevestigd.
Bericht Uitleg PRINTERKOPVERGREND De vergrendeling van de printerkop is open ELING OPEN Aanbevolen actie Open het kapje van de printerkop, sluit de vergrendeling van de printerkop en sluit vervolgens het kapje van de printerkop. U dient de printerkopvergrendeling met enige kracht te sluiten. Indien de printerkopvergrendeling zich niet laat sluiten, controleert u of de printerkoppen goed zijn geplaatst door elke printerkop opnieuw goed aan te drukken.
C Printerspecificaties Afdrukmethode Afdruksnelheid: (Letter/A4) Afdruksnelheid: (11 bij 17 inch/A3) NLWW Afdrukken met druppelsgewijze thermische inktstraal Zwarte tekst Gemengde gekleurde tekst foto van 4 bij 6 inch Volledige kleurenpagina Zwarte tekst Gemengde gekleurde tekst foto van 20,32 cm bij 25,40 cm Volledige kleurenpagina Snel Normaal Beste 16 ppm 14,5 ppm 1,4 ppm 5,5 ppm 8 ppm 7 ppm 0,9 ppm 1,3 ppm 4 ppm 4 ppm 0,7 ppm 0,7 ppm Snel Normaal Beste 10 ppm 9,5 ppm 0,5 ppm 3,7 ppm 5 p
Materiaalformaat Standaard VS: Letter, Legal, Tabloid, Super B, Executive, Statement, Indexkaarten Standaard internationaal: A6, A5, A4, A3, A3+ Specifiek VS: 4 bij 6 inch, 13 bij 19 inch Specifiek metrisch: 102 bij 152 mm, 330,2 bij 482,6 mm Type materiaal Papier (normaal, inkjet, foto en spandoek), enveloppen, transparanten, etiketten, opstrijkpatronen, wenskaarten Verwerking van materiaal Lade 1, handmatige invoer voorzijde, handmatige invoer achterzijde, Lade 2 (facultatief, artikelnummer C8220A),
Systeemvereisten Minimum Windows 95/98: Pentium 60 MHz, 16MB MB RAM Windows NT 4.0: Pentium 60 MHz, 24 MB RAM Windows Me: Pentium 150 MHz, 32 MB RAM Windows 2000: Pentium 133 MHz, 32 MB RAM Mac OS 8,6 of hoger: 32 MB RAM (USB/AppleTalk) Mac OS 8.6 of 9.x: 32 MB RAM (IR) Aanbevolen Voor alle Windows-besturingssystemen (Windows 95/98,Windows NT 4.0, Windows Me, Windows 2000): Pentium II 450 MHz, 128 MB RAM, 200 MB ruimte op de vaste schijf Mac OS 8.6 of hoger (iMac): 333 MHz. 64 MB RAM Mac OS 8.
Hewlett-Packard - Verklaring van beperkte garantie HP-product Duur van beperkte garantie Software 90 dagen Accessoires 1 jaar Inktpatronen 90 dagen Randapparatuur van de printer (zie hieronder voor meer gegevens) 1 jaar Reikwijdte van beperkte garantie 1 Hewlett-Packard garandeert de eindgebruiker dat bovenstaande HP producten vrij van materiaal- en fabricagedefecten zijn gedurende de hierboven aangegeven periode, die begint op de datum van aankoop door de klant.
5 Als HP tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een product dat onder de garantie van HP valt, wordt naar goeddunken van HP het defecte product door HP gerepareerd of vervangen. 6 Als het defecte product niet door HP respectievelijk gerepareerd of vervangen kan worden, zal HP de aankoopprijs voor het defecte product dat onder de garantie valt, terugbetalen binnen een redelijke termijn nadat HP kennisgeving van het defect heeft ontvangen.
2 IN ZOVERRE DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, MET UITZONDERING VAN DE SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING, ZIJN HP EN LEVERANCIERS (DERDEN) ONDER GEEN BEDING AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, SPECIALE EN INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE, ZIJ HET OP BASIS VAN CONTRACT, BENADELING OF ENIG ANDERE JURIDISCHE THEORIE EN OF HP AL DAN NIET VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS.
! " # $ % & $ $$' ($ $ ) *' + , ,+ - . / ' - . / $ ' - . / 0 ' - . / ' - . / $ 1 1(' 1 2(' 1 (' 1 (' 1 +(' 1 10 - .
