Galaxy Dimension Installatiehandleiding Honeywell Security
Inhoudsopgave Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Inhoud INLEIDING ................................................................................................ 1-1 Varianten .............................................................................................................. 1-1 HOOFDSTUK 1: SNELLE INSTALLATIE ............................................... 1-3 HOOFDSTUK 2: SYSTEEMARCHITECTUUR ....................................... 2-1 Printplaatindeling ..............................
Inhoudsopgave Galaxy Dimension - Installatiehandleiding HOOFDSTUK 3: RANDAPPARATEN ..................................................... 3-1 Algemeen ............................................................................................................. 3-1 Aansluiting .......................................................................................................... 3-1 Wordt geconfigureerd.........................................................................................
Inhoudsopgave Galaxy Dimension - Installatiehandleiding De Galaxy-keyprox .............................................................................................. 4-8 Algemeen ............................................................................................................................. 4-8 Adressering .......................................................................................................................... 4-8 Bediening .................................................
Inhoudsopgave Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Menuopties 11-19 .............................................................................................. 6-11 Optie 11 – Zones overbruggen (optie 0 in het verkorte menu) .......................................... 6-11 Optie 12 – Inschakelen....................................................................................................... 6-13 Optie 13 – Deelbeveiliging inschakelen............................................................
Inhoudsopgave Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Installateur 2 .................................................................................................... 6-156 Optie 61 – Diagnose Test ................................................................................................. 6-156 Optie 62 – Volledige test .................................................................................................. 6-159 Optie 63 – Opties ......................................................
Inhoudsopgave Galaxy Dimension - Installatiehandleiding vi
Inleiding Galaxy Dimension - Installatiehandleiding INLEIDING Deze handleiding bevat alle benodigde instructies voor het installeren en programmeren van een Galaxy Dimension-centrale en de bijbehorende randapparatuur. Varianten De Galaxy Dimension is verkrijgbaar in vier varianten: GD- 48, GD-96, GD-264 en GD-520.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 1-2
Snelle installatie Galaxy Dimension - Installatiehandleiding HOOFDSTUK 1: SNELLE INSTALLATIE Volg deze simpele stappen om de Galaxy Dimension-centrale snel in te stellen voor programmering: 1. Sluit een 1k Ω (1%)-weerstand aan over alle zones van de centrale en alle RIO’s (indien aangesloten). 2. Zorg ervoor dat de sabotageretourlus, de terminal aangegeven met AUX TAMP/GND op de printplaat, een complete lus is. 3. Sluit een bediendeel aan op de terminals AB LINE van de centrale.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 1-4
Configuratie Galaxy Dimension - Installatiehandleiding HOOFDSTUK 2: SYSTEEMARCHITECTUUR 16 onboard zones PSTN (comm 1) Galaxy Onboard telecommodule Triggerheader Audio-interfacemodule (1) Lijn 1 Lijn 2 Lijn 3 Acht onboard uitgangen plus zes uitgangen op de triggerheader Lijn 4 Seriële RS232-poort (comm 6) Lijnen 2, 3 en 4 hebben dezelfde configuratie RS485-lijn Max. lengte kabel 1 km * OPMERKING: Geldige adressen voor de keyprox zijn: Lijn 1 (0, 1 en 2).
RS232-poort RS485-lijn 2 RS485-lijn 1 Telecomaansluiting +12 V GND 2-2 Afbeelding 2-2. Printplaatindeling 1 0V 2 3 0V F4 4 +12 V 6 5 0V RIO 0 0V Zekering AUX3 is voor een onafhankelijke 12 V-uitgang die kan worden gebruikt voor een communicatieapparaat of een schroef.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Uitbreidingsmodule RS485 De 7 transistoruitgangen op de Galaxy Dimension kunnen worden geconfigureerd als open collector door DIPschakelaar SW3 in de stand OFF te zetten. OPMERKING: Dit heeft geen invloed op uitgang 2 op RIO 0 (relaisuitgang). Dit is een form-C-relais dat kan schakelen tot 1 amp bij 24 volt gelijkstroom. In de volgende tabel wordt aangegeven welke uitgangen door welke schakelaars worden geregeld.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Aanbevelingen voor de installatie Systeeminstallatie en aansluiting De installatie en aansluiting moeten door een vakkundige installateur worden uitgevoerd. Bij een vaste aansluiting dient de centrale op een aparte groep te worden aangesloten.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Systeemaansluiting Galaxy Dimension aansluiten op het PSTN De PSTN-poort (terminals A en B op de printplaat) moet permanent zijn aangesloten (vaste bedrading) op het telefoonnetwerk via een hoofdcontactdoos (zie afbeelding 2-5). Telecom service connector RJ11-plug LINE PHONE Hoofdcontactdoos Inkomende PSTN-lijn B A B A Secundaire contactdoos Lijn B Lijn A Lijn A Lijn B Afbeelding 2-5. Galaxy Dimension aansluiten op het PSTN OPMERKINGEN: 1.
Systeemaansluiting (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Extra telecomapparaten aansluiten U kunt met een secundaire contactdoos extra telecomapparaten in serie aansluiten op de interne modem/kiezer. Sluit de PHONE-terminals A en B van de printplaat aan op de terminals van de secundaire contactdoos. Zie afbeelding 2-5. Lijnbewaking Onder normale omstandigheden en met inactieve status, controleert de onboard telecommodule de PSTN-lijn.
Back-up accu Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Back-up accu De centrales van de Galaxy Dimension kunnen maximaal 2 x 17 Ah-accu’s bevatten. Zorg ervoor dat de accuaansluitkabels op de PSU (Power Supply Unit) zijn aangesloten op de correcte terminals op de accu. LET OP: Als een verkeerd type accu wordt gebruikt, is er explosiegevaar. Verwijder gebruikte batterijen volgens de instructies. Centrale Batterij -BAT - aansluiting +BAT + aansluiting Tabel 2-3.
Geheugen Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Geheugen De centrale van de Galaxy Dimension is voorzien van een geheugenchip met eigen back-up accu op de hoofdPCB. Zodoende kunnen in de centrale de systeemconfiguratie, de programmeerdetails en het geheugen tot een jaar lang worden bewaard wanneer de netspanning en de back-up accu niet zijn aangesloten. De back-up accu van het geheugen moet op zijn plaats blijven om het geheugen tijdens een netspanningsuitval te kunnen behouden.
Aanbevelingen voor de RS485 Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bediendeel/keyprox OF Module Bediendeel/keyprox OF Module Galaxy-centrale B A A A B B 680 Ω EOL 680 Ω EOL LK3/LK5 verwijderen Afbeelding 2-7. Daisy-chain configuratie met dubbele AB-lijn RS485-bekabelings aanbevelingen U moet de volgende aanbevelingen volgen om ervoor dat zorgen dat het systeem optimaal communiceert: 1.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Aanbevelingen voor de RS485 4. De kabel van het type ‘afgeschermd twisted pair’ wordt aangesloten op de aarde op de centrale van de Galaxy met de P-klem en de bijgeleverde moer (zie afbeelding 2-8). 5. Op de RS485 (AB)-lijn moet een weerstand van 680 Ω zijn aangebracht over de A- en B-terminals van de laatste module op de lijn.
Zoneadressen Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Zones De standaardinstelling voor de zones op de Galaxy Dimension is als volgt: Zone 1001 = Laatste Zone 1002 = Volgzone Alle overige zones = Inbraak Zoneadressen Elke zone heeft een adres dat uit vier cijfers bestaat, bijvoorbeeld 1004 of 4136. Het adres is opgebouwd uit drie referentienummers, zoals op de volgende afbeelding wordt getoond: Voorbeeld: 3057 3 05 Is lijnnummer 7 Is het RIO-adres Is zone nr.
RIO-schakelaar Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Zoneadressering met onboard RIO-schakelaar (schakelaar lijn 0) De RIO-schakelaar (SW3, DIP-schakelaar 8) regelt de volgorde van de onboard RIO’s. U moet deze DIPschakelaar instellen voordat u de centrale inschakelt. Als u de schakelaar op ON zet, kan de onboard RIO1 werken op lijn 0 en kan een RIO die als 1 is geadresseerd, worden verbonden met lijn 1, wat een totaal van 15 RIO’s geeft op een GD-264 en GD-520.
Zones aansluiten Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bekabeling voor zones De zones op de panelen van de Galaxy Dimension kunnen Double Balanced (standaard) of End of Line zijn. Zones kunnen worden geprogrammeerd met verschillende weerstandsbereiken voor zonestatusactivering (zie Parameter 51.46 = Parameters.Weerstand Selectie). Raadpleeg tabel 2-7 (Double Balanced) of tabel 2-8 (End of Line) voor details over de zoneweerstand en de daaruit voortvloeiende omstandigheden.
Zones aansluiten (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Als deze bekabelingsmode wordt gebruikt, mag op de zone slechts één detector worden aangesloten die foutvoorwaarden kan rapporteren. Als deze mode is geselecteerd, mogen maximaal twee detectors of contacten van een willekeurig type worden aangesloten op een zone. Het wordt aangeraden in deze configuratie kabels van maximaal 100 m lang te gebruiken.
Zones aansluiten (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Aansluiting van meerdere detectors Er kunnen meerdere detectors op één zone worden aangesloten als u preset 1 gebruikt, zoals u in de volgende afbeelding kunt zien. Het maximum aantal detectors dat op één zone kan worden aangesloten, bedraagt tien. Alarm N/C Zone Alarm N/C Alarm N/C Alarm N/C (10 max) N/C 1k 1k 1k 1k 1% 1% 1% 1% N/C SABOTAGE 1% 1 k 500 m Afbeelding 2-13.
Puls-aan-zonebekabeling Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Puls-aan-knoppen bekabeling Zones die geprogrammeerd zijn als puls-aan knoppen kunnen open en dan dicht gaan (2 kΩ naar 1 kΩ) of dicht en dan open gaan (1 kΩ naar 2 kΩ). De eerste activering van de puls-aan-knop initialiseert de status naar het systeem. OPMERKING: Met de eerste activering van een puls-aan wordt het systeem mogelijk niet ingeschakeld omdat het de initialisatieroutine kan zijn.
Uitgangstoepassingen Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Uitgangstoepassingen De uitgangen op de Galaxy-panelen, met uitzondering van de uitgang van het relais met wisselcontact, zijn uitgangen met transistors. Negatief wordt standaard toegepast (positief is verwijderd). Deze leveren maximaal 400 mA en kunnen gebruikt worden om de benodigde uitgangsapparaten aan te sturen.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Triggerheader Triggerheader De Triggerheader op de Galaxy Dimension is een serie pinnen die bestaan uit programmeerbare uitgangen voor een externe communicatiemodule. De aansluiting vindt plaats via een optionele kabel (A229). Trigger 1-6 Er zijn zes triggeruitgangen. Deze kunnen worden gebruikt als communicatietrigger, maar ook voor andere doeleinden. Deze uitgangen zijn standaard als positief geprogrammeerd.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding SPI Key SPI-header De SPI Key (Serial Peripheral Interface) is een randapparaat dat voor het kopiëren/overschrijven van programmeringsgegevens en het uitvoeren van software-upgrades wordt gebruikt. De SPI Key monteren De SPI Key wordt direct op de Galaxy Dimension-centrale gemonteerd. LET OP: Schakel de centrale altijd uit VOORDAT u de SPI Key verwijdert of aansluit. Als u dit niet doet, kan de SPI Key beschadigd raken.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2-20
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding RIO’s HOOFDSTUK 3: RANDAPPARATEN Algemeen U kunt de volgende randapparaten op de Galaxy Dimension-centrale aansluiten: Alle buslijnen: Mk7-bediendeel/keyprox; TouchCenter; MAX3; DCM (Deur Controle Module); RIO-module (Remote Input Output); voeding. Alleen buslijn 1: modem/kiezer; RS232; ISDN; Ethernet. Aansluiting In de volgende tabel wordt de aansluiting van verschillende randapparaten op de Galaxy-centrale beschreven.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding RIO RIO aansluiten De RIO kan alleen op het systeem worden aangesloten in de installateurmode. De RS485 (AB)-lijn van de Galaxy RIO moet parallel worden aangesloten (daisy-chain configuratie) op de RS485 (AB)-lijn van bediendelen die op het systeem zijn aangesloten. De RIO vereist 12 VDC (bereik van 10,5 tot 16,0 V) en 40 mA.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding RIO-uitgangen RIO Outputs (RIO-uitgangen) De RIO heeft vier transistoruitgangen. Elke uitgang is aangesloten op +12 V via een pull-up weerstand van 3k3Ω (raadpleeg tabel 3-4). Wanneer een uitgang wordt geactiveerd, schakelt de uitgang naar 0V. De stroom van elke uitgang bedraagt 400 mA.
RF RIO Galaxy Dimension - Installatiehandleiding RF RIO De Galaxy Radio Frequency (RF) RIO-module is een optionele aanvulling voor de bestaande Galaxyproductreeks. De module fungeert als een RF-ontvanger voor het Ademco-zenderbereik van 868 MHz. Kenmerken De RF RIO heeft de volgende kenmerken: • Ondersteuning tot 32 RF-zones (afhankelijk van het type centrale). • Ondersteuning tot maximaal 30 RF-keyfobs. • 4 transistoruitgangen.
RF RIO (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Sluit de RF RIO-terminals aan overeenkomstig de volgende tabel: RF RIO-terminal Aangesloten op...
RF RIO (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Adresbereiken Gebruik deze optie om de RIO-adressen te programmeren die door de RF RIO moeten worden gesimuleerd. Als de RF RIO die u programmeert bijvoorbeeld 32 zones (4 RIO-adressen) ondersteunt, en het basisadres dat met de hexadecimale adresschakelaar is geprogrammeerd 02 is, zijn de beschikbare adressen 02, 03, 04, 05.
Voeding Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Voeding De voeding (PSU) van de Galaxy Dimension is in 2 varianten verkrijgbaar. De Galaxy Power RIO bestaat uit een voedingsblok en een control unit die een onboard RIO bevat. De Galaxy Power Unit bestaat uit een voedingsblok en een control unit zonder de onboard RIO. WAARSCHUWING: Het voedingsblok bevat een dodelijk voltage. Schakel de netvoeding los van het voedingsblok voordat u het aanraakt.
Voeding (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Installatie-instructies De installatie en aansluiting moeten door een vakkundige installateur worden uitgevoerd. De voeding (PSU) van de Galaxy Dimension moet worden aangesloten op de netspanning (230/240 VAC 50Hz). Bij een vaste aansluiting dient de centrale op een aparte groep te worden aangesloten. De voeding van de Galaxy Dimension is in een metalen behuizing met grondplaat geïnstalleerd.
Voeding (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Batterij De minimale capaciteit van de accu voor de PSU is 1x 7Ah. De maximale capaciteit van de accu voor de PSU is 2 x 17Ah. Accutest Een accutest wordt automatisch eenmaal per uur met volledige belasting uitgevoerd, en tijdens de afsluitprocedure van de installateurmode. Als het accuvoltage lager dan 10 V is wanneer de voeding op de accu loopt, wordt het automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu volledig wordt ontladen.
Printerinterface Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Printerinterfacemodule De Galaxy kan via de printerinterfacemodule worden aangesloten op een seriële printer. De inhoud van het geheugen en de programmeringsdetails van het systeem kunnen worden afgedrukt. De module is beschikbaar met een: • seriële 25-weg connector sub D type RS232 (onderdeelnummer A161) OF • 6-pins DIN-plug (onderdeelnummer A134) De printer moet een seriële interfacepoort hebben.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding ISDN-module ISDN-module De ISDN-module is een optionele aanvulling voor de bestaande Galaxy-productreeks. De module wordt rechtstreeks aangesloten op de Galaxy RS485-communicatiebus, zodat signalering en remote service over een ISDN-netwerk mogelijk is. De ISDN-module wordt op dezelfde wijze als de bestaande telecommodule ondergebracht in de Galaxy-behuizing.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Ethernet-module Ethernet-module De Ethernet-module is een optionele aanvulling op de Galaxy-centrale. Het is een bijzonder intelligente en compacte module, waarin alarmsignalering, remote service en geïntegreerde faciliteiten over Ethernet LAN en/ of WAN zijn gecombineerd. De Ethernet-module wordt aangesloten op 10 Base T Ethernet-netwerken die UDP/IP- en TCP/IP-protocollen ondersteunen.
