Operation Manual

Elektrische installaties
07-10
De spanning van de huisaccu moet toenemen, wanneer
- het motortoerental boven het stationaire toerental ligt.
- de voertuigaccu niet volledig ontladen is.
Het laadniveau van de dynamo wordt weergegeven op het
controlepaneel. Indien dit niet het geval is, controleer dan het
volgende:
Is de 50A-zekering in de toevoer naar de huisaccu in de
buurt van de voertuigaccu in orde?
Is het signaal ‘motor’ aangesloten op de 12V-zekeringver-
deler?
Werking via 12V-huisaccu
Bij een stilstaande camper zonder 230V-netaansluiting en uit-
geschakelde motor worden alle apparaten automatisch gevo-
ed door de huisaccu. Hiervoor moet de 12V-hoofdschakelaar
zijn ingeschakeld en de accuhoofdschakelaar zijn gesloten.
De huisaccu mag slechts tot een spanning van 11V worden
ontladen. Zorg uiterlijk bij deze accuspanning voor een
oplading door dynamo of netaansluiting.
Als de dynamo niet voor voldoende spanning zorgt, moet het
volgende worden gecontroleerd:
Is de acculader correct op het net aangesloten?
Is de netzekering van de acculader in orde?
Ligt de accuspanning van de acculader boven de 1V?
Is de huisaccu met de juiste poling aangesloten?
Werking bij draaiende motor
Zodra de motor loopt, schakelt een relais de startaccu en de
huisaccu parallel. Het signaal D+ is aangesloten op de dynamo.
De dynamo laadt dus beide accu’s op. Zodra het signaal D+ niet
meer brandt, worden beide accu’s weer van elkaar gescheiden.
De startaccu kan dus niet worden ontladen door apparaten in
het woongedeelte.
De 12V-voorziening van de koelkast is alleen mogelijk tijdens
het rijden. Bij stilstaande motor wordt het 12V-bedrijf van de
koelkast automatisch weer uitgeschakeld.
Om een lege huisaccu tijdens de rit optimaal op te laden,
mag allereerst de koelkast niet op 12V worden aangesloten
en mogen verder zo weinig mogelijk 12V-apparaten worden
ingeschakeld.
Checklist voor controle
Schakel de motor uit.
Schakel de 12V-hoofdschakelaar in.
Schakel alle 12V-apparaten uit.
• Start de motor.