Netwerkcamera Gebruikershandleiding V4.0.3 Hikvision Digital Technology Co., Ltd. http://www.hikvision.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 1 Deze handleiding is van toepassing voor de volgende cameramodellen: Type Box camera III Dome camera III Dome camera IV Bullet Camera I Bullet Camera II Cube Camera I Cube Camera II Mini Dome Camera Model DS-2CD883F-E(W), DS-2CD855F-E, DS-2CD854F(WD)-E(W), DS-2CD853F-E(W), DS-2CD864F(WD)-E(W), DS-2CD863PF(NF)-E(W), DS-2CD893PFWD(NFWD)-E(W), DS-2CD833F-E(W), DS-2CD893PF(NF)-E(W) DS-2CD733F-E(I)(Z), DS-2CD793PF(NF)-E(I)(Z), DS-2CD793PFWD(NFWD)-E(I)(Z), DS-2CD763
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 2 Bedankt voor de aankoop van ons product. Neem voor vragen of verzoeken contact op met de dealer. Deze handleiding is van toepassing op de netwerkcamera. Deze handleiding bevat mogelijk technisch onjuiste locaties of drukfouten, en de inhoud van de handleiding kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De updates worden toegevoegd aan de nieuwe versie van deze handleiding.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 3 Regelgevingsinformatie FCC-informatie FCC-naleving: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat, conform deel 15 van de FCC-regelgeving. Deze grenswaarden zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie, en kan deze uitstralen.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 4 van de speciale inzamelingspunten om het op de juiste manier te laten recyclen. Raadpleeg de volgende site voor meer informatie: www.recyclethis.info. Veiligheidswaarschuwingen Houd rekening met de volgende waarschuwingen: Mogelijk gevaarlijke spanning: Er moeten speciale voorzorgsmaatregelen worden genomen wanneer dit apparaat wordt gebruikt. Bepaalde potentialen (spanningen) op het apparaat kunnen een gevaar vormen voor de gebruiker.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 5 (wisselstroom). De uitgang waarop het snoer wordt aangesloten, moet dicht bij de apparatuur worden geplaatst en eenvoudig toegankelijk zijn. Installatie en onderhoud:De kabels moeten tijdens onweer niet worden aangesloten/verwijderd om installatie/onderhoud uit te voeren. Vereisten voor het netsnoer: De connector die wordt aangesloten op het stopcontact, moet een mannelijke stekker met aarding zijn die bedoeld is voor gebruik in uw regio.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 6 op naleving van de emissielimieten van de FCC-regelgeving en vergelijkbare internationale regelgevingen. Dit apparaat is niet bedoeld voor verkoop- of leasedoeleinden, en mag alleen worden verkocht en geleased wanneer is vastgesteld dat het apparaat voldoet aan de FCC-regelgeving in de Verenigde Staten, of vergelijkbare regelgeving in andere landen. Het gebruik van deze apparatuur in een woonwijk is niet toegestaan.
7 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de gebruiker het product op de juiste wijze kan gebruiken, en om gevaar en verlies van eigendommen te voorkomen. De voorzorgsmaatregelen zijn gemarkeerd als Waarschuwing of Let op: Waarschuwing: Als deze waarschuwingen worden genegeerd, kan dit leiden tot ernstig letsel of overlijden. Let op: Als deze meldingen worden genegeerd, kan dit leiden tot letsel of beschadigde apparatuur.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 8 halen. (Wij nemen geen verantwoordelijkheid voor problemen die zijn veroorzaakt door ongeautoriseerde reparaties of onderhoudswerkzaamheden.) © Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 9 Let op: Zorg dat de voedingsspanning correct is voordat u de camera in gebruik neemt. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan elektrische schokken. Raak de sensormodules niet aan met uw vingers. Als de sensor moet worden gereinigd, gebruikt u een schone doek met een klein beetje spiritus en veegt u de module voorzichtig schoon.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 10 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 SYSTEEMVEREISTEN ............................................................................................. 12 HOOFDSTUK 2 NETWERKVERBINDING ......................................................................................... 13 2.1 DE NETWERKCAMERA INSTELLEN VIA EEN LAN.................................................................................. 13 2.1.1 Kabelverbinding via een LAN ..................................
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 6.4 11 VIDEO- EN AUDIO-INSTELLINGEN CONFIGUREREN............................................................................... 48 6.4.1 Video-instellingen configureren..................................................................................... 48 6.4.2 Audio-instellingen configureren..................................................................................... 49 6.5 BEELDPARAMETERS CONFIGUREREN ..............................................
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 12 Hoofdstuk 1 Systeemvereisten Besturingssysteem: Microsoft Windows XP SP1 en hoger/Windows Vista/Windows 7/Windows Server 2003/Windows Server 2008 (32-bits versie) CPU: Intel Pentium IV 3,0 GHz-processor of hoger RAM: 1 GB of meer Scherm: Resolutie van 1024×768 of hoger Webbrowser: Internet Explorer 6.0 en hoger, Apple Safari 5.02 en hoger, Mozilla Firefox 3.5 en hoger, en Google Chrome 8 en hoger. © Hikvision Digital Technology Co., Ltd.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 13 Hoofdstuk 2 Netwerkverbinding Voordat u begint: Als u de netwerkcamera wilt instellen via een LAN (Local Area Network), raadpleegt u sectie 2.1 De netwerkcamera instellen via een LAN. Als u de netwerkcamera wilt instellen via een WAN (Wide Area Network), raadpleegt u sectie 2.2 De netwerkcamera instellen via een WAN. 2.