Audio Interface Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Galaxy Dimension en 2-weg audio Inleiding Met de Galaxy Dimension is het mogelijk om verschillende audiokanalen te koppelen aan het inbraaksysteem teneinde audioverificatie mogelijk te maken na een alarmactivering. Hierdoor kan vanuit de zone waar de alarmactivering heeft plaatsgevonden een geluidssignaal worden verzonden naar de meldkamer.
Audio Interface (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Adressering De audio-interface heeft een vast moduleadres die de adressen voor bediendelen of andere modules niet beïnvloedt. Montage De audio-interfacemodule kan op twee manieren worden gemonteerd: • boven de printplaat van de centrale met behulp van een speciaal ontworpen bevestigingsplaat.
Audio Interface (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding MUX Module Met de MUX-module kunt u vier extra audiokanalen aansluiten. De module wordt aangesloten op de RS485audiobus en fungeert als een slave-module voor de audio-interface. Op elk audiokanaal kunnen drie luidsprekermicrofoons worden aangesloten, zoals de TP800.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Audio Interface (vervolg) De audiofunctie gebruiken Instellingen programmeren De audiokanalen moeten met menu 56.7 worden toegewezen aan alarmblokken. Op deze wijze weet de Galaxy-centrale welk audiokanaal naar de meldkamer moet worden verzonden na een alarmactivering. In dit menu kunt u tevens opgeven bij welke typen alarmgebeurtenissen de meeluisterfunctie wordt geactiveerd.
Optionele softwarepakketten Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Remote Servicing Suite Remote Servicing Suite (RSS) is een geavanceerde pc-toepassing waarmee volledig onderhoud op afstand van de Galaxy-systemen mogelijk is. De functionaliteit omvat configuratie en programmering, beheer en diagnostisch onderhoud. RSS bevat tevens de toepassing Event Monitoring.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 3-18
Mk7-bediendeel/keyprox Galaxy Dimension - Installatiehandleiding HOOFDSTUK 4: BEDIENDELEN Op de Galaxy Dimension kunnen twee typen bediendelen worden gemonteerd: het Mk7-bediendeel en het TouchCenter-bediendeel. In dit hoofdstuk worden beide typen bediendelen beschreven. Het Galaxy Mk7-bediendeel/keyprox OPMERKING: verwijzingen in de tekst naar het Mk7-bediendeel hebben in dit hoofdstuk ook betrekking op de keyprox.
Installatie van het bediendeel Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bekabeling van bediendeel/keyprox U gebruikt een 16-weg adresschakelaar om de adressen van de Galaxy LCD-bediendelen in te stellen. Met de adresschakelaar wordt een hexadecimale adreswaarde aan het bediendeel toegewezen. OPMERKING: Als u het bediendeeladres wilt wijzigen, moet u eerst de voeding van het bediendeel uitschakelen. Adressering Adressen worden ingesteld met behulp van een adresschakelaar op de printplaat.
Installatie van het bediendeel (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 6. Als een muursabotage is vereist, gebruikt u een schroef met platte kop om de muur sabotage aan de muur te bevestigen, zie afbeelding 4-2. Zorg ervoor dat de sabotage-knockout nog steeds is bevestigd aan de achterplaat. 7. Sluit de A, B en voedingsdraden aan op de juiste terminals van het uitneembare aansluit-blok.
Bediendelen toevoegen/verwijderen Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Volumeregeling Het Mk7-bediendeel/keyprox heeft, indien aanwezig, een volumeregelingschakelaar VOL in de rechterbenedenhoek van de printplaat. Zorg ervoor dat het bediendeel/keyprox wordt ingeschakeld en regel het gewenste volume (+ of -) voor buzzerfuncties. Raadpleeg Bijlage F voor de onderdeelnummers van het bediendeel/keyprox met volumeregelingfunctie.
Bediening van het bediendeel Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Zelfdiagnostiek Het bediendeel heeft een zelfdiagnostische functie die gebruikt wordt om de operationele status van de in- en uitgangen van het bediendeel te testen. De test wordt gestart door de voeding van het bediendeel los te koppelen en vervolgens de voeding weer in te schakelen terwijl de ent-toets wordt ingedrukt. De testroutine begint meteen. Elke test duurt ongeveer vier seconden.
Bediening van het bediendeel (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Escape-toets esc Met de esc-toets annuleert u eventuele wijzigingen die u in de huidige optie hebt aangebracht en gaat u terug naar het vorige optieniveau. Als u meermalen op deze toets drukt, gaat u terug naar de banner-weergave. Met de esc-toets annuleert u ook de inschakelingprocedure als u tijdens de afsluittijd op de toets drukt.
Bediening van het bediendeel (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Systemen met meerdere blokken De grotere Galaxy-systemen hebben meer dan acht blokken. Deze worden op het bediendeel in sets van acht blokken weergegeven. Druk op de toets A of B om de verschillende groepsblokken weer te geven. LED voor voeding De groene voedings-LED geeft de status van de wisselstroomvoeding en de back-up accu aan.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Keyprox De Galaxy-keyprox Algemeen De keyprox is een standaard Mk7-bediendeel met een ingebouwde proximity kaartlezer in de rechterbenedenhoek. Gebruikers kunnen met proximity kaarten in plaats van met een pincode een systeem inschakelen en uitschakelen. OPMERKING: De keyprox is niet bedoeld voor gebruik als deurbewaking. De installatie en de aansluiting van de keyprox zijn identiek aan die van het Mk7-bediendeel.
TouchCenter Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Het Galaxy Dimension TouchCenter Algemeen Het Galaxy Dimension TouchCenter wordt aangesloten op de RS485-databus van de Galaxy Dimensioncentrales. Het TouchCenter combineert een duidelijk grafisch display met een eenvoudige aanraakschermbediening en vormt zo een eenvoudige gebruikersinterface. NOOD-knop Knop Mk7-bediendeelinterface Afbeelding 4.3 Beginscherm Installatieprocedure TouchCenter 1.
TouchCenter (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Een TouchCenter configureren U configureert als volgt een nieuw TouchCenter: 1 - Stel een adres in Bij de eerste keer dat het TouchCenter wordt opgestart, wordt u gevraagd een busadres op te geven. Dit mag elk geldig adres zijn dat niet wordt gedeeld met een ander bediendeel op dezelfde RS485 (AB)-lijn. Het standaardadres wordt meestal geaccepteerd.
TouchCenter (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding TouchCenter - bediening Raadpleeg voor algemene informatie over de bediening de informatie op het scherm en de afzonderlijke gebruikershandleiding. Alle opties voor het programmeren van de centrale zijn toegankelijk via de bediendeelmode. In deze mode wordt een emulatie van een standaardinstallatiebediendeel weergegeven. Druk op het pictogram van het terminalbediendeel linksonder in het beginscherm om de bediendeelmode te starten.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 4-12
Toegangbeheer Galaxy Dimension - Installatiehandleiding HOOFDSTUK 5: TOEGANGBEHEER Voor volledig geïntegreerd toegangbeheer kunt u Deur Controle Modules (DCM’s) toevoegen aan de Galaxybuslijnen. Op elke DCM kunnen twee Wiegand-lezers worden aangesloten voor het beheer van twee afzonderlijke deuren, waarbij elke deur een uitgangsknop heeft of één deur een in- en uitgangslezer. Toegangbeheer op blokbasis Toegangbeheer werkt het beste als Blokkenmode is ingeschakeld.
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Deur Controle Module Voor volledig geïntegreerd toegangbeheer kunt u Deur Controle Modules (DCM’s) toevoegen aan de Galaxy-buslijnen. Op elke DCM kunnen maximaal twee Wiegand-lezers worden aangesloten voor het beheer van twee afzonderlijke deuren, waarbij elke deur een uitgangsknop heeft of één deur een in- en uitgangslezer.
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Ingangen 0V DC De DCM bevat de volgende ingangen: 1k Deurcontact (DC) Deze ingang is een normale alarmzone-ingang met dezelfde functionaliteit als een normale beveiligingszone. Er wordt een normale 1k/2k double balanced zoneaansluiting gebruikt. Normaal gesloten 1k Bekabeling deurcontact 0V EC Egress Contact (EC) Deze ingang is een contact dat normaal geopend is.
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Buzzeruitgang Hiermee wordt de buzzer op de lezer geactiveerd om aan te geven dat de kaart wordt gelezen, dat toegang is verleend of dat de kaart is geweigerd. De buzzeruitgang is een open collector en kan maximaal 100 mA schakelen. LED-uitgang LED-uitgang 3 wordt gebruikt om een lezer-LED aan te sturen. Het is een open collector die maximaal 100 mA kan schakelen. LED-uitgangen 1 en 2 worden niet gebruikt.
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Schakelaar Adres 1 2 3 4-8 0 UIT UIT UIT UIT 1 AAN UIT UIT UIT 2 UIT AAN UIT UIT 3 AAN AAN UIT UIT 4 UIT UIT AAN UIT 5 AAN UIT AAN UIT 6 UIT AAN AAN UIT 7 AAN AAN AAN UIT Tabel 5-1. Adressering met DIP-schakelaars De DCM aansluiten op het Galaxy-systeem De DCM moet parallel worden aangesloten op de AB-lijn van de Galaxy RS485 (daisy-chain configuratie). De DCM vereist 12VDC.
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Specificaties Fysiek Gewicht (RIO): Afmetingen RIO-behuizing (mm): ongeveer 270 gram 150 breed x 162 hoog x 39 diep Raadpleeg de documentatie bij de Power RIO voor aanvullende gewichten en afmetingen bij montage in een Power RIO-behuizing. Elektrisch Bereik gebruiksvoltage: Stroomverbruik, standaard: Stroomverbruik, maximaal (2 lezers): 10.
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding MAX3 De MAX3 is een proximity kaartlezer voor toegangsbewaking van één deur, die ook gebruikt kan worden voor het inschakelen en uitschakelen van uw centrale. De MAX3 kan op een van de twee volgende manieren worden geconfigureerd: Standalone In deze configuratie kan de MAX3 worden gebruikt voor deurbewaking of het in- en uitschakelen van het alarmsysteem. Sluit hiertoe de interne relaisuitgang aan op een deurslot of extern relais.
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bedrading van de MAX3 Suppressor U kunt de MAX3 op twee manieren aansluiten op de centrale, afhankelijk of de eenheid wordt gebruikt in een online of standalone configuratie. In dit diagram vindt u de details voor beide configuraties. Het MAX3-relais is geconfigureerd als NC of NO, afhankelijk van de aangeschafte variant (MX03 - Normally Closed, MX03-NO - Normally Open).
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Een MAX3-lezer in het systeem configureren OPMERKING: MAX3-lezers kunnen alleen in het Galaxy-systeem worden geconfigureerd in de installateurmode. 1. Sluit de MAX3 aan op de Galaxy-centrale volgens de instructies in afbeelding 5-1. 2. Start de installateurmode. 3. Controleer of de Mode is ingeschakeld (optie 69.1.1 = Toegangbeheer.Toegang Mode.Ingeschakeld). 4. Wijs de MAX3-lezer toe als On-Line of Standalone met de optie 69.2.
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding MAX3-lezer uit het systeem verwijderen Onlinemode 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Start de installateurmode. Koppel de MAX3-lezer los (AB-lijn en voeding). Sluit de installateurmode af. Het bericht 1 MOD. GEMIST — [<][>] = Kijken wordt weergegeven. Druk op de toets A of B. Het bericht MAX XX —º =VERWIJDEREN wordt weergegeven. Druk op de toets º om het verwijderen van de MAX3-lezer te bevestigen en te accepteren.
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Toegang Geheugen Het Galaxy-systeem heeft een centrale-afhankelijk geheugen waarin MAX3-activeringen worden opgeslagen. Dit geheugen wordt door alle lezers van het systeem gedeeld en werkt op een first-in-first-out-basis voor het vervangen van gebeurtenissen wanneer het geheugen vol is. Als u de gebeurtenissen in het toeganggeheugen wilt weergeven, selecteert u optie 25 = TOEGANG GEHEUGEN.
Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Dual Code Als aan het kaartnummer van een gebruiker een * is toegewezen, wordt de kaart een dubbele toegangskaart. Dit betekent dat de deur niet direct wordt geopend maar dat een andere pincode of kaart nodig is. (Zie optie 42 = Wijzig Codes voor programmering.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Menuopties HOOFDSTUK 6: SYSTEEMBEDIENING Menuopties Algemeen De Galaxy Dimension biedt verschillende menuopties voor het wijzigen van de functionele prestaties van het systeem. Er zijn twee menustructuren: 1. Volledig menu — Deze opties kunnen alleen worden geopend door de installateur en door geautoriseerde gebruikers, zoals gebruikers met de managercode. 2. Verkort menu — Een selectie van opties uit het volledige menu.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Menutoegang Menuopties zijn op twee manieren te selecteren: 1. Rechtstreekse toegang: Code + ent + optienummer + ent. 2. Menugestuurde toegang: Code + ent + A (om het menuniveau te selecteren) + ent; de toets A (om de menuoptie te selecteren) + ent. Rechtstreekse toegang Als u in het menu een geldige menuoptie invoert, wordt onmiddellijk naar die optie geschakeld. Drukt u bijvoorbeeld op 52 (enkel type 3.7) als op het bediendeel 22 = DISPLAY GEH.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Installateurmenu Toegang tot de installateurmode. Toegang voor bevoegde gebruikers Een gebruiker krijgt toegang tot de installateurmode via menuoptie 48.1.1 =Installateur Toegang.Systeemtoegang.Install. De gebruiker selecteert deze optie en drukt op 1 om installateurtoegang te krijgen. De installateurcode moet worden ingevoerd binnen vijf minuten nadat de optie is ingeschakeld. Bij het invoeren van de installateurcode krijgt u direct toegang tot de mode.
Gebruikerstoegang Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Afsluitprocedure voor installateurmode afbreken Als u, voordat de normale banner wordt weergegeven, op enig moment op esc drukt terwijl u bezig bent met het afsluiten van de installateurmode, wordt de uitschakelprocedure afgebroken en blijft het systeem in de installateurmode staan. Toegang voor meerdere gebruikers De Galaxy staat toegang voor meerdere gebruikers tegelijk toe.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Systeem inschakelen Inschakelopties Systeem inschakelen met een pincode Volledige inschakeling Enter: GEBRUIKER CODE + A Als de blokkenmode is ingeschakeld en de gebruiker heeft de keuze uit blokken, wordt op het bediendeel de status van alle beschikbare blokken weergeven: G = Gereed O = Open zone (blok is uitgeschakeld en ten minste 1 zone is geopend) INSCH.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Het systeem uitschakelen Systeem uitschakelen met een pincode Tijdens de uitschakelprocedure die in gang wordt gezet door het openen van de zone LAATSTE of IN/UITG. in een ingeschakeld blok, wordt het systeem uitgeschakeld door het invoeren van de gebruikerscode, gevolgd door A. • Als de gebruiker geen keuze uit blokken heeft, worden alle aan de code toegekende blokken direct uitgeschakeld.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Kaart inschakelen Als de gebruiker blokken mag selecteren, worden alle voor de gebruiker beschikbare blokken op het bediendeel weergegeven. De gebruiker moet de blokken selecteren die worden ingeschakeld/uitgeschakeld/ deelbeveiligd via de betreffende cijfertoetsen, net als gebruikers met een pincode. Als de kaartgebruiker geen blokken mag selecteren, start de kaartinschakelfunctie automatisch.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Functies inschakelen Resetten met alarmoorzaakcode Wanneer een reset is vereist, moet een alarmoorzaakcode worden ingevoerd om het systeem te resetten indien dit is ingeschakeld in menoptie 51.72. Als er meerdere oorzaken voor het alarm zijn en/of meerdere blokken moeten worden gereset, hoeft u de alarmoorzaakcode slechts eenmaal op te geven. De gebruiker geeft de meest geschikte code voor de locatie op.