Index A aan/uit-knop 2-3, 2-7 Aanpassingshulpprogramma 4-2 aansluiten kabels 2-3, 2-13 netsnoer 2-3, 2-7 accessoires artikelnummers A-1 installeren 2-6 achterklep foutberichten B-5 plaats 2-4 verwijderen 2-6, 8-12 achterzijdekap, eenheid voor automatisch dubbelzijdig afdrukken 2-5 ADI AutoCAD-stuurprogramma’s 4-6 afbeeldingen, problemen oplossen 8-6, 8-8 afbeeldingskwaliteit, problemen oplossen 8-7 afdruk annuleren 5-8 afdruk stoppen 5-8 afdrukkwaliteit, problemen oplossen 8-7 afdrukrichting, pagina 2-11 af
duplex-eenheid.
HP Felt-Textured Greeting Cards A-5 HP Glossy Greeting Card Paper A-5 HP Greeting Card Paper A-5 HP Iron-on T-shirt Transfers A-6 HP JetDirect-printerservers adaptersleuf 2-3 artikelnummers A-2 netwerken, instellen 3-1 HP PCL 3 C-1 HP Photo Paper artikelnummers A-3 HP Photo Quality Inkjet/Design Glossy Paper A-3 HP Premium Inkjet Heavyweight Paper artikelnummers A-4 HP Premium Photo Paper artikelnummers A-3 HP Premium Plus Photo Paper A-2 HP Premium Transparency Film 5-12, A-5 HP Professional Brochure and F
HP Greeting Card Paper A-5 laden voor 2-10, 5-5 marges, minimum 5-7 kabels aansluiten 2-4, 2-13 artikelnummers A-2 problemen oplossen 8-1 kappen Zie ook achterklep achter 2-4 eenheid voor dubbelzijdig afdrukken 2-5 foutberichten B-3 voorzijde 2-2 karton afdrukken op 5-14 HP Premium Heavyweight Inkjet Paper A-4 Kiezer, Macintosh 3-4 klantenservice telefoon 8-16 websites 8-16 klep, achter foutberichten B-5 plaats 2-4 verwijderen 8-12 kleurkalibratie 6-2 knop ANNULEREN 2-3, 5-8 knop DOORGAAN 2-3 knoppen achter
problemen oplossen 8-15 software installeren 4-4 software verwijderen 4-5 systeemvereisten C-3 USB-kabel, aansluiten 2-13 marges, minimum 5-7 materiaal apart formaat 5-13 capaciteit, laden 2-10, 5-5 enveloppen 5-4, 5-11 foutberichten B-3 geleiders 2-1, 2-11 gewichtgegevens C-2 HP A-2 lade selecteren 5-6 laden 2-10 marges, minimum 5-7 speciaal 5-11 specificaties 5-3 transparanten 5-1, 5-12 typen ondersteund 2-10 vastlopen 8-11 zwaar 5-14 materiaal afdrukken.
parallelle kabels aansluiten 2-13 artikelnummers A-2 parallelle poort plaats 2-3 problemen oplossen 8-5 patronen artikelnummers A-1 deksel, plaats 2-2 foutberichten B-2 installeren 2-7 problemen oplossen 8-9 status 6-1 vervangen 7-4 PCL-talen, inclusief C-1 PDA’s afdrukken vanaf 5-10 infraroodlens, plaats 2-3 problemen oplossen 8-5 peer-to-peer-netwerken, instellen 3-1 persoonlijke digitale assistenten (PDA’s) afdrukken vanaf 5-10 infraroodlens, plaats 2-3 problemen oplossen 8-5 poorten instellingen 8-4 pla
snoer, net- 2-3, 2-7 software DOS, installeren 4-5 downloaden 4-1 hulpprogramma’s 4-6 installeren 2-13 kopiëren 4-2 Macintosh, installeren 4-4 netwerken, installeren op 3-3 systeemvereisten C-3 verwijderen 4-3, 4-5 Windows, installeren 4-1 software downloaden 4-1 software verwijderen Macintosh 4-5 Windows 4-3 spandoeken afdrukken 5-2 laden voor 2-10 spandoekpapier van HP A-5 spandoekpapier van HP 5-2, A-5 speciale materialen afdrukken op 5-11 laden voor 2-10 specificaties materiaal 5-3 printer C-1 specifica
inktpatronen 7-4 printerkoppen 7-4 vochtigheidsspecificaties C-2 W watermerken, afdrukken 5-2 websites benodigdheden, bestellen A-1 klantenservice 8-16 netwerksoftware 3-4 printerinformatie 1-1 software en stuurprogramma’s 4-1 wenskaarten afdrukken 5-11 capaciteit, laden 5-5 HP-papier A-5 laden voor 2-10, 5-5 marges, minimum 5-7 Werkset diagnostische pagina, afdrukken vanaf 8-15 Informatie (tabblad) 6-1 installeren 1-1 openen 6-1 printerkoppen reinigen vanuit 7-2 printerkoppen uitlijnen vanuit 7-3 Printers