14 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Afb. 2-2 Verbinding maken via een switch of router 2.1.2 Het IP-adres vaststellen en wijzigen U hebt het IP-adres nodig om toegang te krijgen tot de netwerkcamera. Stappen: 1.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 15 Afb. 2-3 SADP-interface 2.2 De netwerkcamera instellen via een WAN Doel: In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de netwerkcamera kunt aansluiten op een WAN met een statisch of dynamisch IP-adres. 2.2.1 Verbinding metstatisch IP-adres Voordat u begint: Pas een statisch IP-adres van een ISP (Internet Service Provider) toe. Met het statische IP-adres kunt u via een router verbinding maken met de netwerkcamera, of u kunt de camera rechtstreeks met het WAN verbinden.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 16 Afb. 2-4 Via de router toegang krijgen tot de camera met een statisch IP-adres Rechtstreeks verbinding maken met de netwerkcamera met een statisch IP-adres U kunt het statische IP-adres ook opslaan in de camera en zonder router rechtstreeks verbinding maken met internet. Raadpleeg sectie 2.1.2 Het IP-adres vaststellen en wijzigen voor gedetailleerde IP-adresconfiguratie voor de camera. Afb.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 17 Deze camera biedt ondersteuning voor de PPPoE-functie voor automatisch inbellen. De camera krijgt een openbaar IP-adres via de ADSL-inbelfunctie nadat de camera is verbonden met een modem. U moet de PPPoE-parameters van de netwerkcamera configureren. Raadpleeg sectie 5.3.3 PPPoE-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratieopties. Afb.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 18 Afb. 2-8 Omzetting van privédomeinnamen Stappen: 1. Installeer de IPServer-software en voer deze uit op een computer met een statisch IP-adres. 2. Bezoek de netwerkcamera via het LAN met een webbrowser of de clientsoftware. 3. Schakel DDNS in en selecteer IPServer als het protocoltype. Raadpleeg sectie 5.3.4 DDNS-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratieopties. © Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
19 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Hoofdstuk 3 Toegang tot de netwerkcamera 3.1 Toegang via webbrowsers Voordat u begint: Controleer het beveiligingsniveau van de webbrowser en stel het in op Laag. Ga in de menubalk van de IE-browser naar Extra > Internetopties > Beveiliging > Aangepast niveau om het niveau in te stellen op Laag. Afb. 3-1 Het beveiligingsniveau aanpassen Stappen: 1. Open de webbrowser. 2. Voer in het adresveld het IP-adres in van de netwerkcamera (bijvoorbeeld 192.0.0.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 20 Afb. 3-2 Aanmeldingsinterface 4. Installeer de invoegtoepassing voordat u de livevideo bekijkt en de camera bedient. Volg de installatiemeldingen op om de invoegtoepassing te installeren. Afb. 3-3 Invoegtoepassing downloaden en installeren Afb. 3-4 Invoegtoepassing installeren (1) © Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 21 Afb. 3-5 Invoegtoepassing installeren (2) Afb. 3-6 Invoegtoepassing installeren (3) Opmerking: U moet de webbrowser mogelijk sluiten om de invoegtoepassing te installeren. Open de webbrowser opnieuw en meld u opnieuw aan nadat u de invoegtoepassing hebt geïnstalleerd. 3.2 Toegang via clientsoftware 3.2.1 De iVMS-4200-software installeren De product-cd bevat de iVMS-4200-clientsoftware. Met de clientsoftware kunt u de livevideo bekijken en de camera beheren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 22 Afb. 3-7 iVMS-4200-bedieningspaneel Afb. 3-8 iVMS-4200-liveweergave-interface Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de iVMS-4200-clientsoftware voor gedetailleerde informatie over deze software. 3.2.2 De iVMS-4500-software installeren Als u de camera met een mobiele telefoon wilt bekijken, installeert u de © Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
23 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera iVMS-4500-clientsoftware op uw mobiele telefoon. U vindt de software op de cd in het pakket en kunt deze ook downloaden van onze website www.hikvision.com. Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de iVMS-4500-clientsoftware voor gedetailleerde informatie over deze software. Hoofdstuk 4 WiFi-instellingen Doel: Bij verbinding met een draadloos netwerk hebt u geen enkele netwerkkabel nodig, wat erg handig is voor de daadwerkelijke surveillancetoepassing.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 24 Afb. 4-2 WiFi-instelling - Manage-modus 4. Schakel bij Network mode het selectievakje in bij Manage. Na het kiezen van een draadloos netwerk verschijnen automatisch Security mode en Encryption Type van het gekozen netwerk. Verander die instellingen niet. Opmerking: Deze parameters zijn exact gelijk aan die van de router. 5. Geef de code op voor verbinding met het draadloze netwerk. Die code moet horen bij het draadloze netwerk dat u op de router instelt.