Functies inschakelen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Wanneer u nogmaals op de toetsen en # drukt, wordt op het display de status van de afzonderlijke blokken weergegeven. Als u tussen de blokken wilt schakelen, drukt u tegelijkertijd op de toetsen en A of en B. 08:58 DI 22 NOV A1U Blok A1 Blok A1 is uitgeschakeld Wanneer u nogmaals op en # drukt, keert het bediendeel terug naar de bannerweergave. Multibloksystemen De grotere Galaxy-centrales beschikken over 32 blokken.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Functies inschakelen (vervolg) Als door het geprogrammeerde Logisch schak. geen enkel blok kan worden ingeschakeld, wordt een waarschuwing weergegeven op het bediendeel. Deze melding verschijnt niet als minstens één blok wordt ingeschakeld. 2 Blokken niet in [<][>] = Kijken Ingangstijd Het systeem start de uitschakelprocedure als een laatste of ingangszone wordt geactiveerd. De E/E SIGN. pulseren langzaam ten teken dat het aftellen van de ingangstijd is gestart.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 11 = OVERBRUG ZONE Menuopties 11-19 Optie 11 – Overbrug Zone (optie 0 in het verkorte menu) Code + ent + 11 + ent + A of B om zone te selecteren + # + A of B om zone te selecteren + # + .......... ent = inschakelen of esc = andere optie selecteren Met deze optie kunt u zones tijdelijk overbruggen uit het systeem. Nadat een zone is overbrugd, wordt geen alarm (inclusief sabotage) voor deze zone gegenereerd.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 11 - Overbrug Zones (vervolg) Er zijn vijf typen zones die afwijken van de standaardbewerking OVERBRUG ZONE: • Kluisdetectorzones — als de overbrugde zone een KLUISDET.-zone is, worden alle zones van dit type (in alle blokken) overbrugd. Kluisdetectorzones blijven overbrugd tot u ze handmatig weer opneemt in het systeem. Kluisdetector Zones blijven overbrugd wanneer u het systeem uitschakelt.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Opties 12 - 16 Optie 12 - Inschakelen Met deze opties start u de inschakelprocedure. Op de E/E Signalering klinkt de uitgangswaarschuwing gedurende de geprogrammeerde uitgangstijd (0-300 seconden). Het systeem wordt aan het einde van de uitgangstijd ingeschakeld of eerder als er een laatste zone wordt geopend en gesloten, op 0 wordt gedrukt (indien optie 51.10 Parameters.Toets [0] is ingeschakeld) of als een puls aan-zone wordt bediend.
Opties 17 - 19 Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 17 – Deelbeveiligd Stil Wanneer u deze optie kiest, worden alle zones ingesteld waarvan het deelkenmerk is ingeschakeld. Er wordt een normale afsluitprocedure gestart, maar de afsluitsignalen worden niet geactiveerd. Indien een alarm optreedt wanneer DEELBEV/STIL is ingeschakeld (bijvoorbeeld een brandalarm), wordt de normale werking weer geactiveerd. Wanneer de blokkenmode is ingeschakeld (menuoptie 63.
21 - Display Zones Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Weergaveopties Optie 21 – Display Zones (optie 3 in het verkorte menu) Na selectie van de optie Display Zones wordt de eerste zone van het systeem weergegeven. Overige zones kunnen worden weergegeven door op A en B te drukken of het zonenummer direct in te voeren. Op de bovenste regel staat: • Het adres. • Het toegekende blok, indien de blokkenmode is ingeschakeld.
22 - Display Geheugen Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 22 – Display geheugen (optie 4 in het verkorte menu) Via deze optie kunt u het geheugen van de Galaxy weergeven. Het aantal gebeurtenissen dat voor elk van de Galaxy-centrales kan worden opgeslagen, is: • GD-48 - 1000 gebeurtenissen • GD-96/264/520 - 1500 gebeurtenissen Gebeurtenissen worden in het alarmgeheugen opgeslagen via de FIFO-methode (First In, First Out).
23 - Display Systeem Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 10:24 ZO 01 JAN B10 N3.7 Niveau gebruikerscode Bediendeeladres B = Bediendeel AB-lijn OPMERKINGEN: 1. Als twee gelijke gebeurtenissen plaatsvinden binnen één seconde, zal slechts één gebeurtenis in het geheugen worden opgeslagen. 2. Alleen de eerste keer dat een hoge of lage weerstandsmelding voorkomt op één dag wordt in het geheugen opgeslagen. Gelijke gebeurtenissen op dezelfde dag worden tot de eerstvolgende middernacht onderdrukt.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 24 - Print Opties Optie 24 – Print Opties (optie 5 in het verkorte menu) OPMERKING: Voor de printfunctie moet een seriële printer zijn aangesloten op de Galaxy-centrale via een RS232-printerinterfacemodule of de geïntegreerde seriële RS232-poort. Deze optie bevat twee submenu’s: 1 = Printer Module 2 = Int RS232 Met elk van deze twee submenu’s hebt de mogelijkheid één van de vier onderstaande opties te printen.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 25 - Toegang geheugen Optie 25 - Toegang geheugen Via deze optie geeft u informatie weer over de DCM- en MAX-lezers plus de gebruikers die zijn aangesloten op het systeem. Er zijn vier opties: 1 = Alles Via deze optie geeft u het toegang geheugen weer, zonder filter. Alle gebeurtenissen worden weergegeven. OPMERKING: Als de toegang mode niet is ingeschakeld (zie optie 69.1 = Toegang Mode), verschijnt het bericht Geen toegang bij het kiezen van deze optie.
25 - Toegang geheugen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Informatie toegangsgeheugen Het toegangsgeheugen bevat een reden waarom de deur niet werkt.
25 - Toegang geheugen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding LED-status MAX-lezer Als de MAX Parameters in het MAX-menu wordt geopend in de installateurmode kan het MAX-adres worden weergegeven door op # te drukken. Op de volgende afbeelding wordt dit grafisch weergegeven voor MAX-adres 26. 3 MAX-LED’s weergegeven MicroMAX/MAX -LED’s weergegeven MAX MAX 26 Boven (niet in gebruik) 26 Onder Afbeelding 6-1.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 25 - Toegang geheugen (vervolg) Toegang geheugen Het Galaxy-systeem heeft een geheugen voor 1000 (GD-96, GD-264, GD-520) of 500 (GD-48) gebeurtenissen waarin toegangactiveringen worden vastgelegd. Deze buffer wordt door alle lezers van het systeem gedeeld en werkt op een first-in-first-out-basis voor het vervangen van gebeurtenissen wanneer de buffer vol is. Als u de gebeurtenissen in het toegang geheugen wilt weergeven, selecteert u optie 25 = TOEGANG GEHEUGEN.
31 - Looptest Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Testopties Optie 31 – Looptest (optie 6 in het verkorte menu) 31 = Looptest 1 = Kijken 1 = Zones niet getest 2 = Zones getest 2 = Activeren 1 = Stil 1 = Test Alle Zones 2 = Selecteer Zones 2 = Hoorbaar 1 = Test Alle Zones 2 = Selecteer Zones Afbeelding 6-3. Het menu Looptest 31.1 = Kijken Met deze optie kan de gebruiker zich aanmelden op elk bediendeel om te bekijken welke zones zijn getest en welke nog moeten worden getest.
31 - Looptest (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding naar de teststatus van elke zone in de looptest: de teststatus van de zones wijzigt in TEST als deze is opgenomen in de test en in # = TEST als dat niet het geval is. Wanneer alle vereiste zones zijn geselecteerd, drukt u op ent om de looptest te starten. Druk op om alle zones op te nemen in de looptest met geselecteerde zones, zonder de zones apart te hoeven selecteren.
32 - Test Uitgang Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 32 - Test uitgang De uitgangen worden getest per uitgangsfunctie: als u bijvoorbeeld 01 = SIRENE selecteert, worden alle uitgangen met de functie Sirene geactiveerd. Zie optie 53 = PROGR. UITG. voor een volledige beschrijving van elke uitgangsfunctie. Na het selecteren van de optie Test uitgang verschijnt uitgangsfunctie 01 = SIRENE als keuze.
41 - Tijd en datum Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Wijzigingsopties Optie 41 – Tijd en datum (optie 7 in het verkorte menu) De optie Tijd en datum kan worden gebruikt en gewijzigd door gebruikers met niveau 3.6, de installateur en de remote code. Als blokken zijn vergrendeld, kan de tijd en datum niet worden gewijzigd. Tijd en datum wijzigen Met de optie Tijd en datum kunt u de systeemtijd en -datum wijzigen. Na selectie van deze optie verschijnt op het menu de keuze A = TIJD B = DATUM.
42 - Wijzig Codes Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 42 – Wijzig Codes (optie 8 in het verkorte menu) Met de menuoptie Wijzig Codes kunt u codes toewijzen, wijzigen en verwijderen waarmee gebruikers toegang hebben tot het systeem en dit kunnen bedienen. De optie Wijzig Codes bevat drie submenu’s: 1. Gebr. Codes - onderverdeeld in elf menu’s (afhankelijk van het type centrale dat wordt gebruikt en of de blokkenmode en toegangmode zijn ingeschakeld).
42 - Wijzig Codes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Standaardcodes Het Galaxy-systeem kent vier standaardcodes: voor de manager, de installateur, de remote en de autorisatiecode. Zie de onderstaande tabel: Galaxy Aantal codes Manager Standaard PIN Installateur Gebruikersnr. Standaard PIN Remote Gebruikersnr. Standaard PIN Autorisatie* Gebruikersnr. Standaard PIN Gebruikersnr.
42 - Wijzig Codes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding ATM-gebruikerscodes ATM-gebruikerscodes (Automatic Teller Machine) werken in combinatie met ATM-zonetypes (raadpleeg menuoptie 52.48-51=Progr. Zones ATM1-4). U kunt ATM-gebruikerscodes niet gebruiken als normale gebruikerscodes voor inschakelen/uitschakelen, enz. In de volgende tabel staan de gebruikers voor elke Galaxy-variant die speciaal als ATM-gebruikers zijn ingesteld.
42 - Wijzig Codes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Managercode De manager mag: • de pincode van de manager wijzigen (de pincode van de manager kan niet worden verwijderd) de kaartfuncties toewijzen aan de code. Indien toegestaan via menuoptie 48.2 mag de manager tevens: • de optie GEBR. CODES programmeren voor elke gebruikerscode; • andere codes toewijzen tot managertype (3.6).
42 - Wijzig Codes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding STANDAARDGEBRUIKERTOEGANG 1 = Wijzig Code Met de pincode wordt elke gebruiker op de Galaxy-centrale geïdentificeerd en kan de gebruiker het systeem bedienen. Met de optie Wijzig Code kunt u een pincode toewijzen aan een gebruiker of een bestaande pincode wijzigen. De pincode moet een getal zijn dat uit vier, vijf of zes cijfers bestaat en uniek zijn.
42 - Wijzig Codes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 = Wijzig Nivo Aan elke gebruiker wordt een toegangsniveau toegewezen waarmee wordt bepaald welke menuopties beschikbaar zijn voor de betreffende gebruiker. De programmeerbare niveaus lopen van 1.0 t/m 2.5. 3.6 wordt toegewezen aan de manager. 3.7 wordt toegewezen aan de installateur — dit staat vast en kan niet worden toegewezen aan gebruikerscodes. 3.8 wordt toegewezen aan de remote code.
42 - Wijzig Codes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 3 = Wijzig Naam Met deze optie kunt u een naam toewijzen aan de gebruiker (maximaal 6 tekens). Alle gebruikerscodes hebben standaard de naam GEBR.. De installateur (Inst.) en manager (MANAGR) staan vast en kunnen niet opnieuw worden geprogrammeerd. Wanneer u de optie Wijzig naam kiest, verschijnt op de onderste regel van het bediendeel een sectie met alfanumerieke tekens die kunnen worden toegewezen aan de gebruikersnaam.
42 - Wijzig Codes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 5 = Tijdelijke codes Via de optie Tijdelijke codes kunt u een tijdelijke pincode toewijzen aan een gebruiker. Wanneer u deze optie selecteert, voert u het aantal dagen (0 – 99) in dat de code actief blijft. De standaardinstelling is 0. Dit betekent dat de code permanent is. Een tijdelijke code verloopt en wordt uit de lijst van codes verwijderd om middernacht na het toegewezen aantal dagen.
42 - Wijzig Codes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding De blokken die aan de gebruiker zijn toegewezen, worden weergegeven bij het selecteren van de optie Wijzig Blok. Alle gebruikers behoren standaard tot Blok 1.Wanneer u op een bloknummer drukt, wordt het overeenkomstige blok toegewezen aan de gebruiker. Als u bijvoorbeeld op 2 en 3 drukt, worden Blok 2 en 3 toegewezen aan de gebruiker. Als u op 1 drukt wanneer Blok 1 al is toegewezen, wordt Blok 1 verwijderd uit de gebruikerscode.
42 - Wijzig Codes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Standaard is het kaartnummer leeg. Voer het gewenste nummer als volgt in: 1.
42 - Wijzig Codes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 10 = APB Forgive Als u deze functie selecteert, worden alle anti-passbackbeperkingen voor de geselecteerde gebruiker gewist. 11 = Sjabloon Aan elke gebruiker in het systeem moet een toegangsjabloon worden toegewezen. Aan meerdere gebruikers kan dezelfde sjabloon worden toegewezen. Een toegangsjabloon is een lijst met blokken en weekschema’s voor het beheer van kaarttoegang via deuren.
43 - Zomertijd/44 - Inbraakspoor Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 43 – Zomertijd (optie 9 in het verkorte menu) De zomertijd is in overeenstemming met de Europese norm. Zomertijd wordt als volgt omschreven: Op de eerste dag van elk jaar wordt de begindatum van de zomertijd ingesteld op de laatste zondag van maart, en de einddatum van de wintertijd op de laatste zondag van oktober. De optie Zomertijd werkt als volgt: om 01:00 u.
45 - Klok aan/uit Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 45 – Klok aan/uit 45.1 = Kijken Met deze optie kunnen de weekschema’s worden bekeken die in optie 65.1 zijn geprogrammeerd: 1 = Weekschema Met A en B bladert u door de geprogrammeerde schema’s en aan/uit-tijden. 2 = Klok Uitgang Met deze optie kunnen de uitgangen Klok-A en Klok-B met aan/uit-tijden worden bekeken die in optie 65.2 zijn toegewezen.
45 – Klok aan/uit (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Blader tussen de verschillende vakantieperioden met A of B of voer het nummer van de te programmeren vakantieperiode (1 – 20) in. De vakantieperioden kunnen enkel worden geprogrammeerd door de manager en installateur. Gebruikers hebben toegang tot deze optie. Zij kunnen echter alleen de gedefinieerde vakantiedatums weergeven.
45 – Klok aan/uit (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 45.4 = Weekschema Met deze optie kunt u weekschema’s in- of uitschakelen. Als u een weekschema uitschakelt, wordt de werking van het weekschema opgeschort. U kunt deze optie niet gebruiken om de geprogrammeerde tijden te wijzigen. Alle weekschema’s zijn standaard ingesteld op 0 = Uit. Als u de weekschema’s wilt inschakelen, selecteert u het gewenste weekschema en wijzigt u de instelling in 1 = Aan.
45 – Klok aan/uit (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 = Patroondag Optie niet beschikbaar. Zie optie 65.1.6. 2 = Toewijzen Blok Met deze optie kunt u de blokken toewijzen die in het weekend worden uitgeschakeld. OPMERKING: De grotere Galaxy-centrales beschikken over 32 blokken. Deze worden op het bediendeel weergegeven in blokken van acht blokken, die zijn onderverdeeld in A, B, C en D. Druk op de toets A of B om elk van de blokken met blokken weer te geven. 45.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 46 = Blok overbruggen Optie 46 – Blok overbruggen Met deze optie kan een gebruiker met gebruikerscode 3.6 alle zones die kunnen worden overbrugd en open zijn aan het einde van de bevestigingstijd in een of meer blokken, als één blok overbruggen. Alle zones in de desbetreffende blokken met de parameter Overbruggen geactiveerd, worden overbrugd als u deze optie selecteert (zie optie 52 = PROGR. ZONES).
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 47 = RS Toegang Optie 47 – RS Toegang Met deze menuoptie kunt u alle, op de locatie geïnitieerde remote verbindingen beheren. De menustructuur van dit menu wordt hieronder weergegeven.
47 - RS Toegang (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 47.1 - Service Met deze optie kunnen gebruikers met gebruikerscode 3.6 de toegangsmode voor de remote service inschakelen. Er zijn diverse opties beschikbaar voor meer flexibiliteit en beveiliging. 0 = Interne Modem/Kiezer Met deze optie selecteert u de interne modem/kiezer als communicatieapparaat. 0 = Direct toegang Wanneer u deze optie selecteert, wordt een toegangsperiode van 40 minuten voor de Galaxy-centrale ingesteld.
