Operation Manual

2•54 Gebruikers Handleiding
2•54 Gebruikers Handleiding
8. Druk op PLAY of START/STOP of KEY START om
de opname te starten en begin te spelen.
De PLAY knop start de opname alleen voor
de real time tracks.
De START/STOP knop start de opname en
zet ook de begeleidingstracks in werking.
Met KEY START kunt u de opname starten
(Style en real time tracks) door op het klavier
te spelen.
U kunt de opname ook starten met een Intro
door INTRO, FILL of ENDING in te drukken
voordat u de opname start. Gebruik START/
STOP of KEY START om de Intro aan te stu-
ren.
Tijdens de opname kunt u andere Styles kie-
zen, Fills gebruiken, van Performance ver-
anderen, andere real time tracks aan- of uit-
zetten, etc..
9. Wanneer u klaar bent stopt u de opname met
STOP of START/STOP.
U moet op STOP drukken om de sequencer
te stoppen en om de locator op de start posi-
tie te zetten [1 1 1].
START/STOP stopt de automatische
begeleidingstracks maar niet de sequencer,
waardoor u de real time tracks kunt blijven
opnemen. De Song Pointer gaat door met
het tellen van de maat in de opname. Om de
opname helemaal te stoppen drukt u op
STOP.
De RECORD ST./SONG knop LED gaat nu
uit.
Wanneer de sequencer stopt met opnemen
gaat het display terug naar de Play View si-
tuatie waarin de song parameters worden
afgebeeld.
Het icoon van de opgenomen tracks wordt
aangeduid met noot symbolen.
Om de weergave te starten en mee te spe-
len met de Song drukt u op PLAY of START/
STOP.
PLA
Y
INTRO
KEY
ST
AR
T
ENDING
ST
AR
T / ST
OP
8
INTRO
KEY
ST
AR
T
ENDING
ST
AR
T / ST
OP
ST
OP
OF
9
Icoon van de
opgenomen tracks
OR
OR
8. Druk op PLAY of START/STOP of KEY START om
de opname te starten en begin te spelen.
De PLAY knop start de opname alleen voor
de real time tracks.
De START/STOP knop start de opname en
zet ook de begeleidingstracks in werking.
Met KEY START kunt u de opname starten
(Style en real time tracks) door op het klavier
te spelen.
U kunt de opname ook starten met een Intro
door INTRO, FILL of ENDING in te drukken
voordat u de opname start. Gebruik START/
STOP of KEY START om de Intro aan te stu-
ren.
Tijdens de opname kunt u andere Styles kie-
zen, Fills gebruiken, van Performance ver-
anderen, andere real time tracks aan- of uit-
zetten, etc..
9. Wanneer u klaar bent stopt u de opname met
STOP of START/STOP.
U moet op STOP drukken om de sequencer
te stoppen en om de locator op de start posi-
tie te zetten [1 1 1].
START/STOP stopt de automatische
begeleidingstracks maar niet de sequencer,
waardoor u de real time tracks kunt blijven
opnemen. De Song Pointer gaat door met
het tellen van de maat in de opname. Om de
opname helemaal te stoppen drukt u op
STOP.
De RECORD ST./SONG knop LED gaat nu
uit.
Wanneer de sequencer stopt met opnemen
gaat het display terug naar de Play View si-
tuatie waarin de song parameters worden
afgebeeld.
Het icoon van de opgenomen tracks wordt
aangeduid met noot symbolen.
Om de weergave te starten en mee te spe-
len met de Song drukt u op PLAY of START/
STOP.
PLA
Y
INTRO
KEY
ST
AR
T
ENDING
ST
AR
T / ST
OP
8
INTRO
KEY
ST
AR
T
ENDING
ST
AR
T / ST
OP
ST
OP
OF
9
Icoon van de
opgenomen tracks
OR
OR