25 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Afb. 4-6 Ad-hoc 6. Kies de verbinding. Beschrijving verbindingspunt SSID en maak beveiligingsmodus: Bij de beveiliging kunt u kiezen uit not-encrypted, WEP, WPA-personal, WPA-enterprise, WPA2-personal, WPA2-enterprise. WEP-modus: Authentication - Selecteer Open of Shared als Key System Authentication, passend bij de methode die uw toegangspunt gebruikt.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 26 ASCII - Bij deze optie moet de string exact 5 tekens hebben voor 64-bit WEP en 13 tekens voor 128-bit WEP. De modi WPA-personal en WPA2-personal: Geef de vereiste Pre-shared Key voor het toegangspunt op. dat kan een hexadecimaal getal of een wachtwoordzin zijn.
27 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera authenticatie. 4.2 Eenvoudig WiFi-verbinding maken met de WPS-functie Doel: Het opzetten van een draadloze netwerkverbinding is nooit simpel. Het gebruik van de WPS-functie maakt het complexe instellen van die verbinding overbodig. WPS (Wi-Fi Protected Setup) zorgt voor het simpel configureren van gecodeerd datatransport tussen het apparaat en de draadloze router.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 28 ondersteunen. 3. Controleer of de WiFi-router een WPS-knop heeft. Is die knop beschikbaar, druk er dan op. Het lampje bij die knop moet gaan knipperen. Dat betekent dat de WPS-functie actief is. Kijk in de handleiding van de router voor meer bijzonderheden. 4. Druk op de WPS-knop om die functie op de camera aan te zetten. Heeft de camera geen WPS-knop, dan kunt u ook de virtuele knop op de web-interface indrukken om de PBC-functie aan te zetten. Klik op .
29 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 2. Kies de optie . Als de PIN-code afkomstig is van de router, moet u die PIN invoeren in het veld . 3. Klik op . Of U kunt de PIN-code op de camera genereren. De tijd voor de PIN-code is 120 seconden. 1. Klik op 2. Voer de code voor de router in. In dit voorbeeld voert u voor de router 48167581 in. 4.3 IP-instellingen voor draadloze netwerkverbinding Het standaard IP-adres van de controller voor het draadloze netwerk is 192.168.1.64.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 30 Hoofdstuk 5 Liveweergave 5.1 Liveweergavepagina Doel: Op de livevideopagina kunt u livevideo bekijken, beelden vastleggen, de PTZ bedienen, presets instellen/aanroepen en videoparameters configureren. Meld u aan bij de netwerkcamera om de liveweergavepagina te openen. U kunt ook op op de menubalk van de hoofdpagina klikken om de liveweergavepagina te openen.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 31 Livevideo weergeven. Werkbalk: Acties voor de liveweergavepagina, zoals liveweergave, vastleggen, opnemen, audio aan/uit, audio in twee richtingen, enzovoort. PTZ-bediening: De camera pannen, kantelen en zoomen en de verlichting en wisser bedienen (indien de PTZ-functie wordt ondersteund of er een externe pan- en kanteleenheid is geïnstalleerd).
32 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Liveweergave starten/stoppen / De beelden die in de liveweergave worden weergegeven, handmatig vastleggen en opslaan als JPEG-bestand. Opname handmatig starten/stoppen. / Audio aan en volume aanpassen/dempen / Microfoon in- en uitschakelen / Opmerking: Voordat u de functie voor audio in twee richtingen en opnamen met audio gebruikt, moet u Streamtype instellen op Video en audio. Raadpleeg hiervoor sectie 5.4.
33 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Als u PTZ-bediening wilt gebruiken, moet de camera die is aangesloten op het netwerk, ondersteuning bieden voor de PTZ-functie, of moet er een pan-/kanteleenheid aan de camera zijn bevestigd. Stel de PTZ-parameters correct in op de pagina RS-485-instellingen. Raadpleeg hierbij sectie 10.6 RS-485-instellingen. 5.4.1 PTZ-bedieningspaneel Klik op de liveweergavepagina op geven of klik op om het PTZ-bedieningspaneel weer te om het te verbergen.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 34 5.4.2 Een preset instellen/aanroepen Een preset instellen: 1. Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf ingesteld nummer in de lijst met presets. Afb. 5-4 Een preset instellen 2. Gebruik de PTZ-bedieningsknoppen om de lens naar de gewenste positie te verplaatsen. • De camera naar links of rechts pannen. • De camera omhoog of omlaag kantelen. • In- of uitzoomen. • De lens opnieuw scherpstellen. 3.