47 - RS Toegang (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 3 = Externe Modem/Kiezer 1 = Direct Toegang Zie de beschrijving bij Interne Modem/Kiezer. 1 – 5 = Terugbelnummer 1 – 5 (zie de beschrijving bij Interne Modem/Kiezer) 47.2 Alarm verzenden Optie niet beschikbaar 47.3 Bel Galaxy Optie niet beschikbaar 47.4 Auto Service De Galaxy Dimension-centrales kunnen worden geprogrammeerd om automatisch een verbinding tot stand te brengen met de Remote Servicing-software.
47 - RS Toegang (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 3 = Bevestig In deze mode wordt, na het afsluiten van de installateurmode en na een wijziging aan de programmering van de centrale, een bericht weergegeven op het bediendeel met de vraag of een remote verbinding moet worden opgezet. Voor de verbinding tot stand wordt gebracht, moet dit worden goedgekeurd door een gebruiker met het juiste gebruikerscode. Na goedkeuring wordt een vertraging ingesteld van 2 minuten.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 47 - RS Toegang (vervolg) 4 = Opnieuw Verbinden Als de poging om een oproep voor remote service mislukt, kunt u de centrale zo programmeren dat de oproeppoging wordt herhaald. Er zijn drie subopties: 1 = Herkies Interval U kunt de oproeppogingen instellen van 0 - 60 minuten. Als u de waarde op 0 zet, is de functie uitgeschakeld. De standaardwaarde is 30 minuten. 2 = Herkies Tijd De duur van de oproeppogingen voor remote service kunt u instellen van 0 - 24 uur.
47 - RS Toegang (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Er worden geen andere programma’s voor de centrale ge-upload. Deze functie bevat de volgende twee subopties: 1 = Schema Met deze optie bepaalt u het schema voor het starten van de communicatie voor remote routine-inspecties. Dit schema kunt u instellen van 0 - 365 dagen. Standaard is hier een periode van 0 dagen ingesteld, wat aangeeft dat deze functie is uitgeschakeld.
48 - Installateurtoegang Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 48 – Installateurtoegang In dit menu kunnen de toegangsopties worden ingesteld voor de installateur om te programmeren en voor managers om gebruikercodes te verwijderen, wijzigen of toe te voegen. 48.1 = Systeemtoegang Met deze optie kunt u de Galaxy-centrale programmeren. Deze optie is onderverdeeld in 1 = Installateur en 2 = Manager. 48.1.1 = Installateur De installateurcode wordt standaard als dual code toegewezen.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 51 - Parameters Installateur 1 Optie 51 – Parameters De installateur kan met deze optie de systeemfuncties wijzigen. De opties kunnen met de toetsen A of B worden geselecteerd of door de tweecijferige parameter in te voeren en op de toets ent te drukken. De geselecteerde opties kunnen vervolgens worden geprogrammeerd met A om de waarden die aan de parameter zijn toegewezen te verhogen of met B om deze te verlagen.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 51 - Parameters (vervolg) Parameter Parameter Blokken Galaxy 48/96/264/520 Blokken Galaxy 48/96/264/520 01 Sirene Tijd 9 9 53 RF Stop Mode niet beschikbaar 9 02 Sirene Vertraging 9 9 54 Bediendeel Toegang niet beschikbaar 9 03 Herstel Tijd 9 9 55 Bevestigen niet beschikbaar 9 04 Uitgangstijd 9 9 56 Geforceerd Herstel niet beschikbaar 9 05 Ingangstijd 9 9 57 Sirene Verlenging niet beschikbaar 9 06 Alarm Reset 9 9 58
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 01 = Sirene tijd De duur van de Sirene-uitgangsactivering is programmeerbaar binnen het bereik 0-30 minuten. De standaardduur is 3. Als u de waarde 00 minuten toekent, stelt u de Sirene Tijd in op oneindig. Aan deze parameter kan voor elk blok een andere waarde worden toegewezen. De E/E-signalering is afhankelijk van de parameter Sirenetijd, zowel in ingeschakelde als uitgeschakelde toestand.
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Aangepaste herstelwerking # herstel wijzigt de standaardherstelwerking zodanig dat de doormelding van het inbraakalarm wordt vertraagd tot het einde van de hersteltijd. Als het systeem wordt uitgeschakeld tijdens de ingangs- of hersteltijd, worden de alarmmeldingen niet doorgemeld.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 51 - Parameters (vervolg) 05 = Ingangstijd Met deze parameter bepaalt u de ingangstijd die gebruikers hebben bij het uitschakelen van het systeem. De ingangstijd is programmeerbaar binnen het bereik van 0–300 seconden. Standaard is deze ingesteld op 20 seconden. Als u een waarde van 000 seconden toekent, stelt u de ingangstijd in op oneindig. Aan deze parameter kunt u voor elk blok een verschillende waarde toekennen.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 51 - Parameters (vervolg) Zones die open zijn aan het einde van de sirenetijd moeten overbrugbaar zijn (kenmerk Overbrugd ingeschakeld). Bij inschakeling worden deze zones overbrugd. Alle zones worden overbrugd, inclusief het sabotagecircuit. Zie menuoptie 52 = PROGR. ZONES voor meer informatie over het inschakelen van het zoneoverbruggingskenmerk.
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 13 = Paniek Vertraging Met deze parameter bepaalt u de vertraging tussen de activering van een PANIEK VERTR- of PA-VER/STzone en het klinken van het alarm en de signalering van paniek via de communicatiemodule. De PANIEK VERTR is programmeerbaar binnen het bereik 1–60 seconden. Standaard is deze ingesteld op 60 seconden. Aan deze parameter kan voor elk blok een andere waarde worden toegewezen.
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 17 = Configureer Deze parameter heeft drie opties: 1 = Configureer Met deze optie configureert u het systeem opnieuw zonder dat u de stroom hoeft uit en in te schakelen. Op het systeem wordt WAARSCHUWING!!! ENT=RESET SYST. weergegeven. Druk op de toets ent om het systeem opnieuw te configureren. Het bediendeeldisplay blijft een paar seconden leeg. Vervolgens wordt het bericht Configurerend Moment A.U.B. weergegeven.
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 20 = 230VAC Vertraging Met deze parameter bepaalt u de vertraging tussen de activering van 230VAC Fout-uitgangen na een uitval van de stroom zodat de voeding kan terugkomen voordat de fout wordt gesignaleerd. De 230VAC Vertraging is programmeerbaar binnen het bereik van 0–600 minuten. Standaard is deze vertraging ingesteld op 10 minuten. Aan deze parameter kan voor elk blok een andere waarde worden toegewezen.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 51 - Parameters (vervolg) 25 = Kopie Zones Met de parameter Kopie Zones wijzigt u de programmering van een bereik zones in de functie en parameters van de eerste zone in het bereik. Voordat de zones worden gewijzigd, wordt op het display de volgende waarschuwing weergegeven: WAARSCHUWING!!! ENT=KOPIEER ZNS. Druk op ent om door te gaan of op esc om te stoppen met programmeren. Het adres en de functie van de eerste zone in het systeem worden weergegeven.
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 29 = Online Nivo Met de parameter Online Nivo bepaalt u welk niveau gebeurtenissen wordt geprint als parameter 28 = Print Online is ingeschakeld: 0 (standaard) - elementaire gebeurtenissen (in- en uitschakelen, alarm); 1 - alle gebeurtenissen met uitzondering van toeganggebeurtenissen (in- en uitschakelen, alarm, wijzigingen, technische details); 2 - alle vastgelegde gebeurtenissen inclusief toeganggebeurtenissen; 3 - alleen toeganggebe
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 51 - Parameters (vervolg) 33 = Security Code Als deze parameter is geselecteerd, wijzigt de installateurcode willekeurig iedere dag om 08.00 uur. De servicemonteur krijgt een ‘dagcode’ mee van het hoofdkantoor. Het bepalen van de willekeurige code is afhankelijk van de lokale installateurcode, waardoor elke plaats, bedrijf, bedrijfstak of zelfs systeem een unieke beveiligingscode kan hebben. Alleen de installateur- en remote code kunnen de Security Code instellen.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 51 - Parameters (vervolg) 39 = ATM Timeout Met deze parameter bepaalt u met hoeveel minuten de ATM-zones worden overbrugd nadat een van de ATMcodes is ingevoerd. De tijd is instelbaar van 1-90 minuten. De standaard ATM-time-out is 30. 40 = Tijdslot Optie niet beschikbaar 41 = Weekend Werk Met deze parameter schakelt u de menuoptie 45.6 = KLOK AAN/UIT.Weekend Werk in of uit.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 51 - Parameters (vervolg) 46 = Weerstand Selektie Deze zones kunnen alleen worden geprogrammeerd op RIO’s rev. 1.2 en hoger en Smart PSU’s rev. 0.7 en hoger, met verschillende voorgeprogrammeerde weerstandswaarden voor het activeren van de zonestatus. U kunt kiezen tussen een Double Balance- of End Of Line-configuratie. Ook de onbaordzones kunnen worden gewijzigd door middel van deze functie. Vanuit deze optie kunt u de “EOL/Dbl. Bal.”-weerstandstypen selecteren.
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 47 = Inschakel Bevestiging Met deze parameter stelt u in dat er een korte dubbele pieptoon klinkt als het systeem/blok is ingeschakeld. Er zijn drie opties. 0 = Uit Geen indicatie 1 = Waarschuwen bij Ingeschakeld Systeem Een dubbele pieptoon bij inschakeling van het systeem 2 = Direct Waarschuwen Een dubbele piep na inschakeling van het systeem en doormelding naar de meldkamer.
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 51 = RF Jam Vertraging Met deze optie kan de RF RIO een RF-storingssignaal afgeven aan de Galaxy-centrale als gedurende 30 seconden interferentie wordt gedetecteerd. Als de interferentie één minuut lang voortdurend optreedt (standaard), wordt het signaal doorgemeld naar de meldkamer. Het programmeerbare bereik is 0-30 minuten.
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 57 = Sirene Verlenging Indien ingeschakeld, wordt de sirenetijd verlengd als het systeem niet kan worden ingeschakeld. Bijvoorbeeld als de zone nog open staat en niet overbrugd kan worden. De sirenetijd kan worden verlengd tot maximaal 30 minuten. De standaardwaarde is 0 (geen verlenging).
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 51 - Parameters (vervolg) 2 = Sabotage Met deze parameter bepaalt u het aantal foute codes waarna een sabotagealarm optreedt. Lockoutsabotage kan worden ingesteld van 0 – 21 en is standaard ingesteld op 15. Met 0 schakelt u de functie uit. 63 = Banner Waarschuwing Met deze parameter stelt u in of systeemwaarschuwingen worden weergegeven op de banner van het Galaxybediendeel. Als deze optie is ingeschakeld, worden systeemgebeurtenissen op het display weergegeven.
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 67 = Niveau Formaat Met deze parameter bepaalt u de indeling voor autorisatieniveaus voor gebruikerscodes. 1 = EN50131 Galaxy (standaard) Maakt gebruik van de nieuwe EN Galaxy-gebruikerstypen 1.0 t/m 3.8. 2 = Galaxy Maakt gebruik van de standaard Galaxy-niveaus 0-8.
51 - Parameters (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 74 = Backup Link Als via Ethernet niet kan worden doorgemeld kunt u met deze parameter, indien ingeschakeld, de communicatie terugschakelen naar de interne modem/kiezer. 75 = Backup Tijd Dit is de tijd dat de back-uplink actief is. De tijd kunt u instellen van 0 - 300 seconden. De standaard is 90 seconden.
52 - Programmeren Zones Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 52 – Programmeren Zones Met deze optie kan de installateur de programmering van de systeemzones wijzigen. Met deze optie kunnen ook de kenmerken van de zone worden gewijzigd. De programmeerbare opties staan in de onderstaande tabel: Kenmerken Beschrijving 1 Zone Functie Zonetype toewijzen 2 Zone Omschrijving max.
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 1 = Zone Functie Als u het kenmerk Zone Functie invoert, worden het adres en de huidige functie van de geselecteerde zone weergegeven, samen met het referentienummer van de functie. U kunt voor- en achteruit door de zonefuncties bladeren met de toetsen A en B. Eventueel kunt u een zonefunctie rechtstreeks selecteren door het referentienummer van de zonefunctie in te voeren.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 52 - Programmeren Zones (vervolg) Met A of B schakelt u tussen de status van het kenmerk Overbrugbaar. Druk op 1 of 0 voor het selecteren van de gewenste status of druk op ent om de programmering te beëindigen. 5 = Deelbeveiligd Als het kenmerk Deelbeveiligd is ingesteld op 1 (ingeschakeld), kunt u de zone opnemen in de inschakelprocedure als een van de deelbeveiligde opties wordt gebruikt om het systeem in te schakelen (13 = DEELBV INSCH, 17 = DEELBEV/STIL).
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 8 = AntiMask Test Met dit kenmerk kunt u een zone controleren op activiteit tijdens een ingeschakelde tijdsperiode of in-/ uitschakelcycli. De opties zijn: • • • • • • • 0 = Geen 1 = Type 1 2 = Type 2 3 = Type 3 4 = Type 4 5 = Type 5 6 = Type 6 De standaardinstelling 0 = Geen. Als de zone binnen de geprogrammeerde criteria niet ten minste éénmaal is geactiveerd, wordt een antimaskfout weergegeven op de centrale.
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Selecteer het vereiste blok met A of B (A1–D8). Wanneer het eind van een blok is bereikt, wordt het volgende blok van acht blokken weergegeven. Druk op 1–8 om het betreffende blok toe te wijzen en druk op ent om de selectie te bevestigen. Blokfunctie ( ) Sommige zonefuncties hebben een extra blokkenmerkfunctie waarmee overige blokken ook de werking ervan ondervinden.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 52 - Programmeren Zones (vervolg) Zonefunctie Zonefunctie 01 Laatste 27 RS Toegang 02 Volgzone 28 Video 03 Inbraak 29 Video Volg 04 24 uur 30 Inbraak Vertraagd 05 Security 31 Geheugen Vertraagd 06 Inbraak Dubbel 32 Geheugen Ingeschakeld 07 In/Uitgang 33 Custom-A 08 Puls Aan 34 Custom-B 09 Sleutel 35 Bewaking 36 Antimask 37 Urgent 38 Paniek Uit 39 Sleutel Reset 40 Sirene Fout 41 Inbraak Laag 42 Inbraak Hoog 43 PSU Fo
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 01 Laatste Met zones die zijn geprogrammeerd als Laatste wordt de uitschakelprocedure gestart en de inschakelprocedure beëindigd. Wanneer u de zone Laatste opent en het systeem of het blok is ingeschakeld, wordt de ingangstijd gestart. Wanneer u de zone Laatste opent en vervolgens sluit tijdens de afsluitprocedure, wordt het systeem of worden toegewezen blokken ingeschakeld, vooropgesteld dat alle zones zijn gesloten.
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 06 Inbraak Dubbel De werking van de functie Inbraak Dubbel is gelijk aan de functie Inbraak, met het verschil dat er alleen een alarm wordt gegenereerd als er binnen twintig minuten twee activeringen hebben plaatsgevonden van een Inbraak Dubbel-zone (toegewezen aan hetzelfde blok) als het systeem is ingeschakeld. 07 In/Uitgang. De uitschakelprocedure wordt hetzelfde gestart als via de zone Laatste.
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Als het systeem is ingeschakeld, worden de toegewezen blokken onmiddellijk uitgeschakeld wanneer u een sleutel gebruikt. De ingangstijd wordt niet afgeteld. Het kenmerk Deelbeveiliging van de Sleutel-functie staat standaard ingesteld op 0 (uitgeschakeld). Met de standaard Sleutel-functie wordt het systeem ingeschakeld.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 52 - Programmeren Zones (vervolg) 13 Paniek De functie Paniek werkt constant. Door het activeren van deze zone wordt de parameter Sirene Vertr. onderdrukt en een volledig alarm veroorzaakt. Dit alarm kan alleen worden gereset met een gebruikerscode voor Paniek Reset (zie optie 51.22 Parameters.Paniek Reset. De Inbraak-uitgangen worden niet geactiveerd via Paniek-zones.
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 17 Link Ingang Een zone met deze functie heeft geen op zichzelf staande functie. De functie is ontworpen om een zone als bron te kunnen laten fungeren bij linken. Zie voor een gedetailleerde beschrijving menu 54 = PROGR. LINKEN. De activering (+) en deactivering (–) van Link Ingang-zones worden vastgelegd in het geheugen. 18 Reserve De functie Reserve wordt gebruikt om zones die niet in gebruik zijn in het systeem te negereren.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 52 - Programmeren Zones (vervolg) 24 Lijn Fout Met de functie Lijn Fout wordt de communicatielijn bewaakt waaraan een extern communicatieapparaat is gekoppeld voor communicatiefouten. Als het systeem is uitgeschakeld, veroorzaakt de eerste activering van een zone met de functie Lijn Fout een lokaal alarm en verschijnt het bericht LIJN FOUT STORING.
