Installation Instructions
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding
6-136
2 = Blok Instellingen.
OPMERKING: Deze optie wordt alleen weergegeven als de blokkenmode is ingeschakeld (zie optie 63.1).
Van elke gebeurtenis wordt een signaal verzonden naar de primaire IP-adressen/poortnummers die zijn
geprogrammeerd in menuoptie 56.4.2.2 en het klantnummer dat is geprogrammeerd in 56.4.2.4. Elk blok
kan echter worden geprogrammeerd om gegevens van de gebeurtenissen te versturen naar een uniek IP-
adres en poortnummer, met een uniek klantnummer. Wanneer de optie 2=Blok Instell. wordt geselecteerd,
wordt het eerste blok weergegeven. Selecteer het blok dat moet worden aangepast met de A/B-toetsen en
druk op ent. 1=Klantnummer wordt weergegeven
1 = Klantnummer
Standaard wordt in dit veld het klantnummer ingevoerd dat is geprogrammeerd in optie 56.4.2.4. Als u
een uniek klantnummer wilt toewijzen aan het geselecteerde blok, kunt u met de B-toets reeds bestaande
nummers wissen en vervolgens het nieuwe nummer invoeren. Het klantnummer mag tussen de vier en
zes cijfers lang zijn. Druk op de toets ent om de instellingen op te slaan en terug te keren naar het vorige
menuniveau.
Als u het IP-adres wilt aanpassen waarnaar een signaal van de gebeurtenissen van een bepaald blok
wordt verzonden, drukt u op de toets A of 2 en drukt u vervolgens op ent.
2 = IP Adres
Standaard wordt het IP-adres weergegeven dat is geprogrammeerd in optie 56.4.2.2. Als u een nieuw IP-
adres wilt programmeren, gebruikt u de toets B om de reeds bestaande programmering te wissen. Typ
vervolgens het nieuwe IP-adres waarnaar de gebeurtenissen moeten worden gezonden. Druk op ent om
het nieuwe adres op te slaan en terug te keren naar het vorige menuniveau.
Als u het poortnummer wilt wijzigen waarnaar gebeurtenissen uit een bepaald blok worden gezonden,
drukt u op de toets A of 3 en drukt u vervolgens op ent.
3 = Poort Nummer
Standaard wordt het poortnummer weergegeven dat is geprogrammeerd in optie 56.4.2.2. Als u een
nieuw poortnummer wilt programmeren, kunt u met de B-toets de reeds bestaande programmering
wissen. Typ vervolgens het nieuwe poortnummer. Druk op de toets ent om het nieuwe adres op te slaan
en terug te keren naar het vorige menu.
2 = Microtech
Het Microtech-format is een protocol dat gedetailleerde point id-informatie verzendt naar een pc, waarop de
Galaxy Alarm Monitoring-toepassing is geïnstalleerd en wordt uitgevoerd.
Het geleverde informatieniveau is vergelijkbaar met SIA-niveau 3.
De menustructuur en programmering van de opties zijn identiek aan die van het SIA-formaat. Raadpleeg
1=SIA voor programmeringsdetails.
2 = Primair IP
Het primaire IP definieert de bestemmingsdetails van de ontvanger voor het primaire alarmtransmissiepad.
De bestemming bestaat uit een IP-adres en een poortnummer. Druk op ent om het IP-adres te programmeren.
Als de blokkenmode is ingeschakeld, wordt de informatie die is geprogrammeerd voor de primaire IP en
poortnummers automatisch naar alle blokken gekopieerd.
1 = IP Adres
Voer het IP-adres in van de primaire ontvanger. Het adres moet de notatie XXX.XXX.XXX.XXX hebben.
De punt wordt automatisch na elke reeks van drie cijfers toegevoegd of kan handmatig worden toegevoegd.
Dit doet u door op de *-toets te drukken. Druk op ent om het adres op te slaan en terug te keren naar het
vorige menuniveau. Als u het poortnummer wilt programmeren van de ontvanger op de primaire bestemming,
drukt u op 2 of A en drukt u vervolgens op ent.
56 - Communicatie (vervolg)