35 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 5.5 Liveweergaveparameters configureren Doel: Op de liveweergavepagina kunt het streamtype selecteren en de beeldgrootte aanpassen. Klik op het tabblad of onder de menubalk van de liveweergave-interface om het streamtype voor liveweergave in te stellen op de hoofdstream of de substream. Klik op de verschillende tabbladen om de beeldgrootte in te stellen op 4:3, 16:9, origineel of automatisch. Opmerking: Raadpleeg sectie 5.4.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 36 Figure 6-1 Interface voor lokale configuratie 2. Configureer de volgende instellingen: Liveweergaveparameters: Het protocoltype, het streamtype, de beeldgrootte en de liveweergaveprestaties instellen. Protocoltype: U kunt TCP, UDP, MULTICAST en HTTP selecteren. TCP: Volledige levering van streaminggegevens en betere videokwaliteit. Dit is wel van invloed op de real-time transmissie. UDP: Real-time audio- en videostreams.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 37 beelden die handmatig zijn vastgelegd in de liveweergavemodus. Snapshots van weergave opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de beelden die zijn vastgelegd in de weergavemodus. Clips opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de videoclips die zijn gemaakt in de weergavemodus. Opmerking: Klik op om de map te wijzigen waarin clips en beelden worden opgeslagen. 3. Klik op om de instellingen op te slaan. 6.
38 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Figure 6-3 Tijdzone-instellingen (1) (2) Configureer de tijdsynchronisatie: via de NTP-server of handmatig. Configureer tijdsynchronisatie via de NTP-server. Schakel het selectievakje voor de NTP-functie in. Configureer de volgende instellingen: Serveradres: Het IP-adres van de NTP-server. NTP-poort: De poort van de NTP-server. Interval: Het tijdsinterval tussen twee synchronisatieacties van de NTP-server.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 39 Figure 6-6 Zomertijdinstellingen 2. Klik op om de instellingen op te slaan. 6.3 Netwerkinstellingen configureren 6.3.1 TCP/IP-instellingen configureren Doel: De TCP/IP-instellingen moeten correct worden geconfigureerd voordat u de camera via het netwerk kunt bedienen. Stappen: 1.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 40 multicast-groepsadres aan te vragen. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de multicast-functie van uw router inschakelen. 3. Als de DHCP-server beschikbaar is, kunt u inschakelen om automatisch een IP-adres en andere netwerkinstellingen te verkrijgen vanaf deze server. 4. Als de DNS-serverinstellingen vereist zijn voor bepaalde toepassingen (bijvoorbeeld het verzenden van e-mail), moet u de voorkeurs-DNS-server correct configureren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 41 6.3.3 PPPoE-instellingen configureren Stappen: 1. Open de interface voor PPPoE-instellingen: Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > PPPoE Figure 6-10 PPPoE-instellingen 2. Schakel het selectievakje PPPoE inschakelen in om deze functie in te schakelen. 3. Voer uw gebruikersnaam, wachtwoord en bevestigingswachtoord in voor PPPoE-toegang. Opmerking: De gebruikersnaam en het wachtwoord moeten door uw ISP worden toegewezen. 4.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 42 Figure 6-11 DDNS-instellingen 2. Schakel het selectievakje DDNS inschakelen in om deze functie in te schakelen. 3. Selecteer DDNS-type. U kunt kiezen uit drie DDNS-typen: HiDDNS, IPServer en DynDNS. DynDNS: Stappen: (1) Voer het serveradres van DynDNS in (bijvoorbeeld members.dyndns.org). (2) Voer in het tekstveld Domein de domeinnaam in die u hebt verkregen op de DynDNS-website. (3) Voer de poort van de DynDNS-server in.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 43 en voorkeurs-DNS van de ISP invoeren. Voor het serveradres moet het statische IP-adres worden ingevuld van de computer waarop de IPServer-software wordt uitgevoerd. Figure 6-13 IPServer-instellingen HiDDNS Stappen: (1) Kies het DDNS-type HiDDNS. (2) Voer het serveradres www.hik-online.com in. (3) Voer de domeinnaam van de camera in. Het domein is hetzelfde als de apparaatalias in de HiDDNS-server. (4) Klik op om de nieuwe instellingen op te slaan.