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 30 Inbraak Vertraagd De functie Inbraak Vertraagd is gelijk aan de functie Inbraak, behalve dat de activering van het volledige alarm maximaal 50 minuten (0–3000 seconden) kan worden vertraagd. Dit stelt u in via de parameter Alarm Vertr. (optie 51.31). De zone Inbraak Vertraagd moet open blijven als Alarm Vertr. actief is.
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 35 = Bewaking Met de functie Bewaking kunt u een zone gebruiken om andere zones in het systeem te overbruggen. Dit is handig om toegang te kunnen verlenen via deuren met de functie 24 Uur of Security. De zone met de functie Bewaking is de bron van een link (zie optie 54 = PROGR. LINKEN). De zone die moet worden overbrugd is de bestemming van de Bewakingsinganglink; dit is een zoneadres of een uitgangstype.
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 38 Paniek Uit De functie Paniek Uit is gelijk aan de functie Paniek Stil, met het verschil dat de functie Paniek Uit alleen actief is als het systeem niet is ingeschakeld; als het blok is ingeschakeld, is deze functie niet-actief. 39 Sleutel Reset Met de functie Sleutel Reset kunnen alarmmeldingen worden geannuleerd en wordt het systeem gereset zonder dat de Galaxy-centrale wordt uitgeschakeld.
52 - Programmeren Zones (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 48-51 ATM-1, ATM-2, ATM-3 & ATM-4 Er is sprake van vier ATM-zonetypes (Automatic Teller Machine - geldautomaat). Deze zones zijn voortdurend actief en zijn speciaal ontwikkeld voor onderhoud en bevoorrading van geldautomaten. Eén ATM-zonetype kan worden overbrugd voor de duur die is opgegeven bij de parameter ATM Timeout (menu 51.39). De parameter ATM Vertraging (menu 51.
53 - Programmeren Uitgangen Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 53 – Programmeren Uitgangen Met dit menu kan de installateur de programmering van de systeemuitgangen wijzigen. Het menu kan ook worden gebruikt om de kenmerken van de uitgangen te veranderen.
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Uitgangen van het bediendeel De uitgangen van het bediendeel zijn volledig programmeerbaar. Het adres van de bediendeeluitgang is gelijk aan het bediendeeladres, maar dan voorafgegaan door een asterisk. De uitgang voor bijvoorbeeld bediendeel 06 is 06. Voor de bediendeeluitgangen is standaard de functie E/E signaal (in-/uitgangsbuzzer) geprogrammeerd.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) 2 = Uitgangsstatus Voor elke uitgangsfunctie is standaard een specifieke, logische uitgangsstatus ingesteld. De uitgangsstatus kan per functie worden aangepast aan speciale eisen: nadat de functie opnieuw is geprogrammeerd, is de nieuwe status van toepassing op alle uitgangen die aan de functie zijn toegewezen. De uitgangsstatuswaarden zijn: 1 = Vasthoudend: de uitgang blijft actief tot een geldige code wordt ingevoerd.
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 7 = Uitgangsblokken OPMERKING: Het kenmerk Blokken is alleen beschikbaar als de blokkenmode is ingeschakeld in het systeem (zie menu 63 = OPTIES). Met het kenmerk Blok kan de uitgang worden toegewezen aan de blokken in het systeem. Een uitgang kan aan meerdere blokken worden toegewezen. Alle uitgangen zijn standaard op alle blokken in het systeem ingesteld.
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Uitgangsfuncties De volgende tabel bevat alle uitgangen met de zonefuncties en voorwaarden die zorgen dat de uitgangen worden geactiveerd.
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Uitvoerfuncties Accu Laag Brand Zonefunctie LuidE/E Deelbeveiligd spreker Signalering Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bevestig Lijn Fout Video FTC Fout Batterij Test Code Fout CommuniBrand Flitser B catiefout Vertraagd Klok A 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 01 Laatste - - I SXE - - - I - - - - - I 29 - 02 Volgzone - - I SXE - I - I - - - - - I - 03 Inbraak - - I SXE - I - I - - -
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Uitvoerfuncties Klok B Looptest Zonefunctie Zone Weerstand Custom A Overbrugd Custom B Test Reset Afgedekt Gevraagd Geldige Niet Overval Code Ingeschakeld Onjuiste code MAX Afbreken UitgeSabotage schakeld 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 01 Laatste – U O A – – – I? – – – – – – – – 02 Volgzone – U O A – – – I? – – – – – – – – 03 Inbraak – U O A –
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Uitvoerfuncties Zonefunctie Laat Vroeg Ingeschakeld Uit Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Vooralarm Autoset AntiMask Link A-O RF RF Storing Supervisie Sirene Fout Lage Spanning Lockout Kluistest ATM 1-4 Fout Sirene Test Communicatie Test 46 47 48 49 50 51-65 66 67 68 69 70 71 72-75 76 77 78 01 Laatste - - ? - - ? - - - - - - - - - - 02 Volgzone - - ? - - ? - - - - - - - - - - 03 Inbraak - - ?
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Uitvoerfuncties Deur Open Deur Geforceerd Inluisteren Zonefunctie 79 80 81 - 01 Laatste - ? 02 Volgzone - ? - 03 Inbraak - ? ? 04 24 uur - ? - 05 Security - ? - 06 Inbraak Dubbel - ? - 07 In/Uitgang - ? - 08 Puls Aan I? - - 09 Sleutel - ? - 10 Security Laatste - ? - 11 Deel Laatste - ? - 12 Deel In-Uitgang - ? - 13 Paniek - ? ? 14 PA stil - ? ? 15 PA-
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) 01 Sirene (Vasthoudend) De uitgang Sirene wordt geactiveerd bij een volledige alarmgebeurtenis wanneer het systeem is ingeschakeld. Deze uitgang is afhankelijk van de parameters Sirene Tijd, Sirene Vertraging en Aantal Resets. 02=Flitser A (Vasthoudend) De uitgang Flitser A wordt geactiveerd bij een volledige alarmgebeurtenis in de ingeschakelde staat. Deze uitgang is afhankelijk van de waarde bij Sirene Vertraging.
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 09 Ingeschakeld (Meegaand) De uitgang Ingeschakeld wordt geactiveerd wanneer de toegewezen blokken op het systeem worden ingeschakeld. Deze uitgang is een Meegaande-uitgang en volgt de ingeschakelde en uitgeschakelde status van de blokken. 10 Installateur (Meegaand) De uitgang Installateur wordt geactiveerd zodra de installateurmode wordt gestart.
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 18 E/E Signalering (Vasthoudend) De uitgang E/E Signalering heeft een tweeledige functie: • • • • • • • • • • • bij een alarmmelding is de functie van deze uitgang gelijk aan die van de uitgang Luidspreker; tijdens het in- en uitschakelen van het systeem wordt de uitgang gebruikt om een indicatie te geven van de status van het systeem. De indicatiestatuswaarden zijn als volgt: Algemeen alarm - AAN 500 msec. UIT 500 msec.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) 24 Batterij Test (Meegaand) Deze uitgang wordt geactiveerd als een accutest wordt uitgevoerd. Raadpleeg menu 61.1.4 = Diagnose test.Actueel.Voeding comm 25 Code Fout (Puls) Deze uitgang wordt geactiveerd zodra een foutieve-codealarm optreedt. Dit alarm treedt in werking wanneer zes keer na elkaar een foute code wordt ingetoetst op het bediendeel. De uitgang is standaard 90 seconden ingeschakeld.
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 33 Weerstand (Vasthoudend) De uitgang Weerstand wordt geactiveerd zodra binnen een periode van 24 uur voor de eerste keer een hoge (1200-1300Ω) en lage (800-900Ω) weerstand wordt gemeten in elk van de systeemzones: de activerende zone wordt vastgelegd in het geheugen. OPMERKING: de tijdsperiode eindigt om middernacht, niet 24 uur vanaf de eerste activering.
53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 42 Onjuiste Code (Vasthoudend) De uitgang Onjuiste Code wordt 60 seconden na de invoer van één Dual Code geactiveerd en ook na het invoeren van een code die buiten de tijden valt die in menuoptie 42.1.4=WIJZIG CODES.Gebr. Codes.Schema zijn toegewezen aan een weekschema. 43 MAX Sabotage (Vasthoudend) De uitgang MAX Sabotage wordt geactiveerd zodra een MAX-, MicroMAX- of MAX3-sabotagemelding actief wordt.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) Link-uitgangen kunnen met een willekeurige linkoptiebron worden geactiveerd. Het functioneren van de uitgang Link is afhankelijk van de uitgangsstatus en blokken die aan de uitgang zijn toegewezen. De blokken die aan de link zijn toegewezen moeten ten minste één blok gemeen hebben met de linkuitgang voordat de uitgang wordt geactiveerd.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 53 - Programmeren Uitgangen (vervolg) 77 Sirene Test (Puls) Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer de Sirene Test wordt geselecteerd in menu 32. Dit zorgt ervoor dat de sirene- en flitseruitgang worden geactiveerd. Deze uitgang wordt normaal gesproken gebruikt om een relais te activeren dat de voeding van de sirene onderbreekt. 78 Communicatie Test (Puls) Deze uitgang wordt gebruikt voor remote routine-inspectie via de downloadsoftware.
54 - Programmeren Linken Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 54 – Programmeren Linken Met het menu Programmeren Linken is het mogelijk zones, uitgangsfuncties, codes, bediendelen en MAX/ DCM-modules eenvoudig onderling te koppelen. De linktabel wordt gemaakt door een link te creëren tussen een van de brontypen en een geldig bestemmingstype. Het activeren van de bron van een link activeert de bestemming.
54 - Programmeren Linken (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 8. Als de linkbestemming gelijk is aan d). Uitgangstype en de blokkenmode is ingeschakeld (zie menu 63.1 = OPTIES.BLOKKEN) moet elke link aan minstens één blok zijn toegewezen (gebruik toets A of B om door de blokken te bladeren. Druk op toets 1 – 8 om de juiste blokken per blok toe te wijzen) en druk op de toets ent. OPMERKING: de blokken bepalen door welke van de toegewezen uitgangstypebestemmingen de link wordt geactiveerd. 9.
54 - Programmeren Linken (vervolg) Type bestemming Galaxy Dimension - Installatiehandleiding * Modificator Opmerkingen a) Niet in gebruik - De link werkt niet. b) Zoneadres - Wanneer de link actief is, wordt de zone overbrugd. c) Gebruikerscode - Wanneer de link actief is, werken de PIN van de gebruiker en de kaart niet. d) Uitgangstype - Wanneer de link actief is, zijn alle uitgangen geactiveerd die met de geselecteerde functie zijn geprogrammeerd.
55 - Zonetest Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 55 – Zonetest Met het menu Zonetest kunnen geselecteerde zones gedurende 1-14 dagen worden getest (zie menu 51.16=PARAMETERS.Test Periode). Activeringen die afkomstig zijn van een zone die wordt getest, veroorzaken geen alarmmeldingen, maar worden geregistreerd in het geheugen en worden bij het uitschakelen van het systeem gemeld aan gebruikers van niveau 2 (en hoger).
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie Optie 56 – Communicatie Het menu Communicatie wordt gebruikt om de communicatieapparaten van de Galaxy te programmeren. Dit menu heeft 7 onderliggende menu’s, één voor elk van de communicatieapparaten. Deze onderliggende menu’s hebben eveneens weer onderliggende menu’s, zoals hierna wordt beschreven.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 1 = Interne Modem/Kiezer 1 = Int. MDM/KZR 01 = Formaat 1 = DTMF 1 = Kanalen 1-16 1 = Uitgangsfunctie 2 = Uitgangsstatus 1 = Vasthoudend 2 = Meegaand 3 = Puls 3 = Uitgangspolariteit 4 = Diagnose-opname (niet beschikbaar) 5 = Omschrijving (niet beschikbaar) 6 = Bediening (niet beschikbaar) 7 = Uitgangsblokken 2 = Klant/kanaal 2 = SIA 0 (0-4) 1 = SIA-meldingen 3 = Microtech 1 = SIA-meldingen 1 = Status 2 = Blokken 1 = Telefoonnr.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Via de onboard modem-/kiezermodule is tweewegcommunicatie via het telefoonnetwerk mogelijk. Deze functie kan worden gebruikt voor het volgende: • verzenden van alarm- en gebeurtenissignalen naar PAC’s (Particuliere Alarm Centrale), die een aantal signaleringsindelingen ondersteunen; • remote service van de Galaxy-centrale via een pc waarop remote service software is geïnstalleerd.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Kanaal 1-16 Per kanaal kunnen de volgende kenmerken worden geprogrammeerd: 1 = Uitgangsfunctie 2 = Uitgangsstatus 3 = Uitgangspolariteit 4 = Diagnose Opname 5 = Omschrijving 6 = Bediening 7 = Uitgangsblokken 1 = Uitgangsfunctie Aan de kanalen 1 t/m 16 kunnen alle uitgangsfuncties van het systeem (zie menu 53 = Programmeren Uitgangen) worden toegewezen. Kanaal 3 is standaard ingesteld op 04 = INBRAAK.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 3 = Uitgangspolariteit De Uitgangspolariteit bepaalt de normale operationele status van de uitgang. 0 = POS - het kanaal wordt actief als de uitgang wordt getriggerd. 1 = NEG - het kanaal wordt actief als de uitgang wordt hersteld.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Klantnummers programmeren per kanaal Als het klantnummer wordt geprogrammeerd met menuoptie 56.1.2 = COMMUNICATIE.Modem/ Kiezer. Klantnummer, wordt voor alle 16 kanalen automatisch hetzelfde nummer geprogrammeerd. Met menuoptie Klant/Kanaal kunt u indien gewenst per kanaal een ander klantnummer programmeren. Het klantnummer kan maximaal 6 cijfers bevatten, maar bestaat normaal gesproken uit vier cijfers.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 1 = Status Als u de trigger wilt aanpassen, selecteert u het vereiste triggertype met toets A of B en drukt u op de toets ent. Druk op 1 als u de status wilt instellen op Aan. Druk op 0 als u de status wilt instellen op Uit. Druk op ent om de programmering op te slaan en terug te keren naar het vorige menuniveau.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 = Blok Instellingen OPMERKING: deze optie wordt alleen weergegeven als de blokkenmode is ingeschakeld (zie menu 63 = OPTIES). De SIA-meldingen worden doorgegeven aan het telefoonnummer en klantnummer die zijn geprogrammeerd bij menuoptie 56.1.2 = Tel.nummer 1 en 56.1.3 = Klantnr. U kunt echter per blok instellen dat gebeurtenisgegevens naar een uniek telefoonnummer worden verzonden en een apart klantnummer krijgen toegewezen.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) 56.1.02 Tel.nummer 1 Telefoonnummer 1 moet worden ingevoerd. Dit is het hoofdtelefoonnummer waaraan alarm wordt gesignaleerd. U kunt tot 22 cijfers invoeren, waaronder control modifiers. De regeltekens worden ingevoerd met de toetsen en #: Pauze (gedurende twee seconden voordat het volgende cijfers wordt gekozen). Dit teken kan meerdere malen achtereen worden ingevoerd; zo geeft *** een pauze van zes seconden.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56.1.06 Kiestype U kunt de transmissiemode uit de volgende twee typen selecteren: 1. Toon (tevens bekend als ‘DTMF-kiezen’): hierbij gaat het inbellen veel sneller dan met de optie Puls. 2. Puls is universeel. Een groeiend aantal telefooncentrales werkt tegenwoordig echter met de optie Toon (DTMF-kiezen). OPMERKING: als u niet zeker weet op welk type telefooncentrale de centrale is aangesloten, gebruikt u de optie Puls. 56.1.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) 56.1.08 Installateur Test Er kan een installateurstest worden verzonden naar de meldkamer nadat het Klantnummer en Tel.nummer 1 zijn ingevoerd om ervoor te zorgen dat de meldkamer meldingen ontvangt van de modem/kiezer. Wanneer u deze optie selecteert, wordt een waarschuwingsbericht op het bediendeel weergegeven: WAARSCHUWING!!! ENT=VERSTUUR TST. Druk op de toets ent om de installateurtest te verzenden.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) 56.1.11 Fail to Communicate Deze optie bepaalt hoe lang de onboard modem/kiezer probeert verbinding te maken voordat het bericht FTC FOUT wordt geregistreerd in het geheugen. Wanneer een alarmmelding of gebeurtenis moet worden verzonden naar de meldkamer, onderbreekt de modem/kiezer de telefoonlijn en worden de geprogrammeerde telefoonnummers gekozen. Na een geslaagde communicatiepoging gaat de LED drie seconden branden.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 = Toegang Mode 1 = Direct toegang Hiermee is toegang altijd toegestaan. Zodra de toegang is geautoriseerd, kan het uploaden, downloaden en de remote service beginnen. 2 = Manager Authorise Een geautoriseerde gebruiker kan op twee manieren toegang krijgen tot de Galaxy-centrale via de remote service.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56.1.15 Backup Module Bij deze optie kunt u opgeven welke module de primaire communicatiemodule moet worden als er een lijnfout wordt waargenomen op de onboard module. Er zijn zes opties beschikbaar: 1 = Uit; 2 = Ext Mdm/Kzr; 3 = Ext RS232; 4 = IMOD; 5 = Ethernet; 6 = Int RS232. 56.1.16 Dwing V.21 Optie niet beschikbaar 56.1.17 SMS De SMS-optie is beschikbaar op Galaxy-centrales met softwareversie V4.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 = Externe RS232-interfacemodule 2 = RS232 1 = Mode 1 = Direct 2 = Modem 2 = Format 1 = Telefoon Nr. 2 = Kies Type 1 = Toon 2 = Puls 3 = X25 Niet beschikbaar 1 = SIA 0 (0-3) 1 = SIA Meldingen 2 = Microtech 1 = SIA Meldingen 1 = Status 1 = Status 2 = Blokken 2 = Blokken 3 = Klant Nr. max.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56.2.2 Format Met deze optie kan de indeling van het alarmsignaal worden geselecteerd. Er zijn twee formats beschikbaar voor de RS232-module: 1 = SIA Zie het modem/kiezer format menu (56.1.2) voor programmeringsdetails. 2 = Microtech Zie het modem/kiezer format menu (56.1.3) voor programmeringsdetails.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) 3 = IMOD 3 = IMOD 01 = Primair 1 = Telefoonnummer 2 = Klant Nummer 3 = Kiestype 1 = Analoog 2 = Digitaal 3 = X.25 4 = RAM 4 = Format 02 = Secundair 1 = Telefoonnummer 2 = Klant Nummer 3 = Kiestype 4 = Format 5 = Prim. kopiëren 6 = Alternate 1 = Uitschakelen 2 = Inschakelen 1 = Point to Multi 2 = Point to Point 04 = ISDN Snatch 1 = Hardware 1 = Altijd verbr. 2 = Nooit verbr. 3 = Verbr.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding De Galaxy ISDN-module ondersteunt alarmsignalen en een remote service via ISDN B- en D-kanalen. 56.3.01 Primair 1 = Telefoonnummer Telefoonnummer 1 moet worden ingevoerd. Dit is het hoofdtelefoonnummer waaraan alarm wordt gesignaleerd. U kunt tot 22 cijfers invoeren, waaronder control modifiers. De regeltekens worden ingevoerd met de toetsen en #: Pauze (gedurende twee seconden voordat het volgende cijfers wordt gekozen).
