Operation Manual

BEDIENING 27
Bediening
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 3550 is de mogelijkheid een volledig meer-
kanaals surround klankbeeld weer te geven van
digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde
programma’s en standaard stereo en zelfs mono
programma’s. Alles bij elkaar zijn vijftien luister-
functies beschikbaar op de AVR 3550.
Het kiezen van de surroundfunctie is in wezen een
persoonlijke zaak, net als het soort programma
dat u gebruikt. Films, CD's en TV-programma's
met de logo's van een van de belangrijke surround
processen, zoals Dolby Surround, worden afge-
speeld in Dolby Pro Logic II Movie (films) of Music
(bij muziek) surround of met de exclusieve Harman
Kardon Logic 7 Movie functie, zodat een breed-
bandig en discreet 5.1 kanaals surround signaal
van de surround gecodeerde programma's ont-
staat met een stereo links/rechts signaal, net als in
werkelijkheid. In dat geval hoort u geluid dat van
links komt alleen links, zie details op pagina 26.
Wanneer geen achter luidsprekers worden ge-
bruikt dient Dolby 3 Stereo gekozen te worden bij
alle surround opnamen. Denk er aan dat bij
gebruik van Dolby Digital 2.0 signalen (bijvoor-
beeld 'D.D. 2.0' nummers van een DVD) die
gecodeerd zijn met Dolby Pro Logic informatie,
binnenkomend via een willekeurige digitale
ingang, automatisch Dolby Pro Logic II gekozen
zal worden (als aanvulling op de Dolby Digital
functie) en ook van deze opnamen een volledig
5.1 surround sound zal decoderen (zie ook
'Dolby Digital' op pagina 28 ).
Om een volledig omringend geluidsbeeld te krij-
gen met allerlei bewegende effecten bij alle ana-
loge stereo opnamen, kiest u Dolby Pro Logic II
Music of Emulation, dan wel de exclusieve
Harman Kardon Logic 7 Music functie voor een
dramatische verbetering ten opzichte van Dolby
Pro Logic (I) van voorheen.
OPMERKING: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het program-
ma in stereo wordt uitgezonden. Films met
surround geluid kunnen dus gedecodeerd wor-
den met elke analoge surround functie, zoals Pro
Logic of Logic 7, wanneer deze door conventio-
nele TV-zenders, betaal-TV of satellieten worden
uitgezonden. Bovendien worden er steeds meer
TV-programma’s, sportuitzendingen, hoorspelen
en muziek-CD’s opgenomen met surround
geluid. U kunt een overzicht van deze program-
ma’s bekijken op het web van Dolby
Laboratories: www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet wordt aange-
geven als drager van standaard surround infor-
matie, zult u merken dat de Dolby Pro Logic II,
Dolby 3 Stereo of Logic 7 functies vaak een
omringend surround klankbeeld leveren, gebruik
makend van de natuurlijke surround informatie
die in alle stereo opnamen aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma’s zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5 kanaals
stereo functies (5 kanaals stereo is vooral effec-
tief met oude, extreem-stereo opnamen) en met
monoprogramma’s raden we aan de Theater of
Hall functies te proberen. En bij gebruik van uit-
sluitend twee front luidsprekers bevelen wij het
door Harman gepatenteerde VMAx aan, waar-
mee een nagenoeg driedimensionaal ruimtebeeld
wordt bereikt met slechts twee luidsprekers.
Surroundfuncties worden met de toetsen op het
frontpaneel of op de afstandsbediening geselec-
teerd. Om een surroundfunctie op het frontpa-
neel te kiezen, drukt u op surroundfunctie
7
om door het overzicht van beschikbare functies
te lopen. Om een surroundfunctie te kiezen met
de afstandsbediening drukt u op surroundfunc-
tie
A
en vervolgens op de
/
¤
D
om de
functie te wijzigen. Wanneer u op deze toetsen
drukt verschijnt de naam van de surroundfunctie
in de display
N
en tevens licht een afzonderlij-
ke indicatie
C D F H I J K M
op.
Wanneer de surroundfunctie wordt gewijzigd zal
een groene LED naast de huidige surround-
functie indicaties
$
op het frontpaneel
oplichten.
OPMERKING: de naam van elke surroundfunc-
tie verschijnt onderin beeld en in de display
N
zodra deze wordt gekozen. Om te voorkomen dat
het kiezen van de surroundfunctie onbedoeld
wordt verlaten, drukt u op
/
¤
D
terwijl de
functie nog zichtbaar is.
Merk op dat de functies Dolby Digital en DTS
slechts gekozen kunnen worden wanneer een
digitale bron gekozen is. Bovendien zal de AVR
bij aanwezigheid van een digitale bron automa-
tisch naar de juiste functie (Dolby Digital of DTS)
overschakelen, e.e.a. onafhankelijk van de tevo-
ren gekozen functie. Voor meer informatie over
het kiezen van digitale bronnen in het volgende
hoofdstuk van deze handleiding.
Om naar een programma te luisteren in traditio-
neel tweekanaals stereo met alleen de front luid-
sprekers links en rechts (en de subwoofer indien
geïnstalleerd en geconfigureerd), volgt u de hier-
boven gegeven aanwijzingen voor de afstands-
bediening tot SURR OFF in de display
N
verschijnt.
Digitale audioweergave
Digitale surround is een belangrijke vooruitgang
ten opzichte van de vroegere analoge matrix sur-
round systemen. Het beschikt over vijf gescheiden
kanalen: front links, midden, front rechts, links sur-
round en rechts surround. Elk kanaal reproduceert
het volledige frequentiebereik (20 Hz tot 20 kHz)
en bezit een aanzienlijk groter dynamisch bereik
en ruimere signaal/ruis-afstand. Bovendien heb-
ben digitale surround systemen de mogelijkheid
een extra kanaal te leveren dat speciaal bedoeld
is voor lage frequenties. Dit is het ‘.1’ kanaal
waarnaar wordt verwezen wanneer u deze syste-
men beschreven ziet als ‘5.1’ bijvoorbeeld. Het
baskanaal is gescheiden van de andere kanalen,
maar aangezien de bandbreedte opzettelijk
beperkt is, hebben technici er die specifieke bena-
ming aan gegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital (aanvankelijk bekend als AC-3® ) is
een standaard onderdeel van DVD, en beschik-
baar op speciaal gecodeerde laserdiscs en satel-
lietuitzendingen. Het maakt deel uit van het
nieuwe high-definition televisie (HDTV) systeem.
Merk op dat er een extra, externe RF demodula-
tor nodig is om de AVR 3550 te gebruiken met
de Dolby Digital soundtracks op laserdiscs. Sluit
de RF uitgang van de LD-speler aan op de demo-
dulator en sluit vervolgens de digitale uitgang
van de demodulator aan op de optische of
coax ingangen