44 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera de SNMP-software. Stappen: 1. Open de interface voor SNMP-instellingen: Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > SNMP Figure 6-14 SNMP-instellingen 2. Schakel het toepasselijke selectievakje ( , , ) in om de functie in te schakelen. 3. Configureer de SNMP-instellingen. Opmerking: De instellingen van de SNMP-software moeten overeenkomen met de instellingen die u hier configureert. 4.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 45 6.3.6 802.1X-instellingen configureren Doel: De IEEE 802.1X-standaard wordt ondersteund door de netwerkcamera's. Als deze functie is ingeschakeld, worden de cameragegevens beveiligd en is gebruikersverificatie nodig om de camera te verbinden met het netwerk. Voordat u begint: De switch of router waarop de camera is aangesloten, moet ook ondersteuning bieden voor de IEEE 802.1X-standaard. Verder moet er een server worden geconfigureerd.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 46 Configuratie > Geavanceerde configuratie > Netwerk > QoS Figure 6-16 QoS-instellingen 2. Configureer de QoS-instellingen, waaronder het DSCP voor video/audio, het DSCP voor gebeurtenissen/alarmen en het DSCP voor beheer. Het bereik voor geldige DSCP-waarden is 0-63. Hoe hoger de DSCP-waarde, hoe hoger de prioriteit. 3. Klik op om de instellingen op te slaan. Opmerking: Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te voeren. 6.3.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 47 map en onderliggende map selecteren. Wanneer de bovenliggende map is geselecteerd, kunt u de apparaatnaam, het apparaatnummer of het IP-adres van het apparaat als mapnaam gebruiken. Wanneer de onderliggende map is geselecteerd, kunt u de cameranaam of het cameranummer als mapnaam gebruiken. Uploadtype: Hiermee kunt u het uploaden van de vastgelegde beelden op de FTP-server inschakelen. 3. Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 48 6.4 Video- en audio-instellingen configureren 6.4.1 Video-instellingen configureren Stappen: 1. Open de interface voor video-instellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Video/audio > Video Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Video/audio > Video Figure 6-19 Video-instellingen configureren 2. Selecteer het streamtype van de camera. U kunt kiezen uit hoofdstream (standaard) of substream.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 49 voor de videokwaliteit. Framerate: Stel de framerate in op een waarde van 1/16-25 fps. De framerate is de frequentie waarmee de videostream wordt bijgewerkt, en wordt gemeten in frames per seconde (fps). Een hogere framerate biedt voordelen bij veel bewegingen in de videostream omdat de beeldkwaliteit van hoog niveau blijft. Max. bitrate: Stel de maximale bitrate in op 32-16.384 Kbps.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 50 verzadiging, tint, scherpte, enzovoort. Opmerking: De beeldparameters verschillen, afhankelijk van het cameramodel. Stappen: 1. Open de interface voor beeldinstellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Beeld > Beeldinstellingen Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Beeld > Beeldinstellingen 2. Stel de beeldparameters voor de camera in.
51 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera BLC-gebied: Het BLC-gebied is het gebied waarin de lichtintensiteit wordt gemeten. U kunt kiezen voor Sluiten, Boven, Beneden, Links, Rechts en Midden. Witbalans: U kunt AWB1 (automatische witbalans 1), AWB2 (automatische witbalans 2) en Automatisch selecteren. Digitale ruisonderdrukking: U kunt kiezen uit Sluiten, Normale modus en Uitgebreide modus. 6.5.4 OSD-instellingen configureren Doel: U kunt de cameranaam en de tijd op het scherm aanpassen. Stappen: 1.
52 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Figure 6-23 OSD-locatie aanpassen 6. Klik op om de bovenstaande instellingen te activeren. 6.5.5 Tekstoverlayinstellingen configureren Doel: U kunt de tekstoverlay aanpassen. Stappen: 1. Open de interface voor tekstoverlayinstellingen: Configuratie > Geavanceerde configuratie > Beeld > Tekstoverlay 2. Schakel het selectievakje vóór het tekstvak in om het OSD in te schakelen. 3. Voer de tekens in het tekstvak in. 4.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 53 Figure 6-24 Tekstoverlayinstellingen 6.5.6 Privacymasker configureren Doel: Met het privacymasker kunt u bepaalde gebieden van de livevideo verbergen om te voorkomen dat bepaalde gedeelten van het surveillancegebied kunnen worden bekeken en opgenomen in de liveweergave. Stappen: 1. Open de interface voor privacymaskerinstellingen: Configuratie > Geavanceerde configuratie > Beeld > Privacymasker 2.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 54 Figure 6-25 Privacymaskerinstellingen 4. Klik en sleep met de muis in het livevideovenster om het maskergebied te tekenen. Opmerking: U kunt maximaal 4 gebieden op hetzelfde beeld tekenen. 5. Klik op om het tekenen te voltooien of klik op om alle ingestelde gebieden te wissen zonder deze op te slaan. 6. Klik op om de instellingen op te slaan. 6.
55 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Bewegingsdetectie is een functie waarmee alarmreacties en video-opnamen kunnen worden getriggerd wanneer er beweging plaatsvindt in de surveillancescène. Taken: 1. Het gebied voor bewegingsdetectie instellen Stappen: (1) Open de interface voor bewegingsdetectie-instellingen: Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Bewegingsdetectie (2) Schakel het selectievakje Bewegingsdetectie inschakelen in.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 56 Figure 6-27 Activeringstijd (1) Klik op om het activeringsschema te bewerken. In Afbeelding 5-28 wordt de bewerkingsinterface van het activeringsschema weergegeven. (2) Kies de dag waarop u het activeringsschema wilt instellen. (3) Klik op om de tijdsperiode voor het activeringsschema in te stellen. (4) Nadat u het activeringsschema hebt ingesteld, kunt u het schema kopiëren naar andere dagen (optioneel). (5) Klik op om de instellingen op te slaan.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 57 Doel: U kunt de koppelingsmethode opgeven die wordt gebruikt wanneer gebeurtenissen optreden. In de inhoud hieronder wordt uitgelegd hoe u de verschillende koppelingsmethoden kunt configureren. Figure 6-29 Koppelingsmethode Stappen: (1) Schakel een selectievakje in om een koppelingsmethode te selecteren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 58 stellen. 6.6.8 Alarm voor manipulatiecontrole configureren Doel: U kunt de camera zo configureren dat het alarm wordt getriggerd en er een alarmreactie wordt uitgevoerd wanneer de lens wordt bedekt. Stappen: 1. Open de interface voor instellingen voor manipulatiecontrole: Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Manipulatiecontrole Figure 6-30 Alarm voor manipulatiecontrole 2.