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 3 = X.25 Met het kiestype X.25 wordt het verzenden van gegevens mogelijk gemaakt via een X.25-netwerk naar compatibele X.25-ontvangers. De ISDN-module maakt gebruikt van het D-kanaal van de ISDN-lijn voor het instellen van de verbinding. Na het instellen blijft de verbinding actief. Wanneer het kiestype X.25 wordt geselecteerd, komt een aantal configuratieopties beschikbaar.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56.3.02 Secundair De optie Secundair is beschikbaar ter ondersteuning van het kiezen van een tweede bestemmingsontvanger via een dubbele of alternate doormelding. Als de alternate optie wordt gebruikt, moeten zowel het kiestype als de format identiek zijn aan de waarden die voor het primaire nummer zijn geprogrammeerd. 1 = Telefoonnummer De programmering is identiek aan Telefoonnummer 1.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 = Point to Point Er is slechts één apparaat toegestaan op de ISDN-bus. In deze configuratie moet er een TEI-nummer worden geprogrammeerd. De standaardinstelling is 0. Aangezien er slechts één apparaat is toegestaan , reageert de ISDNmodule anders wanneer deze is geprogrammeerd voor Point to Point. Het hardwarematige ISDNonderbrekingsrelais wordt altijd geactiveerd voordat de module een kiesreeks start.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56.3.05 Autotest Er kan automatisch met geprogrammeerde tussenpozen een installateurstest worden verzonden naar de meldkamer. 1 = Starttijd De installateur gebruikt deze optie om in te voeren op welke tijd de eerste installateurstest wordt verzonden. Er wordt steeds een volgende installateurstest verzonden na de tijd die is opgegeven bij de optie Interval.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) gedurende twintig seconden van kracht. Wanneer X.25 wordt gebruikt, wordt de laag 1-controle niet uitgevoerd omdat de ISDN-lijn dan al voortdurend is geactiveerd. De ISDN-module kan zodanig worden geconfigureerd dat een lijnfout wordt gemeld wanneer één of verschillende spannings- en laag 1-controles mislukken.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56.3.09 RS Toegang Met deze optie definieert u wanneer en hoe de remote service werkt. De opties worden als volgt beschreven. 1 = Toegang Nivo Met deze optie wordt bepaald welk toegangstype beschikbaar is voor degene die de remote service regelt. Er zijn vier modi: 1 = Uit (standaard): De toegang van de Remote Software tot de Galaxy-centrale wordt uitgeschakeld 2 = Alles Uit: Alleen toegang wanneer alle blokken zijn uitgeschakeld.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 3 = Terugbellen In deze optie kunnen maximaal vijf telefoonnummers worden geprogrammeerd. Via de remote service wordt de Galaxy-centrale verzocht een van de nummers terug te bellen. OPMERKINGEN: 1. Als Manager Auth. is ingeschakeld bij de Toegang Mode, kan de ISDN-module alleen uitgaande oproepen doen. Er kunnen geen inkomende oproepen worden beantwoord. 2.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) 4 = Ethernet-module 4 = Ethernet 01 = Module Config. 02 = Alarm Rapport 1 = IP Adres 2 = Site Naam 3 = Gate. IP 4 = Subnet Mask 1 = Format 1 = SIA (0-4) 1 = Trigger 1 = Status 2 = Blokken 2 = Blok Instell. 1 = Klant Nr. 2 = IP Adres 3 = Poort Nr 2 = Microtech (zelfde als SIA format) 2 = Primair IP 1 = IP Adres 2 = Poort Nr 3 = Secundair IP 1 = IP Adres 2 = Poort Nr 4 = Klant Nr.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Met de Ethernet-module kan de Galaxy-centrale communiceren via Ethernet LAN’s en WAN’s, met gebruik van zowel het UDP- als het TCP Ethernet-protocol. De Ethernet-module ondersteunt zowel alarmsignalering als remote service. De Ethernet-modulecommunicatie is onder meer voorzien van datacodering en padtoezicht tussen de Ethernet-module en de alarmontvangsttoepassingen. 56.4.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Raadpleeg Bijlage C van deze handleiding voor een gedetailleerde uiteenzetting van de SIAgebeurtenissenstructuur voor elk niveau. Wanneer u de SIA-format selecteert, wordt u gevraagd via het bediendeel het vereiste SIA-niveau in te voeren.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) 2 = Blok Instellingen. OPMERKING: Deze optie wordt alleen weergegeven als de blokkenmode is ingeschakeld (zie optie 63.1). Van elke gebeurtenis wordt een signaal verzonden naar de primaire IP-adressen/poortnummers die zijn geprogrammeerd in menuoptie 56.4.2.2 en het klantnummer dat is geprogrammeerd in 56.4.2.4.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding OPMERKING: Dit nummer moet worden geprogrammeerd, ook als de blokkenmode is ingeschakeld en alle blokken een geprogrammeerd IP-adres hebben. Dit is het IP-adres dat wordt gebruikt voor alle systeembrede gebeurtenissen. 2 = Poort Nummer Druk op de toets B om alle eerder geprogrammeerde nummers te wissen. Voer het poortnummer in van de ontvanger op de primaire bestemming. De standaardwaarde is 10002.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) Op het bediendeel wordt de eerste triggergebeurtenis weergegeven en de aan/uit-status ervan (zie tabel 25 voor de lijst met beschikbare triggers en bijlage B voor de gebeurtenissen die met de verschillende triggers worden geregeld). De trigger regelt de gebeurtenissen, die worden overgedragen. Als een trigger is ingesteld op Aan, worden in het geheugen opgenomen gebeurtenissen, die door de trigger worden geregeld, verzonden.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) 1 = Interval Voer de interval in waarin een padtoezichtsignaal moet worden ontvangen van elk alarmtransmissiepad (zie optie 56.4.7.2 Lijn Fout – Signaal Pad). Als binnen de geprogrammeerde interval geen signaal wordt ontvangen, wordt er een lijnfout geactiveerd in de centrale. De gebeurtenis “Lijn Fout” geeft aan met welk pad het misging (Primair, Secundair of Alarm Monitoring). De standaardtijd is dertig minuten.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 = Toegang Mode Deze optie regelt de toegangsautorisatie en of de remote sessie wordt gestart vanaf de centrale of de pc. 1 = Direct Toegang Hiermee is op elk moment toegang toegestaan (in combinatie met de toegang nivo). De toegang wordt gestart via de remote service. Zodra de toegang is geautoriseerd en gestart, kan het uploaden, downloaden en de remote service beginnen.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) Wanneer u deze optie selecteert, wordt een waarschuwingsbericht op het bediendeel weergegeven: WAARSCHUWING!!! ENT=BERICHT VERZENDEN. Druk op de ent-toets om de installateurstest te verzenden. 56.4.06 = F.T.C. Met deze optie wordt het aantal mislukte communicatiepogingen bepaald voordat het bericht FTC FOUT in het geheugen wordt genoteerd.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding De volgende opties zijn beschikbaar om bepaalde paden of alle paden te selecteren. 1 = Primair Wanneer deze optie wordt geselecteerd, controleert de Ethernet-module alleen het primaire transmissiepad. Alle andere transmissiepaden worden niet gecontroleerd. 2 = Secundair Wanneer deze optie wordt geselecteerd, controleert de Ethernet-module alleen het secundaire transmissiepad. Alle andere transmissiepaden worden niet gecontroleerd.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 = RS Toegang Met deze optie wordt de codering geregeld voor de Remote Servicing-sessies. De optie is standaard uitgeschakeld. 0 = Uit Als deze optie is geselecteerd, is codering uitgeschakeld voor de Remote Servicing-sessies. 1 = Aan Als deze optie is geselecteerd, is codering ingeschakeld voor de Remote Servicing-sessies. Wanneer deze optie is geselecteerd.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 5 = Externe Modem/Kiezer De externe modem-/kiezermodule heeft dezelfde menustructuur en functies als de interne modem-/ kiezermodules. Er zijn echter een paar uitzonderingen: 11 F.T.C. Wordt bepaald door het aantal pogingen en niet door de tijdsduur. 15 Backup Module Met deze optie wordt het mogelijk gemaakt dat een andere module de primaire communicatiemodule wordt als er een lijnfout wordt waargenomen op de externe telecommodule.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 6 = Interne RS232 6 = Int. RS232 1 = Mode 1 = Printer 2 = Direct 3 = Modem 1 = Telefoonnr. 2 = Kies Type 1 = Toon 2 = Puls 3 = Init.string 4 = Opname 1 = SIA 2 = Format 0 (0-3) 1 = SIA-meldingen 1 = Status 2 = Blokken 2 = Microtech 1 = SIA-meldingen 1 = Status 2 = Blokken 3 = Klantnr. Max. 6 cijfers 4 = Comm Setup 1 = Baud Rate 2 = Data Bits 3 = Stop Bits 4 = Pariteit 1 = Geen pariteit 2 = Oneven parit. 3 = Even parit.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56.6.1 Mode Met de optie Mode kan de aansluitingsmode met de pc worden geselecteerd: 1 = Printer Deze optie wordt geselecteerd als de Galaxy communiceert met een seriële printer. 2 = Direct Deze mode wordt geselecteerd als de Galaxy-centrale en de pc bij elkaar in de buurt staan en met elkaar kunnen worden verbonden via een RS232-kabel.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56 - Communicatie (vervolg) 56.6.3 Klantnummer Dit is de site-identificatie. Er moet een uniek klantnummer worden ingevoerd; dit nummer kan maximaal zes cijfers lang zijn. De toets B wordt gebruikt om een bestaand nummer te wissen. Met elke druk op de knop wordt het laatste cijfer gewist. 56.6.4 Communicatie Setup Voor de seriële communicatie tussen de ingebouwde R232-poort en een pc op afstand zijn de volgende vier elementen nodig.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 7 = Audio In deze sectie wordt de configuratie van de audiotransmissie geregeld om de audioverificatie van een alarm mogelijk te maken. Aan elk systeemblok kan één audiokanaal worden toegewezen, elk met maximaal drie microfoons. Na een alarmtransmissie via PSTN kan de centrale worden geprogrammeerd om audio die is opgenomen vanaf het moment waarop het alarm werd geactiveerd en live audio direct naar de alarmcentrale door te sturen.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 3 = Paniek Indien deze optie voor een bepaald blok is ingesteld op J (Ja) is meeluisteren mogelijk nadat een hoorbaar of stil paniekalarm is verzonden. 4 = Overig Indien deze optie voor een bepaald blok is ingesteld op J (Ja) is meeluisteren mogelijk nadat een brandalarm is verzonden. 56.7.2 Alarm Monitoring Deze optie is niet beschikbaar 56.7.3 Inbellen Deze optie is niet beschikbaar 56.7.
56 - Communicatie (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 56.7.5 Voor alarm Met deze optie wordt de opnametijd voor de alarmvertraging ingesteld. Het audiokanaal neemt voortdurende tien doorlopende seconden aan audio op. Zodra een alarm wordt geactiveerd, stopt het systeem de opname en worden tien seconden audio opgeslagen. Het aantal seconden alarmvertraging in de opgenomen audio kan ook worden geconfigureerd met de parameter Voor Alarm Tijd.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 57 - Systeem Print Optie 57 – Systeem Print Met de optie Systeem Print kunnen de details van de systeemprogrammering worden afgedrukt. Er zijn twee opties voor printerafdrukken: 1 = Printer Module 2 = Interne RS232 Vanuit beide opties kunnen de specifieke details van één of alle menuopties in de volgende tabel worden geselecteerd: Menuoptie Menunr.
58 - Bediendeel Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 58 – Bediendeel Aan het bediendeel dat is aangesloten op de Galaxy-centrale, kunnen afzonderlijke kenmerken worden toegewezen, zodat elk bediendeel op een bepaalde manier kan reageren. Wanneer de optie Bediendeel wordt geselecteerd, worden de details weergegeven van het eerste bediendeel dat is aangesloten op het systeem.
58 - Bediendeel (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 = [B]-toets De programmering voor de B-toets is identiek aan die voor de A-toets. 3 = Copie buzzer Met deze optie wordt bepaald of de zoemer van het bediendeel de functie overneemt van de uitgang van het geprogrammeerde bediendeel (zie optie 53 = Programmeren Uitgangen). De standaardfunctie van de bediendeeluitgang is E/E SIGN. en de standaardinstelling voor Copie is Aan.
58 - Bediendeel (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 6 = Blok Status Met deze optie kan het bediendeel de ingestelde status van de blokken weergeven. Wanneer Blok Status is ingeschakeld, kunt u wanneer de normale banner wordt weergegeven de blokstatus weergegeven door tegelijkertijd de toetsen en # in te drukken.
59 - Gebruikersmenu Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 59 – Gebruikersmenu Het Gebruikersmenu van de Galaxy bestaat uit maximaal tien menuopties die kunnen worden geopend door alle gebruikerscodes van type 2.3 (en hoger) waaraan geen aan het codeniveau is toegewezen. Met deze optie kan het Gebruikersmenu opnieuw worden geprogrammeerd op een van de selecties van de menuopties.