van de AVR. Voor DVD-
spelers en DTS-gecodeerde laserdiscs is geen
demodulator nodig.
DTS
DTS is een ander digitaal audio systeem dat 5.1
audio kan leveren. Hoewel zowel DTS als Dolby
Digital digitaal zijn, maken ze gebruik van andere
methoden om de signalen te coderen en hebben
daarom andere decoders nodig om de digitale
signalen weer naar analoog om te zetten.
DTS-gecodeerd materiaal is op bepaalde DVD’s
en LD’s beschikbaar, en op speciale alleen voor
audio bestemde DTS CD’s. U kunt elke LD, DVD
of CD-speler, voorzien van een digitale uitgang,
gebruiken om DTS-gecodeerde speciale audio-
CD’s met de AVR af te spelen, maar DTS-LD’s en
DTS-DVD’s kunnen alleen op resp. LD-spelers en
op DVD-spelers worden afgespeeld. Sluit zo'n
speler aan op de optisch of coax digitale
ingang

.
Om DVD’s die DTS zijn gecodeerd te beluisteren
dient de DVD-speler compatibel zijn met het DTS-
signaal, wat wordt aangegeven met het DTS-logo
op het voorpaneel van de speler. Merk op dat
sommige vroegere DVD-spelers misschien niet in
staat zijn om DTS-gecodeerde DVD’s af te spelen.
Dit wijst niet op een probleem met de AVR 3550,
want sommige spelers kunnen het DTS-signaal
niet doorgeven via de digitale uitgangen. Indien u
eraan twijfelt of uw DVD-speler DTS DVD’s kan
afspelen, raadpleeg dan de handleiding van de
speler.
Denk er aan dat sommige DVD-spelers geleverd
worden, ingesteld op uitsluitend Dolby Digital
voor de digitale uitgang. Om ervoor te zorgen
dat ook DTS signalen naar de AVR gaan, dient u
het menusysteem van de DVD-speler te controle-
ren.