59 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Raadpleeg stap 3 De alarmacties voor bewegingsdetectie instellen in sectie 6.6.1. 6. Klik op om de instellingen op te slaan. 6.6.9 Alarm voor videosignaalverlies configureren Stappen: 1. Open de interface voor instellingen voor videosignaalverlies: Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Videosignaalverlies Figure 6-31 Videosignaalverlies 2.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 60 instellen in sectie 6.6.1. 5. Klik op om de instellingen op te slaan. 6.6.10 Externe alarminput configureren Stappen: 1. Open de interface voor alarminputinstellingen: Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Alarminput: 2. Kies het alarminputnummer en het alarmtype. Het alarmtype kan NO (normaal open) of NC (normaal gesloten) zijn. Bewerk de naam om een naam in te stellen voor de alarminput (optioneel).
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 7. Klik op 61 om de instellingen op te slaan. Figure 6-33 Koppelingsmethode 6.6.11 Alarmoutput configureren Stappen: 1. Open de interface voor alarmoutputinstellingen: Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Alarmoutput 2. Selecteer één alarmoutputkanaal in de vervolgkeuzelijst Alarmoutput. U kunt ook een naam instellen voor de alarmoutput (optioneel). 3.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 62 Figure 6-34 Alarmoutputinstellingen 6.6.12 Uitzonderingen verwerken De volgende typen uitzonderingen kunnen optreden: HDD vol, HDD-fout, netwerkverbinding verbroken, IP-adresconflict en ongeldige aanmelding bij de camera's. Stappen: 1. Open de interface voor uitzonderingsinstellingen: Configuratie > Geavanceerde configuratie > Gebeurtenissen > Uitzondering 2.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 63 Figure 6-35 Uitzonderingsinstellingen 3. Klik op om de instellingen op te slaan. 6.6.13 E-mailinstellingen configureren Doel: Het systeem kan zo worden geconfigureerd dat er een e-mailmelding wordt verzonden naar alle toegewezen ontvangers wanneer een alarmgebeurtenis wordt gedetecteerd, zoals gedetecteerde beweging, videosignaalverlies, manipulatie, enzovoort.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 64 Figure 6-36 E-mailinstellingen 3. Configureer de volgende instellingen: Afzender: De naam van de afzender van de e-mail. Adres afzender: Het e-mailadres van de afzender. SMTP-server: Het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server (bijvoorbeeld smtp.263xmail.com). SMTP-poort: De SMTP-poort. De standaard-TCP/IP-poort voor SMTP is 25 (onbeveiligd). De SMTP-poort voor SSL is 465.
65 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 6.6.14 Instellingen voor snapshots configureren Doel: U kunt geplande snapshots en door gebeurtenissen getriggerde snapshots configureren. Het vastgelegde beeld kan worden opgeslagen op de SD-kaart (indien ondersteund) of op de netwerk-HDD (voor gedetailleerde informatie over netwerk-HDD's raadpleegt u sectie 7.1 NAS-instellingen configureren). U kunt de vastgelegde beelden ook uploaden naar een FTP-server. Basisinstellingen Stappen: 1.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 66 inschakelen in. Figure 6-37 Instellingen voor snapshots 6.6.15 Overige alarmen configureren Doel: Deze sectie is bedoeld voor camera's met ondersteuning voor externe draadloze alarmen (zoals toegangscontrolealarmen), ingesloten PIR-alarmen (passieve infraroodsensoren) en handmatige, op afstand bediende alarmen.
67 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Figure 6-38 Instellingen voor afstandsbediening 2. Bestudeer de code van de afstandsbediening of het draadloze alarm. Als u een afstandsbediening wilt bestuderen, selecteert u Afstandsbediening in de vervolgkeuzelijst Bestuderen en klikt u op . Houd de afstandsbediening vervolgens bij de camera en druk op een van de knoppen op de afstandsbediening om het signaal te verzenden. © Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
68 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Afstandsbediening: Afb. 6-39 Afstandsbediening Beschrijving van afstandsbediening: Statusindicator Activeren Deactiveren Noodknop Schakelaar voor streamverzending Hiermee wordt de status van de afstandsbediening aangeduid. Wanneer u op een knop op de afstandsbediening drukt, knippert de indicator rood. Druk op deze knop om de camera te activeren. In de geactiveerde status zijn alarmfuncties zoals het draadloze alarm en het PIR-alarm ingeschakeld.
