Installation Instructions

CS875-575-375-275-175 Installeurshandleiding met CS5500-bediendeel B.7.6
7.3.1 Schema's instellen
U kunt een tijdschema instellen om de dag en het tijdstip te programmeren waarop het systeem automatisch
wordt in- of uitgeschakeld, of de dagen in te stellen waarop speciale uitgangsgebeurtenissen zijn geactiveerd. U
kunt ook bepaalde dagen instellen waarop het tijdschema niet actief is. U kunt bijvoorbeeld een tijdschema
gebruiken om het systeem elke ochtend op een bepaalde tijd uit te schakelen. Maar op feestdagen moet het
systeem misschien niet op dat tijdstip worden uitgeschakeld. In het volgende voorbeeld wordt 1 januari ingesteld
als de dag waarop tijdschema 1 niet actief is.
1. Ga met de toetsen µ¶ naar CS507 uitgangenuitbreiding >24 uitgangenuitbreiding >Tijdschema's en druk
op OK.
2. Ga naar Tijdschema 1>Actief>Niet actief op vakantiedagen>Ja en druk op OK.
3. Ga met de toetsen µ¶ naar Vakantiedagen>Januari>Dag 1>1 en druk op OK.
4. Het bediendeel laat één pieptoon horen ter bevestiging van de wijziging en keert terug naar Dag 1.
5. Als u dit tijdschema wilt gebruiken, schakelt u Uitgangen>Tijdschema's in voor de geselecteerde uitgang.
Meer informatie over het inschakelen van deze optie vindt u in Een uitgang configureren.
7.3.2 Een uitgang configureren
U kunt de gebeurtenissen, gebruikers en gebieden instellen die een bepaalde uitgang kunnen activeren. De
uitgang kan worden gestuurd door middel van een tijdschema of een X-10 module. Als een uitgang wordt
gestuurd door middel van een tijdschema, kan deze worden geactiveerd gedurende de tijden die zijn ingesteld in
het tijdschema. Als de uitgang wordt gestuurd door een X-10 module, kan deze worden geactiveerd gedurende
de tijden dat het X-10 apparaat wordt in- of uitgeschakeld. In het volgend voorbeeld wordt uitgang 1 op
uitgangenuitbreiding 24 zodanig geconfigureerd dat deze word geactiveerd bij sabotage van de behuizing. Deze
uitgang wordt gestuurd door tijdschema 1.
1. Ga met de toetsen µ¶ naar CS507 uitgangenuitbreiding >24 uitgangenuitbreiding >Uitgangen en druk op
OK.
2. Ga naar Uitgang 1>Gebeurtenis>Sabotage en storing>Sabotage behuizing en druk op OK.
3. Het bediendeel laat één pieptoon horen om de wijziging te bevestigen en keert terug naar Sabotage en
storing.
4. Ga naar Tijdschema's en druk op OK.
5. Druk op de corresponderende toetsen voor het inschakelen van het tijdschema en druk op OK.
6. Het bediendeel laat één pieptoon horen ter bevestiging van de wijziging en keert terug naar Tijdschema's.
7.3.3 Gebruikers configureren
U kunt een gebruikerscode instellen die de geselecteerde uitgang activeert. In het volgende voorbeeld wordt
gebruikerscode 1 zodanig ingesteld dat deze de uitgangen op uitgangenuitbreiding 24 activeert.
1. Ga met de toetsen µ¶ naar CS507 uitgangenuitbreiding >24 uitgangenuitbreiding >Uitgangen>Uitgang 1
en druk op OK.

Gebeurtenissen 46 en 47 kunnen alleen functioneren met RX8w8, RX16w8, RX32w8, RX8i4, RX16i4, of RX48i4
draadloze ontvangers.
Gebeurtenissen 48, 49 en 50 schakelen de CSx75 in of uit op het openings- (uitschakel-) of sluitings- (inschakel-)
tijdstip van de betreffende tijdschema’s.
< Voor gebeurtenissen 48 en 50 zal de zoemer van het bediendeel gedurende één minuut piepen alvorens
automatisch in te schakelen als de zonewaarde 1 is. Als de zonewaarde 0 is, zal het bediendeel niet piepen alvorens
automatisch in te schakelen.