61 - Diagnose Test Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Installateur 2 Optie 61 – Diagnose Test Met deze optie kunnen verschillende diagnosetests worden uitgevoerd op het systeem, die waardevolle informatie geven over de operationele status van de Galaxy en de aangesloten modules.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 61 - Diagnose (vervolg) Wanneer op de toets # wordt gedrukt, worden zeven verschillende weergaven getoond in de volgende volgorde: 1. De systeemstatus in volt en de stroomafname worden weergegeven. 2. De stand-bytijd en de oplaadtijd van de accu worden weergegeven. De stand-bytijd is de geschatte tijd dat de accu de centrale of de Smart PSU van stroom kan voorzien, mocht de netstroom uitvallen.
61 - Diagnose (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 Opgeslagen Met deze optie kan een volledige diagnose worden uitgevoerd op het hele Galaxy-systeem, inclusief de voedingseenheden en randapparaten. Er kunnen vijf opties worden geselecteerd: 1 = Bekijken Met deze optie kunnen alle opgeslagen basisgegevens worden bekeken vanuit de optie 61.2.3 = Opname. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. GEHEUGENTEST - Zoals laatste. BEDIENDEEL COMMUNICATIE - De waarde van de momentopname van de laatste test.
62 - Volledige Test Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 62 - VOLLEDIGE TEST Met de optie voor de volledige test kunnen twee zones worden geselecteerd en getest onder de omstandigheden van een volledige inschakeling. Wanneer de geselecteerde zone leidt tot een volledig alarm, moet dit worden doorgemeld.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 63 - Opties Optie 63 – Opties Met de functie Opties kan de Galaxy worden verdeeld in subsystemen voor blokken. Opties 1 = Blokken 1 = Blokkenmode 0 = Uitgeschakeld 1 = Ingeschakeld 2 = Logisch schak. A/B om naar het blok te gaan en ent om te selecteren. Cijfertoetsen om te kiezen: - = status van blok is onbelangrijk I = Het blok moet zijn ingeschakeld om inschakeling mogelijk te maken. 3 = Bloknaam A/B om naar het blok te gaan en ent om te selecteren.
63 - Opties (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Als optie 2 - Uitgeschakeld is geselecteerd, wordt de installateur gevraagd de selectie te bevestigen. Indien de selectie wordt bevestigd, kan de programmering (zones, uitgangen, linken, gebruikers) voor alle blokken, met uitzondering van A1, worden uitgeschakeld door op de enter-toets te drukken. Wanneer de installateurmode wordt afgesloten, wordt er een waarschuwingsbericht weergegeven (LET OP!!! BLKKN UIT, EFFECT OP SYST.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 63 - Opties (vervolg) Werking Logisch Schakelen Als Logisch schak. aan een blok is toegewezen, moet de inschakelstatus van de blokken voldoen aan de voorwaarden die in de optie zijn gedefinieerd, zodat het blok kan worden ingeschakeld. Als niet aan de voorwaarden van het Logisch schak. zijn voldaan, kan het blok niet worden ingeschakeld. Als meerdere blokken tegelijk moeten worden ingeschakeld, waarbij één blok door het geprogrammeerde Logisch schak.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 63 - Opties (vervolg) Bloknaam weergeven Wanneer u de blokken bekijkt die aan een optie zijn toegewezen, bijvoorbeeld met gebruikerscode of uitgangen, kunt u tegelijkertijd op de #- en -toets drukken om de blokken afzonderlijk weer te geven. In het bediendeel worden het bloknummer, de naam en de status weergegeven van de betreffende optie die wordt weergegeven. Druk op de toets # om naar een andere status voor het blok te gaan.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 64 - Assemble Zone Optie 64 – Assemble Zone Met de optie ASSEMBLE ZONE kunnen twee zonefuncties worden aangepast aan de vereisten van de gebruiker; dit zijn de zones 1 Custom-A en 2 Custom-B. Zodra er een aangepaste zonefunctie is samengesteld, wordt deze aan de zones toegewezen met optie 52 = PROGR. ZONES. Een custom zone programmeren Dankzij de flexibiliteit van deze menuoptie komt een uitgebreid scala aan mogelijkheden beschikbaar.
64 - Assemble Zone (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 1 = Uitgangen Elk beschikbaar type uitgang kan aan de custom zone worden toegewezen. Wanneer dit kenmerk wordt geselecteerd, wordt het uitgangtype 01=SIRENE plus de status weergegeven; de standaardstatus wordt weergegeven. De status geeft aan onder welke voorwaarden de custom zone de uitgang activeert.
64 - Assemble Zone (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 3 = Inschakelen Met het kenmerk Inschakelen wordt bepaald welke functie (indien van toepassing) de custom zone heeft bij het in- en uitschakelen van het systeem. 1. START INSCH. indien ingeschakeld, start de custom zone de inschakelprocedure; 2. START INGTYD indien ingeschakeld, start de custom zone de uitschakelprocedure; 3. SCHAKELT IN indien ingeschakeld, beëindigt de custom zone de inschakelprocedure.
64 - Assemble Zone (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Voorbeeld van het samenstellen van een zone Stel een zone samen: • waarmee Sirene-uitgangen worden geactiveerd wanneer het systeem is ingeschakeld; • waarmee Link-A-uitgangen worden geactiveerd wanneer het systeem is uitgeschakeld; • waarmee een alarmsituatie wordt gegenereerd wanneer het systeem volledig of deelbeveiligd is ingeschakeld; • waarmee geen alarmsituatie wordt gegenereerd tijdens de inschakel- en uitschakelprocedure;
65 - Klokken Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 65 – Klokken Het menu Klokken ziet er als volgt uit: 65 = Klokken 1 = Weekschema (01-67) 1 = Naam (12 alfanumeriek) 2 = Status 0 = Uit 1 = Aan 3 = Schakeltijden Gebruik toets A of B om de klok te selecteren en druk op ent.
65 - Klokken (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding De Galaxy Dimension-centrale voorziet in de programmering van een wekelijks tijdschema. Elke schakeltijd komt overeen met een AAN- of UIT-tijd. De status van het schema is AAN of UIT, afhankelijk van de laatste tijdschakeling die heeft plaatsgevonden.
65 - Klokken (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 4. Ga als volgt te werk om een nieuwe schakeltijd in te voeren voor W01: • • • • • Druk op ent om de schakeltijd te selecteren. Druk op de toets A of B om de dag te selecteren (MA - ZO). Druk op de #-toets om de status te selecteren: AAN of UIT. Druk op de cijfertoetsen (0-9) om de eerste tijd te selecteren (vier cijfers in een 24-uursnotatie) op de bovenste regel. Druk op ent om de programmering te accepteren.
65 - Klokken (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 65.2 = Klokuitgangen Zodra de tijden zijn geprogrammeerd en de klokstatus is ingesteld op 1=Aan, worden de uitgangen 53.29 en 53.30 voor KLOK-A of KLOK-B geactiveerd op de Aan-tijden en gedeactiveerd op de Uit-tijden die in 65.1=Weekschema zijn geprogrammeerd. Gebruikerscodes die zijn toegewezen aan schema A of B zijn niet geldig tussen een Aan-tijd en de volgende Uit-tijd voor de betreffende klok. 65.
65 - Klokken (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding De programmering van de functie Autoset verloopt in vijf stadia: 1. Autoset Status 0 = Uit (standaard) 1 = Aan 2 = Monitor - indien geselecteerd, wordt het in- en uitschakelen van het blok gecontroleerd: • als het systeem niet handmatig wordt ingeschakeld vóór de Aan-tijd, wordt de uitgang LAAT ING geactiveerd; • als het systeem wordt uitgeschakeld vóór de Uit-tijd, wordt de uitgang VROEG UIT geactiveerd. 2.
65 - Klokken (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 5. Weekschema Met deze optie wordt aan elk blok een geprogrammeerd weekschema toegewezen wanneer het geselecteerde blok automatisch Aan (automatisch inschakelen) en Uit (automatisch uitschakelen) wordt gezet.
65 - Klokken (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Tijdens de Lockout-periode, kan het blok niet worden uitgeschakeld tenzij er een alarm is geactiveerd in het blok. In het geval dat er een alarm plaatsvindt tijdens de Lockout-periode, kan elk geldig type code 2.3 (of hoger) dat aan het blok waarvoor het alarm geldt is toegewezen, worden gebruikt om dit blok uit te schakelen en/of te resetten.
66 - Zone Controle Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 66 – Zone Controle De optie ZONECONTROLE geeft het systeem extra veiligheid door de gebruiker te wijzen op zones die wellicht niet goed werken. OPMERKING: Deze controle vooraf functioneert niet wanneer het systeem in de installateurmode staat. Zones testen 16 CONTROLE ZNS A=KIJKEN De pieptoon van de optie E/E SIGN. klinkt eenmaal wanneer elke zone wordt getest.
67 - Remote Reset Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 67 – Remote Reset Met de optie Remote Reset kan een gebruiker een installateursreset uitvoeren als deze is geautoriseerd door de alarmcentrale. Wanneer er sprake is van een alarm waarvoor een installateursreset nodig is, wordt in het bediendeel een nummer weergegeven, dat, wanneer dit wordt gemeld aan de alarmcentrale, wordt gedecodeerd en vervangen door een nieuw nummer.
68 - Menu Niveau Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 68 – MENU NIVEAU De optie MENU NIVEAU wordt gebruikt om toegangstypen toe te wijzen aan de verschillende menuopties. Hiermee kunnen codetypen 2.3 – 3.6 toegang krijgen tot menuopties waarvoor deze normaal gesproken ontoereikende toegangsrechten zouden hebben. Wanneer u deze optie selecteert, wordt 11 = OVERBRUG ZONE weergegeven met de momenteel toegewezen codetypen (3456 standaard).
69 - Toegangbeheer Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Optie 69 – Toegangbeheer Het Galaxy Dimension-toegangbeheersysteem is een compleet beveiligingssysteem. U kunt kiezen welk type toegangbeheer u wilt gebruiken: de MAX3 of de Deur Controle Module of beide. In het volgende schema ziet u de programmeringsopties voor de MAX3 en de Deur Controle Module.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 69 = Toegangbeheer (vervolg) 3 = DCM 1 = DCM-parameters DCM XXX (selecteer) 1 = Omschrijving ABCDE_ (9 karakters) 2 = DCM Mode 0 = Ingang & Uitgang 1 = Ingang & Ingang 2 = Enkel Ingang 3 = Blok 4 = Facility Code 1 = Code 1 2 = Code 2 3 = Code 3 4 = Code 4 5 = Lezer (01 of 02) 1 = Omschrijving (ABCDE_ 9 karakters) 2 = Relais Tijd - 0-60 seconden (standaard = 05) 3 = Max.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 69.2 = MAX Deze optie wordt gebruikt om de toegangbeheerlezers van de Galaxy MAX te programmeren. De MAX kan volledig in het systeem worden geïntegreerd, waarbij wordt gecommuniceerd via de AB-lijnen en waarbij de mogelijkheden van de Galaxy-centrale volledig worden benut.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding MicroMAX/MAX3-LED’s weergegeven MAX MAX 26 Boven (niet in gebruik) MAX-LED’s weergegeven 26 Onder Op de MAX wordt het nummer van de communicatielijnen weergegeven op de bovenste rij en op de MicroMAX/MAX op de tweede en derde rij van boven. De adresnummers staan op de MAX op de onderste regel blokken en op de MicroMAX/MAX op de vier onderste blokken. De bovenste LED van de MicroMAX is in deze mode altijd uitgeschakeld.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2 = Relais Tijd Dit is de tijd na het aanbieden van de gebruikerskaart, dat het MAX-relais is geactiveerd, waardoor de deuropener kan worden ontgrendeld en de deur kan worden geopend zonder dat het alarm afgaat. Het MAXrelais wordt gedeactiveerd zodra het deurcontact wordt geopend of de tijd ingaat die is ingesteld bij de MAX. Open Tijd.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 2=Blok Restrictie Aan elke MAX-module kunnen geselecteerde blokken worden toegewezen met behulp van de optie Blk Restrict. voor het beperken van blokken. Zo’n blokrestrictie beïnvloedt de werking van de MAX-lezers voor kaartfuncties. Een kaart kan alleen worden gebruikt in een lezer als kaart en lezer blokken gemeen hebben. Standaard worden alle blokken in het systeem aan elke lezer toegewezen.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Blokken toewijzen aan blokrestrictie Wanneer de optie Blokken wordt geselecteerd, worden de blokken weergegeven die momenteel aan de MAX zijn toegewezen. Wanneer het bloknummer wordt ingedrukt, wordt er een ander blok toegewezen aan de MAX. Grotere Galaxy-panelen hebben 32 blokken; deze worden op de MAX weergegeven in blokken van acht blokken, die zijn onderverdeel in A, B, C en D.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 7 = Beveiliging Met deze optie wordt bepaald wanneer en hoe een deur kan worden vergrendeld of ontgrendeld om toegang te verlenen. 1 = Nachtslot Hiermee kan een weekschema worden toegekend waarmee wordt bepaald wanneer de toegang tot de deur wordt geblokkeerd. Er kunnen maar liefst 67 weekschema’s worden geprogrammeerd. Wanneer het schema op 00 wordt ingesteld, wordt de functie uitgeschakeld.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 69.3 = DCM Deze optie wordt gebruikt om de toegangbeheerlezers van de Galaxy DCM (Deur Controle Module) te programmeren. De DCM kan volledig in het systeem worden geïntegreerd, waarbij wordt gecommuniceerd via de AB-lijnen en waarbij de mogelijkheden van de Galaxy-centrale volledig worden benut. Via elke DCM kunnen maximaal twee lezers worden bestuurd. De uitgangslezer kan worden vervangen door een egressknop.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 4 = Facility Code Hiermee kunnen de kaarten worden geprogrammeerd als een specifieke technologie met een Facility Code plus een ID. 1 = Code 1 2 = Code 2 3 = Code 3 4 = Code 4 5 = Lezer (01 of 02) Met deze optie kunnen de DCM-lezers worden ingesteld met de negen volgende opties: 1 = Omschrijving Deze optie wordt gebruikt om een naam van maximaal negen tekens aan de lezers toe te wijzen.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 4 = Blokken Met de blokkenoptie kan elke DCM-lezer worden toegekend aan bepaalde blokken. 1 = Alarmblok Wanneer de optie Alarmblok wordt geselecteerd, wordt het blok weergegeven dat momenteel aan de DCM-lezer is toegekend. Wanneer het bloknummer wordt ingedrukt, wordt er een ander blok toegewezen aan de lezer. De lezer verhindert toegang via de deur wanneer het blok is ingeschakeld.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 69 - Toegangbeheer (vervolg) 6 = Anti Passback Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt voorkomen dat een specifieke kaart op een bepaalde lezer binnen een gegeven tijdsperiode meer dan één keer wordt gebruikt. Er is een functie aanwezig waarmee alle anti-passbackbeperkingen kunnen worden opgeheven. Een managercode kan een forgivefunctie autoriseren voor een specifieke gebruiker in optie 42.1 = Wijzig Codes.Gebr. Codes.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 4 = Dual Tijd Optie niet beschikbaar 9 = Menu Oproep Hiermee wordt bepaald of de gebruiker de menuoproepfunctie mag gebruiken op elke DCM-lezer. Dit is naast alle eventuele DCM-functies die reeds zijn toegewezen.
69 - Toegangbeheer (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 69.3.2 = Kaart Formaat Met deze optie wordt geselecteerd welk type kaart wordt gebruikt met de DCM-lezer. Er zijn vijf opties: 0 = 26-bit 1 = Crp 1K 35-bit 2 = 37-bit no FC 3 = Northern 34-bit 4 = Custom. 1 = Naam Deze optie is alleen beschikbaar wanneer 4 = Custom is geselecteerd als het formaat. Hiermee krijgt het custom formaat een naam. Het maximale aantal tekens in de naam is twaalf.
71 - SPI Key Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Installateur 3 Optie 71 – SPI Key De SPI Key (Serial Peripheral Interface) is een randapparaat dat voor het kopiëren/overschrijven van programmeringsgegevens en het uitvoeren van software-upgrades wordt gebruikt. De SPI Key gebruiken Als er geen key is geplaatst, wordt in het display kort het volgende weergegeven: Geen SPI Key Gedetecteerd SPI Keys kunnen op een van de twee volgende manieren worden geleverd: 1.