69 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera externe client of in de browser. Als u de draadloze alarmen wilt bestuderen, zoals het apparaat voor toegangscontrole, selecteert u Draadloos alarm in de vervolgkeuzelijst Bestuderen, selecteert u het apparaatserienummer (1-8) in de vervolgkeuzelijst en klikt u op . Verzend vervolgens het signaal van het draadloze alarm naar de camera.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 70 (3) Schakel het selectievakje Draadloos alarm inschakelen in om het alarm te activeren en de alarmnaam te definiëren in het veld Alarmnaam. (4) Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor het draadloze alarm te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: audiowaarschuwing, het surveillancecentrum informeren, een e-mail verzenden, uploaden naar FTP, kanaal triggeren, alarmoutput triggeren en draadloos alarm triggeren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 71 Figure 6-44 Output voor draadloze alarmen (3) Klik op om de instellingen op te slaan. Opmerking: De getriggerde opname voor het draadloze of PIR-alarm wordt gestart wanneer het draadloze of PIR-alarm wordt getriggerd tijdens het gedefinieerde opnameschema, of het draadloze of PIR-alarm nu is ingeschakeld of niet. Raadpleeg sectie 7.2 voor meer informatie over de configuratie van het opnameschema.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 72 vertraging instellen op 10 seconden, 30 seconden, 1 minuut, 3 minuten of 5 minuten. U kunt ook de vertragingstijd aanpassen. Figure 6-45 De camera activeren 4. Klik op om de camera te activeren. De camera deactiveren Selecteer in de interface Afstandsbediening de optie Deactiveren in de vervolgkeuzelijst Activeren/deactiveren en klik op om de camera te deactiveren.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 73 Hoofdstuk 7 Opslaginstellingen Voordat u begint: Als u de opname-instellingen wilt configureren, moet u ervoor zorgen dat er een netwerkopslagapparaat is aangesloten op het netwerk, of dat er een SD-kaart in de camera is geplaatst. 7.1 NAS-instellingen configureren Voordat u begint: De netwerkschijf moet beschikbaar zijn in het netwerk en deze moet correct zijn geconfigureerd voor opslag van opgenomen bestanden, logbestanden, enzovoort. Stappen: 1.
74 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Afb. 7-2 Schijf initialiseren (2) Als de status van de schijf Niet geïnitialiseerd is, schakelt u het toepasselijke selectievakje in om de schijf te selecteren en klikt u op om de initialisatie van de schijf te starten. Afb. 7-3 Initialiseren Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt de status van de schijf ingesteld op Normaal. Afb. 7-4 Schijfstatus weergeven Opmerkingen: U kunt maximaal 8 NAS-schijven verbinden met de camera.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 75 Afb. 7-5 Interface voor opnameschema 2. Schakel het selectievakje Opnameschema inschakelen in om deze geplande opnamen in te schakelen. 3. Stel de opnameparameters voor de camera in. Afb. 7-6 Opnameparameters Vooropname: De tijd vóór de geplande tijd of gebeurtenis die u wilt opnemen. Als opname om 10:00 wordt getriggerd door een alarm en de tijd voor Vooropname is ingesteld op 5 seconden, begint de opname op de camera bijvoorbeeld om 9:59:55.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 76 Afb. 7-7 Opnameschema 5. Kies de dag waarvoor het opnameschema moet worden ingesteld. (1) Opname gedurende de hele dag of segmentopname instellen: Als u opname gedurende de hele dag wilt configureren, schakelt u het selectievakje Hele dag in. Als u wilt opnemen in verschillende tijdsegmenten, schakelt u het selectievakje Aanpassen in. Stel de starttijd en eindtijd in. Opmerking: Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende segmenten.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 77 Koppelingsmethode in de interface voor alarminputinstellingen. Raadpleeg sectie 5.6.4 voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door beweging en alarm Als u Beweging en alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer er tegelijkertijd beweging wordt gedetecteerd en een alarm wordt getriggerd.
78 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Afb. 7-8 Opnameschema bewerken (3) Schakel het selectievakje in en klik op om instellingen van deze dag te kopiëren naar de hele week. U kunt ook selectievakjes vóór datums inschakelen en op (4) Klik op klikken. om de instellingen op te slaan en de interface Opnameschema bewerken af te sluiten. 6. Klik op om de instellingen op te slaan. © Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 79 Hoofdstuk 8 Weergave Doel: In deze sectie wordt uitgelegd hoe u op afstand opgenomen videobestanden kunt weergeven die zijn opgeslagen op netwerkschijven of SD-kaarten. Stappen: 1. Klik op op de menubalk om de weergave-interface te openen. Afb. 8-1 Weergave-interface 2. Selecteer de datum en klik op Afb. 8-2 Video's zoeken 3. Klik op om de videobestanden af te spelen die voor deze datum zijn © Hikvision Digital Technology Co., Ltd.
80 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera gevonden. De werkbalk onder aan de Weergave-interface kan worden gebruikt om het weergaveproces te beheren. Afb.
81 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera verschillende videotypen aangeduid. Afb. 8-6 Videotype © Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 82 Hoofdstuk 9 Zoeken in logs Doel: De werking, alarmen, uitzonderingen en informatie voor de camera kunnen worden opgeslagen in logbestanden. U kunt de logbestanden naar wens exporteren. Voordat u begint: Configureer de netwerkopslag voor de camera of plaats een SD-kaart in de camera. Stappen: 1. Klik op op de menubalk om de interface voor zoeken in logs te openen. Afb. 9-1 Interface voor zoeken in logs 2.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 83 4. Als u de logbestanden wilt exporteren, klikt u op om de logbestanden op uw computer op te slaan. © Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 84 Hoofdstuk 10 Overig 10.1 Gebruikersaccounts beheren Open de interface voor gebruikersbeheer: Configuratie > Basisconfiguratie > Beveiliging > Gebruiker Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Beveiliging > Gebruiker De admin-gebruiker is gemachtigd om andere accounts te maken, wijzigen of verwijderen. Er kunnen maximaal 15 gebruikersaccounts worden gemaakt. Afb. 10-1 Gebruikersinformatie Een gebruiker toevoegen Stappen: 1.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 85 Afb. 10-2 Een gebruiker toevoegen Een gebruiker wijzigen Stappen: 1. Klik met de linkermuisknop om een gebruiker in de lijst te selecteren en klik op . 2. Wijzig de gebruikersnaam, het niveau of het wachtwoord. 3. In de velden Basistoestemmingen en Cameraconfiguratie kunt u toestemmingen in- en uitschakelen. 4. Klik op om het wijzigen van de gebruiker te voltooien. Afb. 10-3 Een gebruiker wijzigen © Hikvision Digital Technology Co., Ltd.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 86 Een gebruiker verwijderen Stappen: 1. Klik met de linkermuisknop op de gebruiker die u wilt verwijderen en klik op . 2. Klik op in het pop-updialoogvenster om de gebruiker te verwijderen. Afb. 10-4 Een gebruiker verwijderen 10.2 RTSP-verificatie configureren Doel: U kunt de streamgegevens van de liveweergave specifiek beveiligen. Stappen: 1.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 87 10.3 Apparaatinformatie weergeven Open de interface voor apparaatinformatie: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Apparaatinformatie Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Apparaatinformatie In de interface Apparaatinformatie kunt u de apparaatnaam bewerken.
88 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 10.4.2 Standaardinstellingen herstellen Stappen: 1. Open de interface voor onderhoud: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Onderhoud 2. Klik op of om de standaardinstellingen te herstellen. Afb. 10-8 Standaardinstellingen herstellen Opmerking: Wanneer de standaardinstellingen zijn hersteld, wordt het IP-adres ook teruggezet op het standaard-IP-adres.
Gebruikershandleiding voor netwerkcamera 89 10.4.4 Het systeem upgraden Stappen: 1. Open de interface voor onderhoud: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud Of Configuratie > Geavanceerde configuratie > Systeem > Onderhoud 2. Klik op om het lokale upgradebestand te selecteren en klik op om de upgrade op afstand te starten. Opmerking: Het upgradeproces duurt 1 tot 10 minuten. Verwijder de voeding van de camera niet tijdens dit proces.
90 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera Afb. 10-11 RS-232-instellingen Opmerking: Als u de camera wilt aansluiten via de RS-232-poort, moeten de RS-232-parameters exact overeenkomen met de parameters die u hier hebt geconfigureerd. 2. Klik op om de instellingen op te slaan. 10.6 RS-485-instellingen Doel: De seriële RS-485-poort wordt gebruikt om de PTZ van de camera te bedienen. De configuratie van de PTZ-parameters moet worden uitgevoerd voordat u de PTZ-eenheid gaat bedienen. Stappen: 1.
91 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera SADP (Search Active Devices Protocol) is een gebruiksvriendelijk zoekprogramma voor online apparaten waarvoor geen installatie vereist is. Met dit programma worden actieve online apparaten binnen uw subnet gezocht, en wordt informatie weergegeven over deze apparaten. U kunt ook de basisnetwerkinformatie wijzigen voor de apparaten waarop deze software wordt gebruikt.
92 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera het venster met netwerkparameters aan de rechterzijde te verbergen. Klik op om het venster met netwerkparameters opnieuw weer te geven. Netwerkparameters wijzigen Stappen: 1. Selecteer in de apparaatlijst het apparaat dat u wilt wijzigen. De netwerkparameters van het apparaat worden weergegeven in het venster Netwerkparameters aan de rechterzijde. 2. Bewerk de netwerkparameters die kunnen worden gewijzigd, zoals het IP-adres en poortnummer. 3.
Appendix 2 Poorttoewijzing De volgende instellingen zijn van toepassing voor een TP-LINK-router (TL-R410). De instellingen verschillen, afhankelijk van het routermodel. Stappen: 1. Selecteer WAN voor de optie Connection Type (Verbindingstype), zoals hieronder wordt weergegeven: Afbeelding A.2.1 Selecteer het verbindingstype WAN 2. Stel de LAN-parameters van de router in zoals in de onderstaande afbeelding wordt weergegeven, inclusief instellingen voor het IP-adres en subnetmasker. Afbeelding A.2.
94 Gebruikershandleiding voor netwerkcamera poortwaarden van de ene camera configureren als 80, 8000, 554 en 8200 met het IP-adres 192.168.1.23, en de poortwaarden van de andere camera als 81, 8001, 555 en 8201 met IP-adres 192.168.1.24. Raadpleeg de onderstaande stappen: Opmerking: De poortwaarde 8200 voor de poortwaarde 8000 wordt gewijzigd door een constante waarde van 200 toe te voegen. Als de poortwaarde 8000 wordt ingesteld op 8005, wordt de poortwaarde 8200 bijvoorbeeld gewijzigd in 8205.
De eerste keuze van beveiligingsprofessionals