71 - SPI Key (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Zodra het proces is gestart, worden de gegevens door de centrale gevalideerd, waarna de centrale opnieuw wordt geprogrammeerd. Terwijl de herprogrammering plaatsvindt, stopt de centrale. De bediendelen en andere randapparaten gaan gedurende een korte periode offline. Zodra de herprogrammering gereed is, wordt de centrale automatisch opnieuw opgestart.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding 6-194
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bibliotheek Bijlage A: Karakterlijst en Bibliotheek Alfanumerieke Karakters Nr. Karakter Nr. Karakter Nr. Karakter 0 0 19 F 37 T 1 1 20 G 38 U 2 2 21 Spatie 39 Ü 3 3 22 H 40 V 4 4 23 I 41 W 5 5 24 J 42 X 6 6 25 K 43 Spatie 7 7 26 L 44 Y 8 8 27 M 45 Z 9 9 28 N 46 .
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bibliotheek (vervolg) Nr. 043 044 045 046 047 048 049 054 001 002 050 051 052 053 055 056 057 058 059 060 061 062 063 064 065 066 067 068 069 070 071 072 073 074 075 076 077 078 003 079 080 081 082 083 084 085 086 Omschrijving AANVAL AARDE AARDR.KNDE ACHT ACHTER ACHTERKANT ACHTTIEN ACOUSTISCH ADMIN.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Nr.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bibliotheek (vervolg) Nr. Omschrijving Nr. Omschrijving Nr.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Nr. 466 458 432 038 456 459 039 427 455 453 433 460 446 428 434 426 452 445 438 440 457 443 454 442 444 447 Omschrijving VENTILATOR VERANDA VERANDERING VERDIEPING VERF VERGADER VERKOOP VERKOPERS VERPAKKING VERPLEEGSTER VERTREKHAL VERVERSING VERWARMING VERZAMELING VERZENDEN VIDEO VIER VIJF VIJFTIEN VIJFTIG VIJVER VLAKTE VLEUGEL VLIEGEN VLIEGTUIG VLOER Nr.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Gebeurteniscodes Bijlage B: SIA en contact-id gebeurteniscodes Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type Galaxy Trigger ALARM Rapportage alarmoorzaak GEBRUIKER ALTIJD Contact ID Event A - Alarm Oorzaak AC Alarm Oorzaak Geen A - 230VAC AR Herstel 230VAC 230VAC- Zone 230VAC hersteld ZONE 13.230VAC 301 230V CENT- Centrale 230VAC hersteld ZONE 13.230VAC 301 230VAC- Module 230VAC hersteld MOD.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Gebeurteniscodes (vervolg) Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Log Gebeurtenis BB Overbrugd BC Reset Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type Galaxy Trigger Contact ID Event OVERBRUGD Zone Overbrugd ZONE 8.OVERBRUG 573 GEF. OVBR+ Geforceerd Overbrugd na Alarm ZONE 8.OVERBRUG 573 BLOK OVRB+ Blok overbrugd GEBRUIKER 8.OVERBRUG 574 OVBRKLUIS Kluisdetectie overbrugd GEBEURTENIS 8.OVERBRUG 572 OVBR ATM1+ ATM-1-zone overbrugd GEBEURTENIS 8.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Ev SIA Event Beschrijving Gebeurteniscodes (vervolg) Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type ATM-1- ATM-1 Zone Hersteld ZONE Galaxy Trigger 3.24 UUR Contact ID Event 133 18.ZN HERST ATM-2- ATM-2 Zone Hersteld ZONE 3.24 UUR 133 18.ZN HERST ATM-3- ATM-3 Zone Hersteld ZONE 3.24 UUR 133 18.ZN HERST ATM-4- Alarm ATM-4-zone ZONE 3.24 UUR 133 18.ZN HERST ALARM EXT- Alarm Extend Zone Hersteld ZONE T/O INBR.
Gebeurteniscodes (vervolg) Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type Galaxy Trigger Contact ID Event VIDEO Video Zone Getest ZONE NIET VERZONDEN 611 VIDEOVOLG Video Volgzone Getest ZONE NIET VERZONDEN 611 INBR VERT Inbraak Vertraagd Zone Getest ZONE NIET VERZONDEN 611 SEC VERTR Security Vertraagd Zone Getest ZONE NIET VERZONDEN 611 GEH. ING.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Gebeurteniscodes (vervolg) Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type DK Toegang Lockout DCM ALARM Ongeldige Lezer Lockout GEBRUIKER Galaxy Trigger 16.GEHEUGEN Contact ID Event 421 10.INSCHAKEL 17.TOEGANG DT Deur open DEUR OPEN Deur staat open MOD. 4.
Gebeurteniscodes (vervolg) Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type Galaxy Trigger Contact ID Event 461 J - Code onjuist, Tijd gewijzigd JA Codesabotage CODE FOUT Code Sabotage MOD. 9.SABOTAGE Ongeldige code CODE ONG. Foute Code Ingevoerd MOD. ALTIJD Geen JL GEH.
Gebeurteniscodes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type Galaxy Trigger Contact ID Event M - Medisch (SIA-melding - zie opmerking 2) MA Alarm Overbrugd OVERBRUGD MJ Herstel Fout MR Herstel Alarm Opmerking 1 Zonealarm ZONE 5.CUST ZONE Zone Overbrugd ZONE 8.OVERBRUG 573 Opmerking 1 MB GEF. OVBR+ Geforceerd Overbrugd na Alarm ZONE 8.
Gebeurteniscodes (vervolg) Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type Galaxy Trigger Contact ID Event P - Paniek PA PB Alarm Overbrugd PJ Herstel Fout PR Herstel Alarm PANIEK+ Paniek Zone Alarm ZONE 1.PANIEK 120 PA VER AL+ Paniek Vertraagd Zone Alarm ZONE 1.PANIEK 120 OVERBRUGD Zone Overbrugd ZONE 8.OVERBRUG 573 GEF. OVBR+ Geforceerd Overbrugd na Alarm ZONE 8.
Gebeurteniscodes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type RD Prog. geweigerd RS TOEG.+ Remote Service Toegang Geweigerd ZONE 14.MENUTOEGANG 553 RO Relais open SIR. FOUT Sirene Fout Zone Geopend ZONE 16. GEHEUGEN 150 SLEUTEL GEEN 150 ZONE 16.GEHEUGEN 150 SLEUTEL LINK ING.+ Link Zone Geopend Galaxy Trigger Contact ID Event GEHEUGEN+ Geheugen Zone Geopend ZONE 16.
Gebeurteniscodes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type Galaxy Trigger Contact ID Event TR Herstel Alarm SABOTAGE- Sabotage Zone Hersteld ZONE 9.SABOTAGE 137 SIR. SAB.- Sirene Sabotage Zone Hersteld ZONE 9.SABOTAGE 137 SAB. CENTR - Centrale Sabotage Hersteld ZONE 18.ZN HERST 18.ZN HERST 9.SABOTAGE 137 18.ZN HERST SAB.AUX- Auxilary Sabotage Hersteld ZONE 9.SABOTAGE 137 18.
Gebeurteniscodes (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type Galaxy Trigger Contact ID Event X - RF XQ RF-storing RF STOR.+ RF Radio Storing MOD 15.STORING 344 XT RF-batterij bijna leeg RF BATT.+ RF Batterij Laag ZONE 13.230VAC 384 15.STORING XH RF-storing hersteld RF STOR.- RF Radio Storing Hersteld MOD XR Lege RF-batterij hersteld RF BATT.- RF Batterij Laag Hersteld ZONE 15.
Gebeurteniscodes (vervolg) Ev SIA Event Beschrijving Galaxy Log Gebeurtenis Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Galaxy Log Event Beschrijving Ev Type Galaxy Trigger Contact ID Event 00 DIAG OPN. LIJST GEEN 0 00 LOK. WIJZ LIJST GEEN 0 00 REM WIJZ. LIJST GEEN 0 00 DIAG CHK. LIJST GEEN 0 00 ONTLADEN ZONE 13.230VAC 0 00 EX.LIJN OK GEBRUIKER GEEN 0 00 EX.LIJN FT DIV GEEN 0 00 ONDERDRUK DIV GEEN 0 00 RS INSCH. DIV GEEN 0 00 INT.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding SIA-gebeurtenisstructuur Bijlage C: SIA-gebeurtenisstructuur Type gebeurtenis SIAniveau Account Blok Data Blok (N blok code) ASCII Blok (A blok code) Uitleg ZONE 3, 4 #xxxxxx Ntixx:xx/rixx/EVzzzz Aeeeeeeeeesiiiiiiii dddddddddddddddd Zone in alarm, sleutelschakelaar, enz.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding C-2
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Geheugen Meldingen Bijlage D: Geheugenmeldingen BEDIENDEEL TEKST OMSCHRIJVING TRIGGER Type 0001 - ACCU CENT Accu spanning hersteld (nu meer dan 10,5vdc) 13. 230VAC Fouten 0001 + ACCU CENT Accu spanning is te laag (minder dan 10,5vdc) 13. 230VAC Fouten 0002 - 230V CENT 230vac spanning fout is hersteld 13. 230VAC Fouten 0002 + 230V CENT 230vac spanning fout is opgetreden 13. 230VAC Fouten 0003 - SABOTAGE Kast sabotage is gesloten (hersteld) 9.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Geheugen Meldingen (vervolg) BEDIENDEEL TEKST OMSCHRIJVING TRIGGER Type DEUR SAB Deur Controle sabotage 4. Security BG DEELB ING Deelbeveiliging van het systeem of blok(ken) 10. Inschakeling DEUR OPEN Deur open gehouden 4. Security MBG DIAG OPN. Diagnose Opname gemaakt Geen MBG DIAG CHK. Diagnose Controle Geen MBG DIAGN TST Installateur menu 61 Diagnose is gebruikt 14.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding BEDIENDEEL TEKST Geheugen Meldingen (vervolg) OMSCHRIJVING TRIGGER Type INST. SAB Sabotage bij het betreden van Installateurmode Geen MBG INSTALLATEUR - Verlaten van Installateurmode Altijd MBG INSTALLATEUR + Betreden van Installateurmode Altijd MBG INT.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Geheugen Meldingen (vervolg) BEDIENDEEL TEKST OMSCHRIJVING TRIGGER Type PA-VERT. Paniek Vertraagd zone geactiveerd (geopend) 1. Paniek BG PA VER AL Paniek Vertraagd zone geactiveerd na vertragingstijd 1. Paniek BG PA V/S AL Paniek Vertraagd Stil zone geactiveerd na vertragingstijd 1. Paniek BG PAC TEST Meldkamer Test Altijd PANIEK Paniek Zone is geactiveerd (geopend) 1.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding BEDIENDEEL TEKST + SECURITY Geheugen Meldingen (vervolg) OMSCHRIJVING TRIGGER Security Zone is geactiveerd (geopend) Type 4. Security BG + SIR.FOUT Sirene Fout zone geopend 16. Geheugen Zone - SIR.SAB Sirene Sabotage zone hersteld 9. Sabotage MBG + SIR.SAB Sirene Sabotage zone geopend 9. Sabotage SIREN ZKR Zekering voor sirene circuit op voedingseenheid defect 9. Sabotage SL.DL.
Site Data Opslag Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bijlage E: Site Data Opslag Met deze functie, ook wel de ‘dumpbox-mode’ genoemd, kan de Galaxy Dimension-centrale het gedrag van een externe RS232-module emuleren, die vervolgens aan een andere Galaxy-centrale kan worden gekoppeld om de programmeringsgegevens te kopiëren. In dit document wordt de gebruikte Galaxy-centrale de Dimension-centrale genoemd. De centrale waarop de Dimension-centrale is aangesloten, wordt de broncentrale genoemd.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Site Data Opslag (vervolg) De opnamemode gebruiken Schakel op de broncentrale de installateurmode in en weer uit zodat de externe RS232-module wordt herkend. Schakel de installateurmode vervolgens opnieuw in om de voorzieningen van de opnamemode te kunnen gebruiken. Ga op de broncentrale naar het menu 56.2.4=Communicatie.RS232.Copy/Overschr. Als u de programmeringsgegevens VAN de broncentrale wilt kopiëren NAAR de Dimension-centrale, selecteert u 1=Ontvangen Data.
Specificaties Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bijlage F: Specificaties Specificaties van de centrale Mechanisch (alle varianten) Behuizing (met printplaat en transformator) Breedte: 440 mm Hoogte: 352 mm Diepte: 90 mm Gewicht: 6,4 kg Fysieke ruimte voor accu 2 x 17 Ah max.
Specificaties (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Modules Gewicht Bestelcode Galaxy Bediendeel (Mark VII ........................................................................................ 190 g Afmetingen: ............................................................................... 149 x 91 x 31 mm (l x b x h) CP027 Galaxy Keyprox (Mark VII ............................................................................................ 190 g Afmetingen ...........................
Specificaties (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Printplaten Gewicht GD-48 ............................................................................................................................. 320 g Afmetingen ............................................................................. 265 x 120 x 50 mm (l x b x h) GD-96 ............................................................................................................................. 378 g Afmetingen .................
Specificaties (vervolg) Module Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Ruststroom (mA) Module Ruststroom (mA) GD-48 100 4-weg relaisinterface (C037) 160 GD-96 110 Algemene relaisinterface (A060) 40 GD-264 110 Galaxy Mk7-bediendeel (LCD) (P037-02) 70 GD-520 150 Keyprox (C038-02) 90 Galaxy RIO (C072) (Opmerking 1) 30 TouchCenter (CP040-02) 105 RF RIO (C076) 55 Printerinterfacemodule (A134/A161) 100 Power RIO (P026) 100 Deurbewaking (C075) 10 Modem/kiezermodule (E062) (opmerk
Goedkeuringen Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Bijlage G: Conformiteitsverklaring Conformiteit en goedkeuringen De Galaxy Dimension-centrales zijn compatibel met de belangrijke delen van de volgende normen: • PD6662:2003 Schema voor de toepassing van Europese normen voor inbraakalarmsystemen. • EN50131-1:2003 concept 9d Alarmsystemen - Inbraaksystemen - Algemene vereisten (grade 3). • TS50131-3 Alarmsystemen – Inbraaksystemen: Deel 3 Besturings- en indicatieapparatuur (grade 3).
Goedkeuringen (vervolg) Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Conformiteit met EN50131 Dit product is geschikt voor gebruik in systemen die voldoen aan PD6662: 2004 en EN50131-1: 2006 Grade: 3 Class: II Type voeding: A De ingebouwde modem/kiezer is alleen voor remote service van systemen van grade 3. U moet een extern communicatieapparaat van grade 3 of Ethernet-module gebruiken voor alarmsignalering.
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Index met onderdelenlijst Bijlage H: Index met onderdelenlijst Productnaam Artikelnummer (GB) Opmerkingen Productnaam Artikelnummer (GB) Met uitbreiding MAX-kaart MAX-keytag MAX-progreermodule Deur Controle Module Deur Controle Module met voeding SPI Key-programmer YX0-0002 YX0-0004 YX0-0007 C080 C081 C087 Softwarepakketten: Remote Servicing Suite Licentiekit Upgrade Licentiekit (dongle) Upgrade (dongle) R030 KIT R030-CD R031-01-KIT R031-CD User Manageme
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding H-2
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Index D A Aansluiting 3-1 Aansluiting van meerdere detectors 2-15 Accutest 3-9 Adressering van de RF RIO 3-5 Alarm en meldingen annuleren en resetten 6-7 Audio-interfacemodule 3-13 B Back-upaccu Batterij Bediendelen Bediening Bediening van bediendeel/ keyprox Bekabeling van bediendeel/ keyprox Bekabeling van sleutelschakelaars Bekabeling voor zones Bijlage A: Karakterlijst en Bibliotheek Bijlage B: SIA en contact-id gebeurteniscodes Bijlage C: SIAgebeurtenisstru
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Index (vervolg) Optie 15 – Bel Functie (optie 2 in het verkorte menu) 6-13 Optie 16 – Direct inschakelen 6-13 Optie 17 – Deelbeveiligd Stil 6-14 Optie 18 – Home Set 6-14 Optie 19 – Alle blokken inschakelen 6-14 Optie 21 – Display Zones (optie 3 in het verkorte menu) 6-15 Optie 22 – Display geheugen (optie 4 in het verkorte menu) 6-16 Optie 23 – Display Systeem 6-17 Optie 24 – Print Opties (optie 5 in het verkorte menu) 6-18 Optie 25 – Toegang geheugen 6-19 Optie 31
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Index-3
Galaxy Dimension - Installatiehandleiding Honeywell Security (UK 64) Newhouse Industrial Estate Motherwell Lanarkshire ML1 5SB VK IE6-0063 Rev 1.